1881. N°. 116.
Zaterdag 1 October.
68sle jaargang.
>ii:\(.i:i\Yi.iti;
ONZE THEOOOOR.
Bij deze Courant behoort een Bijvoegsel.
GOES, 30 SEPTEMBER 1881.
Mededeelingen op verschillend gebied.
Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen.
Staten-Generaal.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en "Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
GOlllUNT.
Be prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer iO ets.
Ilij directe opgaaf' van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Zooals men weet is de gewezen secretaris ont
vanger van Y na 5 maand preventief gevangen
gezeten te hebbenin vrijheid gesteld.
Een 16jarig jongmensch uit Zuidzandever
dacht van brandstichting, heeft 3 maanden te Mid
delburg gevangen gezeten en werd Woensdag weer
vrijgelaten.
Onder de gemengde berichten vindt men mel
ding gemaakt van eene arrestatie van een zekeren
A., uit 's-Hertogenboschdie na 3 dagen arrest is
vrijgelaten.
Al die feiten getuigen van een bijzonderen ijver der
justitie in onze provinciemaar doen tevens de el
lende, die ons stelsel en onze praktijk van preventieve
hechtenis kunnen teweegbrengen, opnieuw aan het
licht komen.
Men denke hierover niet licht. Menigeen moet zulk
een feit met zijn goeden naam boeten of ziet zich
in zijne carrière geheel vernietigd.
Het Vaderland wijst heden, naar aanleiding van die
feiten, hierop nog eens, en doet de vraag: of in onze
provincie niet al te spoedig tot preventieve gevan
genneming de toevlucht genomen wordt?
Die vraag beantwoorden zij, die dit kunnen doen.
Bij kon. besluit is Zr. Ms. Commissaris in Zee
land gemachtigd tot het bijeenroepen eener buiten
gewone Statenvergadering in de eerste helft van Oc
tober, ter benoeming van een hoofdingenieur van den
provincialen waterstaat.
Bij kon. besluit is, op zijn verzoek, eervol ontslag
verleend aan Van de Kreeke Kz., als dijkgraaf van
den Westkerkepolderen zijn voorts benoemd tot
gezworen van den Oosteren Ban vanSchouwenpolder
tl. J. Lette; tot gezworen van den Nieuwen Passa-
geulepolder C. J. Sturm.
Benoemd tot betaalmeester te Assen, mr. D.
De Jongh tot Polsbroek, thans tè Sas van Gent.
Benoemd bij de Rijkstelegraaf tot telegrafisten
2e kl. P. Bruggeman, H. v. d. Meulen en U. Janssen.
T# Wissekerke is door den Raad besloten het
volgens art. 6 der wet tot regeling van den kleinhandel
in sterkedranken bepaald vergunningsrecht vast te
stellen op 20 pet. der huurwaarde. Het Zuiden).
Naar het Dagblad v. Z.-H. verneemtzal de
wet, waarbij de postpakkettendienst wordt ingevoerd,
in het begin van 1882 in werking worden gebracht.
Schets uit het Italiaansch van Enrico Castelnuovo.
Vertaald naar de Duitsche overzetting.
Ik had Adèle niets bijzonders te verwijten; evenmin
had Adèle mij iets buitengewoons ten laste te leggen,
maar genoeg: het feit bestond dat wij elkander niet
konden uitstaan, of liever, om de waarheid te zeggen,
ik kon haar niet uitstaan, want Adèle was zoo fleg
matiek, dat zij niet eens in staat was om van een
krachtige antipathie blijk te geven. Wanneer ik met
mijn vrienden over haar sprak, noemde ik haar altijd
kruidje-rper-mij-nietniet omdat ik haar voor bijzon
der zwak of ziekelijk hield o hemel neen! maar
omdat zij in al hare bewegingen, zelfs in hare manier
van spreken, altijd den indruk gaf van iemand, die
doodelijk bang was dat er eens iets zou breken.
Ik moet eerlijk bekennen: als jonggezel had ik wat
overijld gehandeld. Zonder het noodige overleg was
ik getrouwd, en moest nu al de gevolgen dragen.
Zonder mijn edele echtvriendin, die geen greintje poëzie
bezat, had ik door mijn betrekkelijk jeugdigen leef
tijd, door mijn onafhankelijke betrekking, (ik was
doctor in de philosophic) gevoegd bij een niet onaar
dig vermogen, een nette positie in de maatschappij
ingenomen. Laat ik hier nog zeggen dat ik in onze
wittebroodsweken, toen ik nog naïef genoeg was, om
haar af en toe mijn verzen voor te lezenniet een
enkelen keer in staat was om haar ook slechts den
minsten uitroep van bewondering te ontlokken. In-
tusschen zou ik niet graag wenschen, dat men dit als
de eerste oorzaak van mijn antipathie beschouwde.
Om kort te gaan, een vervelender huwelijk dan het
onze was niet te vinden. Als wij vijf minuten bij
elkander zaten, Adèle en ik, dan geeuwden wij om het
hardst, dat het voor een derde een lust was om aan
t« zien. De geboorte van onzen Theodoor bracht in
ónze liefelijke yerhondjng niet de minste verandering
Met eenige zekerheid schijnt men te mogen
aannemen, dat de metingen ter voorbereiding van de
herziening van de belastbare opbrengst der onge
bouwde eigendommen in de onderscheiden provinciën
van het Rijk zullen afloopen in het einde van 1881
en in het begin van 1882, zoodat in het volgend jaar
met de voorbereiding van de herziening en met de
schatting zelve zal kunnen aangevangen worden.
-Aangaande het verbazend sterke geheugen, waar
van de Minister van Financiën, baron Van Lijnden,
bij het uitspreken der millioenenrede blijken gaf, schrijft
iemand, die de zitting heeft bijgewoond aan het Rott.
Nieuwsblad: «Geen enkele nota, geen enkel cijfer werd
door hem geraadpleegd. De portefeuille, die de stuk
ken der begrooting bevatte, bleef ongeopend vóór hem
liggen en hij miste geen enkele maal bij de mededee-
ling van de millioenen en duizenden, van de honderden
en tientallen, van de eenheden en centen, tot halve
centen toe. Hij gaf de grootste proef van zijn verwon
derlijk geheugen, die hij totdusver nog gegeven had.
Eens slechts vergiste hij zichhet was toen hij
sprak over het verschil tusschen de werkelijke en ge
raamde uitgaven.
Dat verschil was tot nogtoe op éen millioen gesteld,
maar het kon voortaan veilig op twee millioen bere
kend worden. Om dit aan te toonen, wees de Minister
erop, hoe in 1879 de -- en hier versprak hij zich
«de werkelijke opbrengst" beneden de raming bleef.
Maar nu herinnerde de heer Van Lijnden zich onder
het voortspreken, dat hij zich vergist had en wilde
dat verbeteren, doch zeide verkeerdelijk: ik heb van
uitgaaf gesproken, terwijl ik ontvangst bedoelde"
Een minuut later viel hij zichzelven weder in de
rede, om te zeggen: »Neen, mijnheer de Voorzitter,
ik heb mij toch niet vergistik bedoelde de uitgaven."
Alzoo was het hem, onder de spanning van het uit
het hoofd voordragen zijner rede vol cijfers, nog mo
gelijk geweest zich tot tweemalen toe op eene ver
spreking te betrappen.
Het had er waarlijk iets van, of men een kunste
naar, een professeur en mnémonique, voor zich zag,
die -een staal gaf van zijne zeker niet gewone be
hendigheid.
In de staatsbegrooting voor 1882 wordt het
volgende gezegd met betrekking tot het lager onder
wijs. RijkskweekscholenOm de redenen in de Mem.
van Toelichting op hoofdstuk II voor 1881 vermeld,
vindt de Min. ook thans nog geen aanleiding om voor
uitbreiding van het tegenwoordig aantal rijkskweek
scholen fondsen aan te vragen. Gemeentelijke kweek
scholen Wat ten aanzien der gemeentelijke kweek
scholen in de Memorie gezegd werd, heeft ook thans
zijn kracht behouden. Nog kan daaraan worden toe-
Integendeel. Adèle had het zich in het hoofd gesteld
om tegelijk voor vrouw en min te spelen.
Evenals de meeste deugdzame echtgenooten was zij
flink op de hoogte van alle moederlijke plichten en
zorgen: de rest kon haar niet schelen.
Eerlijk moet ik bekennen, dat Adèle veel van onzen
Theodoor hield en hem met veel opoffering verzorgde.
Dat was een gekoos en gestreel van belang, voortdu
rend werd hij verschoond, vervolgens in de wieg gelegd
om er een oogenblik later weer te worden uitgenomen.
Het maakte op mij den indruk of zij met een pop
speelde. Ik voor mij gevoelde voor den knaap een
gansch andere genegenheid; boven al dat dwaze en
belachelijke was ik verheven. Groote opofferingen en
dure plichten - dat begreep ik volkomen en was er
geheel toe bereid maar onze eeuw is zoo prozaïsch
Theodoor groeide flink. Toen hij een jaar of drie,
vier was, was hij een aardige, vroolijke knaap, die
zelfs nog iemand met een ernstiger karakter dan het
mijne in verrukking zou hebben gebracht. Intusschen
hield ik mij zelden met hem bezig. Het scheen of
het arme kind mede schuldig was aan die verlam
ming mijner phantasieaan die verstomping van
mijn geest, die ik aan zijn moeder te danken had.
Overigens maakte hij mij ook niet bijzonder het hof;
eeuwig had hij den mond vol van zijn mamaatje.
Op zekeren dag had ik juist over Theodoor een
woordenwisseling met Adèle. Het juiste van de zaak
herinner ik mij niet: zoo onbeduidend was de oorzaak.
Het eene woord lokte het andere uit.
ii't Is werkelijk een lief leven, dat wij leiden
»Nu", gaf ik bits ten antwoord, «ieder kan im
mers zijn eigen weg gaan."
«O, wat dat betreft", zeide zij, terwijl zij een an
deren kant opkeek.
Ik nam de gelegenheid tebaat en sprak een enkel
woord over een «scheiding". Zij verbleekte een weinig.
Maar toen ik haar zeide, dat wij deze aangelegenheid
in alle stilte konden afmaken en dat zij buitendien
onzen Theodoor tot zijn twaalfde jaar bij zich zou kun
nen houden, zonder eenig ander beding dan dat zij
hem alle jaren een veertien dagen naar mij zou zen
den, toen schudde zij het hoofd en antwoordde: «Ia,
gevoegd, dat, behalve te Amsterdam, ook te Leiden
de inrichting eener gemeentelijke kweekschool, op den
voet der Rijkskweekscholen een belangrijke schrede
gevorderd is. Op dien grond wordt thans gelijk be
drag aangevraagd als voor I88'l werd toegestaan. -
Rijksnormaallessen: De aanzienlijke vermeerdering van
onderwijzend personeel, door de nieuwe wet op het
lager onderwijs gevorderddeed reeds in 1879 be
sluiten tot een uitbreiding van de bestaande normaal
lessen. Aan de bezwaren en 't gemis aan eenheid
die zich hebben voorgedaanis zooveel mogelijk te
gemoet gekomen door het bij Kon. besluit van 13
Mei jl., no. 1, vastgesteld Algemeen Reglement voor
de Rijksnormaallessen, dat op 1 Juli d. a. v. in wer
king is getreden. Het aantal normaalinrichtingen, dat
vóór 1 Juli 87 bedroeg, is op gemeld tijdstip met 12
vermeerderd en bedroeg derhalve 9925 inrichtingen
behooren tot den eersten, 74 tot den tweeden rang.
Het voornemen bestaat om in den loop van het vol
gend jaar sommige plaatsen waar genoegzame stof
aanwezig is, nieuwe inrichtingen tot stand te brengen
en tevens inrichtingen van den tweeden rang, die
geacht worden aan de voor den eersten rang gestelde
eischen te kunnen voldoen, waar de behoefte inderdaad
aanwezig is, tot dien rang nit te breiden. Voor dit
doel wordt een som van f 50,000 aangevraagd.
Bij de verkiezing van een lid der prov. staten
van Zuid-Holland in het hoofd kiesdistrict Rotterdam
heeft niemand de volstrekte meerderheid verkregen.
Er moet eene herstemming plaats hebben tusschen de
heeren E. L. Jacobson Lzn.die 349en A. Van
Hoboken van Cortgenedie 312 stemmen bekwam.
Bij den Minister van Buitenlandsche Zaken is
een telegram ontvangen van zijn Amerikaanschen
ambtgenootwaarin deze den dank der familie van
president Garfield en dien der regeering uitspreekt
voor de betuiging van deelneming door de Staten-
Generaal.
Ten behoeve van het Burgerlijk Armbestuur alhier
is aangenomen de levering gedurende de aanstaande
drie maanden, van
a. Tarwe-kropbrood door R. Scheele, voor f 0,12y2
per kilo.
b. Tarwe fijnbrood door denzelfde, voor ƒ0,16 34
per kilo.
c. Kalfs- en Rundvleesch door J. Bannet, voor
ƒ0,53 per kilo.
Voor het gasthuis werd aangenomen de levering,
eveneens gedurende het laatste kwartaal van dit jaar, van
a. larwe-kropbrood door R. Scheele, voor ƒ0,11
per kilo.
ja, dat is misschien voor jou nog het best."
«Voor ons beiden", vulde ik aan. Toen vervolgde
ik: «Ge kunt uw vader schrijven, dat hij komt om
je aftehalen."
«Ik schrijf nog van daag" gaf zij ten antwoord.
«Ge behoeft hem nu niet de gelieele waarheid te
vertellen."
«Zeker niet; dat zou hem groot verdriet doen."
«Het een of andere voorwendseluwe gezond
heid verandering van luchtvoor onzen The
odoor zou ook de frissche lucht niet kwaad zijn...."
«Oonze Theodoor isGoddankzoo gezond als
iemand."
»'t Doet er niet toe ge verzint zoo maar wat.
Als gij ginds gelukkig zijt, dan kunt ge de zaak lang
zamerhand uitleggen en tot een goed einde brengen."
Zij antwoordde niet, maar scheen het volkomen met
mij eens te zijn. Ik ging uit met een gevoel of ik
honderd pond lichter geworden was. Ik stond alzoo
op het punt om mijn vrijheid te herkrijgen en ik nam
mij voor van die vrijheid met volle teugen te genieten.
Ik zou mij nu alles, alles kunnen veroorloven al
leen niet trouwen. Nu, die uitzondering was mij niet
bijzonder onaangenaam. De hoofdzaak bleef: ik was
vrij, want het bijzijn van Adèle had mijn spieren en
zenuwen verlamd.
Mijn vrienden wenscliten mij geluk. «Zoo moest
het zijn. Wanneer men elkander niet kan verdragen,
dan is het 't geschiktst van elkaar te gaan", dat
was het wijze oordcel van een kleinen professor, die
voor den Solon van onzen kring gold. Ieder beaamde
dit ten volle. De oudste van ons gezelschap was zes
en dertigik, echtgenoot en vader, nauwelijks dertig.
Dadelijk na het verlaten der academie was ik ge
trouwd. Was er grooter domheid te bedenken?
«Bah! op zijn vijf en twintigste jaar is men voor
zijn handelingen nog niet verantwoordelijk", zeide onze
jeugdige professor; «waarachtig, men is nog niet ver
antwoordelijk."
Mijn geweten was gerust gesteld en mijn geest zoo
veerkrachtig als hij in langen tijd geweest was. Ik
wil eerlijk zijn: op dienzelfden avond ledigden wij
eenige tleschjes Röderer ter eere van mijn nieuwe
b. Tarwe fijnbrood door denzelfde, voor 0,16%
per kilo.
c. Rund- eq Kalfsvleesch door E. Sloover (bij
loting), voor ƒ0,51 per kilo.
Yerder is voor hetzelfde gesticht aangenomen de
levering van:
100 heet. New-Castte steenkolen door M. "Van der
Reit, voor ƒ0,77, en
200 heet. Rulirkolen door Itje Fokke, voor ƒ0,53
per heet.
TWEEDE KAMER.
In de Donderdag gehouden zitting is de nominatie
opgemaakt voor een lid der Rekenkamer, ter voorzie
ning in de vacature, ontstaan door het overlijden van
den heer Van Zuylen Van Nievelt. Deze bestaat uit
jhr. mr. A. Sandberg, oud lid der kamer, die met
61 van de 65 uitgebrachte stemmen tot eersten can-
didaat werd gekozenmr. D. J. Zubli, gepensioneerd
hoofdcommies bij het departement van binnenlandsche
zaken en mr. A. M. Maas Geesteranus, redacteur en
waarnemend directeur der Staatscourant.
Tegen de zitting van a. s. Dinsdag werden aan de
orde gesteldde ontwerpen tot vaststelling van het
slot der West-Indische rekening over 1877 en van
het slot der rekening van Suriname over 1878, be
nevens het ontwerp tot overdracht van de spoorweg-
lijn Batavia-Buitenzorg aan den Staat. Daarna zal
volgen de interpellatie van den heer Heydenrijck over
de eedsquaestievoorts de conclusie van het verslag
der commissie over 't adres der marineschrijvers en
tevens de interpellatie van den heeer Gratama over
dezelfde zaak, en ten slotte een voorstel van den heer
Schepel omtrent de overlegging der stukken nopens
den Atjeh-oorlog. Genoemde heer verzocht die over
legging in verband met het eerlang bij de Indische
begrooting te vellen oordeel over dè gedragslijn, gevoerd
tot aan de optreding van het civiel bestuur in Atjeh.
De heeren Insinger en Van Nispenzonder zich voor de
vraag partij te stellen, verlangden bij eventueele over
legging ook de volledige stukken, met inbegrip van
de vroeger als geheim overgelegde en van die welke
anterieur aan den oorlog zijn. Dinsdag nu zal beslist
worden, ot de vraag aan den Minister van Koloniën
gedaan kan worden.
De Minister van justitie heeft aan de Kamer in
gezonden de adviezen van de rechterlijke collegiën
over de werking van de Procureurswet.
Naar het Dagbl. verneemt, zijn vele van die ad
viezen in ongunstigen zin.
De afdeelingen der Kamer hebben tot rappor
vrijheid en de professor sloeg een toast op mijn aan
staanden'triomf als auteur. Ja, nu geloofde ik weer
aan een toekomst. Eer en roem konden niet uitblijven.
Dadelijk na het eten was ik uitgegaan en toen ik
weer thuis kwam was het laat in den nacht. Tot
mijn groote verwondering kwam Adèle mij tegemoet
loopen.
«Theodoor is gevallen", zeide zij. «Hij heeft zich
erg aan zijn knie bezeerd."
«Gevallen? mijn God! Die kinderen.... zij zijn
ook zoo onhandig
«Zijn schuld is het niet", hernam zij kalm, maar
zeer ernstig. «Ik heb dadelijk om den dokter gezonden."
«Gekheid! Zulke dingen komen zoo vaak voor. Ge
hadt er een nat kompres om moeten doen."
«Toch niet. De dokter zeide dat wij moesten af
wachten
«Och, die dokters.
«Hij heeft er een verband omgelegd en zal morgen
vroeg terugkomen."
«Allemaal bagatellen. Waarom zijt ge opgebleven?"
«Omdat de jongen volstrekt niet in slaap kan komen.
Hoort ge niet hoe hij schreit? Wilt ge hem nog zien
»Nu niet. Morgen vroeg."
Ik ging naar mijn kamer, die aan den anderen kant
van ons huis was, deed de deur op slot en kroop
spoedig in mijn bed.
«Die vrouwen", zeide ik bij mijzelf, «maken een
leven als de hel om de minste kleinigheid. En die
dokters ja, die hebben er natuurlijk belang bij om
olie in het vuur te gieten. Enkel en alleen om te
doen zien hoe onmisbaar zij zijn. De wereld is vol
egoïsten en zwendelaars."
Ik strekte behageïijk mijn armen uit, trok bet kus
sen zoo gemakkelijk mogelijk onder mijn hoofd en
dommelde na een korte poos in van drie dingen
ten volle overtuigd: in de eerste plaats dat Theodoor
zich zoo goed als niets had bezeerd; ten tweede dat
Adèle de geheele geschiedenis vreeselijk overdreven
had, alleen om mij beangst te maken, en ten derde
dat ik de eenige vei'standige en onbevooroordeelde
I persoon was van de geheele familie.
(Wordt vervolgd.}