1881 N°. 84. Zaterdag 19 Maart. ()8S"' Jaargang. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel, Wie zich tegen I April op de Goesche Courant abonneert, ontvangt de in deze maand nog verschijnende nommers kosteloos. Het feit van den dag. KOHIER van den Hoofdelijken Omslag. Belasting op de Honden. OFFICIËLE MEDEDEELI\GE\. GOES, 18 Maart 1881. Mededeclingen op verschillend gebied. fiOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond* uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, aoo binnen als balten Goes, I.75. Afzonderlijke nommers 5 ot. met bijblad 10 et COURANT. De prijs van gewone advertentiën is van 1—5 regels 50 et-, elke regel meer 10 els. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen woiden van 18 regels a 1.berekend.. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 e Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Agent voor het buitenland: A. STEINER, te Hamburg. In ons land veryoege men aich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. dat Donderdag in Goes verspreid en tevens naar onze geabonneerden te Ovezand en Driewegen gezonden werd. „Het heeft den Almachtige in zijne onnaspeur lijke raadsbesluiten behaagd Rusland te bezoeken met een zwaren slag en deszelfs weldoener keizer Alexander ld, tot zich te roepen in eene andere wereld. Hij viel door de handen van godslasterrijke moordenaarsdie reeds herhaal delijk naar zijn dierbaar leven hadden gestaan. En naar dat dierbaar leven stonden zij, omdat zij in hem den beschermer en den waarbotg zagen voor Rusland's grootheid en voor de ivelvaart van het Russische volk. Buigen wij ons voor den ondoorgrondelijken wil der Goddelijke voorzie nigheid en zenden wij onze gebeden op tot den Almachtige voor de rust van de reine ziel onzes overleden vaders." Met deze woorden o. a. aanvaardde Alexan der III de moeielijke taak van keizer aller Russen. „Daar is weer een kerkvervolger door Gods hand getroffen De beul van Polen leeft niet meer. Op vreeselijke wijze kwam de man die de Kerk als een Nero vervolgde, bisschoppen, pries ters en leeken bij honderdduizenden geslacht en naar Siberië gebannen, en jaren lang door zijn overspelig leven een afschuwelijk voorbeeld aan zijn volk gegeven heeft, aan zijn eind.» Zoo klinkt een stem uit het ultramontaansche kamp; zoo schrijft het blad De Maasbode, zoo •preekt, zoo denkt zeker de ergste vijand van den zoo noodlottig omgekomen keizer. Er zijn van die oogenblikken in 's menschen leven, maar ook vooral op het gebied der we reldgeschiedenis die dwingen tot stilstaan en nadenken. Zoo'n oogenblik was het, toen Alexander II eindelijk den strijd tegen het nihilisme moest boeten met zijn leven. Hij viel door overmoedof wat was het anders Gewaarschuwd, dorst hij toch zijn belagers trotseeren. Had het mislukken van vroegere aanslagen hem overmoedig gemaakt, of was het de over tuiging van gezalfde des Beeren te wezen, die hem niet afschrikte van zich vrij en zonder huivering te bewegen, toen reeds da eerste bom was gesprongen Wij kunnen het niet beslissen. Men moge de grootste republikein, de heftigste anti-monarchist wezen, wij gelooven toch dat bij ieder, onder de nihilisten zelfs, zich een oogenblik van ademloozen schrik voordeed, toen het pleit was beslecht en de keizer was gedood. De nihilisten schrikten wellicht over hun eigen werk, al duurde die schrik, volgens de kort daarop afgelegde verklaringen hunnerzijds, niet lang. Wij gaven twee oordeelvellingen, wij riepen twee stemmen op om hun oordeel te zeggen over het feit van den dag enwat hemelsbreed verschil 1 Wat breede rij van beschouwingen en gedach- ten ligt daar tuesehen 1 Aan de eene zijde Alexander als een be schermeling van een God, over wiens ondoorgron delijken wil in dezen men liefst niet verder wil na denken, aan den anderen kant God beschouwd als de wreker over denzelfden man, en dit nog wel wijl Alexander een anderen godsdienst niet welwillend gezind was. Tot welke grove uitersten wordt het begrip van een God hier geëxploiteerd I Men ziet hetde on liefderijkste opvatting bij hen, wier gedachten door godsdiensthaat zijn beneveld, komt bij het ultramontaansche blad duidelijk uit. Toch kozeu wij die beide uitersten om des te beter te doen uitkomen, hoe moeielijk een onbevooroordeelde en juiste uitspraak zal wezen over den mau, wiens tragisch etude een der ge wichtigste gebeurtenissen van bet jaar 1881 kan genoemd worden, en wiens leven tot zooveel verschillend oordeelen aanleiding geven kan. Den persoon in zijn particulier leven kunnen wij laten rusten. Men weet, dat men in vorsten- kringen ook al niet gaan moet om strenge begrippen van zedelijkheid ten opzichte van het huwelijk te vinden. Toch veroordeele men de personen hier niet te hard, wijl de étiquette bij dergelijke aangelegenheden het hoogste woord voert, en sympathieën geheel zijn buiten gesloten. Daarbij is genoeg bekend, dat de keizerin bijzonder weinig takt en verscheidene oneigenaar digheden bezat, die het leven van haar gemaal minder veraangenaamden. Edoch, wij hebben slechts het oog op den vorst en zijn land. Rusland is een land bij uitnemendheid om samenzweringen het weligst te doen tieren. De keizer is alleenheerscher, en weinig bekend als zulk een vorst kan zijn met de behoeften van zijn volk, hangt hij af van de opvattingen van hen, wie het gelukt is zijn vertrouwen te winnen, en die meestal uit aristocraten bestaan, die evenmin het volk kennen of willen kennen. Keizer Alexander was iemand van een goed aardig maar zwak karakter, en daardoor juist werd hij heeu en weer geslingerd en kon hij niet in éen richting voortgaan. Zijn voorganger, keizer Nicolaas, wist beter te handelen; hij speelde den tiran. „Hij gebood zoo lezen wij in de levens schets van Loris Melikoff, door den heer Balsem in zijne serie Mannen van beteekenis gegeven, dat geheel Rusland zwijgen zou en Rusland zweeg ook op zijn bevel. In zijn onmetelijk rijk heerschte dertig jaar lang een stilte als van het graf. Eeuwige stilte in de bedorven, karakter- looze, onzedelijke aristocratie, die den troon om ringde, die haar slaafschen rug kromde, en met gehuichelden eerbied sidderde als de Russische Jupiter de wenkbrauwen fronstestilte in de veile, gewetenlooze ambtenaarswereld, die als een zwerm roofvogels zich op het ongelukkige volk wierp; „„eeuwige stilte"", zooals Nekras- soff, de dichter der smarten en ondeugden van het nieuwere Rusland zingt, „„eeuwige stilte in de diepten, over de velden, waarop, over den ploeg gebogen, de boer zwoegt van het morgen rood tot het vallen vau den nachteeuwige stilte in die donkere, treurige vervallen dorpen, waar de zwartberookte hutten meer op hokken dan op measchelijke woningen gelijken; eeuwige stilte in de ziel van dat groote, heldhaftige volk, dat met het werk zijner handen, met zijn harte- bloed Rusland heeft gemaakt tot wat het thans is, en tot belooning slechts ellende, onwetend heid, onrecht van allerlei aard heeft verworven; eeuwige stilte in het hart van dat gansche volk, dat voor zijne Czareu geknield ligt, voor de eenige werkelijke oorzaak van al zijne ellende."" En de dichter heeft gelijk. Juist het des potisme, de onbeperkte tnacht der Czaren maakt den toestand onhoudbaar. De keizers zeiven kunnen persoonlijk met de beste bedoelingen bezield zijn; maar het is on mogelijk, dat éen man de macht bezit tot ver beteren zijn eigen verantwoordelijkheid is te groot en een beletsel om te doen, wat gedaan moet worden. Begint hij hier te verbeteren, dan wordt hij elders beschuldigd vau onbillijkheid; waar hij mistast, stapelen de verwijten zich alleen op zijn hoofd; waar de ambtenaren tyrannie plegen, wordt hij daarvan beschuldigd hij toch alleen is verantwoordelijk, en zij handelen in zijn naam. Dit heeft ten volle het leven van Alexander 11 bewezen. Hij is met de beste bedoelingen begon nen. „Bijna onmiddellijk ua den dood van keizer Nicolaas veranderde het geheele stelsel van re geering. Door een koenen greep in de Russi sche maatschappij werd het lijfeigenschap opge heven de pers kreeg eene vrijheid, waarvan in Rusland geen voorbeeld bekend washet onder wijs, de rechtspleging, het leger, de administratie, in éen woord, iedere tak van bestuur werd her zien en hervormd, en een nieuw leven scheen uit de puinhoopen der oude dwingelandij te ver rijzen Uit de duisterste tirannie scheen Rusland met éen sprong de volmaaktste vrijheid te ver werven, geleid door een verlicht en welwillend keizer." Maar om als hervormer op te treden, daartoe behooren bijna bovenmenschelijke kracht en vol harding. De adel, gebelgd over die hervormingen, stak het hoofd opde ambtenaren, vreezende voor tegenwerking in hun knoeierijen, beletten alles wat slechts naar hervorming geleek. En de Russen over het geheel, de studeerende jon gelingschap in het bijzonder, in wiens belang de deuren der universiteiten wijder werden ge opend dan ooit te voren, waren als een pas herstellende zieke, die zoovele voedingsmiddelen niet kan gebruiken, wijl zijn maag nog te zwak is om ze te verteren. Keizer Alexander begon zelf te huiveren voor zijn eigen liberaliteit, en er waren er genoeg, die het hem telkens voor oogen hielden, dat hij te ver ging en hem vrees aanjoegen met samen zweringen, die de oud-Russische partij smeedde of verondersteld werd te smeden. En toen den 16 April 1866 een jong dweper Kasakosoff het eerste schot op hem loste, was het zeker geen wonder dat eene zenuwachtige gejaagdheid zich van hem meester maakte, die bij elke hernieuwden aanslag hij stond er aan vijf bloot toenam, en dat hij, hoe langer zoo meer moedeloos, de hervormingen staakte Nog eens: wie oordeelen wil over Keizer Alexander's daden, over zijn schuld of over zijn goedheid, over het slechte of het goede van zijoe rege'riug, hij boude vooral rekening met de kracht, die wordt vereischt om in een chaos, als in Rusland bestaat, verbetering te brengen. Waar te beginnen? is daarbij de eerste vraag; wat is het einde is de grootste quaestie, die een hervormer niet uit het oog mag verliezen. De keizer is gevallen als slachtoffer van zijn eigen stelsel, dat veroordee'd is, maar daarom in hem moest gevonnisd worden. En weer, zij 't dan ook niet zoo luid als bij het optreden van den gevallene, klinken Hosan na's ter eere van den, zoo men zegt, hervormings - gezinden Alexander lil. Hoe lang zal het duren vóór het „vermoord hem» zal weerklinken? Benijdenswaardig is zijne positie niet. Tyrannie wordt niet meer geduld en zooals Nicolaas eenmaal regeerde is het thans onmo gelijk. Alexander II heeft den weg daartoe afge- snedeh door zijn land een spoorwegnet te schen ken waardoor de begrippen van vrijheid en beschaving als het ware binnenstroomen. De nieuwe Czaar zoeke daarom den weg naar geleidelijken vooruitgang. Hij luistere naar de vrijmoedige stem van de provinciale staten van Tchernigof, die zijn vader ernstig onder het oog brachten dat eene vreed zame ontwikkeling der sociale instellingen de eenige waarborg is voor den vooruitgang en dat de sociale organisatie in Rusland een ziek tekiem bevat, die niet door tijdelijke hulpmid delen maar slechts door eene grondige behan delingswijze moet worden overwonnen. De nieuwe Czaar doe afstand van zijn alleen heerschappij, en sla het oog naar het Engelsche staatsbestuur, niet als model, maar als voorbeeld hoe, bij de heftigste woelingen in Ierland en van de zijde der Fenians, het leven der koningin geen oogenblik gevaar heeft gelaopen. Men kent daar slechts de regeering, niet de personen en allerminst de persoon, die aan het hoofd staat, maar die zelve geen eigendunkelijke daad verrichten mag. Hij leere zijn volk meer en meer zelf deel te nemen aan de algemeene zaak en daarbij macht uitteoefenen, maar beperkejtevens die van zich zei ven door eene constitutie. Toen Nicolaas in 1825 den troon besteeg, riepen eenige afdeelingen der keizerlijke garde.- Leve de Konslitoutia, en de soldaten meenden dat daarbij van eene vrouw sprake was. Ook nu nog zullen lang niet alle Russen recht begrijpen wat een constitutioneele regeerings- vorm beteekent, maar de tijden zijn toch wel zooveel gewijzigd, dat men hieromtrent betere ideeën dan destijds zal koesteren. Om daartoe te geraken is echter „noodig de zienersblik van een staatsman, die eene nationale gestalte weet te geven aan hetgeen onbestemd in den boezem van het volk woelt en werkt". Welken invloed het feit van den dag op de buitenlandsche politiek zal uitoefenen is, meenen wij, op dit oogenblik gemakkelijk na te gaan. Ons dunkt, de groote moeielijkheden, waarmee Rusland iuwendig te kampen heeft, zulten wel elke verandering in de politiek onmogelijk maken. En laat de nieuwe monarch op dit oogenblik persoonlijk vriendelijker tege» Frankrijk dan tegen Duitschland zijn, avontuurlijke of ge waagde staatkunde komt Rusland thans aller minst te stade. Het heeft te veel belang bij den uitwendigen vrede om dien moedwillig te verstoren alleen uit persoonlijke sympathieën. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat het KOHIER VAN DEN HOOFDELIJKEN OMSLAG dezer eemeente voor het dienstjaar 1881 door den Raad in zijne ver gadering van gisteren is vastgesteld, en dat bet kohier andermaal ter inzage van belanghebbenden zal liggen ter secretarie van Vrijdag den 18 toten met Zaterdag den 26 Maart a. s., op de werkdagen, kunnende gedu rende dien tijd bij Gedeputeerde Staten der provincie reclames worden ingeleverd. Goes, den 18 Maart 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 3. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. BUBGEMEESTEK en WETHOUDERS vin GOES brenger, ter openbare kennis, dat het volj aars-kohier der belasting op de honden over 1881 door den ge meenteraad in zijne vergadering van gisteren is vast gesteld en andermaal gedurende acht dagen, van Vrij dag den 18 tot en met Zaterdag den 26 Maart a. s., op de werkdagen ter Secretarie ter visie zal liggen, kun nende belanghebbenden tegen hunnen aanslag bij Ge deputeerde Staten in beroep komen met een bezwaar schrift, op ongezegeld papier geschreven. Goes, den 18 Maart 1881. Burgemeester en Wethouders voornoemd, j. g. de witt hamer. De Secretaris, hartman. De paardenarts 2e kl. Dhont, van het 3e reg. huzaren te Bergen-op-Zoom, is overgeplaatst bij het 3e reg. veld-art. Oost-Indie. De opzichter 2e klasse bij den waterstaat en burgerlijke werken A. Legerstee is overgeplaatst naar Magettan (M&dioen). Wq vernemen, dal binnen eenigen tijd in onze gemeente de heer B. II. Heldt, president van de Algemeene <ce*kl'udenvereeniging en redacteur van de Werkmansbode, eene lering zal houd d. Een zeer matige entree 5 cent per persoon zal ook den werk lieden gelegenheid geven het bszadigd v.o.rl vaneen man uit hun stand te hooren. Te Middelburg hnbbeu eenige ingezetenen van Velschillende richting zich «ereenigd om te trachten

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 1