RECHTZAKEN. I dan den bloei der school niet moet trachten te be houden, en of men den ijver der leeraren niet moet appreciëeren. Zgna bedunkens moet de raad dien ijver aanmoedigen door hen naar waarde te beloonen. f. De echool is en iel voor Je kinderen der gegoeden. Het kohier van den hoofd, omslag kan dit logenstraffen. Maar bovendien is telfs voor een paar jaren eene bepaling in de verordening voor het middelbaar on derwee opgenomen dat gratis onderwijs kan worden verleend. Eenmaal tal het toover komen dat de school geheel gratis kan warden bezocht. Dit demo cratisch beginsel moet gehuldigd worden en dan tal de school voor ieder toegankelijk zgn. j. De hoofd, omtlag tal verhoogd moeten morden. Spr. is niet bang voor dit ewarte spook op grond der ervaring van de jongste jaren. De hoofd, omslag is telfs verminderd, maar al ware het, dat het bedrag moest verhoogd worden dan tou spr. daarvoor niet terugdeinzen om het voorstel aan te nemen. Men tiet het cijfer van den hoofd, omtlag, maar men let niet op de maleriëele voordeeleDdie de hoogere burgerschool voor de gemeente afwerpt. De leeraren en vele leerlingen vau eldersdie gebruik van de hoogere burgerschool makenmoeten leven en eten, en dit werpt indirecte voordeelen af. Waar eene hoogere burgerschool bestaat, daar moet ty goed zijn, of anders heffe men haar op. De hear dr. Callenfels beantwoordt den vorigen spreker, met de volgende wederlegging. De heer Van Swinderen heeft gewaagd van ketterij. De heer Quilt zegtja ketterij De heer dr, Callenfele vervolgtis dit drijven f Spr. weet nietdat hij ooit een drijver is geweest maar bovendien vordert de parlementaire discussie dat men beleefd tg, en geene tonderlinge redeneeringen aanvoere. Dat de leeraren privaatlessen geven is niet genegeerden daaruit trekken tjj toch voordeelen. Dat de leeraren bjj verhoogde jaarwedde meer zouden blijven gelooft spr. nietwant het geld trekten de ondervinding heeft bewezen, dat er daarom een massa zijn weggegaan. Ook is gezegd, dat men wel zon doen, om den ijver der leeraren te beloonen. Maar alt de ijver door geld moet verkregen worden, vindt spr. dit geen goeden ijver. Hij gelooft, dat tonder verhooging van jaar wedde de leeraren evenveel ijver tullen bljjven betoonen. De heer jhr. De Unreei van Swinderen verzekert niet de bedoeling gehad te hebben, om Óen woord te spre ken, dat iemand zou kunnen kwetsen. Hjj verstaat onder ketterij eene afwijking van den rasten regel, door de wetenschap en de ceconomie aan de hand gedaan. De beer dr. Callenfele verklaart met dit antwoord tevreden te zjjo. De heer Maeeee is van oordeel, dat de tegenwoor dige gemeenteraad niet mag afbreken, wat een vroegere heeft opgebouwdspr. tal daarom vóór bet voorstel stemmen. Hg vraagt echter eene kleine inlichting en wel, of, wanneer er nu later bjj eene vacature iemand zicb opdoet, die in twee vakken onderwijs moet geven, doch slechts voor Óen de bevoegdheid bezit, deze dan ook de verhoogde jaarwedde zou genieten. Spr. tou dit niet goed vinden, tenzjj men tot eene algebeele verhooging zou overgaan. De heer Ochtman wjjst er op, dat iedere benoeming door den gemeenteraad geschiedt, en dat niets van te voren met zekerheid kan gezegd worden. Evenals de inspicteur is spr. van oordeel, dat met de aanneming van het voorstel een groote stap voorwaarts wordt gedaan, maar of nu alle moeielijkheid in deze tal zijn afgesneden, is onbekend. De heer ISateee herneemt, tevreden te zgn met de verklaring dat bet de bedoeling is om door het ver hoogde honorarium voor iedere leeraarsbetreltking vol komen bevoegden te verkrijgen. De heer mr. De Jonge van Ellemeet weet niets meer te voegen bjj de uitstekende wjjze, waarop de heer Ochtman het voorstel der commissie van toezicht, dat door baar na rjjpe overweging met eenparigheid van stemmen gedaan is, heeft verdedigd. Spr. zou voor zichzelf niet verantwoord zjjn, als bjj niet zjjne stem aan het voorstel schonk. Eene inrichting, die in bloei verkeert, mag niet worden prjjs gegeven aan achter uitgang en verval. De beer Pilaar zegt, dat hjj gaarne vrjjheid tou vinden, om met het voorstel mede te gaan, want de bloei der hoogere burgerschool gaat ook hem leer ter harte. Maar als hjj bedenkt, hoe, kort ge leden, bjj de behandeling der begrooting, zoovele aan vragen van ambtenaren om verhooging hunner jaar wedde zjjn afgestuit op den ffnanciëelen toestand der gemeente, dan is hjj huiverig om zjjne stem aan dit voorstel te geven. En bovendien, moge er al bjj vacatures voor een enkel vak weinig of geene solli citanten opkomen, voor tal van vakken W8S het aan tal sollicitanten zeer aanzienlijk. Om nu aan eene algebeele verhooging mede te werken, en daarvoor dm H. O. te verhoogen, durft spr. niet doen. De heer Ochtman merkt op, dat de heer Pilaar het voorstel niet scbjjnt te hebben nagegaan, daar het geene algebeele, maar eene partieel# verhooging bedoelt en wel alleen voor die leeraren, die de be voegdheid voor meerdere vakken bezitten eu daarin onderwijs geven. Het is waar, dat aanvragen van andere ambtenaren zjjn afgewezen, maar waarom Omdat men niet overtuigd was van de dringende noodzakelijkheid der verhooging. Indien het door den heer Pilaar aangevoerde het eenige motief is, waarom hjj tal tegenstemmen, dan durft hjj dien beer aan raden, de zaak nog eerst ernstig te overwegen. Daarbjj i» van verhooging van den hoofd, omslag voorshands nog geen sprake. De Voorzitter wil den heer Pilaar nog even re- pliceeren, omdat in bet door hem gesprokene een bedekte besohuldiging voor burg. en weth. ligt van inconsequentie. De aanvragen van andere ambtenaren om verhooging hunner jaarwedden werden niet afge wezen, op grond dat de kas die niet toeliet, maar omdat er geen pericultim in mora was, omdat men de overtuiging bad, dat bjj het verdwijnen dier amb tenaren anderen konden worden aangesteld, die even goed waren. Met de leeraren der H. B. S. is dit anders. Men zou geene leeraren kunnen krjjgen, dan van een lager peil. Dit strekt ook tot antwoord voor den heer Callenfels. Die heer scbjjnt maar niet te kunnen begrjjpen, dat tegenwoordig het ooderwjjs niet aan bet dalen is, maar dat de autoriteiten op het gebied van onderwjjs, die, met achting voor de raadsleden zjj het gezegd, toch een ruimeren blik dan zjj hebben, vreezen voor de toekomst. Waar burg. en weth. dus het voorstel der commissie ondersteunen en aanprijzen, geschiedt dit niet in het particulier belang der leeraren, maar in het belang van het onderwijs van de H.B. S. Kan de heer Pilaar éen vak opnoemen, waarvoor de verhooging niet noodzakelijk is t De heer Pilaar zegt dat bij de verhooging voor den leeraar in de gymnastiek niet noodzakelijk acht. Hjj gelooft, dat zich bjj iedere vacature ge noeg sollicitanten zullen aanmelden. Da heer Ochtman antwoordt, dat hjj juist niet zou weten, hoe de vacature, wanneer zij ontstond, vervuld moest worden. Nog dezer dagen werd te Leeuwardeneene leerares in de gymnastiek gevraagd op eene jaarwedde van 1000, en Goes geeft 300. Ook wjjst hij er op, welke eischen tegenwoordig aan de candidaten gesteld worden, blijkbaar aan het groot getal dat bjj de examens wordt afgewezen. Men bedenke toch hoe het ook met de bevoegden voor dit vak is„het zjjn niet allen koks die lange messen dragen." De Voorzitter geeft zjjn spijt te kennen, dat de heer Pilaar dit argument gebezigd heeft. Die heer gelooft, dat er voor de gymnastiek genoegzaam sollicitanten zjjn. Maar de leden van den raad zitten hier niet om te gelooven, maar om te be sluiten op goede gronden. De heer Pilaar had de gronden, die voor de verhooging der jaarwedde, ook van den leeraar in de gymnastiek, bestaan, kunnen weten, wanneer hij dien staat van de jaarwedden aan andere inrichtingen had gelezen. Gorinchem betaalt 900, Breda 500, Zaandam f 300, Tiel ƒ650, Hoorn ƒ500, Veendam ƒ700, en er zijn plaatsen van 850. En nu heeft de commissie uitsluitend gemeenten genomen, die in zielental en financieels krachten met Goes op nagenoeg gelijke lijn kunnen geplaatst worden. Spr. vraagt: waar blijft nu „ik geloof', tegenover zulke argu menten Ditzelfde geldt ook voor den heer Cal lenfels. Die gelooft ook, dat ontstaande vacatures wel vervuld zullen worden, doch spr. vraagt: wat helpt geloof, als de ervaring dit logenstraft Wan neer de heeren de stukken gelezen badden, zouden zij voorzeker anders spreken. Bij de vacature van de leeraren Kosters en Jansen heeft het maanden geduurd, vóór men een opvolger kon benoemen, voor Kolpa is iemand benoemd, die slecht3 gedeel telijk bevoegdheid heeft. Het is niet een enkel vak, maar de meeste vakken, die uit een oecono- misch oogpunt vereenigd zgn, maar nu ook beter moeten bezoldigd worden. De heer Pilaar moet bekennen de stukken niet a tête reposé te hebben ingezien. Er was slechts een kort tijdsverloop tusschen de ontvangst van het convocatiebiljet en den tijd der vergadering. De biljetten zgn Maandag uitgegaan, daarop volgde de Dinsdag (marktdag), waarop spr. door ambts. bezigheden verhinderd is naar het stadhuis te gaan gisteren moest spr. naar buiten, en daardoor heeft bij niet de vereischte zorg aan het onderzoek kun nen besteden. De heer Massee vraagtof hij niet kan voor stellen, om de vergadering voor 5 of 10 minuten te schorsen, ten einde den heer Pilaar gelegenheid te geven den staat der jaarwedden van de leer aren aan verschillende inrichtingen elders in te zien. De Voorzitter zegt bereid te zijn alle inrich tingen ook omtrant andere vakken, aan den heer Pilaar te geven, als deze dit verlangt. De heer Pilaar zou wel wenschon dat de be slissing werd uitgesteld, ook met het oog op de afwezige leden. De Voorzitter zou dit bezwarend achten. Wat den heer Pilaar van daag belemmert, om de stukken te zien, kan morgen voor een ander lid gelden. De heer Massee voert aandat de cijfers hier spreken en het den heer Pilaar niet moeieljjk zal zjjn, om in eenige oogenblikken op de hoogte te komen. De heer Quist zegt, dat het een gewichtig be sluit ishetwelk moet genomen worden. Er zgn drie leden afwezig, van welke twee zeker de vol gende vergadering zullen opkomen. Met den heer Pilaar heeft spr. bezwaren tegen de verhoogde uitgaven en nu die heer geen gelegenheid heeft gehad, om de stukken goed in te zien, ondersteunt hjj het denkbeeld van uitstel. De heer dr. Callenfels merkt op, dat de heer Pilaar een voorstel tot verdaging heeft gedaan, en dat dit in omvraag moet gebracht worden gelijk menigmaal geschiedt. De Voorzitter vraagt, of de heer Pilaar een voor stel doet? De heer Pilaar zegt, daar straks slechts een wenseh te hebben uitgesproken, maar er nu wel een voorstel van te maken, aan de prudentie van burg. en weth. de bepaling van den dag der ver gadering overlatende. De Voorzitter bestrijdt het voorstel. De verhin dering om de vergadering bjj te wonen, die heden voor A. B. en C. bestaat, kan morgen voor D. E. en F. aanwezig zjjn. Er is een lid van den raad, die in een half jaar geene vergadering heeft bjj- gewoond. Op die wijze wordt de gang van zaken verlamd. De heer jhr. De Marees Van Swinderen acht ook uitstel gevaarlijk. De stukken hebben behoor lijk ter visie gelegen en zijn duidelijk, waarom zou men dan de beslissing verdagen De heer Van der Hoek is ook van oordeel, dat het niet te pas komt, om, ter wille van een of meer leden, de zaak uit te stellen. Spr. is thans aanwezig, maar morgen of overmogen kan hij ver hinderd zgn, en de bloei der H. B. S. is met het voorstel zoo gemoeid, dat hjj gaarne tot de aanne ming wil medewerken. De heer Pilaar voert aan, dat ook elders meer malen, te midden der discussien, een voorstel tot verdaging wordt gedaan en aangenomen. Nog on langs is dit te Middelburg gebeurd, bjj de bepaling van de plaats eener te bouwen school. De Voorzitter herinnert, dat er toen een ander voorstel was gedaan, te weten, om de school elders te bouwen, maar hier geldt het eenvoudig verda ging, zonder eenig ander voorstal. Hjj zal echter het voorstel van den heer Pilaar, ondersteund door de heeren Callenfels en Quist, in omvraag brengen. De uitslag hiervan is, dat het wordt verworpen met 6 stemmen. Voor de heeren dr. Callenfels, Quist, Pilaar en Den Boer; tegen de heeren Ochtman, jhr. De Marees van Swinderen, mr. De Jonge van Ellemeet, Massee, Kakebeeke en Van der Hoek. De Voorzitter zegt, dat hjj nu de concept-ge- wjjzigde verordening tot regeling der jaarwedden artikelsgewjjze zal in omvraag brengen. Art. 1, bepalende de jaarwedden, volgens boven medegedeelde tabel, wordt aangenomen met 6 stem men. Tegen de heeren Quist, Den Boer en dr. Cal lenfels. De heer Pilaar hield zich buiten stemming. Art. 2, omtrent de benoeming van een der leer aren tot directeur, wordt aangenomen met 6 stem men. Tegen de heeren Den Boer en dr. Callenfels. De heer Pilaar hield zich buiten stemming en de heer Quist had de vergadering verlaten Art. 3, bevattende de verplichting der leeraren, om onderwijs te geven in al de vakken, waartoe zjj be voegd zgn, ook al zijn zjj er niet voor aangesteld, wordt aangenomen met 6 stemmen. Tegen de heeren Den Boer en Callenfels. De heer Pilaar hield zich buiten stemming. Art. 4, omtrent de toelage voor meerdere lesuren, wordt in omvraag gebracht. {De heer Quist komt weder ter vergadering). Het artikel wordt aange nomen met 6 stemmen. Tegen de heeren dr. Callen fels, Quist en Den Boer. De heer Pilaar hield zich bui ten stemming. De verordening, injhaar geheel in omvraag gebracht wordt aangenomen met 6 stemmen Tegen de heeren Den Boer en Quist. De heer dr. Callenfels had de vergadering verlaten. De heer Pilaar hield zich buiten stemming. De Voorzitter brengt nu in omvraag de wijziging van art. 1 letter 6 der verordening op het Mid delbaar onderwjjs, behelzende de verandering der Burgeravondschool in eene met driejarigen cursus. Dit wordt aangenomen met 8 stemmen. Tegen de heer Quist. De Voorzitter brengt nu in behandeling de be paling, dat de nieuwe regeling in werking zal treden met den cursus 1881/82, en dat zjj die niet vol ledige bevoegdheid hebben, eerst de verhoogde jaar wedde zullen genieten in het kwartaalvolgende op dat, waarin zij deze erlangen. De heer dr. Callenfels komt weder ter verga dering. Deze bepaling wordt, zonder beraadslaging, aan genomen met 6 stemmen. Tegen de heer Quist. De heeren Den Boer, dr. Callenfels en Pilaar hielden zich buiten stemming. VI. Vervolgens wordt gelezen het navolgende voorstel van burg. en weth. Jan den Raad der gemeente Ooei. Tengevolge van een bjj ons ingediend adres van 261 ingezetenen en landbouwers, is door ons de tjjd der boter- en graanmarkt, op advies der commissie ad hoe, weder gesteld op de vroegere uren, te weten voor de botermarkt van 11 i tot 12j en voor de graanmarkt van 121 tot 2} uren. De commissie deelt ons mede, dat zjj indertjjd het adres der graanhandelaren om een vroegeren markt- tjjd te bepalen had ondersteund, teneinde het kocpen en verkoopen in de koffiehuizen enz. vóór beurstjjd tegen te gaan, doch dat de maatregel geen doel ge troffen heeft. Zjj geeft daarom tevens in bedenking uit de ver ordening tot regeling der boter- en graanmarkt te liohten de verbodsbepaling tot het in het openbaar handel drjjven in de koopwaren, waartoe de beurs is bestemd, vóór het sluiten der beurs, welke verbods bepaling voornameljjk op verlangen van de toenmalige commissie bjj de vaststelling der verordening daarin is gebracht, en door den Minister, zelfs in strijd met het gevoelen van Gedeputeerde Staten, gehandhaafd. Ons vereenigende met haar gevoelen hebben wjj de eer u voor te stellen uit de gemelde verordening te schrappen art. 4, luidende: „Op de marktdagen mag vóór het sluiten der beurs in bet openbaar geen handel worden gedreven in de koopwaren, bjj art. 2 genoemd, dan op de daarvoor bestemde pleats." Wordt ons voorste! door U aangenomen, dan ver- 1 valt van zelf de strafbepaling (art. 10) en wordt de ver ordening eene Huithoudelijke verordening. GoeB, den Februari 1831. Burgemeester en Wethouders, J. G. DE WITT HAMEK. De Secretaris, HARTMAN. Dit voorstel wordtzonder beraadslaging met algemeene stemmen aangenomen. VII. De heer Kakebeeke vraagt het woord en wjjst op de boomen, die langs het voetpad achter de Zonstoof staan en veel kwaad doen aan den groei der vruchten op het bjjgelegen land. Boven dien wordt door den heer Van den Broeke de zelkasch in het Roosjeehof op zulk eene diepte uitgegraven, dat het er gevaarlijk wordt. Uit dit tweeledig oogpunt vraagt spr. of de boomen niet verkocht kunnen worden, ofschoon zij nog, tot' voordeel der gemeente, kunnen blijven staan. De Voorzitter zegt, dat juist het laatste argument oorzaak is, dat de boomen nog niet gerooid zijn. De heer Ochtman geeft den heer Kakebeeke in bedenkingom door den pachter van het nabij gelegen land een aanbod te laten doen tot vergoe ding der eventueels schade, die de gemeente zou ljjden door het rooien der boomen. De Voorzitter voegt hieraan toe, dat dan de zaak bjj burg. en weth. in overweging zal worden ge nomen. VIII. üe heer dr. Callenfele vraagt hoe het staat met de toezegging, vóór eenigen tijd gedaan, dat ieder der leden van den Raad de verordeningen der gemeente, in een bundel vereenigd, en voorzien van een index, zou ontvangen De Voorzitter antwoordt, dat de index ter perse is, en dat hij hoopt, dat deze in de eerstvolgende dagen gereed zal zjjn, waarna de bundels onmid dellijk zullen worden gereedgemaakt. De vergadering is daarna op de gewone wjjze gesloten. Kantongerecht te Goes. In de zitting van heden, Vrijdag den 18 Fe bruari 1881, zijn de navolgende vonnissen gewezen en uitgesproken tegen lo. M. Tie J. en I. O., beiden te Wolfaarts- dijk, wegens het schreeuwen óp de straat te Wol- faartsdijk zonder verlof, ieder veroordeeld in eene. geldboete van f 1,subs. 1 dag gev. straf c. e. 2o. M. K., J. De N., A. V., A. L. en P. De V., allen te Wemeldinge, wegens het maken van nachtelijk burengerucht ieder veroordeeld in drie geldboeten elk van f 5,50, subs. 2 dagen gev. straf c. e. 3o S. P., A. S., J. N., S. P., L. N. en M. P., allen te Yerseke, wegens het rapen van voorwerpen van de steenglooiing aan den zeedijk, de le veroordeeld in eene geldboete van f 5, subs. 3 dagen gev. straf c. e., de overigen ieder in eene geldboete van f 2,subs. 2 dagen gev. straf c. e. 4o. J. S. en P. D., beiden te Kapelle, wegens overtreding der ijkwet, de le veroordeeld in drie geldboeten elk van f 10, de 2e in eene geldboete van f 10, beiden subs. 2 dagen gev. straf c. e. 5o. Ch. L. De B., te Clinge, wegens bet be zeilen van bet kanaal door Z.-B zonder licht, veroordeeld in eene geldboete van f 10, subs. 1 dag gev. straf c. e. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Door de rechtbank zijn heden, Vrijdag 18 Feb., de volgende vonnissen gewezen tegen lo. P. K., 16 j., te Goes, wegens bedelarij veroordeeld tot 7 dagen cell. gev. straf c. e. 2o. C. B., 19 j., klompenmaker, A. De M., 19 j., arbeider, beiden te Ovezand wegens on derlinge mishandeling veroordeeld ieder tot f 3, boete c. e. 3o. J. N., 73 j, te Middelburg gedetineerd, wegens landlooperij veroordeeld tot I maand cell gev. straf, met bevel van opzending naar een bedelaarsgesticht. 4o. A. S., 28 j., boerenknecht te Ritthem, wegens mishandeling veroordeeld tot 8 dagen cell gev. straf c. e. CORRESPONDENTIE Een ingezonden stuk van onzen berichtgeve uit Colijnsplaatandere stukken en eenige ad vertentiën moesten tot een volgend nommer blijvei liggen. Goes. - Snelpersdruk van F. Kleeuwens Zoon

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina bijlage 2