hij zich te bed hegevenwaarvan hij niet meer is
opgestaan. Het lijk is op last van de justitie naar
Hulst gevoerd en daar door de deskundigen, de heeren
Martin en Callenfels, geschouwd.
Naar aanleiding van de door verschillende getuigen
afgelegde verklaringen is tegen een der verdachten
den 19jarigen boerenknecht J V., hevel tot voorloopige
aanhouding verleend. Zaterdag zou hij naar het liuis
van arrest te Middelburg overgebracht worden.
De B. is een niet onbemiddeld landbouwer, 57
jaren oud en laat vrouw en kinderen na.
In een tuin te Zuiddorpe is een aardappelstruik
gerooidwaaraan niet minder dan 118 aardappelen
hingen. De zwaarste woog 2 liektogram, de lichtste
14 gram.
Op Vlieland heeft men eene eigenaardige wijze
van broodbakken, die wel niet algemeen bekend, maar
daarom toch wel practise!» is. Men neemt een grooten
ijzeren pot, legt daarin een paar steenen, op die
steenen een ijzeren plaat en op die plaat stelt men
het roggebrood op, tweepondertjes of kleiner. De pot
wordt op eenige doorkolen gezet en na verloop van
een paar uren keert men de broodjes eens om, die
dan in een uur of vier gaar en gebakken zijn. Wil
men geen korst aan het brood, zoo doet men onder
in den pot een beetje water. Voor oude menschen is
dit aanbevelenswaardig, 't Spreekt van zelf, dat de
pot zoo goed mogelijk met een deksel en lappen
gesloten wordt.
Nader wordt gemeld, dat het landgoed Gruns-
foortdoor den Koning aangekocht, vuurt aan niet
V/ilhelmina's-oordzooals eerst weid gemeld, maar
Oranje-Nassau zal heeten.
Het bestuur van de harddravei'ij- en ren-vereeni-
ging heeft aan de huzaren, die op den dag der Bus-
sumsche wedrennen met reden konden klagen over
slechte verzorging, als vergoeding daarvoor 50 cent
per man doen toekomen.
De aannemer van de uitbreiding van het stations
emplacement te Zwolle laat het benoodigde grint per
spoor van Nijmegen aanvoeren. Toen nu Donderdagmid
dag een zoodanige grinttrein met 40 waggons te Zwolle
aankwam, bemerkte de machinist, dat hij door den
verkeerden stand van den wissel op een verkeerd spoor
liep en in den openstaanden draaischijfput zou terecht
komen. Hij begon met alle kracht te remmen, en
ziende dat dit het ongeluk niet kon voorkomen, sprong
hij van de locomotief en liep spoedig naar de openstaande
draaibrug om die om te zetten, doch kon daarin niet
slagen. De stoker en de conducteur sprongen nog
bijtijds van den trein. De locomotief liep in den put
der draaibrug en viel daai'in omver. Zoowel aan de
locomotief, als aan den tender werd groote schade
toegebracht, terwijl de bagagewagen en 2 grintwagens
werden verbrijzeld.
Ter opbeuring van Schiermonnikoog uit zijn
staat van achteruitgang wil men ook daar een badin
richting vestigen. Dat Muiderberg een badplaats zou
worden schijnt een nog zeer voorbarig, zooal niet
onjuist bericht te zijn geweest.
Te Meppel wordt door het waterschap Kolder
veen een sluis gebouwd, waarvan de invaart ongeveer
een el nauwer is dan de uitvaart. Zoo iets zal stellig
nooit meer voorgekomen zijn 1
Te Wapenveld zou een boerenzoon een geladen
geweer van den wand nemen, toen door een ongelukkig
toeval het schot afging en dit den jongeling doode-
lijk trof.
Dr. Lubach, inspecteur van 't geneeskundig
Staatstoezicht in de provinciën Overijsel en Drente,
heeft indertijd aan de leden en plaatsvervangende
leden van den geneeskundigen raad dier provinciën
een circulaire verzonden, waarin hij hun vroeg: «welke
resultaten, ten aanzien van de kindersterfte zij wel
licht mochten hebben waargenomen van begravenisbus-
sen". Van velen luidde het antwoord negatief, doch
ook niet zelden waren de antwoorden van dien aard,'
dat daaruit een sterk vei'moeden moest rijzen, dat
de beschuldigingen, ingebi'acht tegen die bussen, voor
zoover zij bij overlijden niet zeiven voor de begrafenis
zorgen, maar geldelijke uitkeeringen doen, alles behalve
uit de lucht zijn gegrepen; dat de zucht om die
uitkeeringen soms van twee of drie bussen machtig
te worden, dikwijls leidt, zoo al niet tot kindermoord,
dan toch tot het meer of min opzettelijk verwaarloozen
van zieke kinderen, en dat bij gevolg niet onwaarschijn
lijk is, dat de overgroote kindersterfte in sommige
gemeenten voor een deel daaraan te wijten is.
(N. li. Ct.)
Dezelfde dokter vestigt in het Album der natuur
de aandacht op het onderzoek van zuigflesschen, dat
onlangs door II. Fauvel is ondernomen in eenige kin
derbewaarplaatsen te Parijs. Daarbij is gebleken, dat
bij de meesten dezer flesschen in het mondstuk, in de
buis of in de flesch bacteriën aanwezig waren, alsmede
talrijke sporen van plantengroei. In eenige zuigflesschen
werden ook nog etter en hloemlichaampjes gevonden,
die zich natuurlijk met de melk kunnen vereenigen
en een allergevaarlijksten invloed op de ingewanden
der kinderen moeten hebben.
Zaterdagavond is bij het wisselen van den laatsten
tram uit Haarlem naar Hillegom een werkman uit
Bennebroek onder den wagen geraakt en gedood. De
man was zeer bevangen door sterkedrank. Niettegen
staande alle waarschuwingen om heen te gaan of in
den wagen plaats te nemen, bleef hij op de balcon-
leuning zittentoen de machine zich in beweging zette,
viel hij eraf tusschen den goederenwagen en den laat
sten wagen en, eer men kon doen stoppen was de trein,
die achteruit reed, over hem heen gegaan. De man
overleed dientengevolge spoedig.
Vrijdag maakte een vreemdeling in het tolhuis
te Vleuten eenige vertering en onthaalde zelfs den
kastelein; toen deze zich even verwijderde maakte
de gulle man van de gelegenheid gebruik om drie bil
jartballen in den zak te steken. De ballen zijn te
Utrecht bij een koopman gevonden, maar den dief heeft
men nog niet.
Dinsdag zijn twee kinderen, die in een bosch
te Ginneken braambeziën waren gaan zoeken, doch
waaronder voor de gezondheid gevaarlijke bessen schij
nen te zijn geweest, nadat ze waren tehuis gekomen,
erg ongesteld gewordendoor den geneesheer werd
vergiftiging geconstateerd. Den volgenden morgen was
het meisje reeds overleden en verkeerde het jongetje
nog steeds in levensgevaar.
Als iets zeldzaams wordt gemeld, dat een echt
paar te Surhuisterveenscheheide, dat te zamen 180
jaren telt, de voiïge week op 't veld werkzaam was
om rogge te maaien en te binden en in dit opzicht
voor jongeren niet behoefde onder te doen.
In geen der maanden van dit jaar is zooveel
regen gevallen als in Augustus. De verzameling van
hetgeen de 17 regendagenleverden, bedraagt niet minder
dan 130 milimeters en is 30 meer dan de gemiddelde
regenval van de Augustusmaanden 1873 tot 1880.
Van die jaren wai'en 1873 en 1877 hooger; er viel
toen 131 en 149. 1878 bedroeg 127. De overige waren
aanzienlijk minder: 51, 81, 85, 86, 92.
In het algemeen Politieblad van Zaterdag bericht
de officier van justitie te Leeuwarden, dat bij het agent
schap der Nederlandsche Bank aldaar dezer dagen is
ontvangen een valsch bankbiljet van f 100, hetwelk
op het oog veel overeenkomst heeft met een echt bank
biljet van dat bedrag, doch bij nader onderzoek is
gebleken zich daarvan te onderscheiden door de na
volgende gebrekenhet watermerk ontbreektaan de
vier hoeken is de grond, waarin voorkomt het cijfer
100, te donker; letters en nummer: F. P. 9355 zijn
eveneens veel te donker en vervaardigd op eene wijze
die veel verschilt van die, waarop de echte bankbil
jetten vervaardigd worden; de schrijfletters «Honderd
gulden" zijn te licht gekleurd en komen almpdejin
vorm niet overeen met die van echte bankbiljetten;
het vrouwenbeeld in den bovenrand is slecht alge-
werkt de krulletters in den linker- en rechterrand zijn
gebrekkig.
Touristen, die hooge bergen willen beklimmen
of ongebaande wegen beloopen, zijn toch even dwaas
als kinderen, die over éen nacht ijs willen loopen en
zich maar niet aan anderer voorbeeld willen spiegelen.
Drie gevallen zijn daarvan in Zwitserland weer voorge
komen. Een Belg deed een misstap op den «Mer de
Glacé" bij Chamouny. Vallende, drong een scherpe
ijskegel hem in de hersenen, zoodat hij onmiddellijk
dood was.
Op de Niesen bij Turn werd het lijk gevonden van
een Engelsch geestelijke, die den berg beklommen had.
De ongelukkige geraakte van zijn gezelschap af en is
waarschijnlijk van vermoeienis en gebrek bezweken.
Een jonge Parijsche dame wilde, zonder gids, den
Laimont bestijgen. Naar beneden willende zien, werd
zij door een duizeling overvallen, en het ongelukkige
meisje stortte in de diepte en was dood.
De bekende Rochefort was overgelukkig over
het schandaal, dat Gambetta is overkomen. In zijn
blad 1' In trans igeant schreef hij daarover:
«Wij hadden niet durven hopen, dat Gambetta zich
belachelijk zou maken, doch zeker had hij ook nooit
kunnen denken, dat hij zoo spoedig reeds zou vallen
in den voor een ander gegraven kuil."
Nu is echter Rochefort hetzelfde overkomen.
Bij gelegenheid, dat Ranc zijne kiezers van het ne
gende arrondissement toesprak, wilde Roche fort, toen
Ranc geëindigd had, ook het woord tot de verga
dering richten.
Nauwelijks had hij echter de tribune beklommen,
of een algemeen tumult en kreten van leve Gambetta!-
leve de republiek 1 beletten hem zich verstaanbaar te
maken. Te vergeefs verzochten de weinige vrienden,
die hem omringden, stilte. Het tumult werd hoe
langer hoe grooter, men floot, schreeuwde en schold
en de president, teneinde raad, sloot de vergadering.
De vrienden van Rochefort riepen, dat Rochefort
kiezer was uit het negende arrondissement en dat hij
dus recht van spreken had.
«Ja! Burgers", roept Rocheforteen oogenblik van
stilte gebruikend, «ik ben kiezer van het jarrondisse-
ment".
Een vreeselijk tumult volgde deze woorden, de eenige
welke hij gesproken heeft.
Rochefort zag dan ook het onmogelijke in om
zich te doon hooren en verliet het gebouw.
- De dagbladen van Havre maken melding van
een scheepje, van slechts éen ton inhoudsmaat, waar?
mede een Engelsch en een Noorweegsch zeeman ge
zamenlijk den Oceaan zijn overgestoken. Den 5 Juli
jl. vertrokken zij van Bath (Vereenigde Staten) en.
liepen, na een reis vol gevaren en vermoeienissen, den
29 Aug. jl. met hun vaartuig te Havre binnen.
Hun reisbeschrijving komt in 't kort hierop neder
den 21 Juli werden zij door een lek verplicht té
Newfoundland het anker te laten vallen. Den 25
daaraanvolgende was dit gebrek hersteld en kozen zij
weder zee. Drie dagen later sloeg het bootje om,
doch de onverschrokken zeelieden wisten het weder
recht te krijgen en zetten, niettegenstaande zij al hun
proviand verloren hadden, hun reis voort. De Fran-,
sche bark Victor Eugéniewelke zij onderwee ont
moetten voorzag hen van levensmiddelen. Den 5,
Aug. verhief zich een storm en verloren zij htm
kompas, tengevolge waarvan zij ruim vijf dagen op
goed geluk rondzwierven. Den 11 Aug. ontmoetten,
zij het Noorweegsch schip Hoveland. De kapitein
van gemeld schip gaf hun een nieuw kompas, levens
middelen, rum en wijn. Zeven dagen daarna, den 18
Aug., werd hun door den kapitein van den Engelschen
driemaster John-Lefageg brood, thee en suiker ver
schaft. Den 24 liepen zij te Falmouth binnen, waar
zij door den Franschen vice-consul zeer hartelijk wer
den ontvangen. Den 29 jl. 's ochtends te 11 uren,
arriveerden zij te Havre. Zij hebben plan met hun
scheepje de Seine op te varen.
Te Nouzon, in de Fransche Ardennen, is een
fabriek, waar het benoodigde water uit de rivier wordt
aangevoerd door een groote buis. Dezer dagen speelden
twee kleine jongens bij den kant der rivier en vielen,
een drijvenden appel willende grijpen, in de kolk, welke
door het in de buis opstijgende water gevormd werd,
met dit gevolg, dat zij beiden in de buis geraakten
en in een grooten vergaderbak werden uitgestort, van
waar het water naar de raderen eener machine ges
leid werd. Gelukkig zag iemand een der knaapje-
drijven en hielp hein op het droge. Merkwaardig
genoeg, was het kind nog bij kennis en waarschuwde,
dat zijn kameraad nog in den vergaderbak lag. Ook
deze, geheel bewusteloos en reeds vlak bij de raderen,
werd nog bijtijds gered.
Men leest het volgende in de Pall Mall Gazette
Dat keizerin Eugénie voor een groot deel de hand
had in het besluit des keizers om Pruisen den oorlog
te verklaren, waarvan het gevolg was dat de tocht
naar Berlijn eindigde te Sédan, is een der onbetwiste
feiten der historie. Maar minder algemeen bekend
is het, dat die rampzalige vrouw ook voor niet weinig
deel had in eene andere oorlogsverklaring. Naar het
zeggen van graaf Kisseleff, die na den Krim-oorlog
Russisch gezant was te Parijs, was het de keizerin
die den weifelenden Napoleon overhaalde oorlog te
voeren tegen Rusland. Graaf Kisseleff heeft het ver
haald op gezag der keizerin. Zij zelve verklaarde
hem op 12 of 13 Mei 1856, dat zij de verantwoor
delijke persoon voor den oorlog is geweest. Toen de
brief van den czaar, die in 't oogvallend kort was,
zoodat de keizer er blijkbaar door verbitterd werd,
te Parijs kwam, overhandigde Napoleon dezen aan
zijne gemalin met de opmerking, dat hij koel was.
«Neen, meer dan koel, hij is grof', antwoordde de
keizerin, na dien gelezen te hehben. De keizer las
den brief nog eens en zeide»'t Is waar, ik zal er
over denken". Van dat oogenblik, zeide de keizerin,
was de oorlog beslist. Graaf Kisseleff antwoordde
haar«Dan is het Uwe Majesteit, die de oorzaak
was van den dood van 200,000 menschen en van
het verlies van zeven of acht milliard frank »Ja,"
hernam zij, «indirect, en ik heb er geen spijt van.
Zulke storingen in den gewonen loop der zaken zijn
soms noodzakelijk 'in het bestuur der volken. Frank
rijk moest zijne rechtmatige plaats in Europa inne
men. Het is daartoe geraakt door middel van een
bondgenootschap met Engeland, en door dat bondge
nootschap zal het zijn invloed in en buiten Frankrijk
handhaven".
Een navolgenswaardig voorbeeld. Een corres
pondent van de liberale Magdeb. Ztg. verklaart een
onderhoud te hebben gehad met den nieuwen bisschop
van Trier, dr. Korum. Volgens dien berichtgever
zou dr. Koi-um verzekerd hebben, dat hij niets wist
van hetgeen thans tusschen Berlijn en Rome werd
overlegd. Hij voor zich zou zich nimmer inlaten met
de politiek en slechts streven naar het bevredigen der
gemoederen. Hij wilde blijven, wat hij steeds 't liefst
waszielverzorger, een eenvoudig priester, geroepen
Gods woord te verkondigen en de gemeente op God
te wijzen. Diplomaat noch staatsman wilde hij zijn.
Aangesteld tot herder van het Bisdom Trier, zou hij
al de geboden van de Kerk en de wetten van den
Staat naleven, waarop God zijn zegen mocht schenken,
't Meest aangenaam zou 't hem wezen, als niemand
acht op hem sloeg, terwijl hij zijnerzijds hoopte te
toonen, dat hij zijn bisschoppelijke roeping als een
vredesroeping opvat en volstrekt geen laakbare be-
dqelingen koestert.
In den Salon te Brussel zijn o. a. tentoonge
steld twee schilderijen van Jan Van Beers, welke
reeds tot zeer veel geschrijf en gekibbel aanleiding
hebben gegeven. «Lili" en «het yacht Sirene"', zoo
heeten beide doeken, zijn zóo fijn geschilderd, dat
'naijverige kunstbroeders en dagbladrecensenten den
schilder beschuldigd hebben, dat zijne stukken be
schilderde photographieën zijn. Jan Van Beers heeft
zich over dezen laster zeer boos gemaakt en den
lasteraars voorgesteld den door hem voor beide stuk
ken gevraagden prijs in het kunstenaarsfonds te stor
ten, indien, na het afkrabben zijner stukken, de be
schuldiging waarheid zou blijken te zijn, terwijl in
het tegenovergestelde geval zij hem den prijs van
beide stukken betalen zouden hoe hun antwoord ech
ter op dit aanbod ook luiden mocht, in elk geval
behield hij zich eene voldoening in rechten voor. Deze
twist heeft nu tot een allertreurigst feit aanleiding
gegevenEen bezoeker van den Salon, die ongeluk
kigerwijze onbekend gebleven is, heeft van de afwe
zigheid der opzichters gebruik gemaakt om het kopje
eener vrouw op «het yacht Sirene" af te krabben en
zich te overtuigen dat het stuk inderdaad geen be
schilderde photograpliie is. Het is te hopen, dat de
dader van dit schandelijk wandalisme opgespoord worde
en zijne straf niet ontga, maar onbegrijpelijk is 't
hoe op eene tentoonstelling het toezicht zóo gebrekkig
kan zijn, dat zulk een schandelijke daad gepleegd kon
wordeu.
In het plaatsje Kollein in Oostenrijk moet onlangs
de volgende schakingshistorie hebben plaats gevonden. De
dochter van een rijk koopman zou trouwen met een
grondeigenaar. Alzoo wilden het de ouders, maar de
dochter hing met haar gansche hart aan een ingenieur,
die dezelfde gevoelens te haren opzichte koesterde. Doch
de ouders waren onvermurwbaar, en op een goeden
dag bevond zich mej. H. met den grondeigenaar als
bruidegom en met haar moeder in een koets, rijdende
naar de kerkwaar de trouwplechtigheid zou plaats
Rebben. Zeven rijtuigen met bru iloftsgasten volgden
maar op eenigen afstand. Even voor men aan de kerk
komt maakt de weg een buiging, die het gezicht op den
vooruitgaanden wagen beneemt. Toen de zeven volgkoet
sen achtereenvolgens den hoek waren omgeslagen om
dadelijk daarna voor de kerk stil te houden, waar zij
meenden de eerste koets te zullen vinden, was van
deze niets te zien. Zij scheen spoorloos verdwenen
met den inhoud en in het gansche dorp was niets
te ontdekken. Er schijnt ook niemand in de buurt
aan de kerk te zijn geweest, die de koets gezien had
en dus eenige inlichtingen kon gevenmisschien inte
resseeren Oostenrijkers zich niet zoo voor een trouw-
plechtigheid als Nederlanders gewoon zijn te doen.
In elk geval: bruid en bruidegom waren zoek en, bij
gebreke van de hoofdpersonen, kon de plechtigheid
niet doorgaan.
Des avonds laat werd het raadsel opgelost. De
bruidegom en zijn ex-aanstaande schoonmama kwamen
doodmoe en bestoven aangewandeld en vertelden hun
wedervaren. In galop was de koets de kerk voorbij
gereden, in dolle vaart was zij het dorp doorgerend
(wat weer niemand gezien schijnt te hebben) en zij
had eerst halt gehouden, toen men op een geheel een
zamen landweg was gekomen. Koetsier en palfrenier
stegen af en ontdeden zich van hun vermomming,
waarna bleek, dat men den ingenieur en een vriend
Voorhad. Niettegenstaande hun tegenspartelen werden
de bruidegom en de mama apart gezet, en de inge
nieur reed met zijn schoone door, verlost van mede
dinger en schoonmama, die nu uit elkanders gezelschap
troost mochten putten.
Volgens den berichtgever van dit verhaal is het jonge
paar nog altijd zoek. N. R. Ct.
Zaterdag, den verjaardag van den dood van Thiers
werd in de kerk Notre Dame de Lorette te Parijs een
lijkdienst ter zijner gedachtenis gehouden. Mej. Dosne
de schoonzuster van Thiers, en verscheidene zijner bloed
verwanten en vrienden woonden den dienst bij.
In den loop van den dag werden vele kransen
op zijn graf gelegd.
Bij het geneeskundig staatstoezicht te Washing
ton is het bericht ontvangen, dat te Amoy Shanghai
en Bangkok de cholera is uitgebroken.
De Conscience-feesten te Brussel zijn thans stel
lig bepaald op 25 September. Al de Belgische ste
den zullen bij de manifestatie zich doen vertegenwoor
digen verder zullen er tal van genootschappen en
gezelschappen deel aan nemen.
Het Washington-monument in de stad Wash
ington zal na zijne voltooiing 550 voet lioog zijn en
alzoo het hoogste gebouw der aarde.
Millionairs te San-Francisco. Het vermogen van
James Fair is volgens de belastinglijst op 42 milli-
oen dollars geschat; dan volgt Flood, wiens vermo
gen op 36 millioen dollars geschat wordt.
Te New-York kunnen de fabrieken van crïholine-
veeren het werk bijna niet af. Dit is een slecht
teeken, zegt De Huisvrouw.
Aldaar is een vereeniging opgerichtdie zich
de verbetering van het menschelijk ras ten doel
steltzij wil, dat een speciale commissie over alle
huwelijken zal beslissen en dat alleen die huwelijken
zullen worden toegestaan, waarbij de beide partijen
uit een physiek en moreel oogpunt genoegzame waar
borgen opleveren. De commissie zou bestaan uit le
den van beider geslacht 1
In het departement Constantine (Algerië) zijn
binnen weinige dagen 200,000 hectaren bosschen door
de inboorlingen verbrand.
Een Duitsch dokter, van Panama teruggekeerd,
hangt een treurig tafereel op van de kanaalwerken
aldaar. Het totaal arbeiders is 250, waarvan 200
negers. De helft der negers lijdt aan de koortshet
werk vordert niet en de ellende is groot.
-De Teuton van de «Union Company" vertrok
onlangs met ongeveer 240 passagiers uit Plymouth
naar de Kaapstad en kwam aldaar op 29 Augustus
aan. Daar zette zij een aantal passagiers aan wal
en vertrok naar de Algoa-Baai, na vooraf echter, naar
het schijnt, weder passagiers ingenomen te hebben
er waren er althans weder 240 aan boord. Dinsdag
avond, 30 Aug., stootte zij bij Queen Point op eene
rots en zonk spoedig daarna. Er waren booten uit
gezet, waarvan er twee met 27 personen behouden
aan wal gekomen zijn naderhand nog een met negen
personen, die geloofden dat een vierde boot met der
tig personen, waaronder vele vrouwen en kinderen,
ook nog wel behouden zou aankomen. In elk geval
zijn een groot getal der opvarenden omgekomen. Twee
Nederlanders, die aan boord waren, zijn geredr
Bij de klippen, waarop het schip stiet, moet een
sterke strooming bestaan van twee mijlen in hot
uur, die het schip onbarmhartig met zich sleepte.
Dit ongeluk schijnt toegeschreven te moeten worden
aan den wedijver tusschen de Unionline en de Castle-
line. De kapitein van de Teuton had langs de klippen
den kortsten weg gezocht, om een schip ker laatst
genoemde lijn voor te wezen.
Zoo worden, zegt men, dikwerf aan den concurren-
tiegeest van stoombootlijnen de passag ers gewaagd.
Haarverven gevaarlijk! Te Berlijn kreeg een
jonge dame, die, zooals velen aldaar, goudblond haar
prachtig vond, en aan keur haar kunstmatig die kleur
had gegeven, een ontsteking, die haar het leven kostte.
De bekende luchtreiziger Eugène Godard heeft
te Schönbrunn bij Weenen een allergevaarlijksten
luchttocht gedaan. De ballon was gevuld in een open
baren tuin en drie journalisten hadden in het schuitje
met Godard plaats genomen. Een onafzienbare menigte
woonde het opstijgen bij, dat aanvankelijk zonder
eenig ongeval plaats had. Eensklaps ontstond er een
scheur in het bovengedeelte van den ballon, welke
met ijzingwekkende snelheid begon neer te dalen,
juist op het oogenblik dat men zich boven den Donau
bevond. Al het gevaarlijke van den toestand inziende,
wierp Godard het aan een lang touw bevestigde
anker uit.
Langs dat touw liet hij zich in den stroom glijden
de daardoor verlichte ballon begon weer merkbaar te
stijgen en kwam op eenige honderden meters van den
Donau neder. De heer Godard slaagde erin al zwem
mende den oever te bereiken en weinige oogenblikken
later waren de vier lotgenooten in het ongeluk weer
in goeden welstand vereenigd.
Midhat-pacha en zijne mede-veroordeelden zijn
in goeden welstand te Taf, de plaats hunner verban
ning, aangekomen. Het bericht van een aanval der
Arabieren, die Midhat zouden bevrijd en in bescher
ming genomen hebben, is geheel uit de lucht gegre
pen. Midhat en zijn voornaamste medegevangenen
hebben den weg van Jeddah naar Taf in een palan
quin afgelegd de overige gevangenen werden op muil
ezels vervoerd. Gedurende hun geheele reis hebben
zij aan niets gebrek geleden en de behandeling van
hun vervoerders is uitstekend geweest. Alleen misten
zij hun vrijheid, maar voor het overige hadden zij
het niet beter kunnen wenschen.
Sinds eenigen tijd bevinden zich in den Jardin
d'Acclimatation te Parijs eenige Vuurlanders, waar
omtrent de bladen allerlei bijzonderheden meedeelen.
Niets zonderlinger dan de volkomen onverschilligheid
van die menschen tegenover verrichtingen, die de
nieuwsgierigheid van anderen ia de sterkste mate
zouden prikkelen. Van alle mensehelijke gewaarwor
dingen schijnt alleen beschroomdheid, ja onbegrijpelijke
vrees hen te beheerschen, zoo zelfs, dat men twee
dagen tevergeefs beproefde hen te photographeeren;
de daartoe gebezigde toestel boezemde hun aen on-
verwiunelijk afgrijzen in. Zonder wapenen, zon
der kleederen, zonder hutten, verduren die menschen.