1881 N°. 3.
Donderdag 6 Januari.
68ste Jaargang.
Watersnood.
Een blik achterwaarts.
Verkoop van Boomen.
GOESCHE
uitgave deEcr Courant geschiedt Maandag-, Wobnsdag- en Vbijdagavovd*
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nimmer» 5 ct/ met bijblad 10 ct.
COËRANT.
De prijs van gewone advertentiën is van 1-5 regels 50 c'.( elke regel meer 10 ct.
Bij directe op-raaf van driemaal plaatsing derzellde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Beboert* huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen woiden van 1—8 regels a ƒ.1.berekend-
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contaDt betaald, 20 ct.
Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGII VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Er wordt een dringend beroep op de
hulp van ons allen gedaan door de Al-
gemeene Commissie tot leniging van
rampen door watersnood.
DUIZENDEN landgenooten zijn door
de overstrooming van alles beroofd, zij
hebben lelterlijk aan alles gebrek.
Het fonds, ten vorigen jare van de
algemeene Watersnood-loterij overgehou
den, is op verre na niet voldoende om
in de behoeften te voorzien.
Alleen krachtige, algemeene en spoe
dige hulp kan den nood eenigszins le
nigen.
Het plaatselijk bestuur wenscht zoo
spoedig mogelijk alle ingezetenen in de
gelegenheid te stellen om aan het be
roep der Algemeene Commissie te vol
doen en zal tot dat einde op AAN
STAANDEN VRIJDAG 7 JANUARI eene
COLLECTE aan de huizen der ingeze
tenen houden.
De opbrengst zal onmiddellijk aan de
Algemeene Commissie als het best
in staat om te beoordeelen waar en in
welken vorm de hulp het meest drin
gend noodig is worden overgemaakt.
Als men bedenkt, dat de ramp veel
uitgestrekter is dan in 1861, dan ver
trouwen ondergeteekenden, dat. evenals
in dat jaar, ook thans Goes niet ach
ter zal blijven waar op hare hulp ge
rekend wordt.
Goes, 5 Januari 1881.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. De WITT HAMER,
De Secretaris,
HARTMAN.
ii.
De echo van de Brabanponne doet zich nog
hoorenzoo luide heeft Belgie in 1880 feest
gevierd bij gelegenheid van het vijftigjarig be
staan zijner nationale onafhankelijkheid.
En over die feestviering is zeker in niet den
land na het feestvierende zooveel geschreven als
in het onze. Wien zal dit verwonderen, wanneer
men denkt aan den nauwen banddie beide
landen eertijds aaneen verbond Toch is het een
feit, dat ontzaglijk veel Nederlanders de feesten
bijwoonden met opgewekten zin en dat de gansche
toon der feestviering getuigde van sympathie voor
de Noord-Nederlaudsche broeders.
Belgie mag met trots op die feestviering neer
zien, omdat hetgeen in die SOjaren is geschied
zooveel tot zijn bloei en welvaart meehielp.
Al werpt de kerkelijke strijd een donkere
schaduw op Belgie's toestand er is ook hier
slechts éene waarheid, dia moed geef n. 1. deze,
dat zonder strijd niets goeds totstandkomt
De strijd, door de clericale partij aangebonden
tegen de nieuwe wet op het lager onderwijs,
de houding der hoogere geestelijkheid daarbij en
het gedrag van het hoofd der katholieke kerk
rij deze gelegenheid, konden, daar zij niet van
prechtheid getuigden, niet anders dan zoovelen
an hen vervreemden, die het wel meenen en
die de kerk eerbiedigen op haar terrein, maar
het belang van den staat en zijne burgers
daarboven stellen. De regeering heeft zich daarotn
door die houding der kerk niet laten afschrik
ken om te doen, wat zij haar plicht rekende
en heeft hare betrekkingen met het Vaticaan
afgebroken.
üok Belgie had aan het einde van heijaar,
evenals wij, met overstrooming :n te kaïnpen.
Waar wij aau kerkelijken strijd denkeu, daar
vertoont Frankrijk zich aan ons oog, Frankrijk,
dat elks bewondering maar ook elks verwondering
wekt. Als wij de onuitputtelijke krachten en
bronnen van welvaart van dat land, de werk
zaamheid zijner bewoners gadeslaan, dan zou
den wij met den vurigsten Franschman, als
blijk van groote ingenomenheid kuunen uit
roepen er is maar éen Frankrijk
Maar letten wij op de verrassingen, die op
politiek terrein ons daar zoo vaak worden be
reid, en waarin 18 80 ook Diet achterbleef,
dan maakt verwondering zich van ons meester.
Toch had al dat politiek gehaspel geen na-
deeligen invloed op de algemeens welvaart. Da
republiek mag zich verheugen in een goeden
stand der schatkist, dat zegt veel en geeft haar
groot gewicht in deze praktische eeuw. De
strijd tegen de niet erkende geeetelijke orden
di.», evenals indertijd de Meiwetten iu Pruisen,
voor ons geen waarborg oplevert, dat de invloed
der geestelijkheid daardoor zal worden gefnuikt
heeft aanleid'iig gegeven tot ministeriëele en
parlementaire movielijkheden.
De gematigde beginselen van president Grécy
houden de meer radicalen in bedwang, terwijl
ook der laatsleu afgod van weleer Gambetta
door zijne daden toont te begrijpen, hoe het te
hard van stal loopen nadeelig is voor goede
zaken, en eene gematigde vooruitstrevende staat
kunde meer de belangen van de republiek zal
bevorderen. Hij zelf is daardoor bij de vroegere
vrienden niet hoog meer in aanzien; een gemis,
dat hem zeker niet veel zal deren.
De terugkeer der geainnestieerdeu heeft weinig
invloed uitgeoefend op den gang van zaken; de
voorspoed der republiek maakt de Franse.icn
onvatbaar om te luisteren naar de plannen der
heethoofden. Andere partijen zonals de Bona-
partistische een schim slechts van het voor
heen die der Chambords enz. zijn zoodanig
in verval, dat voor de rust van La belle France
op dit oogenblik daarvan geen gevaar is te
duchten.
Een zonderling treurig verschijnsel openbaarde
zich echter in dat land in het iaa'st van 1880.
Er wordt gewantrouwd en gelasterd Sedert een
gewezen minister van oorlog ontslagen is en
verdacht wordt van met Duitschland te hebben
geheuld, daartoe meêgesleept door een liefdes
hand met eene zoogenaamde spionne van l'on
Bismarck, worden telkens sombere vermoedens
geuit tegenover achtenswaardige mannen. Men
weet dat van laster altijd licht iets hangen blijft
daarom kan het, met het oog op onderling ver
trouwen en waardeering, een bedenkelijk teeken
worden, wanneer men op dien weg voortgaat.
Eu hier ziet gij den man die ook daarin
de hand moet hebbeD, zooals men beweertvorst
Von Bismarck. Zijn portret kent ieder dadelijk
en zoo gij -hem niet verouderd vindt, gelooft
dan tevens dat ook zijn hoofd nog even hel
der en zijn hand nog even krachtig is gebleven
als voorheen. Dat men overal meent zijn in
vloed te kennen pleit zeker nog voor zijn inacht.
Als hij niet krijgt wat hij hebben wil, dan
dreigt hij slechts n et heengaan en de zaken
worden geregeld iu zijn geest.
Zoo regeert hij alleen.
Zoo weet hij Duitschland te besturen quasi,
volgens constitutioneele wetten, maar waardoor
hij ziehzelven allerminst gebonden acht.
Eene wijziging in de Meiwetten deed ze van
haar kracht zooveel als niels verliezen, en listig
wist hij de hoofden der ultramontaansche partij
door schijnbeloilen te bewegen hem te volgen,
want zooals wij hein in 1880 zien afgebeeld
zou men hein wanen op weg naar Cauossa
edoch hij toonde te weten hoever hij kon gaan,
en liet zijn volgelingen weer Ioh, toen hij hun
hulp weer kon ontberen. Thans is hij chef van het
ministerie van koophandel. Duitschland's welvaart,
dia lang niet groot is, wil hij bevorderen door
kunstmiddelen en zijne protectionistische plannen
zijn thans nummer een. Welke die zijn in hun
geheel? Vorst Fon Bismarck hield ze in 1880
grootendeels achter een sluier verborgen, en drukte
daardoor ineuigen tak van handel en nijverheid.
Duitschland's keizer stellen wij u voor met zijn
bijzonderen vriend keizer Frans vau Oostenrijk.
Het andere lid van het drie-keizersbond, Rusland's
czaar, schijnt niet meer zoo in de vriendschap
te kannen dec-len, al ontbreekt het bij plechtige
gelegenheden nooit aan de gewone offieiëele
betuigingen van vrieudsehap. Beide gearmde
monarchen nu zetten de zaak op denzeltden
voet voort met dit onderscheid echter, dat zij
nu ook tevens voor Kusland een oig in 't zeil
moeten houden. Doch wat schaadt dit Op poli
tiek gebied en vooral in de allerhoogste staat
kunde is vriend noeh vijand te vertrouwen.
De Oostenrijksclie monarchie werd nauw ver
bonden met die van België. Kroonprins Rudolph
toch nam pi irises Stefanie tot zijn bruid, en Belgen
en Oostenrijkers verheugden zich in die echt
verbintenis
Het portret van den nieuwen President van
d eVereenigde Staten van Noord-Amerika, Gar field,
kuunen wij voorbij laten gaan.
Vroeger gaven wij reeds een korte schets vau
zijn leven. Hij bracht het zeker ver in de wereld;
men bedenke slechts hoe hij als arme jongen is
begonnen. Wij willen alleen opmerken, dat hij
eerst in Maart a. s het beloofde land het
presidentschap zal binnentreden.
En hier stellen wij u voor het eerste uommer
van Eigen Haard, eene nationale uitgave, hoofd
zakelijk om u het eenige portret, dat publiek is,
te doen zien vau een vorstentelg die 1880 ons
brengen kwam.
Prinses Wilhelmina werd geboren en de vorste
lijke moeder toont ze u. Men zegt, dat het
geheel keurig is. Wij zwijgen in dezen en geven
u het portret zaoals het ons wordt gegeven.
Wij zagen wel veel schooner gravures in dat
tijdschrift.
De schatkist, die wij thans u presenteeren, 13 de
Nederlandsche, wat u wellicht al zien kunt aan
den minder florissanten toestand, waarin die
wordt voorgesteld. Dit is echter niet de schuld
van den man, die er naast staat. Vraagt hein
slechts, of zijn wil om die kist te vullen niet
goed is? Eu hij, minister van financiën, zal u
antwoorden, dat men hem niet helpen wil en
liij zal u spreken over eene rentewet, die nog
op behandeling wacht.
Daar komt men met een dik boek aandragen
Het is een natiomal werk, het wordt eenmaal
ons strafwetboek. Onze Eerste Kamer lieefi men
het aangeboden, met de groeten van hare zuster,
de tweede, die liet weten, dat alles zoo goed
als in orde is en dat de Eerste Kamer er dus
maar niet veel ineer over praten moet. Wat
deze doen zal, moet 1881 ons leeren
Als gij nu goed luistert kunt gij het getjilp
en gefluit van eenige vogels hooren zij worden
n voorgesteld, dankbaar den minister van bia-
nenlandsche zaken begroateude voor den steun,
dien hij hun verleende door zijne beschermende
wet van 25 Mei 1880.
Tot onze vreugde kunnen wij u geen ver
trekkende ministers laten zien. Met crisissen
in ons laud hield het afgeloopen jaar zich niet op.
Evenmin is het ons gelukt u eene beschrijving
te geven van den misdadiger, die in Delft de
Wie ze beter tril zien, bezoeke op het stad
huis te Middelburg de tentoonstelling, die vanwege
het Zeeuwsch genootschap daar gehouden wordt op
Donderdagen 6, 13 en 20 Januari. De vogels zijn
daar opgez.t te vinden.
suoode daad verrichtte waarop wij vroeger
wezen. De justitie had de handen te vol met
het Haagsche drama en vraagt daarom zeker
nog eeuig uitstel.
In on3 gewest en onze stad viel zoo weinig
voordat wij niets kondeu vinden waardig hier
herinnerd te worden.
En hiermee sluiten wij onze herinnerings-voor-
stelling, allen, die haar met aandacht volgden,
dankende voor hunne belangstelling
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat door hen,
behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten,
zuilen worden verkocht bij inschrijving:
9 stuks Olméboomen aan den weg naar Wil-
helminadorp, en 5 stuks Canadaboomen op
de zoogenaamde stoof weide staande, en allen
behoorlijk gemerkt*
De inschrijvingen worden ingewacht bij den bur
gemeester vóór Zaterdag den 8 Januari 1881, des na
middags te een uur.
De voorwaarden liggen ter secretarie voor een ieder
ter inzage op eiken werkdag van des voormiddags 9
tot des namiddags 2 uren.
Goes, den 3 Januari 1881.
Burgemees'er en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secrelaris,
HARTMAN.
De luit. ter zee 2de kl. R. O. J. Verschoor, uit
Oost-Iudie in Nederland teruggekeerd, is op non-acti
viteit gesteld.
Door den hoold-infendant is de 2de luitenant-
kwartiermeester B. Verséiewel dc Witt Huner over
geplaatst van het 5de bij het 6de regiment infanterie,
blijvende hij evenwel gedetacheerd bij de permanente
militaire spoorweg-commissie te 's-Hage.
GOES, 5 Januari 1881.
Mogen wjj even uwe aandacht verzoeken
voor een schetsje P
Leest het met aandacht. Het is een der
honderden beschrjj vingen, die gegeven worden
van den treurigea toestaud in de overstroomde
gewesten in het zniden. Wg ontleenden het
aan het Dagblad van Zuid-Holland en'sGra-
eenhage.
»De nacht van Zondag op Maandag was
zeer koud ook nu flonkeren de sterren aan
een donker blauwe lucht. Stri u voor, als ge
kant, dat eenige honderdtallen manuen, vrou
wen en kinderen reeds voor de vierde maal
door die s errea haar nachtelijken boog langs
den hemel hebben z en beschrijven, terwgl zij
daar in den allerellendigsten toestand verkeereb
en óf geen óf althans zeer onvoldoende dekking
hebben. Zjjt ge wel eens in een kamp ge
weest, hebt ge wel eens gehoord hoe da mi
litairen midden in den zomer over de koude
nachten klaagden, die ze onder hun dekens
in tenten hadden doorgebracht 1 Welnu, zulke
dekking hebben thans een aantal arme boeren
bjj Vljjman, op het kerkhof bjj Nieuwkujjk,
bij Hedikhuizeu, enz. Maar een veel grooter
aantal heeft dit nog niet eens. Honderdtallen
boeren, zeg ik, zwerven nog rond, zondereen
onderdak te hebben. Drunen is overvol in
Vlijmen is geen plaats meerde evacuatie
naar den Bosch of elders gaat langzaam. Niet
weinig belemmerend werkt hiertoe ook mede
de vrees, die vele landlieden bezielt, dat zij
hun vee zullen verliezen, waiineer zij het aan
de zorg van anderen overl .ten en zelf een
onderkomen te 's-Bosch of elders opzoeken.
Velen lijden liever met hun vee honger ea
koude Want hoewel er thans levensmiddelen
in overvloed voor deze drie dorpen aaukomen,
ontbreekt het aan goede gelegenheid om die
zwervende veehoudeis te bedeeleu en veevoe
der is er evenmin."
Wat dunkt u zou hnlp hierbjj overbodig
wezen P
Laat dan, onder den indruk van dit ge-
schreien-, uw hart sjieken, wanneer men bjj