N°. 77. Zaterdag 2 Juli. 68slc jaargang. Eene quaestie, die wel eens flink onder de oogen gezien mag worden. Inschrijving van leerlingen voor het Middelbaar Onderwijs. GOES, 1 1ULI 1881. Officiëele Mededeelingen. Mededeelingen op verschillend gebied. Gemeenteraadsverkiezingen. Landbouw en Veeteelt. (iOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f -1,75. Afzonderlijke nonimers 5 et., met bijblad 10 ct. Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiün is van 15 regels 50 ct:, elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfide advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Het herhaaldelijk voorkomen van gebrek aap plaats ruimte heeft ons geleid tot een wijziging in de in deeling van ons blad. In de eerste plaats wordt van nu af voor het gansche blad dezelfdeeene geheel nieuwe, letter gebezigd, welker corpus smaller is en waardoor wij natuurlijk meer kunnen opnemen. In de tweede plaats wordt de rubriek advertentiën over 5 in plaats van over 4 kolommen verdeeld. De smallere maar niet minder duidelijke letter maakt, dat de regels bijna evenveel bevatten als voorheen zoodat de kosten eener advertentie ongeveer aan die van vroeger zullen gelijk zijn, terwijl wij op iedere adver tentiebladzijde éene kolom meer beschikbaar hebben. Voor advertentiën over 2 of meer kolommen zal het adverteeren zelfs voordeeliger zijn, omdat nu minder bijzonder groote letter noodig zal wezen om die advertentiën even duidelijk als vroeger te doen uit komen. De prijzen blijven onveranderd, zoodat de wijzi ging geheel in het voordeel onzer lezers en van adver- teerenden zal zijn. DE UITGEVERS. De achtbare gemeenteraad hield openbare verga dering. Er scheen iets belangrijks te moeten behandeld wor den. Niet alleen bewezen dit de deftige en ernstige gezichten van de leden zeiven, niet alleen getuigde daarvan de hooge ernst en waardigheid, waarmee de voorzitter een slag met den hamer gaf, neen, zelfs de jange pijpen der heeren gaven door hare rustige houding te kennen, dat de te verhandelen zaken zoo ernstig waren, dat zelfs zij niet eens met den noodigen haar verschuldigden eerbied—werden bejegend. Het was geheel anders dan anders. Die slag met den hamer was zelfs geheel buiten de orde; of liever door hettegen de ordebuiten de orde zijn bij andere vergaderingen was het nu iets ongewoons, dat er geslagen werd. Het gebruik was, dat de pijpen werden gestopt en aangestoken, dat dan na een paar goede trekken de voorzitter zoo eens ter loops vroeg «Zegt, vrienden! willen wij eens beginnen" en dat dan de secretaris, zoodra de heerén zaten, wat niet lang na den wenk van den president het gevat was, maar dadelijk begon met het voorlezen der notulen. Zoo was vroeger het beginnu moest het wel anders gaan om de eenvoudige reden, dat er geen secretaris was en de burgemeester zelf ook diens functie waarnam. Toch had die deftige hamerslag nog eene andere reden, wat tevens pleitte voor de belangrijkheid der dingen, die kómen;zouden. Er was namelijk publiek om te luisteren. Zoo iets was in jaren niet gebeurd. De belangstelling voor hetgeen de vroede raads leden deden en besloten was zoo luttel, dat niemand er ooit aan dacht om eenige notitie te nemen van hunne vergaderingen. Ia, toen er dan quaestje was van iets gewichtigs dat aan de orde zou komen, van iets dat geheel buiten den gewonen gang van zaken viel, toen bleek het uit de algemeene vraag, of men daarbij tegen woordig zou mogen wezen, duidelijk dat men over het geheel niet het minste begrip had van het licht openbaarheid, dat gemeenteraadszittingen moet be schijnen. En toen een der ingezetenen duidelijk, zij 't dan ook niet in nette vormen, als zijn meening te ken nen gaf dat ieder daarbij tegenwoordig kon wezen, geloofde men hem maar half. De weinige bekehdheid met die openbaarheid ging zooverdat zelfs de raadsleden het niet erover eens waren en dat zelfs de veldwachter, toen hij hoorde wat er gebeuren zou, n.l. dat er publiek zou komen, positief van plan was om den toegang te beletten. Nu is zoo'n veldwachter lang geen autoriteit, dien men licht moet achten. Hij is iemand, die wel degelijk meent zoo knap als een advocaat te zijn altijd in eigen oog en naar het gevoelen van zijne •be.wonderaars, die hem om deze pf gege rpden te vriend moeten houden. Hij geneert jjcfj volstrekt niet om tegenover den burgemeester sommigen beweren dat hij eigenlijk meer burgemeester is dan de titularis zelf over gewichtige zaken te spreken en te zeggen, hoe hij daarover denkt. Dit gaat zoover,, dat zijn «en dat zeg ik ervan" op vele punten als evangelie klinkt en meer gezag heeft dan wat burgemeester of dominee zegt. Nu ook had de veldwachter met den burgemeester, nadat hij gehoord had van het plan van sommigen om de raadszitting bij te wonen, overlegd of dit wel 'in den haak was, ook eene geliefkoosde uitdrukking van den deftigen man van het gerecht, die door zijne bemoeizucht met allerlei zaken, waarmee hij niets te maken had, juist zooveel in den haak geholpen had, dathet niet meer te ontwarren was. Na lang zoeken de burgemeester bleek in de ge meentewet ook al niet bijzonder thuis- kwamen beide waardigheidbekleeders tot de conclusie, dat het publiek wel mocht komen. Nu viel het moeielijk voor den veldwachter om ongelijk te bekennen; en toen som migen, die op dat punt nog niet gerust waren, hem op den man af vroegen of het nog mocht, was zijn kernachtig antwoord, op zijne gewono manier ge geven «Ik zal er mij niet tegen verzetten, maar in den haak is hetgeloof ik, niet." En zoo gebeurde het, dat er publiek was bij de openbare raadsvergadering, wat ook wel aanleiding zal geweest zijn dat alles anders en deftiger dan vroeger toeging, de veldwachter zijn Zondagsch uniform aanhad, nog meer het gewicht van zijn ambt gevoelde, en hij als het ware aan de aanwezige belangstel lenden wilde toonen, hoe hij op deze plaats, waar zij voor het eerst kwamen, veel beter thuis was dan zij. En dat publiek had waarlijk niet veel bijzonders te zien aan de localiteit, die het op andere dagen zelf zoo vaak bezocht, al zag deze er dan niet zoo plechtig uit. Dat publiek luisterde, al kon het van den voor zitter zeer weinig verstaan, uit kracht der nieuwheid naar alles wat gesproken werd, hoe weinig belang rijk het ook was; maar eindelijk bereikte de belang stelling haar toppunt. De voorzitter had meegedeeld, dat een nieuwe secre taris-ontvanger benoemd zou moeten worden, en dat de aanbeveling bestond uit die en die. Wie zou het winnen?" vroeg heel zacht een toe hoorder aan een andergelukkig zoo zacht dat de veldwachter, hoewel hij een zeer verbolgen blik op het publiek wierp, geen aanleiding vond tot eenig gezagsbetoon. Wij verstonden het goed: er werd niet gevraagd wie het worden, maar wel wie het winnen zou? Er was hier dus iets Van kansreke ning in het spel, van stemmen-winnerij. En helaas de belangstelling kwam daardoor onder een zeer zon derling licht. Men wist dat er bij burgemeester en wethouders quaestie geweest was over de aanbeveling, dat de burgemeester, met den veldwachter natuurlijk, een sollicitant protegeerde tegenover een wethouder, die een candidaat aanbeval alleen en op grond van de vaste overtuiging, dat deze een bekwaam man en geschikt voor de opengevallen betrekking waswat men van burgemeesters beschermeling niet kon zeggen. En nu speelde juist de medewerking van den veld wachter een hoofdrol bij die nieuwsgierigheid van het publiek. Bij het grootste deel daarvan had die man ontzag, maar lijden mocht niemand hem en elke af breuk aan zijn gezag was dus velen welkom. Nu ook zou een neerlaag van den burgemeester en hem een velen welkome gebeurtenis geweest zijn niet omdat men overtuigd was van de meerdere bekwaamheden van den anderen candidaat, maar alleen uit genoegen over zulk een tegenwerking van den 'raad. En toch, toen de stemming was afgeloopen zonder dat eenige discussie was voorafgegaan, bewees een stil knipoogje, tusschen burgemeester en veldwachter ge wisseld, voldoende dat zij beiden hadden overwonnen. En het publiek ging onvoldaan over de belangrijke raadszitting huiswaarts. Er was niet gewonnen door hem, dien het zoo gaarne had willen doen winnen. geen Het is slechts een schets, die wij leverden copie van hetgeen eens voorviel. Ligt er eenige waarheid aan ten grondslag, dan is het zeker wel in de eerste plaats deze oude waarheid, dat bij het benoemen van personen voor deze of gene bètrekking, niet alleen van secretaris-ontvanger eener gemeente, bescherming hoofdzaak, bekwaamheid veelal bijzaak is. Toch is het licht, waarin wij zulk eene benoeming plaatsten, niet valsch, naar wij meenen. Personen, die geen overwegend gezag moesten uitoefenendoen dit vaak te veel. Het benoemen geschiedt zoo dikwijls slechts op aanbeveling van beschermers, vrienden of familie quaestiën, die geheel daarbuiten moesten staan, oefenen invloed uit op hendie hun stem moeten uitbren gen. Het zijn vaak daarbij slechts persoonlijke in vloeden, die zich doen gelden. En toch, met hoeveel ernst, met hoeveel overleg, na hoeveel wikken en wegen moest zulk eene keuze geschieden 1 Wij zullen niet zeggen dat wij meer dan vroeger jaren daarvan hooren, maar wel is het een feit, dat er in den laatstcn tijd in verschillende deelen van ons land misslagen aan het licht komen, gepleegd door ontrouwe dienaren. Is het hun schuld alleen, als zij een misstap be gingen Hadden ook zij geen schuld, die de taak van vertrouwen en bekwaamheid toevertrouwden aan onvaste en onbekwame handen Het gevolg van onbekwaamheid is, dat de titularis zichzelven eerst bekwamen moet en de gemeente als leerschool gebruikt. Niet elk dier titularissen heeft in den een of an deren collega een goede vraagbaak ter zijner beschik king; hij moet weleens veel op eigen wieken drijven. Zoo hij nu slechts met juist overleg gebruik maakt van de vele gidsen, ook wel eens minder kiesch ezelsbruggen genoemd, kan het wel schikken, maar ook dien slag hebben lang niet allen. En de vele fouten, die be gaan worden bezorgen de gemeente moeite en last en opmerkingen van de zijde van Ged. Staten, en hebben tevens het treurig gevolgdat er een chaos van verwarring ontstaat, waaruit het moeielijk valt zich met goed fatsoen uittewerken. Dei onbekwame handen, hoe ijverig bij het begin, worden slapper, de gang der gemeentezaken wordt trager, en de secretaris Wij willen hem niet verder volgen, maar liever nog eens herhalen: het was niet zijn schuld alleen dat hij niet volbracht, wat hij moest doen. De comptabiliteit is nog teerder quaestie. Wan neer die wordt toevertrouwd aan zulke handen, waarop wij doelden, dan worden niet alleen de belangen der gemeente zeer benadeeld, maar gaat ook wel een mensch voorgoed te loor. En daaraan zijn ook zij schuldig, die meewerkten om de taak op te dragen aan iemand, die den omvang ervan niet kende; die ten slotte deze slecht vervult ofnog erger doet. Wij zetten hier den vinger op een leelijke wonde, die zich in den laatsten tijd nog al eens vertoond heeft. Er zijn ook andere voorbeelden, dat is waar; er zijn ook bekwame mannen, die struikelden, maar dan rijst de vraag bij ons ophadden zij, die met het toezicht belast waren, wel voldoende gebruik gemaakt van art, 116 der gemeentewet, die voorschrijft dat de gemeente-ontvanger aan burgemeester en wethou ders, zoo dikwijls zij het vorderen, dus ten allen tijde, inzage in de boeken en kas moet geven? Wij noemen het geen controle om op vaste tijden te komen zien, tijden, waarin de titularis met of zonder kunstmiddelen kan zorgen dat alles in orde is; maar wel heeten wij het toezicht uitoefenen, als men onverwachts de zaken komt nazien. En daar toe heeft men recht. Zoo'n controle behoeft niet te geschieden met het doel om bij de minste afwijking den man, die eene fraude beging, voorgoed ongelukkig te maken. Neen, eene vingerwijzing, eene raadgeving; en de overtuiging, dat er goed gecontroleerd wordt, kan voor beide partijen veel voorkomen. Op dat punt laat men zich wel eens door te groote kieschheid leiden, die in het belang der gemeente niet mocht plaatshebben. Maar dat bekwame titularissen ook wel eens strui kelen neemt niet weg, dat een der eerste middelen om verbetering te brengen is goed uit de oogen zien wien men aanstelt. Eene breede rij van sollicitanten doemt bij vaca tures van dien aard steeds op'. En hoe weinig goed timmerhout is daaronder! «Met het ambt komt het verstandis de leuzedie menigeen brutaal genoeg maakt om toch maar te solliciteeren, al weet hij niets van de dingen die gedaan moeten worden. De invloeden van vrienden, familie enz. late men buiten spel. Een ideaal-toestand zullen velen dit noemen, maar niet onbereikbaar als men slechts éen maatstaf neemt: bekwaamheid. En daartoe staat de weg open door het doen af nemen van een examen door deskundigen. De kosten, door de gemeente daarvoor te betalen, worden later ruimschoots vergoed. Maar dan bezoldige men beter! Ook dat laat veel te wenschen over en brengt veelal toestanden teweeg, die weer oorzaak worden van fouten. Dit mag niet zoo wezen, zal menigeen beweren Wij halen het opk niet aan als verschooning voor hen, die misdreven, maar als feit, en het is de plicht van hen, die daartoe de macht hebben, om een groot strui kelblok weg te nemen door betere bezoldiging. Het is waarde traktementen van de burgemeesters worden een bezwaar geacht om die der ondergeschikten te verhoogen. Maar ons dunktzoolang het ambt van burgemeester een eerepost is late men dat niet als motief gelden om menscliendie hard werken geen eerepost kunnen najagen, en aanspraak kunnen maken op meer belooning, die niet te geven. Worden zij goed betaald en begaan zij dan nóg fraudes, dan zijn zij dubbel schuldig. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat de inschrijving van Nieuwe Leerlingen «an de inrichtingen van Middelbaar Onderwijs zal plaatshebben: voor de inrichtingen voor jongens (Hoogere Burger- en Burger avondschool) in het lokaal dier school op Zaterdag 16 Juli a. s. des middags van 123 nren en voor de inrichting voor Meisjes in het lokaal dier school op Dinsdag 12 Juli a. s. des namiddags van 2i urenmoetende van de inteschrijvcn leerlingen een bewijs van vaccine of kinderziekte worden overgelegd. Goes, den 1 Juli 1881. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De St.-Ct. van 30 Juni no. 152 bevat de Wét van 21 Juni 1881 tot inrichting van een dienst ter ver zending met de post van pakketten, een gewicht van 5 kilogram niet te boven gaande, en de Wet van 21 Juni 1881, houdende bepalingen omtrent de zeevis- scherijen. Naar wij uit goede bron vernemen, heeft de heer Ad. Mol Cz. te Borssele aan den voorzitter van den dijkraad van het Calamiteuse waterschap Elle- woutsdijk en den Calamiteusen polder Borssele kennis gegeven, dat hij tegen 1 Juli zijn ontslag neemt als lid van dien dijkraad. Op de Donderdag te Ylissingen gehouden alge meene vergadering van aandeelhouders der stoomvaart maatschappij Zeeland zijn benoemd tot commissaris sen, in plaats van wijlen den heer F. Wibaut, de heer J. Spanjaard, te Vlissingen, en tot vervulling der be staande vacature, de heer F. G. Sprenger, te Mid delburg. MiddCt.) De heer P. A. Giltay verkreeg te Amsterdam niet, zooals in ons nommer van Dinsdag 11. werd ge meld, de akte van hulpapotheker, maar hij legde het praktisch examen als apotheker af. Genoemde heer kan zich nu als apotheker vestigen. No. 1 van het vroeger aangekondigde maand blaadje Tesselschadeis verschenen. Het doel van de uitbreiding van het sedert jaren bestaand corres pondentie-blaadje is om het beginsel van ontwikkeling en kunstzin op het gebied van vrouwelijke nijverheid te helpen verspreiden en meer algemeen bekend te ma ken. De prijs per jaargang is f 1,25 franco per post. Nog moeten met September als raadsleden aftre den te: Baarland, de heeren P. Bruggeman, J. Goense en J. Elenbaas. 's-Héerenhoek, de heeren F. Van den Bulck, P. C. De Jonge, beiden wethouders, en II. Goense. Ovezand, de heeren P. Priem, wethouder, en A. Den Ronden. Wemelmnge. Oprichting .eener tuinbauwvereeni- ging" las ik op het convocatiebiljet, waarbij de leden der vereeniging tot bevordering van landbouw en vee teelt alhier, Dinsdagavond tot het houden eener bui- tengewone vergadering werden opgeroepen. Was het dit onderwerp of het post scriptum: «trouwe opkomst wordt zeer gewenseht", dat de leden tot komen aan zette Hoe dit zij, de opgekomenen hebben zich de moeite niet beklaagd. De ijverige secretaris, de hr. P. Lindenbergh, betoogde in eene goed doorwerkte rede, dat de gewone landbouwproducten niet voldoen aan de tegenwoordige eisclien des tijds, toonde aan, hoe, door de verdwijning der meekrap, de mindere vraag naar koolzaad, de geringe prijs der granen door concurrentie uit Amerika, gevoegd hij de hooge pachten en verhoogde aibeidslooncn de landbouwersstand in onze dagen eer achter- dan vooruitgaat en noemde het daarom meer dan tijd, dat de landbouwer naar mid delen uitzag, om zijn bedrijf meer productief te maken. Spreker meende dat tuinbouw op groote schaal ver betering zou aanbrengen; toonde door voorbeelden aan, hoe in het Westland kleine blokjes tuingrond jaarlijks zeer groote winsten opleveren, hoe in deBeem- ster door eene tuinbouwvereeniging f 7000 zuivere winst op augurkjes werd verkregen en wekte de aanwezigen op mede te werken tot het oprichten eener dergelijke vereeniging in Wemeldinge, dat «enen dichtbij Londen en nader bij Antwerpen en Brussel ligt dan het Westland". Met onverdeeld genoegen werd spreker aangehoord en ten bewijze van instemming met zqn

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 1