1881. N°. 114.
Dinsdag 27 September.
68ste jaargang.
Twee Nieuwe Ontwerpen.
GOES, 26 SEPTEMBER 1881.
Mededeelingen op verschillend gebied.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
-<*<3*CP<£>CS*-
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Agent Voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Iu een volgend nointner wordt een
Muvaug gemankt met <le opname
als mengelwerk van
„ONZE TIIEODOOR",
schets naar het Itallaausch van En
rico Castelnuovo.
Zij, die zich met 1 October op de
Ooesche Courant aboiineeren, ont
vangen de deze maand nog verschij
nende nommers kosteloos.
Een breede schaar van deskundigen en quasi-deskun-
digen zullen binnenkort zeker wel komen opdagen om
de aanhangige wetsontwerpen op militie en schutterij
met het ontleedmes der critiek na te gaan, en, wat op
dat gebied niet zeldzaam is, ze zoodanig te ontleden
dat er hoegenaamd niets van overschiet.
Wie weet, hoe ver zij reeds zijn gevorderd met hunne
ontleding en hoe elk, met zijn eigen opinie en opvat
ting omtrent den besten weg tot verdediging van ons
land, spoedig komt aandragen met een veel beter plan
daartoe dan hetgeen nu aanhangig is!
Het is een jarenlang bekend streven van militaire
specialiteiten, om elk een eigen gevoelen te hebben om
trent deze gewichtige aangelegenheden, en daaraan zoo
vast te houden dat tot nutoe het verkrijgen van hoogst
noodige verbeteringen eene bepaalde onmogelijkheid
werd.
"Voor ons leeken moet wellicht dit streven een zin
neb eeld wezen van hetgeen een goed militair betaamt,
nl. zijne stelling niet opgeven vóór hij voor de overmacht
moet bukken,maar wij hebben van die manoeuvres tot
verdediging van ons land, altijd in gedachten, al reeds
zooveel beleefd, dat men waarlijk voor ons genoegen
die onverzettelijkheid niet behoeft vol te houden. Er
zijn daaruit nog niets voortgekomen dan dure inrich
tingen, bijna in het geheel geene verbeteringen en de
ondergang van menig minister.
Er behoort daarom moed toe voor een oorlogs
minister om handelend op te treden, want zoolang
zulk een titularis zich slechts bezig houdt met de
laarzen, sjako's, slopkousen of knoopen aan de jassen
der militairen kan hij zeker zijn, dat men hem met
rust zal laten.
Wee echter, zoo hij zich durft wagen aan het bloot
leggen van een volledig plan! Hij kan zeker wezen
dat met grof geschut op hem wordt los gegaan, en
dat, zoowol buiten als in de vertegenwoordiging, van
alle kanten de noodige aanvallen zullen worden ge
daan op zijn ministerieel leven. Zoolang die aanvallen
huiten de Kamers geschieden leveren zij zulk een ge
vaar niet op, mits de heeren kamerleden zich daardoor
niet aangespoord gevoelen om dezelfde afmakingstac-
tiek te volgen, die reeds zoo lang in zwang is.
De tegenwoordige minister van oorlog, in gezelschap
van zijne collega's van binnenlandsche zaken en marine,
heeft zich daardoor niet doen afschrikken en heeft, zij
het eerst na een paar jaren aan het bewind geweest te
zijn, een volledig plan ingediend tot reorganisatie van
militie en schutterij.
Het omvangrijk stuk, dat alle sporen draagt van
grondig overleg, is voor ons ongeschikt tot breedvoe
rige beschouwingen, laat staan nog dat dit op den
weg lag van een blad als het onze. Wij willen dit
overlaten aan grootere bladen er. gunnen aan de man
nen van het vak het voorrecht in tijdschriften lang
durige beschouwingen daarover te leveren.
Een enkele beschouwing kwam ons geschikt voor
om op de bewuste ontwerpen de aandacht te vestigen.
Er zijn daarin vele punten aan te wijzen, die ver
betering kunnen aanbrengen in de organisatie onzer
levende strijdkrachten.
Het is eene waarheid, dat onze natie geen militaire
natie isen zeker zal het nog geruimen tijd duren
vóór het ideaal wordt verwezenlijkt van den Franschen
strijder voor goed onderwijs Paul Bert, dat reeds op
de scholen de kinderen een klein geweer in de hand
krijgen, om dat goed te leeren behandelen.
Nuttig zou het kunnen wezen, maar de sympathie
zal het bij ons nog niet zoo spoedig wegdragen.
Dit sluit toch niet uit, dat wij daarom onverschillig
zijn mogen omtrent hetgeen geschieden moet in het
belang van onze eigene verdediging. Schatten van geld
zijn reeds besteed om ons verdedigbaar te maken, en
dat gaat ons aan het hart, wijl er bovendien onder
deskundigen nog zoo weinig zekerheid bestaat of het
doel wel bereikt wordt.
Nutteloos is er geld verspild en daardoor wordt
noch ons financieel belangnoch dat van ons zelf
standig bestaan gebaat.
Er is veel geroepen over algemeenen dienstplicht en
afschaffing der plaatsvervanging bij de militie, terwijl
aan den anderen kant die afschaffing werd afgekeurd
met het oog op de voordeelendie de vervanging
en het niet algemeen-dienstplichtig zijn opleveren.
De tegenwoordige minister heeftdunkt ons, iil
zijne ontwerpen een gulden middelweg bewandeld, die
ons wel toelacht.
Er wordt daarbij eigenlijk algemeene dienstplicht
ingevoerd, zij het dan ook niet bij de militie.
"Van zijn 20ste tot en met zijn 30ste jaar is elk man
nelijk ingezetene van het rijk dienstplichtig, en moet
hij ingelijfd zijn bij de nationale militie of de schutterij.
De geheele militiesterkte wordt van 55000 man ge
bracht op 62.400.
Het jaarlijksch contigent daarvoor, dat van 11000
op 12.600 man zal worden gebracht, wordt bij loting
aangewezen.
Vijf jaren moeten zij dienen, die aangewezen wor
den voor den dienst, daarna komen zij bij de schutterij.
De vrijstelling wegens broederdienst blijft behouden,
maar beperkt tot de kleinste helft. Thans is, gelijk
men weetde grootste helft wettelijk vrij. Ook is
de vrijstelling der eenige zoons behouden.
Zij, die vrij loten, een remplaf ant of plaatsvervanger
stellen of in de termen van uitsluiting vallen, worden
dadelijk bij de schutterij ingelijfd.
De inlijving bij het leger, die nn vóór 15 Mei plaats
heeft, wordt verschoven tot de eerste helft in October.
De feitelijke sterkte der schutterij wordt geraamd
op 49000 van 2125 jaar en 93000 man van 26—30
jaaronder welke laatste 5 lichtingen der miliciens
zijn begrepen, die geraamd worden op 49000 man.
De rustende schutterijen bestaan, worden deze ont
werpen wet, niet meer. Ook de nu bestaande bans zijn
dan opgehevenwij kennen dan alleen geoefende en
ougeoefeude schutters.
De eersten hebben slechts éen uur in de week oefe
ning en worden in oorlogstijd dadelijk bij het leger
ingedeeld, de laatsten worden dan in de legerplaatsen
of groote garnizoenen bijeengebracht en verder ge
oefend, en moeten in vredestijd per week twee uren
exerceeren.
Het legerbestuur zal op de schutterijen invloed uit
oefenen; er worden inspecteurs der schutterijen inge
steld en opper- en hoofdofficieren belast met de alge
meene leiding van den dienst en het toezicht over de
uitvoering daarvan.
Men ziet het: wij zijn daardoor een goede schrede
op den weg naar volkswapening.
Wanneer men ons bij den tegenwoordigen toe
stand onzer schutterijen dit plan voorlegde zouden
wij er bezwaar tegen hebben; maar met het oog op
goed toezichtkunnen wij dit plan zeer toejuichen.
Het raakt hier het hoofdbeginsel van de quaestie
der levende strijdkrachten.
Er zal weêr geroepen worden om algemeenen dienst
plicht, doch als men let op de velen, die in hunne
studiën zouden worden belemmerd, of die kostwinners
zijn voor een moeder, zusters en broers, en dan erop
let, hoe zij, die vrij zijn of zich vrij koopen, toch bij
de verbeterde schutterijen moeten dienst doen, dan kan
men den algemeenen dienstplicht bij de militie wel
laten varen en met deze bepaling in de bewuste ont
werpen genoegen nemen.
Ook tegen den dienst van twee uren per week der
schutterijen zullen, vooral onder handwerkslui, die dan
moeten verletten en in hunne inkomsten worden ge
kort, stemmen opgaan.
Daartegenover staat de prikkel om zich goed te
oefenen, teneinde zoodoende tot de geoefenden over te
gaan, waardoor men vermindering van diensttijd erlangt.
Bovendien kan bij de regeling der oefeningsuren dit
bezwaar in overweging- genomen wordenof kunnen
de betrokken personen zeiven door overwerken de schade
inhalen.
Altijd zullen belangen meer of min benadeeld wor
den, doch stelt men algemeenen verdedigingsplicht op
den voorgrond, en de voordeelen der dienstvervanging
bij de militie tegenover de zooeven genoemde nadeelen
van den algemeenen dienstplicht; bedenkt men, dat
velen ook door te vemplaceeren verdienen; legt men
de groote nadeelen van dien algemeenen dienstplicht
bij de militie in de schaal tegenover de voordeelen,
door eene regeling als nu voorgesteld wordt, te ver
krijgen,dan gaat, naar ons gevoelen, de schaal over
ten gunste van de ingediende ontwerpen.
Ook 's lands belang zal daardoor bevorderd worden.
De dwaze rustende schutterijen kunnen gerust heen
gaan. Het militaire element zal zijn invloed doen
gelden, om de schutters beter te doen zijn dan tegen
woordig en ze ten minste te leeren schieten.
Voor de gemeenten zullen wel meerdere kosten voort
komen uit deze regeling, vooral op het platteland,
maar dit mag volstrekt geen beletsel wezen om dien
verbeterenden toestand intevoeren.
Er zijn wel punten, o. a. schietbanen, waarbij eenige
gemeenten, met het oog op de kosten, kunnen samen
werken. Thans ziet éene gemeente tegen de oprich
ting van zulk een hoogst noodig oefeningsterrein op
uithoofde der kosten; deze kan dan door medewer
king van kleinere het gewenschte bekomen. Aan die
zijde dus voordeel.
Zbo ook met de oefeningen van schutterplichtigen
uit verschillende kleine gemeenten.
Men moge den spot drijven met sommige schutters
uit zulke gemeentenin de steden zijn het ook lang
niet allen geschikte schutters. En de Transvaalsche
geschiedenis heeft weer geleerd hoe op den weg van
volkswapening langdurige militaire oefeningen niet
noodig zijn en hoe onder de minsten vaak de besten
gevonden worden.
Dat de minister dus dienstvervanging behield bij
de militie, en, bij verbeteringen in de militie, vooral
het oog sloeg op de schutterijen en daarbij het al
gemeen zich duchtig wil doen oefenenachten wij
een flinken stap op den goeden weg.
En wie nu dit wil verwerpen, omdat hij niet het
hoogste verkreeg, handelt niet in het belang van de
oplossing eener groote quaestie, die meer en dringen
der om verbetering vraagtde verdediging van ons
land.
In de "Vrijdag gehouden vergadering van de
werklieden-vereeniging «Eigen Hulp" is, tot ons ge
noegen, met algemeene stemmen besloten het aanbod
van den heer Sligter om een cursus over onze staats
inrichting te houdenwaarbij ieder vrijen toegang
heeft, aan te nemen.
Voorloopig bestaat het plan om te beginnen Zater
dag 8 October, terwijl dan wekelijks op dien dag, des
avonds te kwart vóór 9 uur, in het gewone lokaal
boven de beurs, een voordracht zal gehouden worden.
Wie nu reeds, vooral onder de niet-leden van «Eigen
Hulp"toezegging doen wil dat hij dien cursus
wenscht bijtewonen, vervoege zich bij het lid Frenks,
in de Voorstad. Kosten zijn hieraan niet verbonden
het geldt hierbij alleen gebruik te maken van eene
schoone gelegenheid om op de hoogte te komen van
de inrichting van het bestuur van zijn eigen vader
land, waarin elk burger dient belang te stellen.
Eenige bijzondere bepalingen omtrent den gemeen-
schappelijken aankoop van levensmiddelen enz. werden
goedgekeurd. Tot leden van beheer van deze afdee-
ling der vereeniging werden gekozen de leden F. J.
Frenks, J. Van Kogelenberg en L. Sampan.
Sint Maartensdijk. Tot leerlingen aan de inrich
ting ter opleiding van vrouwelijke verloskundigen te
Amsterdam zijn geplaatst de dames J. C. Steketee,
alhier en A. A. Steketee, van Scherpenisse.
De rekening van den polder Walcheren, die in
de Vrijdag te Middelburg gehouden vergadering werd
vastgesteld, bedraagt in ontvang f 298,265,11% en
in uitgaaf f 303,876,67, zoodat zij een nadeelig slot
van f 5,601,55% oplevert.
De gewone werken eischten in 1880 f 107,992,22
en de buitengewone f 80,284,24%. Aan dijkgeschot
werd ontvangen f 216,086,20.
In de rijks-postspaarbank is van 11 tot 20
Sept. jl. meer ingelegd dan terugbetaald ruim f32,330.
De Koning heeft den Directeur van HDs. kabi
net opgedragen om door middel van de Staatscourant
aan autoriteiten, colleges en particulieren, die aan
Z. M. adressen van rouwbeklag hebben aangeboden
wegens het overlijden van Z. K. H. Willem Frederik
Karei, Prins der Nederlanden, Zr. Ms. bijzonderen
dank te betuigen voor hunne deelneming in dat zoo
smartelijk verlies.
Staatsblad no. 156 bevat een kon. besluit, hou
dende wijziging van art. 21 van het koninklijk be
sluit dd. 2 Aug. 1828 (Staatsblad no. 52), betreffende
de openstelling der kantoren van de hypotheken en
het kadaster voor het publiek.
Het Staatsblad no. 154 bevat een besluit tot
vernietiging van het besluit van den gemeenteraad
van Veere, betreffende den verkoop van den aan die
gemeente behoorenden beker van Maximiliaan van Bour-
gondie.
- Tengevolge van het bedanken van den heer
A. C. Van Wijngaarden voor de candidatuur voor de
Provinciale Staten van Zuid-Holland, hem door de
vereeniging Algemeen belang te Rotterdam aangebo
den, is in een nieuwe vergadering dier vereeniging met
algemeene stemmen tot candidaat gekozen de heer
A. Van Hoboken van Cortgene, die reeds de vorige
maal voor de candidatuur in aanmerking was geko
men.
Ook de kiesvereeniging Botterdam heeft dien heer
tot haren candidaat gekozen.
Bij het te Rotterdam gehouden examen voor tele
grafist der tweede klasse hebben aan de vereischten
o. a. voldaan de leerling-telegrafisten P. Bruggeman
H. Van. der Meulen en U. Janssen.
Brussel, of liever de geheele "Vlaamsche bevol
king van Belgie, heeft Zondag feest gevierd ter eere
van Conscience, den grooten schrijver.
Duizenden zijn opgekomen om hem te huldigen.
Voor den schrijver had een revue plaats van 200
genootschappen. Men trok naar zijne woning, het
bekende Musée Wirtz. Ook Nederland was daarbij
vertegenwoordigd.
De commissie voor het bekende album zond vier
leden: de heeren De Veer, Alberdingk ThijmColi-
net en Bom-, de Maatschappij van letterkunde de
heeren Heujf, Sijthoff en F. Franzen«Hooger zij ons
doel" een deputatie van zeven leden met de banier.
Eenige belangstellenden sloten zich hierbij aan.
Van elk genootschap verkreeg de voorzitter toegang
tot den tuin; de afgevaardigden, de comité's uit den
vreemde, de leden van het_hoofdcomité gingen vooraf,
en zoo in de open lucht ontving de eerbiedwaardige
grijsaard deze vertegenwoordigers van duizenden zijner
taalgenooten.
Hij werd natuurlijk hartelijk toegesproken.
In het Beursgebouw werd de eigenlijke feestrede
gehouden, waarbij een keurig concert werd uitge
voerd.
Verschillende geschenken werden hem aangeboden,
terwijl hij als het ware begraven werd onder bloemen,
lauweren en kransen.
Des avonds had er concert op de markt plaats, die
tevens verlicht was. Conscience was daar met 800
medegenoodigden de gast van de stad Brussel.
«Eigen Haard" bevat een goed portret van den
jubilaris met een bijschrift van Alberdingk Thijm.
Het Album, dat gisteren door eenige Noord-Neder
landers aan Conscience zou worden aangeboden, is
van rood marokijn met vergulde stempels en zwaar
zilveren slot, waarop de letters H. C. zijn aangebracht.
In dat album schreef o. a. Z. K. ^H. Alexander
der Nederlanden, Prins van Oranje«De taal is gansch
het volk".
Ntcolaas Beets:
Conscience, honderdmaal de Vriend zijns Volks ge
bleken,
Der fraaie letteren en der deugd,
Leze in eens Kunstbroers naam diens Vriendschap
en een teeken,
Dat hij zich in zijne eer als in zijn werk verheugt".
De heer Hubrecht, secretaris-generaal van het de
partement van binnenlandsche zaken, is naar Brussel
afgevaardigd als vertegenwoordiger der Nederlandscbe
regeering bij het Conscience feest.
De Willem Barents is den 22 dezer des namid
dags te Hamerfest binnengekomen. Alles was wel
aan boord. Overal had men veel ijs ontmoet, zeer
veel voor de Jugorstraat, terwijl de Matochkinstraat
dicht was. Door geen der straten in de Karazee kun
nende komenhad men getracht benoorden Nova
Zembla om te gaan, doch ook daar was men op ijs
gestuit, maar er toch in geslaagd den gedenksteen
op het Noordelijkste der Oranje-eilanden te plaatsen.
Daarna had men beproefd of het laag afgedreven
ijs om den Noord open water gemaakt had, doch het
niet verder dan 78 gr. N. Br. en 68 gr. O. L. kunnen
brengen. Onder de gegeven omstandigheden is het
een welgeslaagde stoute tocht geweest, waardoor de
kennis der ijstoestanden in een zeer ongunstig bijzon
der ijsjaar belangrijk vermeerd is.
Op de tentoonsteling, aan het aardrijkskundig
Congres te Venetie verbonden, zijn Nederland en zijn
koloniën bekroond met 7 lettres de distinction, 4
diploma's eerste en 1 tweede klasse, 3 medailles
eerste en 3 tweede klasse en 4 eervolle vermeldingen.
Heinkenszand. Zondagavond nam ils. B. A. Overman
afscheid van deze gemeente. Hij had tot tektst gekozen
Lucas 17 vers 20 en 21. Een talrijke schare zoowel
uit deze als de naburige gemeenten verdrong zich,
zoodat het kerkgebouw overvol was. Aan het einde
der godsdienstoefening werd den afgetreden leeraar
door de gemeente staande toegezongen het 4e vers van
Psalm 121.
Namens de gemeenteleden werd den vertrekkenden
predikant een prachtige mahoniehouten hoekenkast aan
geboden.
Wilhelminadorp. De candidaat Af. G. Göpner
heeft voor het beroep naar deze gemeente bedankt.
Op het drietal te Tholen zijn geplaatstds.
Koster, te WissekerkeJ. C. Homoet, te Dirksland
Schot, te Aagtekerke.
Op het zestal te Sneek komen voor ds.IV. E.
Af Engelberts, te Nieuw-en St. Joostland, J. Nierstras:,
te Buvem en Munnekezijl en I). Rijnders te Middelburg.
-•- De heer Juch, predikant bij de Christ. Geref.
gemeente te Harderwijk, is sedert ongeveer 25 jaren
blind doch verricht niettemin zijn dienstwerk nog
steeds met ijver en nauwgezetheid, en treedt zelf*
in andere gemeenten als predikant op.