BIJVOEGSEL
GOESCHE COURANT.
DONDERDAG
10 MAART 1881.
No, 50.
Communed grondbezit.
lutrezoadaa Stakeen.
Mijnheer de Redacteur!
In 'tjongst verschenen nommer van het Nieuws en
Advertentieblad voor Noord- en Zuid-Beveland wordt
door iemand uit de burgerklasse een overzicht gege
ven van de lezing, gehouden door den heer Domela
Nieuwenhuis op Donderdag den 24 T?ebr. in de
Schouwburgzaal alhier. Onder meer komt daarin
voor „de heer Nieuwenhuis heeft zich zeker verblijd,
dat nog al betrekkelijk velen (een 60tal) hem
kwamen hooren ons deed het genoegen dat de
genen, die er in de eerste plaats hadden moeten
zijn, wilde die heer zijn doel bereiken, er niet of
zeer weinigen ervan warennl. van den werk
mansstand; onze werklui hebben allerminst behoefte
aan zulke voordrachten."
Ik had liever gelezen: Jammer, dat het entree
geld nl. 25 ct. voor den werkman nog te veel was
en hij daardoor geen gebruik kon maken van de
gelegenheid om zich goed op de hoogte te stellen
van 't socialisme en van 't onrecht, dat men pleegt
in de maatschappij ten aanzien van den werkman.
Als er nu in 't vervolg nog eens een lezing ge
houden wordtwaarbij vooral werklieden moeten
opkomen om 't doel van den lezer te bereiken
dan hoop ik dat de entreegelden wat lager, ja als
't kon dat er geen entreegelden werden vastgesteld,
dat ieder werkman er naar kon gaan luisterenik
twijfel niet of er zullen dan meer werklieden bomen.
Dat zijn nu gedachten van een gering werkman,
die hoopt dat de heer Nieuwenhuis en zijn partij-
genooten spoedig hun doel mogen bereiken wat
niets anders is dan, dat ieder mensch, dus ook de
arme werkman, krijge wat hem als mensch toe
komt.
Dankzeggend voor de plaatsing dezes noem ik mij
UEd.dw.dienaar
Goes, 4 Maart 1881. S.
Wat wij den schrijver persoonljjk meedeelden
■willen wij even hier herhalen.
Liever hadden wij gezien, dat hij zijn stuk ter
opname gezonden had aan het blad, dat hem aan
leiding gaf om het te schrijven. Overwegende be
zwaren zijnerzijds, die wij billijken moesten, hebben
ors doen afwijken van onze gewoonte om eerst dim
dergelijke stukken optenemen, als zij door bet blad,
waarin zij thu:s behooren, zijn geweigerd.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij een paar woorden naar aanleiding van
uw hoofdartikel „Een Zaaier" in het eommer uwer
courant van 3 Maart jl.
Ik begin met hulde te brengen aan het standpunt,
door u tegenover de lezing van den beer Domela
Rien'oenhuis aangenomen. Eerst een zooveel mogelijk
onpartydig verslag, daarna na kalm nadenken, een
afzonderlijke crituk. Dit is, dunkt mij, de juiste weg,
in dergelijke gevallen door da pers te volgen.
Miar juist daarom deed bet my leed in boven
genoemd artikel aan het slot eenige zinsneden te
vinden, waaruit bljjkt, dat bet denkbeeld van coin-
muneel grondbezit door u verkeerd is begrepen. Uw
vroeger getoonde verontwaardiging over het gezegde
van den heer IV. de „pers licht niet voor, maar
liegt voor" geeft mij grond tot bet vermoeden, dat
het u te doen is ooi voorlichten, en dat het u dus
even aangenaam is een rectificatie op te nemen, als
het mij is dia te geven. Ik dos dit met temeer
genoegen, daar ik, ofschoon geen voorstander vnri het
socialisme op industrial gebied, op agrarisch gebied
bet beginsel daarvan volkomen huldig.
En welk is dit beginsel? Voor een Gocsenaar is
dit hijzonder gemakkelijk duidelijk te makeo. Wij
hebben toch hier dicht in de buurt een stelsel vau
bebouwing, dat bijna geheel weê'geeft het stelsel,
door de socialisten voorgestaan, op een zoo dadelijk
te noemen uitzondering Da. Ik bedoel den „Wil-
helminapolder'', die als naamiooze vennootschap reeds
een overgang vormt lot het gewenschte. Maar,
en dit is de genoemde uitzondering terwijl bier
een groot aandeel van de opbrengst vloeit in de zak
ken van eenige renteniers, wil het agrarisch socia
lisme dit aandeel doen vloeien in de staats- of ge-
meentekas. De exploitatie van den Wilhelmiriapolder
en ik geloof, dat deze tot model kan strekken
is voor mij het beste bewijs, dat hetgeen de soc:a-
listen willen uitvoerbaar is. Waren de gronden in
den aanvang dezer eeuw niet door verkoop overge
gaan in het privaat bezit van eenige Rottcrdamsche
heeren, maar waren zij gebleven gemeenschappelijk
bezit, en dan geëxploiteerd vanwege den staat of
vanwege de grmeente Goesdan had men hier,
wat den landbouw betreft, volkomen wat de socialis
ten willen. 1 e traktementen der verschillende per-
BODen, in den polder werkzaam, waren dan hooger
geweest dan thacs, en de belastingen waren zeker
aanzienlijk minder.
Oorspronkelijk was de grond gemeenschappelijk bezit.
Door moord en roof ontstond het feudaal bezit. De
grorid, Ie zemen met zijne bewoners, werden eigen
dom van den sterkste de bewoners werden lijfeigenen
verklaard.
In latere eeuwen werden de lijfeigenen vrijgemaakt,
maar hun vroegere bezitting, de grond, werd niet
teruggegeven deze biet f privaat bezit. Het vroegere
onrecht ie nog niet geheel hersteld de teruggave van
den grond aan het volk, dednvoering van conmuneei
of gemeenschappelijk bezit moet nog steeds plaatshebben.
Ik zal niet ontkennen, dat k t privaat bezit zijn
goede zijden heeft gehad. Erret daardoor en bet
daarmede gepaard gaande eigenbelang, 16 bij de nog
weinig verstandelijk en zedelijk ontwikkelde meiisch-
heid de wetenschap van den landbouw ontstaan. Maar
nu men eenmaal die wetenschap verkregen het ft, is
het privaat bezit nfet langer noodzakelijk, maar zelfs
schadelijk voor haar verdere ontwikkeling. Het is
toch een feit, dat de tegenwoordigs productiewijze
groots kapitalen vereiachi, en dat het velen grond
eigenaars en pachters aan het «oodfge kapitaal daar
toe ontbreekt. Van daar dat reeds zoo veel grond
is overgegaan in handen van naamiooze vennootschap
pen, die den overgang vormen vau kapitalisme tot
socialisme.
VYat wij dus tvenschen, komt hierop neder Onteige
ning vau den grond (was de grond nog in harden der
oorspronkelijke roovers, wjj zouden zeggen terugname
van den grond; maar nu reeds zoo vote eeuwen verloo-
pen zijn, is biliijke schadevergoeding tvsnschelijk); geen
privaat bezit, maar staats-gemeenschappclijk bezit daar
van. De grond wordt na die onteigening riet verdeeld,
zooals door u scbynt begrepen te zijn [bet is trou
wens de gewone caricatuur, die reien van het socialisme
maakt en in koffiehuizen en helaas ook in de pers
bestrjjdt], maar blijft aan den Staat, en wordt van
s:aats- of gemeentewege geëxploiteerd, ongeveer zoo-
als de Wilhelmiuapotder bebouwd wordt. De opbrengst
dient in den aanvang byaa geheel tot delging van schuld,
door de onteigening onlstaiiD, en vloeit later in de
staa's- of gemeentekas. Met liet oog op decentralisatie
schijnt gemeente-exploitatie mij bel wenschelykst. Even
als men thans in de grondwet leest„Het openbaar
A propos, M. de R., kent gij reeds het gezegde:
„hij liegt als de grondwet," dat sedert den eisch om
algemeen stemrecht volksspreekwoord dreigt te worden f
Welk een respect bezorgen de kiezers aan onze hoogste
staatswet I
onderwijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg
der Rigeering", zul men dan ook lezen „Uerxploita-
tie van den grond is een voorwerp van aanhoudende
zorg der Regeering." Evenals men thans schoolopzie
ners en schoolinspecteurs hseft, zullen er dan opzieners
en inspecteurs van landbouw, veeteelt euz. zijn.
Wat is er nu in dit alles onpraktisch of onmogelijk
Gij spraakt in uw opstel van verdeelen. Netn, de
socialist wil juist niet verdeelen; hij wil een einde
maken aan het tegenwoordige verdeelsysteem, waarhij
de kapitalist of grondeigenaar aan den besten koop is.
De opbrengst van den grond wordt tegenwoordig zoo
verdeeld, dat de grondeigenaar het meeste, de pachter
het minste krijgt. De laatste moet zooveel afstaan, dat
er juist genoeg oveib'.ijft om niet te sterven. Doet de
eene pachter dit niet, dan zal de andere meer bieden.
Zoo worden de pachters door concurrentie gedreven
om zeiven een minimum te b?houden,en den grondeige
naar een maximum te geven.
Eo dit maximum wo:dt door allerlei omstandig
heden steeds grooter. De grondrente, de pacht stijgt
voortdurend. Men weet dat hier in Zeeland maar al
te goed. Wel is er in de laatste jaren een daling geweest;
vêrsche'dene pachleis hebbeirhun contracten uiet kun
nen nakomen, maar dit was slechts een tijdelijk ver
schijnsel, dat aan den algemeenen regel geen afbreuk
doet. Door omstandigheden, onafhankelijk van zija
wil, zjju werkkracht, zyn energie wordt da grondeige
naar steeds nieer en meer gefortuneerd. De Engelsche
staathuishoudkundige Ricardo heeft de oorzaken van
dit verschijnsel aangetoond. Zijne besluiten zyn door
bijna alle saathuisboudkundigeu voor waar erkend.
Lsi-s s'eebi» wat de hoogleeraar Pierson in zijn „Be
ginselen der staathuishoudkunde" [II. pag. 104] schryft:
„De mannen der wetenschap sloven zich af om
waarheden te ontdekken, welker toepassing de pro
ductie zal v rneerderen j de S'.aat wendt millioenen
aan iot ve'bentang der middelen van gemeenschep;
vlyiig bespieden snetio oiogen dm loop der storm
winden, eu bun voorspellingen, die dagelijks aan be
trouw isf ar heid winnen, verminderen het getal der zee
rampen. De grondeigenaar ziet het rustig aan en
denktd t alles doet ge voor mij. De voornaamste
vrucht vin uw werk zal zijn, dat mijn inkomen toe-
n-cmt en zoo het al tydelijk vermindert, naar ge
lang die vermindering grooter is, zal de prikkel tot
aanwas der bevolking krachtiger, de pto-f, waarop
myn gfduld wordt gesteld, korter zyn. Zet dus uw
arbeid vooit. Natuuronderzoekers, vermeerdert onze
keunis van den grond eD zyne eigenschappen ree-