1881. N°. 111. Dinsdag 20 September. 68ste jaargang. I Einde en begin. BRANDWEER. UITLOTING OBLIGATiËN. GOESCHE Be uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nonnners 5 ct., met bijblad 10 ct. Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel rneer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Zij, die zielt met 1 October op de Goesche Courant aboniieereii, ont vangen de deze maand nog verschij nende Hommers kosteloos. Het einde is, zooals gewoonlijk, droog en saai ge weest, maar de regeering verdient ditmaal lof voor haar eenvoudige en onopgesmukte opsomming van het geen in het afgeloopen zittingjaar door de Staten- Generaal is totstandgebracht. Wij hoorden of lazen ditmaal geen gebruikelijke tirade, om met voldoening op het afgeloopen zittingjaar terug te zien. «Eenvoud is het kenmerk van het ware" zal de regeering gedacht hebbenen valt er veel te roemen, er is nog steeds zooveel meer te doen. Wie leest, wat de Minister van binnenlandsche zaken namens Z. M. heeft opgesomd als vruchten van den parlementairen arbeid, zal aan het ministerie Van Lijnden-Modderman recht doen wedervaren door te erkennen dat zijn arbeid, zijn overleg met ons par lement voor ons land in 18801881 het wel recht geeft om voldaan zich te toonen. Dat het een be scheiden toon aansloeg is daarom dubbel prijzenswaardig. Een nieuween vaderlandsch strafwetboek, een drankwet, wetten omtrent nieuwe waterwegen, een wet op den postpakkettendienst kwamen tot stand. De blik aan het einde gaf recht tevreden te wezen over hetgeen achter ons ligt. Er is meer totstandgebracht dan in menig ander jaar. Dat geeft vertrouwen aan het ministerie, om voort te gaandat stelt aan de vertegenwoordiging tot plicht om het kabinet te blijven steunen, zonder zich, waar het geen principiëele quaesties betreft, te verdiepen in de kleur, die elk lid ervan vertegenwoordigt. Het toont zich met recht een cabinet-d'-affaires en zaken, zooals in het afgeloopen jaar werden afge daan, brengen ons verder dan het eeuwigdurend ge haspel over richting, waar deze geen verkeerden weg doet inslaan en er dus geen reden bestaat om daar over lang te redeneeren. Na de schoolwet zijn wij op dat gebied al een heel eind ten goede gevorderd. Wil de goede indruk, door dat verleden teweeg gebracht, blijvend zijn en de moed voor de toekomst levendig gehouden worden, dan zal ook de regeering heden bij het begin van een nieuw zittingjaar het bewijs moeten leveren met nieuwen moed te beginnen en moeten blootleggen, wat zij van plan is te trachten ons te verschaffen. Zal dat veel of weinig zijn? Zal zij even sober wezen in haar verzekeringen voor de toekomst als in het erkennen van hetgeen in het verleden verdienstelijks is geschied? Nog slechts eenige oogenblikken en de telegraaf zal ons het antwoord geven. Eén punt is zeker. Ook die plechtigheid zal onder den indruk van het groote verlies, dat ons vorstenhuis heeft geleden, plaats hebben. Wat in jaren niet is geschied zal nu het geval wezengeen vorstelijk persoon zal tegenwoordig zijn. Het ministerie zelf zal nu uit eigen monde verkondigen wat het belooft. En daardoor zal die plechtigheid nu veel aan luister verliezen en ons te meer eene sombere herinnering achter laten, wijl zij ons ook weer in de gedachte brengt, dat Nederland een groot verlies leed, en dat ons vorstenhuis jaarlijks rneer en meer bij de opening der Staten-Generaal aan luister gaat verliezen. En nu het woord, dat door ons gansche land wordt heengeseind. Het luidt aldus Mijne heeren De Koning heeft ons opgedragen uwe vergadering van Zijnentwege te openen. De droevige gebeurtenis, die Zijne Majesteit, het Koninklijk Huis, en geheel het Vaderland in- zoo die pen rouw heeft gedompeld, weerhoudt den Koning zich als naar gewoonte in uw midden te begeven. De algemeene deelneming in het overlijden van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden bewijst hoezeer de deugden van den edelen Vorst en de diensten, door hem aan het Vaderland bewezen, worden gewaardeerd. Zijne nagedachtenis zal eerbiedig en dankbaar be waard blijven I Wij mogen vertrouwen, mijne heeren dat ook deze zitting niet onvruchtbaar zal zijn. Voordrachten betreffende de nationale militie en de schutterij liggen ter behandeling gereed en tot her ziening der bepalingen omtrent het vestingstelsel zal u een ontwerp worden voorgedragen. De voorstellen tot regeling van het bestuur van den waterstaat en tot voorziening in de behoeften van scheepvaart en afwatering, u ter overweging aange boden, zullen door nog andere van dien aard worden Van de wetten, vereischt voor de invoering van het wetboek van strafrecht, zullen u de ontwerpen worden aangeboden. Tevens zal worden voortgegaan met de voorbereiding en geleidelijke indiening van andere ontwerpen tot aan vulling en hervorming onzer wetgeving. Aan de herziening van het kiesrecht wordt gearbeid. De toenemende opbrengst van 's lands middelen ont slaat 's Konings regeering niet van de zorg om nieuwe voorstellen voor te bereiden, die tot betere verdeeling van de lasten der ingezetenen en tot vermeerdering van de inkomsten der schatkist kunnen leiden. Tot krachtige bevordering der belangen van han del, landbouw en nijverheid in Nederlandsch Indië zal ook dit jaar uwe medewerking worden ingeroepen. Gods zegen ruste op onze werkzaamheden In naam des Konings verklaren wij de vergadering der Staten-Generaal te zijn geopend. Deze rede, door den premier, den heer Van Lijnden, uitgesproken, past geheel als vervolg op de sluitings rede. Dezelfde soberheid als daarin voorkomt heeft ook hier den boventoon. De stijl is ook daarin beter dan bij vorige derge lijke stukken het geval is geweest. Weinig wordt erin beloofd en dat weinige geschiedt nog op zulk eene vage wijze, dat daaruit niets zekers valt op te maken voor de toekomst. Daar heeft men o. a. het brandend vraagstukkies wethervorming. Hoe kalm en laconiek luidt de verzekering: Aan de herziening van het kiesrecht wordt gearbeidHoe lang die arbeid nog zal duren, in welke richting die arbeid zich beweegt, wij weten het niet. Over het financieel beleid slechts eene verzekering, die ook hoegenaamd geen licht geeft voor de toekomst over den weg, door den nieuwen minister van finan ciën inteslaan. Dat er nieuwe voorstellen te wachten zijn om onze financiën te versterken en betere ver deeling van lasten te verkrijgen bevat evenmin iets nieuws als de verklaring, dat de wetten op militie en schutterij gereed liggen. Het is meer en meer gebruikelijk geworden om weinig te zeggen met veel woorden; ditmaal zijn zelfs niet veel woorden daartoe gebruikt. Als richtsnoer voor hetgeen de toekomst te wachten staat verliest de Troonrede meer en meer hare waarde. Maar dit doet ons de toekomst volstrekt niet ont moedigd tegengaan. Wij zijn nu eenmaal aan die eigenaardigheden ge wend; wij weten nu eenmaal dat de minister Van Lijnden houdt van verrassingen en niet van beloften, en de speech bij het einde zegt ons genoeg dat men liever zich niet verheft, zoodat wij ditzelfde sobere bij het begin ook volstrekt niet als een ongunstig teeken behoeven te beschouwen. Een paar gebruikelijke zinsneden ontbreken ditmaal, en wel die betreffende land- en zeemacht en onze betrekkingen tot het buitenland. Is dit met opzet geschied, wijl onze Koning zelf niet heeft gesproken? Of is het een stap op den weg, om ons voorgoed van die niets zeggende en jaarlijks weerkeerende phrases te ontslaan, en alleen dan daaraan te herin neren als er iets buitengewoon ongunstigs of gunstigs te vermelden valt? Veel gemist wordt daaraan niet. Onze totale indruk kan in het kort worden weer gegeven door de verklaring: er heerschte in alles een zelfde soberheid en somberheid. De plechtigheid en de woorden, die gesproken wer den, alles droeg een even eenvoudig als ernstig ka rakter. Dit alles geeft voor hetgeen het nieuwe zittingjaar ons leveren zal geen reden tot be- noch tot ontmoe diging. - Voor ons parlementair leven blijven wij vertrouwen op de samenwerking van kabinet en vertegenwoordiging. Voor onze historie en voor ons volksleven hopen wij, dat bij volgende dergelijke gelegenheden een op gewekter stemming zal heerschen en er geen droevige redenen als thans mogen zijn, om zulk een somber karakter aan het geheel te moeten geven. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen biermede ter openbare kennis, dat het register van de ingeschrevenen voor den dienst der Brandweer ter visie zal liggen van MAANDAG DEN 19 SEPTEMBER tot en met MAANDAG DEN 3 OCTOBER a. a., dat DE LOTING zal plaatshebben OP DONDERDAG DEN 13 OCTO- B E R, des middags te 12 uren, terwijl de Commissie tot onder zoek van reclames, gebreken of vrijstellingen eeue zitting zal houden OP DON DER DAG DEN 20 OCTOBER daaraanvolgende, des namiddags te 12 uren, alles ten Raadhuize der gemeente. Goes, den 17 September 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, IIARTMA N. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis der belanghebbenden, dat de, bij art. 9 van het plan eener geldleening van f44,000,en bij art. 9 van het plan eener geldleening van f 10,000,beiden ten laste van deze gemeente, vastgesteld door den gemeenteraad, het eerste den 12 Februari 1866 en het tweede den 25 Februari 1869, bepaalde en bij bekendmaking van den 2 dezer aangekon digde openbare uitloting van aandeelen in die geldleeuingen, o]) heden ten raadhuize heeft plaats gehad, en dat daarbij zijn uitgeloot van de eerstgenoemde leening de nommers 11 en 66, en van de laastgenoemde de nommers 11 en 36, welke uitgelote obligatiën in de maand Januari eerstkomende ten kantore van den gemeente-ontvanger znllen worden afgelost. Goes, den 17 September 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 19 SEPTEMBER 1881. Mededeelingen op verschillend gebied. Biervliet. Ik reken me verplicht een deel mijner vorige correspondentie te herroepen. De wethouder dhr. Verplanke trad dit jaar niet af; er was van eene verkiezing dus geen sprake. Biervliet zal alzoo althans in naam zich vooreerst nog in het bezit van de beide wethouders mogen verheugen. Doet mij deze vergissing leed, aan den anderen kant verheug ik mij over het volgende goeds, dat ik kan meedeelen. De gemeentebelangen worden door onzen gemeenteraad d. i. door onzen burgemeester met éen wethouder op uitnemende wijze behartigd. Besloten is reeds tot de restauratie van de oude school te Biervliet, waar op de markt eene tweede nieuwe school verrijzen zal; in de buitenkom, te Driewegen, zal ook eene nieuwe school met onderwijzerswoning gebouwd worden. "Voorts zal het raadhuis geheel worden verbouwd, terwijl boven het raadhuis eene woning voor de onderwijzeres zal worden ingericht. Ten slotte is het plan ingediend om Biervliet met eene telephoongeleiding naar Yzendijke met het telegraafnet te verbinden. Tot zoover het bericht van onzen correspondent. Wij meenen echterdat alle raadsleden afgetreden zijn dus ook de heer Verplanke die daardoor ook als wethouder had bedankt. Naar ons gevoelen moest ertoen alle leden weer geïnstalleerd warenwel degelijk opnieuw in zijne plaats ook een wethouder gekozen worden. Een raadsliddat bedanktlegt tevenszoodra het tijdstip van zijn ontslag is inge treden alle betrekkingen die hij als raadslid ver vulde nëer. Al treedt hij zelf weêr in zijn eigen plaats, dat neemt niet weg dat er dan toch opnieuw in die vacatures door den raad zeiven moet worden voorzien. Z. K. H. Alexander, Prins van Oranje, was de vorige week nog al ernstig ongesteld. Eerst boezemde zijn ziekte zelfs eenige bezorgdheid in, doch Vrijdag bestond daarvoor toch geen grond meer. Aan het paleis van den Prins worden geen bulletins uitgegeven en ook geene inlichtingen verstrekt. Het schijnt, dat de toestand rust en afzondering eischt, doch geen bezorgdheid inboezemt. De waarde der door het overlijden van Z. K. II. Prins Frederik aan den Staat vervallen domeingoe deren wordt op ongeveer twaalf millioen gulden ge schat. Zaterdag is het stoffelijk overschot van den heer Murad Effendi, buitengewoon gezant en gevolmachtigd Minister van Turkije bij het hof van Zweden en Noor wegen en gezant te 's-Gravenhage, op de R. K. be graafplaats aldaar op plechtige wijze ter aarde besteld. Weder is een der weinig overgebleven oud-strij ders van 18134815, de heer JÉ. Langguthte 's-Hage, gepensioneerd majoor, voorzitter van de vereeniging »Het Zilveren Kruis", overleden. Dit verlies is voor deze vereeniging van veteranen des te treffender, nu zij ook in Z. K. II. Prins Frederik haar kon. be schermheer verloor. Van 1 October 1880 tot ultimo Augustus 1881 rijn 305 jongens in 's-rijks zeedienst getreden. Daar van werden aangenomente Amsterdam 1 §8, te Rot terdam 52, te Willemsoord 30, te Vlissingen 24 en te Hellevoetsluis 1. Als een blijk van verdraagzaamheid verdient, vooral in deze dagen van anti-semietische beweging, wel vermelding dat wijlen de heer hak. Van Raalte, te Amsterdam overleden, behalve aan Israëlietische in stellingen, o. a. f 500 heeft vermaakt aan de hervormde diaconie en f 500 aan het R. K. Par. armbestuur te Amsterdam. Leiden is aangewezen als de plaats, waar het zesde oriëntalistencongres in 1884 zal te zamen ko men. Die keus is door prof. De Goeje, ook uit naam van zijn ambtgenoot Tiele, heiden in hunne hoedanig heid van afgevaardigdeu der Nederiandsche regeering, aangenomen. NBott. Ct.) Door het van 9 tot 12 October te Keulen te houden congres van tegenstanders der vaccinatie zul len o. a. voorstellen behandeld worden tot oprichting van een eigen orgaan voor de anti-vaccinatie-beweging en tot het richten eener petitie aan den Duitschen Rijksdag, waarin de opheffing der verplichte inenting wordt gevraagd. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. In de Groote kerk der hervormde gemeente al hier zal Dinsdagavond te half acht uren eene gods dienstoefening worden gehouden, waarhij als voorgan ger dr. H. E. Faurepredikant te Doesburg, zal op treden. Men zie de desbetreffende advertentie.) Nisse. Onze predikant, ds. H. Van Selms, heeft het 7e beroep sedert zijn verblijf alhier ontvangen, thans naar de gemeente te Baarland. Heinkenszand. Onze predikant, ds. B. A. Overman benoemd tot secretaris der synode, zal, na 27 jaren alhier predikant geweest te zijn, Zondag 25 Sept. a. s., des avonds te zes uren, zijne afscheidsrede hou den. Velen, vooral de armen, van welke gezindte ook, zien hem met leedwezen vertrekken. Het 'is zeker veler wensch, dat het hem in zijn nieuwen werkkring moge welgaan. -Bedankt voor het beroep naar de Chr. Ger. gem. te Baarland door ds. G. Lampen, te Kruiningen. Ds. J. P. Nonhebei, te Middelburg, heeft het beroep naar Dordrecht aangenomen. Tot secretaris van het prov. kerkbestuur van Zeeland, in plaats van ds. Overman, is in de laatst gehouden vergadering benoemd ds. C. F. Zeeman, tot president ds. H. J. Krol, tot vice-president ds. J. H. Gezelschap, terwijl voor ds. Overmandie met 1 October a. s. de betrekking van secretaris der Synode aanvaardt, alsdan als lid optreedt ds. J. Kromsigt. Op een drietal naar Groningen komen voor de predikanten J. Knottenbelt, te Sluis; J. P. Nonhebei, te Middelburg, en K. F. Creutzberg, te Arnhem. Op het zestal te Harlingen staan o. a. de pre dikanten G. B. Oorthuis, te Woudrichem en W. J. Pijzei, te Goenga. Beroepen te Ophemert en Zennewijnen (classis Tie)) ds. A. Benier, te Berg-Ambachtte Heerjans- dam ds. C'. B. Oorthuiste Woudrichem. SCHOOLSPAARBANK TE GOES. Over de maand Augustus. School C ingebracht f 26,48' Uitgehaald f 10,67 School D ingebracht f 2,79 Uitgehaald - 1.94 ƒ29,274 f 12,61 's-Gravenpoi.der. Door den raad dezer gemeente is de jaarwedde van het hoofd der openbare school verhoogd met 50 gulden en alsnu vastgesteld tot een bedrag van 800 gulden. Benoemd tot onderwijzer aan de leerschool der Rijkskweekschool te Maastricht dhr. N. M. B. Bakergem te Middelburg. De 16e lijst van de 3e jaarcollecte voor de scholen met den Bijbel bevat de opgaaf van 500 locale comité's met een gezamenlijk bedrag van ƒ83,997,94'. Als nagekomen gift behoort daartoe ƒ10 van Bie- zelinge c. a. (van de vrije Evang. gem. te Kapelle). De na-examens der cadets van het 3e, 2e en le studiejaar der Kon. Militaire Academie te Breda zijn thans geëindigd en hebben tot den volgenden uitslag geleidVan het 3e in het 4e studiejaar zijn overgeplaatst 23 cadets terwijl 3 andermaal de lessen van het 3e studiejaar moesten volgen. Van het 2e in het 3e studiejaar zijn overgeplaatst 44 cadetten, en 6 zullen nogmaals de lessen van het 2e studiejaar behooren te volgen. Van het le in het 2e studiejaar zijn overgeplaatst 33; zullende door 5 ten tweeden male de lessen van het 1ste studiejaar moeten gevolgd

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 1