1881 N". 7. Zaterdag 15 Januari. 68ste Jaargang. Watersnood. Bij dit nuininpp behoort een bijvoegsel, Watersnood. Verslag van de voordrachten van den lieer Pierson. GOESCHE D® uitgave dezer Courant geschiedt Ma.ayda.g~, Woensdag- so V nu dagavond' uitgezonderd op foestdagen, Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76. Afzonderlijke nomneri 5 et.' met bijblad 1 et. COlllUNT. De prija van gewone advertenliën ia van 1-5 regels 50 ei-, elke regel meer 10 Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde adverleutie wordt de prijs elech ts tweemaal berekend. Geboorte huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen woiden van 18 regela a ^1.berekend.. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, SO ct. Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men rich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. dat morgen (Zaterdag) zal worden verzouden. Met wiskundige zekerheid schrijft de Algemeene Watersnood-Commissie is te bewijzen, dat de giften zeer mild moeten vloeien, wil de Commissie haar taak ten einde toe volbrengen. Op dit oogenblik immers is reeds over ruim f 80,000 beschikt van de 183,000, die bij den aanvang van den Watersnood in de kas waren. Neemt zij de groote kosten van de voorziening in bovenvermelde behoefte in aanmerking, dan kan de Commissie berekenen dat zijmet hetgeen zij tot dusver ontvangen heeft, nog slechts enkele zoeken kan toekomen, zonder nog zelfs te spreken van herstel van de geleden schade aan huizen, te veld staande vrachten of andere voorwerpen. Met dat vooruitzicht voor oogen acht zich de Commissie verplicht, nogmaals en met „den meesten aandrang de liefda digheid in te roepen van het Nederland- sche volkdat tot dusver nooit in gebreke bleef den nood te lenigen van de slacht offers der waterramp. Er moeten 7000 personen en 2000 stuks vee regelmatig worden verzorgd. Op grond daarvan bevelen wij onder staand hernieuwd verzoek en de aan ons bureau geplaatste bus bij voortdu ring bij een ieder aan. Door den ondergeteekende zijn als nagekomen giften ▼oor de Watersnoodlijders nog ontvangen: Van de gezamenlijke weezen f 2,86s van fl. N-, f5, S., f2, A. S., f 25, K., f 5, P., f 1 Samen f 38,— Totaal t 40,86* Bovendien ontving hij van de werkende leden der porcas-vereeniging 72 stuks heraden, rokken, lakens en schorten, die op verzoek der Alg commissie toege zonden zijn aan de watersnoodcomraissie te Heu-den. Volgaarne blijft hij bereid verdere giften in ontvangst te nemen en san de hoofdcommissie over te maken. De behoefte blijft groot. Goes, 14 Januari 1881. Mr. J. G. DE WITT HAMER, Burgemeester. De opbrengst der rijksmiddelen en inkomsten over December 1880 bedroeg 8,843,769,77, tegen een raming van 8,193,840,26 en een opbrengst van 8,212,471,59$ in Dec. van het vorig jaar. In 1880 was de opbrengst/102,715,980,10, de raming 98,326.084. De opbrengst over 1879 beliep 98,361,434,94i Z. M.de Koning heeft vrijstelling van port verleend ▼oor de briefwisseling over dienstzaken, welke gevoerd wordt tusschen burgemeester en wethouders ter eenre en de onderwijzers en onderwijzeressen aan de open bare en bijzondere inrichtingen voor lager onderwijs van dezelfde gemeente ter andere zijde. i. Christelijk onderwijs. «Een scherp stuk leverde de heer Pierson", zoo luidde het korte bericht, in 't vorig no. dezer cou rant over de lezing, door dien heer in de kerk der Hervormden hier Woensdagavond gehouden. Deze qualificatie behoeft niet teruggenomen te worden. Wjj voegen er zelfs bijdie lezing had veel van eene strijdleuze en eene uittarting. De heer Pierson zou spieken over Christelijk onderwijs", maar in waarheid heeft de heer P. gesproken over nde openbare schoolen op enne wijze, die zeker wel velen voorstanders der openbare school zal gehin derd, in iar niemand voor de bijzondere school zal gewonnen hebben. Reeds in den aanvang bleek het, waar de spreker heen wilde. Immers hij wees erop, dat de liberale partij na de aanneming van de wet van 1878 zweeg en rust genoot, terwijl zij tal van openbare bijeen komsten hield voor dien tijd. Was het niet, of hij toen zeggen wilde: nik gun u uwe rust niet; ont waakt, de strijd is niet uitik ben gekomen om hem voorttezetten." Wel voegde de spreker er bjj, dat de voorstanders der bijz. school bij die rust dei- liberalen het best voeren, want men liet hun nu het woord alleen; maar wanneer men op die wijze die rust bespreekt, wanneer men zoo afgeeft op het werk, waardoor die rust is verkregen, dan heeft men blijkbaar het doel de hartstochten tot nieuwen oorlog aan te wakkeren, dan is de mlening ge wettigd, dat deze christelijke lezing veel heeft van eene weinig liefderijke uittarting van andersden kenden. In den aanvang bewoog de spreker zich eenigs- zins op het terrein der bjjz. school. Naar aanlei ding van de geschiedenis der jaren 156S tot 1609, toen ons volk van een «hoop ketters'" in een «volk waarmee m-n onderhandelde" veranderd was, sprak hij da overiuiging uit, dat ook met de voorstanders der bijz. school, vroeger als melaatschen b»sehouwd, eerlang onderhandel 1 zou moeten worden. In 1857 stond Groen Van Prinsterer alleen, toen hij eerlijk zijn mandaat als volksvertegenwoordiger neê-leï omdat hij de aangenomen wet niet wil ie helpen uitvoeren. In 1878 teekeuden 300000 personen een volkspetitioonement tegen de nieuwe wet. Zeer juist; maar volgelingen op den rechten weg: eerbiediging van het gevallen besluit en zijn ontslag nemen, om lat men niet kon meewer ken tot de uitvoering ervan had de heer Groet» in 1878 niet.. De anti revolutionaire kamerleden zullen dit vergelijk zeker niet als een complimentje beschouwen. Maar in plaats van nu verder het voortreffelijke van het christelijk onderwijs aan te toonen, leverde de spreker een doorgaande philippica tegen de openbare school, gelijk blijkt uit de vier volgendo punten, welke spreker zou behandelen lo. Het openbaar onderwijs is iu strijd met de volksvrijheid 2o, het draagt niet genoeg bij tot volksont wikkeling 3o. het is schadelijk voor den dienst van Gol; 4o. het ondermjjnt de zedelijkheid. Ter verdediging van de drie eerste stellingen de vierde werd niet geheel uitgewerkt dien den de oude argumenten. De vrijheid brengt mede, dat men zijne kinde ren kennis iaat opdoen, waar men wil. Het gaat niet op, dat de staat zegt -. dat is de wetenschap, want spreker zegt, ik kan wel een andere weten schap bebben. Hij trachtte een en ander kracht bij te zetten, door de stelling dat de liberale wetenschap alles weten is, en er dientengevolge geen plaats over blijft voor het geloof. B. v. bij het onderwijs iri de natuurwetenschappen werd alles op natuurkun dige gronden verklaard; weid beweerd dat alles door natuurwetten beheerscht wordt. Spreker kent en erkent geene natuurwetten hij heeft ze nooit «gezien, gevoeld of geroken" en daarom bestaan zij niet. Deze ontkenning is zeker wel de gemak kelijkste manier om zich eene moeielijke quaestie van den hals te schuiven, maar is zij daaimeë voldoende opgelost Ieder gevoelt, dat inzonder heid op 't gebied der natuurkunde veel ontdekt is, wat den sluier opheft van datgene, wat vroe ger wonderbaar" scheen. Maar wjj begrijpen niet, dat men zoo bevreesd is, dat daardoor bet geloof aan een God zou ondermijnd worden Immers hoe dieper men doordringt in natuurkundige oor zaken en gevolgen boe meer mtn leert kennen ons planetenstelsel, den loop der hemellichamen enz., hoe dieper eerbied men moet hebben voor de macht welken naam men die macht ook geve die in psalm 19 reeds door den dichter der oudheid bezongen werd. De vieeze des Heeren is het beginsel van alle wetenschapzei spreker. Wij meenen, dat er staat liet beginsel van alle wijsheid, wat niet hetzelfde is. Maar dit daargelaten, de spreker zeide ook „zonder geloof geen wetenschapde wetenschap zonder geloof moet doodloopen." Wjj van ons standpunt zeggen zonder oprechtheid geen weten schap en ook genn geloof. Onderwijs de dingen zoo ds zij zijn en de wetenschap zal leven, uw ge loof zal oprecht zij v. Hetzelfde geldt van de ge schiedenis, die, \olgens spreker, niet neutraal onderwezen kan wo den. In ons cog is neutraal onderwijs de waarheid zeggen, ook ten opzichte der geschiedenis. De waarheid is neutraal en de geschiedenis houdt op geschiedenis te zijn, als zij niet neutraal, d. i. naar waarheid onderwezen wordt. Is 't nu reeds niet jammerdat Nuyers de geschiedenis anders verhaalt dan b. v. Wijnne En waar zou het heen, indien de geschiedenis pas klaar moest worden gemaakt voor ieder, die haar liever anders leest dan een ander? De heer Pierson erkent niet het recht van den Staat om onderwijs te geven. Hij wenscht, dat ieder zijn eigén onderwijs betale en opdrage aan wien hij wilverplichte examens behooven daarom te worden afgeschaft Wij hebben er vrede mee, dat de beer P. die persoonlijke meening koestert. Slechts een paar opmerkingen de Staat (door den heer Pierson eerst de minister van binnenl. zaken en zijne ambtenaren, later nde troep kiezers" genoemd) heeft belang bij eene welgeordende maat schappij. Kan de heer Pierson ontkennen, dat on derwijs da orde en de deugd in de maatschappij bevordert En zoo hij dit niet ontkennen kan, moet hij dan niet logisch tot de gevolgtrekking komen, dat onderwijs wel degelijk een staatsbelang is En wat afschaffing der verplichte examens betreft, kan een zoo ontwikkeld man als de beer Pierson het in ernst meenen, dat de maatschappij, dat zelfs de christelijkheid er gebaat bij zou zijn, wanneer het onderwijs aan allerlei onbevoegde en onbe kwame lieden kon worden opgedragen Boven dien, de opleiding tot onderwijzer kost den mannen der bijz. school niets. Ook voor hunne christelijke schillen worden de onderwijzers op de rijks-kweek en normaalscholen gevormd. Ons bestek gedoogt niet uitteweiden over alles, wat de heer Pierson opsomde om het openbaar on lerwijs afbreuk te doen. Slechts een paar punten releveeren wij nog even. De spreker deed hanige mededeelingen over bet neutraal onderwijs te 's Hertogenboseh. Op de volgens spreker werkelijk neutrale school, zooals er een in den Bosch bestaat, komen sommige vak ken niet tot hun recht, men is beperkt in de keuze van leesboekjes uit wees van ergernis te geven neemt men allerlei laffe boekjes De onderwijzer zit daar ntusschen den pastoor en den dominee". Zou de heer Pierson hier niet te veel hebben willen bewijzen? Immers daaruit blijkt zonne klaar, dat het onderwjjs niet deugt zoodra net niet vrij is van clericale invloeden, wat juist de groote vrees der liberalen is. Eene «domheid" werd den liberalen door spre ker ten lasle gelegd, nu zij iu de wet van '78 de bepaling hebben opgenomen, dat een leerboek, waartegen iemand bezwaar heeft, door heel Ne derland onmiddellijk moet worden geweerd. Waai de beer Pierson die «domheid" vandaan haalt is ons niet helder. In art 34 der bedoelde wet lezen wij op bezwaarschriften tegen het in de school gebruik maken van bepaald aangewezen leerboekjes nwordt beslist door Onzen Minister van Binnen- nlandsche Zaken". «Wordt beslist" zegt heel wat anders dan de heer Pierson eruit schijnt af te leiden. Immers de bedoeling is duidelijk, dat zulk een bezwaarschrift wordt onderzochtmaar daarmee is nog niet uitgemaakt, dat zulk een boek dan onmiddellijk moet geweerd worden Van de gelegenheid tot debat zeker wel iets ongewoons en in strijd met den traditioneelen eerbied voor een kerkgebouw werd het eerst gebruik gemaakt door den heer jhr. De Marets Van Swinderen, die door voorbeelden uit de ge schiedenis trachtte aan te toonen, dat de kerk steeds aan de wetenschap vijandig was geweest. Wijl ook de heer Pierson zóo van zijn programma was afgedwaald, was het ook den heer Van Swin deren niet euvel te duiden, dat hij afdwaalde, want O. i. stond deze quaestie wel in eenig verband met het verhandelde, maar was zij toch in dit debat geen hoofdzaak. De heer Van Swinderen betoogde dat de Staat en dit is niet de Minister van Binnenlandsche Zaken met zijn ambtenaren, de Staat zijn wij het on derwijs zich moest aantrekken, omdat het niet aan particuliere krachten allerminst aan de kerk kan worden overgelaten. De k-rk is steeds de vijandin der wetenschap geweest en heeft bare beoef-naars vervolgd, ten betcoge waarvan spreker eene reeks voorbeelden aanhaalde. Niet alleen uit een wetenschappelijk ook uit een pselagogisch oogpunt bestreed spreker den heer Pierson. Diens stelsel zal tot sekten-haat, tot. sekten- twist aanleiding geven en de nationale eenheid in gevaar brengen. Spreker ontkent, dat den anti revolutionairen on recht wordt aangedaan. Ware dit zóo, de liberale g -tij zon dit onrecht herstellen; er bestaat voor iedere gezindte vrijheid scholen opterichtenwat wil men meer De gebeele quaestie wordt gereduceerd tot een dnbbeltjes-quaestie; bet gaat niet aan, onrecht te noemen, dat men belasting betaalt voor iets, waar voor men minder sympathie heeft. Het budget van eeredienst zal een gruwel zijn in de oogen van den atheïstde uitgaven voor marine en oor log zullen niet toegestaan worden door hem, die tegen militairisnie is; doch kan daarom van onrecht sprake zijn? Spreker meent, dat het aanbrengen van de ken nis van den bijbel buiten de school kan en moet geschieden en wijst erop, dat onze wet het gods dienstonderwijs niet belemmert. De onafwijsbare eisch tot onderlinge medewer king in datgene, wat staatsbelang wordt geacht, kon door den beer Pierson zeker niet wederleg) worden en die eisch werd ook door dh. Gildemeester uit Wilhelminadorp over het hoofd gezien, toen bij de lacheis op zijne zijde kreeg door de schoolquaestie voortestellon als een diner in een hotel, waar een der gasten van de tafel niet gediend wilde zijn maar tocb betalen moest. Die geachte spreker, wiens welwillende toon zeer gunstig afstak bij den scherpen, vaak heftigen toon van dh. Pierson, zag voorbij, dat een Staat niet aan ieders indivi- dueelen smaak kan voldoen en dat geen constitu- tioneele Staat denkbaar is, waarin de minderheid zich niet aan de besluiten der meerderheid onder werpt. Kon met dien constitutioneelen eisch ge broken worden, dan ware immeis de schoolquaestie reeds lanu uit geweest Overigens hoorden wij den heer Gildemeester met genoegen die spreker trok aan, waar de heer Pierson afstootte. De heer Van der Pauwert voerde het woord na de repliek van ds. Pierson aan dh. Van Swinderen. De heer V. d. P. toonde de ongelijkheid aan van het debat. De heer Pierson kwam voorbereid met «ene lezing, welke hij reels op tal van plaatsen had gehouden, terwijl de hoorders natuurlijk niet op alle punten tot onmiddellijke wederlegging iu staat waren. De beste kans was dus altijd aan de zijde van ah. Pierson. Hij noodigde dien heer uit, h-m de gegevens van zijne lezing t.e verstrekken Zoo dan de beer Pierson nog eens wilde komen en dezelfde plaats den heer Van der Pauwert werd afgestaan, zou hij den sp'-eker punt voor punt weer leggen en kon deze op zijn beurt weer replicaereu. Beide partqen hadden dan de noodige gegevens. Voor 't oogenblik bepaalde de heer Van der Pau wert zich tot het uiten zijner meening, hoe hij weinig vrucht van dit debat had verwacht, daar elk toch zijn standpunt zou blyven handhaven, en tot een protest zoowel tegen de beschouwing van den spreker over de openbare school, waar hy alleen den Bosch tot voorbeeld koos, als tegen de wijze, waarop hij, over de natuurwetten sp ekende, zyn tegenstanders over God zich had doea uiten. Als de heer Pierson daar met éen school als voorbeeld, de inl ichting daarvan op de openbare school in ons ganscbe land van toepassing brengt, is dat een verkeerde tactiek. Hoevele minder goede dingen gebeuren er wel niet op deze of gene christelijke school Kan men dit dan als maatstaf nemen voor alle christelijke scholen Zeker niet. De beer Pierson had gezegd aan geene natnur- wetten te geloovende heer Van der Pauwert verklaarde even openlijk niet te gelooven aan den God, zooals da heer Pierson dien beleed. De heer Van der Pauwert geloofde dat al die afscheiding in Hervormden, Katholieken, Israëlieten enz., God niet welgevallig was; bij meende dat God liever slechts menschen had, menschen vol liefde jegens elkaar, menschen verdraagzaam jegens elkaar. Dat beginsel nu wil de openbare school bevor deren, en dan voegt het niet den voorstanders ervan te beschuldigen van God te minachten. Wat de openbare school wil, is volgens den heer Van der Pauzeert een Gode welbehageljjk werk. Het beste bewijs van de waarheid van bet door dbr. Van der Pauwert aangevoerde weid door den heer Pierson zelf geleverd. In zijne onvoorbereide replieken was deze heer minder gelukkig en vooral de vergelijking omtrent appel- en pereboomen in

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1881 | | pagina 1