hij zich te bed hegevenwaarvan hij niet meer is opgestaan. Het lijk is op last van de justitie naar Hulst gevoerd en daar door de deskundigen, de heeren Martin en Callenfels, geschouwd. Naar aanleiding van de door verschillende getuigen afgelegde verklaringen is tegen een der verdachten den 19jarigen boerenknecht J V., hevel tot voorloopige aanhouding verleend. Zaterdag zou hij naar het liuis van arrest te Middelburg overgebracht worden. De B. is een niet onbemiddeld landbouwer, 57 jaren oud en laat vrouw en kinderen na. In een tuin te Zuiddorpe is een aardappelstruik gerooidwaaraan niet minder dan 118 aardappelen hingen. De zwaarste woog 2 liektogram, de lichtste 14 gram. Op Vlieland heeft men eene eigenaardige wijze van broodbakken, die wel niet algemeen bekend, maar daarom toch wel practise!» is. Men neemt een grooten ijzeren pot, legt daarin een paar steenen, op die steenen een ijzeren plaat en op die plaat stelt men het roggebrood op, tweepondertjes of kleiner. De pot wordt op eenige doorkolen gezet en na verloop van een paar uren keert men de broodjes eens om, die dan in een uur of vier gaar en gebakken zijn. Wil men geen korst aan het brood, zoo doet men onder in den pot een beetje water. Voor oude menschen is dit aanbevelenswaardig, 't Spreekt van zelf, dat de pot zoo goed mogelijk met een deksel en lappen gesloten wordt. Nader wordt gemeld, dat het landgoed Gruns- foortdoor den Koning aangekocht, vuurt aan niet V/ilhelmina's-oordzooals eerst weid gemeld, maar Oranje-Nassau zal heeten. Het bestuur van de harddravei'ij- en ren-vereeni- ging heeft aan de huzaren, die op den dag der Bus- sumsche wedrennen met reden konden klagen over slechte verzorging, als vergoeding daarvoor 50 cent per man doen toekomen. De aannemer van de uitbreiding van het stations emplacement te Zwolle laat het benoodigde grint per spoor van Nijmegen aanvoeren. Toen nu Donderdagmid dag een zoodanige grinttrein met 40 waggons te Zwolle aankwam, bemerkte de machinist, dat hij door den verkeerden stand van den wissel op een verkeerd spoor liep en in den openstaanden draaischijfput zou terecht komen. Hij begon met alle kracht te remmen, en ziende dat dit het ongeluk niet kon voorkomen, sprong hij van de locomotief en liep spoedig naar de openstaande draaibrug om die om te zetten, doch kon daarin niet slagen. De stoker en de conducteur sprongen nog bijtijds van den trein. De locomotief liep in den put der draaibrug en viel daai'in omver. Zoowel aan de locomotief, als aan den tender werd groote schade toegebracht, terwijl de bagagewagen en 2 grintwagens werden verbrijzeld. Ter opbeuring van Schiermonnikoog uit zijn staat van achteruitgang wil men ook daar een badin richting vestigen. Dat Muiderberg een badplaats zou worden schijnt een nog zeer voorbarig, zooal niet onjuist bericht te zijn geweest. Te Meppel wordt door het waterschap Kolder veen een sluis gebouwd, waarvan de invaart ongeveer een el nauwer is dan de uitvaart. Zoo iets zal stellig nooit meer voorgekomen zijn 1 Te Wapenveld zou een boerenzoon een geladen geweer van den wand nemen, toen door een ongelukkig toeval het schot afging en dit den jongeling doode- lijk trof. Dr. Lubach, inspecteur van 't geneeskundig Staatstoezicht in de provinciën Overijsel en Drente, heeft indertijd aan de leden en plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad dier provinciën een circulaire verzonden, waarin hij hun vroeg: «welke resultaten, ten aanzien van de kindersterfte zij wel licht mochten hebben waargenomen van begravenisbus- sen". Van velen luidde het antwoord negatief, doch ook niet zelden waren de antwoorden van dien aard,' dat daaruit een sterk vei'moeden moest rijzen, dat de beschuldigingen, ingebi'acht tegen die bussen, voor zoover zij bij overlijden niet zeiven voor de begrafenis zorgen, maar geldelijke uitkeeringen doen, alles behalve uit de lucht zijn gegrepen; dat de zucht om die uitkeeringen soms van twee of drie bussen machtig te worden, dikwijls leidt, zoo al niet tot kindermoord, dan toch tot het meer of min opzettelijk verwaarloozen van zieke kinderen, en dat bij gevolg niet onwaarschijn lijk is, dat de overgroote kindersterfte in sommige gemeenten voor een deel daaraan te wijten is. (N. li. Ct.) Dezelfde dokter vestigt in het Album der natuur de aandacht op het onderzoek van zuigflesschen, dat onlangs door II. Fauvel is ondernomen in eenige kin derbewaarplaatsen te Parijs. Daarbij is gebleken, dat bij de meesten dezer flesschen in het mondstuk, in de buis of in de flesch bacteriën aanwezig waren, alsmede talrijke sporen van plantengroei. In eenige zuigflesschen werden ook nog etter en hloemlichaampjes gevonden, die zich natuurlijk met de melk kunnen vereenigen en een allergevaarlijksten invloed op de ingewanden der kinderen moeten hebben. Zaterdagavond is bij het wisselen van den laatsten tram uit Haarlem naar Hillegom een werkman uit Bennebroek onder den wagen geraakt en gedood. De man was zeer bevangen door sterkedrank. Niettegen staande alle waarschuwingen om heen te gaan of in den wagen plaats te nemen, bleef hij op de balcon- leuning zittentoen de machine zich in beweging zette, viel hij eraf tusschen den goederenwagen en den laat sten wagen en, eer men kon doen stoppen was de trein, die achteruit reed, over hem heen gegaan. De man overleed dientengevolge spoedig. Vrijdag maakte een vreemdeling in het tolhuis te Vleuten eenige vertering en onthaalde zelfs den kastelein; toen deze zich even verwijderde maakte de gulle man van de gelegenheid gebruik om drie bil jartballen in den zak te steken. De ballen zijn te Utrecht bij een koopman gevonden, maar den dief heeft men nog niet. Dinsdag zijn twee kinderen, die in een bosch te Ginneken braambeziën waren gaan zoeken, doch waaronder voor de gezondheid gevaarlijke bessen schij nen te zijn geweest, nadat ze waren tehuis gekomen, erg ongesteld gewordendoor den geneesheer werd vergiftiging geconstateerd. Den volgenden morgen was het meisje reeds overleden en verkeerde het jongetje nog steeds in levensgevaar. Als iets zeldzaams wordt gemeld, dat een echt paar te Surhuisterveenscheheide, dat te zamen 180 jaren telt, de voiïge week op 't veld werkzaam was om rogge te maaien en te binden en in dit opzicht voor jongeren niet behoefde onder te doen. In geen der maanden van dit jaar is zooveel regen gevallen als in Augustus. De verzameling van hetgeen de 17 regendagenleverden, bedraagt niet minder dan 130 milimeters en is 30 meer dan de gemiddelde regenval van de Augustusmaanden 1873 tot 1880. Van die jaren wai'en 1873 en 1877 hooger; er viel toen 131 en 149. 1878 bedroeg 127. De overige waren aanzienlijk minder: 51, 81, 85, 86, 92. In het algemeen Politieblad van Zaterdag bericht de officier van justitie te Leeuwarden, dat bij het agent schap der Nederlandsche Bank aldaar dezer dagen is ontvangen een valsch bankbiljet van f 100, hetwelk op het oog veel overeenkomst heeft met een echt bank biljet van dat bedrag, doch bij nader onderzoek is gebleken zich daarvan te onderscheiden door de na volgende gebrekenhet watermerk ontbreektaan de vier hoeken is de grond, waarin voorkomt het cijfer 100, te donker; letters en nummer: F. P. 9355 zijn eveneens veel te donker en vervaardigd op eene wijze die veel verschilt van die, waarop de echte bankbil jetten vervaardigd worden; de schrijfletters «Honderd gulden" zijn te licht gekleurd en komen almpdejin vorm niet overeen met die van echte bankbiljetten; het vrouwenbeeld in den bovenrand is slecht alge- werkt de krulletters in den linker- en rechterrand zijn gebrekkig. Touristen, die hooge bergen willen beklimmen of ongebaande wegen beloopen, zijn toch even dwaas als kinderen, die over éen nacht ijs willen loopen en zich maar niet aan anderer voorbeeld willen spiegelen. Drie gevallen zijn daarvan in Zwitserland weer voorge komen. Een Belg deed een misstap op den «Mer de Glacé" bij Chamouny. Vallende, drong een scherpe ijskegel hem in de hersenen, zoodat hij onmiddellijk dood was. Op de Niesen bij Turn werd het lijk gevonden van een Engelsch geestelijke, die den berg beklommen had. De ongelukkige geraakte van zijn gezelschap af en is waarschijnlijk van vermoeienis en gebrek bezweken. Een jonge Parijsche dame wilde, zonder gids, den Laimont bestijgen. Naar beneden willende zien, werd zij door een duizeling overvallen, en het ongelukkige meisje stortte in de diepte en was dood. De bekende Rochefort was overgelukkig over het schandaal, dat Gambetta is overkomen. In zijn blad 1' In trans igeant schreef hij daarover: «Wij hadden niet durven hopen, dat Gambetta zich belachelijk zou maken, doch zeker had hij ook nooit kunnen denken, dat hij zoo spoedig reeds zou vallen in den voor een ander gegraven kuil." Nu is echter Rochefort hetzelfde overkomen. Bij gelegenheid, dat Ranc zijne kiezers van het ne gende arrondissement toesprak, wilde Roche fort, toen Ranc geëindigd had, ook het woord tot de verga dering richten. Nauwelijks had hij echter de tribune beklommen, of een algemeen tumult en kreten van leve Gambetta!- leve de republiek 1 beletten hem zich verstaanbaar te maken. Te vergeefs verzochten de weinige vrienden, die hem omringden, stilte. Het tumult werd hoe langer hoe grooter, men floot, schreeuwde en schold en de president, teneinde raad, sloot de vergadering. De vrienden van Rochefort riepen, dat Rochefort kiezer was uit het negende arrondissement en dat hij dus recht van spreken had. «Ja! Burgers", roept Rocheforteen oogenblik van stilte gebruikend, «ik ben kiezer van het jarrondisse- ment". Een vreeselijk tumult volgde deze woorden, de eenige welke hij gesproken heeft. Rochefort zag dan ook het onmogelijke in om zich te doon hooren en verliet het gebouw. - De dagbladen van Havre maken melding van een scheepje, van slechts éen ton inhoudsmaat, waar? mede een Engelsch en een Noorweegsch zeeman ge zamenlijk den Oceaan zijn overgestoken. Den 5 Juli jl. vertrokken zij van Bath (Vereenigde Staten) en. liepen, na een reis vol gevaren en vermoeienissen, den 29 Aug. jl. met hun vaartuig te Havre binnen. Hun reisbeschrijving komt in 't kort hierop neder den 21 Juli werden zij door een lek verplicht té Newfoundland het anker te laten vallen. Den 25 daaraanvolgende was dit gebrek hersteld en kozen zij weder zee. Drie dagen later sloeg het bootje om, doch de onverschrokken zeelieden wisten het weder recht te krijgen en zetten, niettegenstaande zij al hun proviand verloren hadden, hun reis voort. De Fran-, sche bark Victor Eugéniewelke zij onderwee ont moetten voorzag hen van levensmiddelen. Den 5, Aug. verhief zich een storm en verloren zij htm kompas, tengevolge waarvan zij ruim vijf dagen op goed geluk rondzwierven. Den 11 Aug. ontmoetten, zij het Noorweegsch schip Hoveland. De kapitein van gemeld schip gaf hun een nieuw kompas, levens middelen, rum en wijn. Zeven dagen daarna, den 18 Aug., werd hun door den kapitein van den Engelschen driemaster John-Lefageg brood, thee en suiker ver schaft. Den 24 liepen zij te Falmouth binnen, waar zij door den Franschen vice-consul zeer hartelijk wer den ontvangen. Den 29 jl. 's ochtends te 11 uren, arriveerden zij te Havre. Zij hebben plan met hun scheepje de Seine op te varen. Te Nouzon, in de Fransche Ardennen, is een fabriek, waar het benoodigde water uit de rivier wordt aangevoerd door een groote buis. Dezer dagen speelden twee kleine jongens bij den kant der rivier en vielen, een drijvenden appel willende grijpen, in de kolk, welke door het in de buis opstijgende water gevormd werd, met dit gevolg, dat zij beiden in de buis geraakten en in een grooten vergaderbak werden uitgestort, van waar het water naar de raderen eener machine ges leid werd. Gelukkig zag iemand een der knaapje- drijven en hielp hein op het droge. Merkwaardig genoeg, was het kind nog bij kennis en waarschuwde, dat zijn kameraad nog in den vergaderbak lag. Ook deze, geheel bewusteloos en reeds vlak bij de raderen, werd nog bijtijds gered. Men leest het volgende in de Pall Mall Gazette Dat keizerin Eugénie voor een groot deel de hand had in het besluit des keizers om Pruisen den oorlog te verklaren, waarvan het gevolg was dat de tocht naar Berlijn eindigde te Sédan, is een der onbetwiste feiten der historie. Maar minder algemeen bekend is het, dat die rampzalige vrouw ook voor niet weinig deel had in eene andere oorlogsverklaring. Naar het zeggen van graaf Kisseleff, die na den Krim-oorlog Russisch gezant was te Parijs, was het de keizerin die den weifelenden Napoleon overhaalde oorlog te voeren tegen Rusland. Graaf Kisseleff heeft het ver haald op gezag der keizerin. Zij zelve verklaarde hem op 12 of 13 Mei 1856, dat zij de verantwoor delijke persoon voor den oorlog is geweest. Toen de brief van den czaar, die in 't oogvallend kort was, zoodat de keizer er blijkbaar door verbitterd werd, te Parijs kwam, overhandigde Napoleon dezen aan zijne gemalin met de opmerking, dat hij koel was. «Neen, meer dan koel, hij is grof', antwoordde de keizerin, na dien gelezen te hehben. De keizer las den brief nog eens en zeide»'t Is waar, ik zal er over denken". Van dat oogenblik, zeide de keizerin, was de oorlog beslist. Graaf Kisseleff antwoordde haar«Dan is het Uwe Majesteit, die de oorzaak was van den dood van 200,000 menschen en van het verlies van zeven of acht milliard frank »Ja," hernam zij, «indirect, en ik heb er geen spijt van. Zulke storingen in den gewonen loop der zaken zijn soms noodzakelijk 'in het bestuur der volken. Frank rijk moest zijne rechtmatige plaats in Europa inne men. Het is daartoe geraakt door middel van een bondgenootschap met Engeland, en door dat bondge nootschap zal het zijn invloed in en buiten Frankrijk handhaven". Een navolgenswaardig voorbeeld. Een corres pondent van de liberale Magdeb. Ztg. verklaart een onderhoud te hebben gehad met den nieuwen bisschop van Trier, dr. Korum. Volgens dien berichtgever zou dr. Koi-um verzekerd hebben, dat hij niets wist van hetgeen thans tusschen Berlijn en Rome werd overlegd. Hij voor zich zou zich nimmer inlaten met de politiek en slechts streven naar het bevredigen der gemoederen. Hij wilde blijven, wat hij steeds 't liefst waszielverzorger, een eenvoudig priester, geroepen Gods woord te verkondigen en de gemeente op God te wijzen. Diplomaat noch staatsman wilde hij zijn. Aangesteld tot herder van het Bisdom Trier, zou hij al de geboden van de Kerk en de wetten van den Staat naleven, waarop God zijn zegen mocht schenken, 't Meest aangenaam zou 't hem wezen, als niemand acht op hem sloeg, terwijl hij zijnerzijds hoopte te toonen, dat hij zijn bisschoppelijke roeping als een vredesroeping opvat en volstrekt geen laakbare be- dqelingen koestert. In den Salon te Brussel zijn o. a. tentoonge steld twee schilderijen van Jan Van Beers, welke reeds tot zeer veel geschrijf en gekibbel aanleiding hebben gegeven. «Lili" en «het yacht Sirene"', zoo heeten beide doeken, zijn zóo fijn geschilderd, dat 'naijverige kunstbroeders en dagbladrecensenten den schilder beschuldigd hebben, dat zijne stukken be schilderde photographieën zijn. Jan Van Beers heeft zich over dezen laster zeer boos gemaakt en den lasteraars voorgesteld den door hem voor beide stuk ken gevraagden prijs in het kunstenaarsfonds te stor ten, indien, na het afkrabben zijner stukken, de be schuldiging waarheid zou blijken te zijn, terwijl in het tegenovergestelde geval zij hem den prijs van beide stukken betalen zouden hoe hun antwoord ech ter op dit aanbod ook luiden mocht, in elk geval behield hij zich eene voldoening in rechten voor. Deze twist heeft nu tot een allertreurigst feit aanleiding gegevenEen bezoeker van den Salon, die ongeluk kigerwijze onbekend gebleven is, heeft van de afwe zigheid der opzichters gebruik gemaakt om het kopje eener vrouw op «het yacht Sirene" af te krabben en zich te overtuigen dat het stuk inderdaad geen be schilderde photograpliie is. Het is te hopen, dat de dader van dit schandelijk wandalisme opgespoord worde en zijne straf niet ontga, maar onbegrijpelijk is 't hoe op eene tentoonstelling het toezicht zóo gebrekkig kan zijn, dat zulk een schandelijke daad gepleegd kon wordeu. In het plaatsje Kollein in Oostenrijk moet onlangs de volgende schakingshistorie hebben plaats gevonden. De dochter van een rijk koopman zou trouwen met een grondeigenaar. Alzoo wilden het de ouders, maar de dochter hing met haar gansche hart aan een ingenieur, die dezelfde gevoelens te haren opzichte koesterde. Doch de ouders waren onvermurwbaar, en op een goeden dag bevond zich mej. H. met den grondeigenaar als bruidegom en met haar moeder in een koets, rijdende naar de kerkwaar de trouwplechtigheid zou plaats Rebben. Zeven rijtuigen met bru iloftsgasten volgden maar op eenigen afstand. Even voor men aan de kerk komt maakt de weg een buiging, die het gezicht op den vooruitgaanden wagen beneemt. Toen de zeven volgkoet sen achtereenvolgens den hoek waren omgeslagen om dadelijk daarna voor de kerk stil te houden, waar zij meenden de eerste koets te zullen vinden, was van deze niets te zien. Zij scheen spoorloos verdwenen met den inhoud en in het gansche dorp was niets te ontdekken. Er schijnt ook niemand in de buurt aan de kerk te zijn geweest, die de koets gezien had en dus eenige inlichtingen kon gevenmisschien inte resseeren Oostenrijkers zich niet zoo voor een trouw- plechtigheid als Nederlanders gewoon zijn te doen. In elk geval: bruid en bruidegom waren zoek en, bij gebreke van de hoofdpersonen, kon de plechtigheid niet doorgaan. Des avonds laat werd het raadsel opgelost. De bruidegom en zijn ex-aanstaande schoonmama kwamen doodmoe en bestoven aangewandeld en vertelden hun wedervaren. In galop was de koets de kerk voorbij gereden, in dolle vaart was zij het dorp doorgerend (wat weer niemand gezien schijnt te hebben) en zij had eerst halt gehouden, toen men op een geheel een zamen landweg was gekomen. Koetsier en palfrenier stegen af en ontdeden zich van hun vermomming, waarna bleek, dat men den ingenieur en een vriend Voorhad. Niettegenstaande hun tegenspartelen werden de bruidegom en de mama apart gezet, en de inge nieur reed met zijn schoone door, verlost van mede dinger en schoonmama, die nu uit elkanders gezelschap troost mochten putten. Volgens den berichtgever van dit verhaal is het jonge paar nog altijd zoek. N. R. Ct. Zaterdag, den verjaardag van den dood van Thiers werd in de kerk Notre Dame de Lorette te Parijs een lijkdienst ter zijner gedachtenis gehouden. Mej. Dosne de schoonzuster van Thiers, en verscheidene zijner bloed verwanten en vrienden woonden den dienst bij. In den loop van den dag werden vele kransen op zijn graf gelegd. Bij het geneeskundig staatstoezicht te Washing ton is het bericht ontvangen, dat te Amoy Shanghai en Bangkok de cholera is uitgebroken. De Conscience-feesten te Brussel zijn thans stel lig bepaald op 25 September. Al de Belgische ste den zullen bij de manifestatie zich doen vertegenwoor digen verder zullen er tal van genootschappen en gezelschappen deel aan nemen. Het Washington-monument in de stad Wash ington zal na zijne voltooiing 550 voet lioog zijn en alzoo het hoogste gebouw der aarde. Millionairs te San-Francisco. Het vermogen van James Fair is volgens de belastinglijst op 42 milli- oen dollars geschat; dan volgt Flood, wiens vermo gen op 36 millioen dollars geschat wordt. Te New-York kunnen de fabrieken van crïholine- veeren het werk bijna niet af. Dit is een slecht teeken, zegt De Huisvrouw. Aldaar is een vereeniging opgerichtdie zich de verbetering van het menschelijk ras ten doel steltzij wil, dat een speciale commissie over alle huwelijken zal beslissen en dat alleen die huwelijken zullen worden toegestaan, waarbij de beide partijen uit een physiek en moreel oogpunt genoegzame waar borgen opleveren. De commissie zou bestaan uit le den van beider geslacht 1 In het departement Constantine (Algerië) zijn binnen weinige dagen 200,000 hectaren bosschen door de inboorlingen verbrand. Een Duitsch dokter, van Panama teruggekeerd, hangt een treurig tafereel op van de kanaalwerken aldaar. Het totaal arbeiders is 250, waarvan 200 negers. De helft der negers lijdt aan de koortshet werk vordert niet en de ellende is groot. -De Teuton van de «Union Company" vertrok onlangs met ongeveer 240 passagiers uit Plymouth naar de Kaapstad en kwam aldaar op 29 Augustus aan. Daar zette zij een aantal passagiers aan wal en vertrok naar de Algoa-Baai, na vooraf echter, naar het schijnt, weder passagiers ingenomen te hebben er waren er althans weder 240 aan boord. Dinsdag avond, 30 Aug., stootte zij bij Queen Point op eene rots en zonk spoedig daarna. Er waren booten uit gezet, waarvan er twee met 27 personen behouden aan wal gekomen zijn naderhand nog een met negen personen, die geloofden dat een vierde boot met der tig personen, waaronder vele vrouwen en kinderen, ook nog wel behouden zou aankomen. In elk geval zijn een groot getal der opvarenden omgekomen. Twee Nederlanders, die aan boord waren, zijn geredr Bij de klippen, waarop het schip stiet, moet een sterke strooming bestaan van twee mijlen in hot uur, die het schip onbarmhartig met zich sleepte. Dit ongeluk schijnt toegeschreven te moeten worden aan den wedijver tusschen de Unionline en de Castle- line. De kapitein van de Teuton had langs de klippen den kortsten weg gezocht, om een schip ker laatst genoemde lijn voor te wezen. Zoo worden, zegt men, dikwerf aan den concurren- tiegeest van stoombootlijnen de passag ers gewaagd. Haarverven gevaarlijk! Te Berlijn kreeg een jonge dame, die, zooals velen aldaar, goudblond haar prachtig vond, en aan keur haar kunstmatig die kleur had gegeven, een ontsteking, die haar het leven kostte. De bekende luchtreiziger Eugène Godard heeft te Schönbrunn bij Weenen een allergevaarlijksten luchttocht gedaan. De ballon was gevuld in een open baren tuin en drie journalisten hadden in het schuitje met Godard plaats genomen. Een onafzienbare menigte woonde het opstijgen bij, dat aanvankelijk zonder eenig ongeval plaats had. Eensklaps ontstond er een scheur in het bovengedeelte van den ballon, welke met ijzingwekkende snelheid begon neer te dalen, juist op het oogenblik dat men zich boven den Donau bevond. Al het gevaarlijke van den toestand inziende, wierp Godard het aan een lang touw bevestigde anker uit. Langs dat touw liet hij zich in den stroom glijden de daardoor verlichte ballon begon weer merkbaar te stijgen en kwam op eenige honderden meters van den Donau neder. De heer Godard slaagde erin al zwem mende den oever te bereiken en weinige oogenblikken later waren de vier lotgenooten in het ongeluk weer in goeden welstand vereenigd. Midhat-pacha en zijne mede-veroordeelden zijn in goeden welstand te Taf, de plaats hunner verban ning, aangekomen. Het bericht van een aanval der Arabieren, die Midhat zouden bevrijd en in bescher ming genomen hebben, is geheel uit de lucht gegre pen. Midhat en zijn voornaamste medegevangenen hebben den weg van Jeddah naar Taf in een palan quin afgelegd de overige gevangenen werden op muil ezels vervoerd. Gedurende hun geheele reis hebben zij aan niets gebrek geleden en de behandeling van hun vervoerders is uitstekend geweest. Alleen misten zij hun vrijheid, maar voor het overige hadden zij het niet beter kunnen wenschen. Sinds eenigen tijd bevinden zich in den Jardin d'Acclimatation te Parijs eenige Vuurlanders, waar omtrent de bladen allerlei bijzonderheden meedeelen. Niets zonderlinger dan de volkomen onverschilligheid van die menschen tegenover verrichtingen, die de nieuwsgierigheid van anderen ia de sterkste mate zouden prikkelen. Van alle mensehelijke gewaarwor dingen schijnt alleen beschroomdheid, ja onbegrijpelijke vrees hen te beheerschen, zoo zelfs, dat men twee dagen tevergeefs beproefde hen te photographeeren; de daartoe gebezigde toestel boezemde hun aen on- verwiunelijk afgrijzen in. Zonder wapenen, zon der kleederen, zonder hutten, verduren die menschen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 2