Het duistere in die zaak zal zich wel langzamer
hand ophelderen.
De -vorst van Bulgarije heeft eene algemeene am
nestie uitgevaardigd voor staatkundige misdaden.
Met president Garfield gaat het nu weer beter.
Nu de Iersche landbill totstand is gekomen, ver
langt men ook in Schotland eene betere wettelijke
regeling van het grondbezit te verkrijgen, Dezer dagen
werd door pachters van het graafschap Aberdeen eene
openbare vergadering gehouden, waarin met meerder
heid van stemmen de verklaring werd aangenomen,
dat van een terugkeer tot het beschermend stelsel
geene verbetering van den landbouwenden stand is te
verwachten. Zulk een terugkeer zou tevens ondoen
lijk zijn. Daarentegen werd eene algemeene vermin
dering der pacht, en over het algemeen eene door
tastende hervorming der wetgeving op het grondbezit
dringend noodzakelijk geacht. Ook in Engeland zijn
iü de laatste dagen stemmen opgegaan ten voordeele
eener herziening van dezen tak van wetgeving.
In Tunis blijft het voor Frankrijk nog steeds moeie-
lijk. Thans maakt de Fransche regeering zich on
gerust omtrent de bewegingen van den tweeden zoon
van Abd-el-Kader, Meheddine.
De vader, de gewezen Emir, die te Damascus ver
blijf houdt, is geheel en al buiten de zaak. Hij heeft
zelfs het feest van 14 Juli als gelegenheid aangegre
pen voor een veel beteekenenden stap. Hij heeft zich
toen namelijk met alle hem omringende Algerijnen
naar den Franschen consul begeven, om plechtig zijn
woord van trouw aan Frankrijk te vernieuwen. Maar
Meheddine, de schranderste enondernemendste der zonen
van Abd-el-Kader, is niet weinig verdacht. Hij is een
man van hevige hartstochten en onderwerpt zich niet
gemakkelijk aan het vaderlijk gezag. Hij is 35 jaren
oud en dus in de kracht zijns levens. Europeaan in
zijne zeden, is het niet de geestdrijverij die hem tot
handelen aanzet, maar een wilde drift voor avon
turen. In 1870, toen een opstand in Algerie uitbarstte,
trachtte hij in Tripoli en in Algerie eene rol te spelen.
Op dringend verzoek des vaders vergaf hem toen de
regeering der republiek, wat hij misdaan had. Maar,
zegt llavas, Meheddine mag niet vergeten dat hij Fransch
onderdaan is gebleven en dat hij, ondanks den eere-
titel van pacha, dien hij vóór twee jaren gekregen
heeft, op een eenvoudig bevel van den Franschen con
sul op Turksch gebied in verzekerde bewaring kan
worden genomen, indien hij Frankrijk ernstige reden
van beklag mocht geven, 't Is goed, dat hij herinnerd
wordt aan welke gevaren hij zich blootstelt, als hij
voortgaat zich zoo onvoorzichtig te gedragen als tot
dusver.
Transvaal.
y.-lrm Transvaalschrijft ds. Lion Cachet heden
in «de Standaard", en hij laat aan die verzuchting de
volgende beschouwing voorafgaan.
«Het is niet te verwonderen, dat men in Trans
vaal zoo bijna algemeen ontevreden is met de «Con
ventie", die aan den volksraad ter bekrachtiging zal
worden voorgelegd. Ook is het nog wel zeer de vraag,
of zij door het volk behoort te worden goedgekeurd.
Het 33 art. lange stuk is een waardig staaltje van
Engelsche politieke «edelmoedigheid".
Nemen de Transvalers deze «Conventie" aan, dan
zetten zij zeiven het zegel op de annexatie. Volgens
het stuk, nu in behandeling, wordt de «Zuid-Afri-
kavnsche Republiek" niet hersteld, maar de Staat
van Transvaal" in het leven geroepen. Het Zand-
rivier-tractaat van J852 blijft vernietigd de annexatie
wordt niet herroepen, maar het geannexeerde land
wordt den Boeren teruggegeven als: de DStaat van
Iransvaal." Een republiek kan geen Koningin tot
suzerein hebben; erkennen de Boeren dus de suzerei-
niteit van de Koningin, dan moet de «republiek" ver
nietigd blijven. Het is bijna ongelooflijk, dat dit den
scherpen blik van Krüger is ontgaan en dat hij «Zuid-
Afrikaansche republiek" heeft laten overgaan in «Staat
van Transvaal" zonder protest.
Behalve dit cardinale punt zijn er vele andere be
zwaren. De aanneming der Conventie legt een schul
denlast op het volk van over de 300,000 p. st., niet
voor waarde genoten, maar wegens verdrukking ver
duurd. De Boeren moeten het koord betalen, waar
mede de republiek ter dood gebracht is. Daaren
boven is alles er zóo op aangelegd, dat de nieuwe
«Staat" in moeielijkheden met Engeland moet komen.
De «Resident" zal eigenlijk «President" zijn, door
Engeland gesalarieerd, in Engelschen dienst, en met
de macht bekleed om de Transvaalsche regeering in
elke harer bewegingen te bemoeielijken. Alle Kaffer-
quaestiën behooren aan zijn kantooralleen door hem
kunnen de Transvalers met vreemde Mogendheden
handelen, en hij is de persoon, die het oog moet hou
den op de stipte nakoming der Conventie van de zijde
der Transvalers. Met de telegraaf te zijner beschik
king, zullen de droomen zelfs der Boeren naar Enge
land wórden overgeseind, en, door een militaire macht
gerugsteund, zal hij kunnen dwingen, waar de over-
redings-poiitiek tekort schiet. Op zijn woord zal
Transvaal door Engelsche troepen kunnen bezet wor
den quasi tegen een vreemden vijand, doch wer
kelijk om zijn gezag te steunen. Er zullen dan geen
Kaffer-slaven in Transvaal zijn (die zijn er trouwens
ook niet) maar Boeren-slaven, wel te verstaan voor
zoover de politiek betreft. Daarvoor hebben de Boe
ren toch te veel geleden, te dapper gestreden.
Het gaat niet aan, om hun de aanneming der Con
ventie te ontraden of aan te raden. Zij zei ven moe
ten en zullen weten, wat hun te doen staat. Intus-
schen wachte men zich toch in Nederland, om door
adressen als anderszins het Engelsche volk in den
waan te brengen, alsof men hier geloof slaat aan een
politieke «edelmoedigheid", waarvan men in Engeland
niet weet, en die den Transvalers zoo duur te staan
komt. En zij men erop voorbereid, dat de Transva
lers de «Conventie" niet aannemen, niet omdat zij
zoo onhandelbaar zijn, maar omdat zij het onrecht,
jegens hen gepleegd, op geene wijze een schijn van
recht willen geven, en, door den «Staat van Trans
vaal" uit de handen der Koningin te accepteeren, het
doodvonnis hunner oude republiek met eigen hand
zouden bekrachtigen."
Deze beschouwing is zeker niet opwekkend, maai
de laatste berichten uit Transvaal, die wij altijd nog
onzen lezers onthielden, bewijzen ook dat velen in
de nieuwe republiek dat gevoelen deelen. Zij willen
de Conventie niet doen teekenen. Natuurlijk zijn er
anderen, die een tegenovergesteld gevoelen zijn toegedaan.
Zoo wordt in een bericht uit Durban gesproken
van eene groote volksbijeenkomst, welke bij gelegen
heid der verkiezingen voor den volksraad te Pretoria
had plaats gehad. Nadat van verschillende zijden
de wensch was geuit, dat alle inwoners van Trans
vaal, zoowel Boeren, Loyalisten als Europeanen, mochten
samenwerken tot bevordering van 's lands vooruitgang,
werd eene resolutie aangenomen, strekkende tot góed
keuring der gedragslijn, door de aanvoerders gevolgd.
Tevens werd de volksraad gemachtigd tot het ratifi-
ceeren der met Engeland gesloten Conventie.
Dit is zekerde republiek gaat een moeielijken
tijd tegemoet. De voornaamste Staatsambtenaren
zooals Bok en Jorissen zijn in hunne ambten bevestigd.
Maar de keuze van een president moet nog plaats
hebben.
De Conventie met Engeland moet nog worden be
handeld. De belastingen zullen moeten worden geregeld.
Dit alles zijn moeielijke punten.
Daarbij zal er steeds eene groote partij Engelsch-
gezind blijven, al neemt men alleen een troep fortuin
zoekers, die bij de heerschappij van de Brittenbelang
hebben. Deze zullen speculeeren op de slechte eigen
schappen der Boeren, hun den strijd, dien zij streden,
doen vergete», en onderlinge veeten aanblazen.
Ook wij zien nog de toekomst van Transvaal zoo
vroolijk niet in. Wat wij vroeger schreven over emi
gratie daarheen, nl. nog eene afwachtende houding
daaromtrent aantenemen, blijft van kracht. Toch wen-
schen wij van harte dat het «Arm Transvaal" binnen
enkele jaren moge veranderd kunnen worden in Vrij,
gelukkig en bloeiend Transvaal."
Gemengde Berichten.
Ook uit 's-Heer Arendskerke gaan eenige ge
zinnen naar Amerika.
Evenmin als het met de exploitatie der stoom-
tramlijn MiddelburgVlissingen erg voor den wind
gaat, evenmin valt te Walsoorden eenige gang op te
merken in de onderhandelingen voor het tot stand
komen der tramlijn. Het geld is nu bijeendoch
van het storten van het waarborgkapitaal door de
concessionarissen, zooals zulks geschied is voor de lijn
BroskensMaldeghem, hoort men niet spreken. Het
publiek begint dan ook langzamerhand te morren en
te vreezen, dat er «iets achter zit." In dit jaar kan
er in elk geval niets van komen, en dit is toch enkel
de schuld der concessionarissen, die meer spoed konden
maken dan zij in den laatsten tijd gedaan hebben.
(M. C.)
Bij een kastelein te Bergen-op-Zoom is door
een onbekende oorzaak, even vóór middernacht, brand
ontstaan in een groote kleerkast, die geplaatst was
op een kamer waar twee jeugdige kinderen sliepen.
Niettegenstaande den damp, die reeds in het vertrek
was doorgedrongen, heeft men de kinderen nog bijtijds
kunnen redden. Een groote hoeveelheid kleeren is
verbrand.
Het kamp, dat door de miliciens der lichting
1878 nabij die stad was betrokken, is afgebroken.
Gelukkig is de gezondheidstoestand goed geweest en
hebben zich geen gevallen van roodvonk voorgedaan.
Terwijl Maandag aan het station Roosendaal een
40tal vaten petroleum werden gelost, wierpen een paar
baldadige jongens een brandende lucifer op de petro
leum. Onmiddellijk vloog die in brand, en in een
oogwenk had de vlam een paar meter hoogte bereikt.
Gelukkig kon de brand spoedig met zand gebluseht
worden.
De koffiehuishouder van het Café du Theatre te
Amsterdam, die eenigen tijd geleden zijne tante ver
moordde, is dezer dagen in volslagen staat van razernij
naar een krankzinnigen-gesticht overgebracht.
Een jongen, in dienst aan het veerbootje van
Dordrecht op Zwijndrecht, na de plaatskaartjes in ont
vangst te hebben genomen, is, in het gangboord staande,
in slaap gevallen. Nabij de aanlegplaats te Dordt viel
de jongeling eensklaps voorover in de diepte. Hoewel
spoedig opgehaald, bleek hij reeds overleden te zijn.
Nabij het station Udenhout is een conducteur
van den Z. 0. spoorweg uit een in volle vaart zijnden
trein gevallen. De man werd zwaar aan het hoofd
en bovenlijf gekwetst.
De dieven schijnen het op de consistoriekamers
voorzien te krijgen.
In de consistoriekamer der Herv. gemeente te Charlois
is des nachts ingebroken, doch slechts een waarde
meegenomen van tien gulden aan centen, die in een
paar busjes aanwezig was.
Woensdagnacht geschiedde hetzelfde in die kamer der
Luthersche kerk te Beverswijk, waar circa driehonderd
gulden, den vorigen dag door contributien opgehaald,
geborgen was. De koster, die op het gerucht atkwam,
kreeg voor zijn dapper gedrag van den dief een slag,
waardoor hij dezen niet kon herkennen.
Hoe zonderling te Haarlem het verbieden van
publieke vermakelijkheden wegens den rouw over
wijlen Z. K. H. Prins Frederik wordt toegepast, kan
hieruit blijken, dat het gewone orgelconcert niet mocht
doorgaan, terwijl draaiorgelmuziek op den openbaren
weg ongestoord haar gang gaat.
Nu de val van het water aanhoudtis het
grootste deel der werklieden in de omliggende folders
van 's-Hertogenbosch vertrokken. In de voorlaatste
24 uren werd er een was van 10 c.M. waargenomen.
Te Maastricht 41 cM. val, te Grave 82 val. Aan de
sluis te Crèvecoeur, tusschen Woensdagavond te 8 uren
en Donderdagmorgen te 8 uren, 4 cM. val.
Het laat zich derhalve aanziendat de sluis te
Crèvecoeur binnen eenige dagen zal geopend worden
en ook te 's-Bosch het water zal vallen. (N. H. Ct.)
Op elk gebied is vooruitgang mogelijk, doch zoo
snel als thans de Amsterdamsche begrafenissen voor
uitgaan, was na den langdurigen stilstand hierin niet
te denken. Niet alleen heeft de Amsterdamsche be
grafenisonderneming geheel nieuwe gebruiken inge
voerd de hoofdstad zal nu hare dooden met stoom
gaan begraven. Er is namelijk op de Haarlemsche
rijtuigfabriok een tramwagen in bewerking tot dat
doel. Hij is in twee gedeelten gesplitst. Het voorste
is ingericht tot opname van de lijkkisthet ach
terste zal de compartimenten voor de familie en
vrienden van den doode bevatten. Alles is met zwart
gedecoreerd en in de gepaste vormen gebracht. Deze
wagen zal dienst doen op den Gooischen stoomtram
weg, die van Amsterdam naar Muiderberg leidtop
welke laatste plaatsnaar men weeteene groote
begraafplaats voor Amsterdammers is ingericht.
Geen aardige surprise! De gemeente-veldwach
ter te Duiven kreeg Dinsdagnacht, terwijl hij op sur
veillance was, van een strooper een vol schot hagel
in den rug.
Te Haarlemmerliede is ingebroken ten huize van
een watermolenaar, tijdens deze eenige oogenblikken
afwezig was. De dief heeft verschillende goederen
medegenomen, o. a. een zilveren cylinderhorloge, een
gouden haarstift, een bloedkoralen halsketting met
gouden slot en een dulfelsche jas.
Ten tweeden male in korten tijd heeft te Asen-
raij, gem. Maasniel, eene poging tot moord plaats
gehad. Zekere M. P., van minder gunstige zijde in
die buurt bekend, vorderde jl. Zondagavond zijne vrouw
uit haar ouderlijk huis terug, alwaar zij met haar
kinderen intrek genomen had. De schoonvader kwam
tusschenbeide, verbood M. P. den toegang tot zijn
huis, waarna deze op hem een revolverschot loste.
De oude man viel bewusteloos neer, doch bleek niet
getroffen te zijn. De dader is voortvluchtig.
Omtrent het bericht van Het Vad., dat Z. K. H.
de Prins van Oranje op de terugreis uit Zwitserland
aan een groot levensgevaar zou ontsnapt zijn, wordt
aan de N. R. Ct. het volgende medegedeeld door een
landgenoot, die toevallig in denzelfden trein de reis
gedeeltelijk medemaakte:
Z. K. H. vertrok den 11 's avonds te 10.45 met
den sneltrein uit Parijs. Te Creil vernam men, dat
een oponthoud noodzakelijk was. Op eenigen afstand
van dat station waren kort vóór de aankomst van
den sneltrein twee goederen-treinen in elkander ge
reden. Deze beide treinen reden in de richting van
Parijs, en door de onvoorzichtigheid van den machinist
had de achterste trein den voorsten ingehaald en had
de locomotief eenige wagens van dien trein verbrijzeld.
De voorste trein was gedeeltelijk ontspoord, en de
zeer ernstig beschadigde locomotief van den achtersten
trein, benevens een onderstel van een verbrijzelden
goederenwagen versperden de rails, waarop de snel
trein uit Parijs zijn weg moest vervolgen. Het op
ruimen van een en ander duurde ongeveer zes uren.
Dientengevolge kwam de sneltrein eerst te 9.15 's mor
gens te Mons, in plaats van 3 uren 's morgens.
Hier stond een extra-trein, reeds den vorigen dag
op last van den Prins besteld, sedert 3 uren 's mor
gens te wachten.
Onmiddellijk werd de reis vervolgd. Z. K. H. kwam
te 2 uren 's middags te 's-Gravenhage aan, in plaats
van omstreeks 9 uren, dus ongeveer 5 uren later. Van
levensgevaar is dus eigenlijk geen sprake; hoewel het
niet te ontveinzen is, dat het gevaar, waaraan men
altijd in treinen is blootgesteld, aanmerkelijk toeneemt,
als tengevolge van oponthoud de dienstregeling plot
seling langs de geheele lijn moet gewijzigd worden.
Gelukkig zijn bij het ongeval met de goederentreinen
geen verwondingen te betreuren.
De bekende Fransche onlangs overleden clown
Auriol, zoo verhaalt Pierre Véron in le Monde Illustré,
liep eens uit nieuwsgierigheid een politieke club binnen.
Bij het luisteren naar een der sprekers kon hij een
«maar dat is domniet inhouden. Onmiddellijk
stormachtig tumult.
Zet hem buiten de deurrieden eenigen. Op de
tribune! riepen anderen. De laatsten behielden de boven
hand, pakten Auriol beet en duwden hem op de tribune.
De clown, die niet wist wat hij zeggen zou, stotterde
en de toehoorders werden al meer en meer onstuimig,
terwijl hem weinig vleiende woorden naar het hoofd
werden geworpen. Op eens kreeg Auriol een inval,
trad drie pas achteruit en sprong over de hoofden
der levenmakers heen, kwam dicht bij de deur neder
en maakte zich uit de voeten.
Iedereen stond met open mond van verbazing, zon
der te begrijpen hoe deze zonderlinge redenaar had
kunnen verdwijnen.
Als het zoo voortgaat, kan de quaestie over de
bekende te Kiel in beslag genomen Diogenes en So
crates nog lang duren. Er is thans namelijk een
protest van deskundigen verschenen tegen het rapport
der technische regeeringscommissie. De motieven dezer
commissie om aan te toonen dat de schepen konden
worden ingericht en zelfs blijkbaar bestemd waren
voor oorlogsdienst, worden in het protest van het begih
tot het einde wederlegd, ten bewijze dat de beide
vaartuigen geheel en al zijn gebouwd naar de voor
schriften van den Duitschen Lloyd omtrent de instruc
tie der koopvaardijschepen.
Zondagavond heeft bij het dorp Elin in het
kanton Glaris een bergstorting plaats gehad, waar
door meer dan dertig huizen zijn bedolven en 200
personen het leven hebben verloren.
Het onheil, dat Zaterdagnamiddag plaats had, was
reeds Vrijdag vooruitgezien, maar kon niet worden
afgewend. Men verneemt echter niet of er toen maat
regelen zijn genomen om de bevolking de plaats te
doen verlaten. Volgens een telegrafisch bericht stond
Maandag het dal onder water.
Elin is het hoogst gelegen en laatste dorp van het
Sernf-dal, hetwelk bij het spoorstation Schwanden in
het Linth-dal uitloopt. Het ligt 980 meter boven
het oppervlak der zee en had eene bevolking van onge
veer 1000 zielen. De plaats, rondom door hooge bergen
ingesloten, wordt des winters gedurende een vijftal
weken door geen zonnestraal beschenen.
Te Khoi in Perzië hebben dezer dagen 40 heftige
schokken van aardbeving plaats gehad, waardoor ver
scheiden woningen zijn vernield. Geen menschenleven
is daarbij echter te betreuren. Vele inwoners kam
peeren buiten de stad.
Een jager door zijn hond doodgeschoten. Een
jager te Lensen liefkoosde zijn hond, die hem een
patrijs had gebracht en het dier sprong vroolijk tegen
zijn meester op, maar sloeg ongelukkig met zijn poot
op den haan van het geweer. Het schot ging af en
de volle lading trof den jager zoo ongelukkig in de
borst, dat hij na eenige oogenblikken overleed.
De vroeger reeds gemelde groote stoomboot der
Inman Line de y>City of Romezal den 13 Octo
ber a. s. in de vaart komen.
Aan den Rhóne-gletscher heeft een Berlijnsche
familie den 3en September een val gedaan, waarover
een lid van deze bet volgende schrijft:
»'s Morgens tegen 7 uren reden wij, vier personen,
in een met twee paarden bespannen landauer, van
Hospentall naar den Furkapas en van daar den Rhóne-
gletscher voorbij. Daar werden onze paarden, door
het geluid van vallende aarde, schuw, maakten op
den 15 voet breeden rijweg een zijsprong naar den
ongeveer 1000 voet diepen afgrond en sleepten ons
mede in de diepte. Eerst viel het rijtuig, dat open
was, langs een 2 el hoogen gemetselden loodrechte
muur naar beneden, zoodat het met de voorste wielen,
die verbrijzeld werden, het eerst neerkwam. Vervolgens
sloeg het rijtuig twee malen met ons om, doch werd
door een rotsblok en een groote boschachtige plek
belet verder te vallen. Natuurlijk werden wij allen
uit het rijtuig geslingerd. Mijn drie reisgenooten lagen
bewusteloos onder het rijtuig. Ik had slechts een
oogenblik mijn bewustzijn verloren, werkte mij onder
de paarden van daan en trachtte E. bij te helpen,
die geheel bewusteloos was. Mijn vrouw bevond zich
in een vreeselijken toestand. Zij lag naar de diepte
toe, met den hals naast het achterwiel, waarin haar
wintermantel verward was geraakt. Ik sneed met
mijn zakmes den mantel aan den hals door, maakte
haar daardoor los en sleepte haar ter zijde, opdat
het zwevende rijtuig, als het viel, haar niet zou kunnen
verpletteren. Mijn vrouw en ik brachten daarna de
twee anderen bij. Daar zaten wij nu alle vier zonder,
hulp. De koetsier kon ons niet helpen, want hij was
zelf zwaar gewond. Gelukkigerwijze kwam iemand
voorbij, die naar Gletsch snelde en met eenige menschen
ons ter hulp kwam. Mijn vrouw en ik konden met
groote moeite loopen; G. moest gedragen worden.
Na eenige uren kwam een dokter ter plaatse, die ons
verbond. Ernstig waren de wonden niet, maar de
gezichten der vrouwen waren zoo gekneusd, dat zij
bijna onkenbaar waren. Overigens is het een wonder,
dat wij het leven er af gebracht hebbenwant eenige
schreden verder zou het rijtuig niet door rotsblok of
bosch tegengehouden zijn geworden en wij hadden
1000 voet diep in den afgrond gelegen.
«Na gedane opmetingen is gebleken, dat wij slechts
40 voet diep gevallen zijn."
Tot welk een dwaze overdrijving de anti-semie
ten-beweging in Duitschland aanleiding geeft, blijkt wel
uit een verzoek van 726 anti-semieten aan de spoor-
wegdirectiën in Duitschland om afzonderlijke
coupés voor Joden.
Wij stellen ons reeds voor hoe men zoo voortgaande
een langen trein verkrijgt met waggons met verschil
lende opschriften als: Dames, Joden, Katholieken,
Orthodoxen, Mama's met zuigelingen, Atheïsten,
enz. enz.
In April 1882 zal te Edinburg eene internatio
nale visscherij-tentoonstelling geopend worden.
Tot het bekomen van inlichtingen worden belang
hebbenden verwezen naar het college voor de zeevis-
scherijen, alsmede naar den consul der Nederlanden
te Leith. Staats-Ct
Men heeft de opmerking gemaakt, dat de Fran
sche Tweede Kamer wel ernstig ziek moet zijn
nu er niet minder dan 53 geneeskundigen deel van
uitmaken.
Volgens telegram uit New-York kan er tusschen
15 en 17 dezer weer storing in den dampkring ver
wacht worden, die zich uitstrekken zal op de kusten
van Engeland en Noorwegen, en waarbij regen en
harde wind van het Z.O. tot N.W. te wachten is.
Hopen wij maar, dat deze profetie zoo slecht uit
komt als de vorige!
Te Bristol werd Maandag door de Oostenrijksche
brik Malovie eene lading aangevoerd van 300 ton
beenderen, afkomstig uit Bulgarije, en wel hoofdzakelijk
uit de buurt van Plevna. Deze lading is gebleken
grootendeels te bestaan uit menschenbeenderen, kno
ken, schedels (vele nog met haar), handen en voeten,
vermengd' met lederwerk, tabakspijpen, lepels enz.
Zóo spoedig al bereikt het overschot der gesneuvelden
in den jongsten grooten oorlog zijne laatste bestem
ming: de beengieterij.
Nergens is in Duitschland het Sedanfeest dit
jaar op zoo eigenaardige wijze gevierd als in het stadje
Klingenberg, dat ongeveer 1200 inwoners telt. Men
heeft er nl. aan elk inwoner 2 Mark uitgekeerd en
dezelfde gratificatie toegekend aan ieder strijder uit
den oorlog van 1870'71, die zich op 2 September
in de gemeente bevond. Dat Klingenberg zoo kwis
tig met het geld omspringt is niet te verwonderen,
als men weet, dat het bestuur niet alleen geen be
lastingen heft, maar door den overvloed van geld nog
in staat is om jaarlijks aan elk inwoner 90 a 100
Mark aan te bieden
Te New-York heeft onlangs een tandmeesters
congres plaats gehad en bleek het, dat er in de Ver-
eenigde Staten niet minder dan twaalfduizend tand
meesters zijn. In het vorige jaar werden door hen meer
dan drie millioen kunsttanden ingezet en1 voor het
plombeeren werden vijf honderdduizend dollars aan goud
en honderdduizend dollars aan zilver verbruikt. Daar
de Amerikanen hun dooden de kunsttanden laten be
houden, zoo berekent men dat er jaarlijks een half
millioen dollars aan kunsttanden mede begraven wordt.