1881 N°. 2.
Dinsdag 4 Januari.
68ste Jaai;
Een blik achterwaarts.
Verkoop van Boomen.
OFEIUEELE MEDEDEELHGEN.
Watersnoodberichten.
GOESC
i>i uitgave dezer Courant geschiedt Haasdag-, Wobhbdag- en Vbi/dagavosd.
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als batten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nommert 5 et.1 met bijblad 10 ct,
C0UR4NT.
ym
De prijs van gewone advertentiën is ven 1—5 regels 50 c'., elke regel meer 10 ct.
Bij directe opgaaf v.m driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen woiden van 18 rogeln a ,L.berekend..
Dienstaanbiedingen, niet meer dan i regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINEB en HAASEN8TEÏN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAB en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
1
i.
Als de oudejaarsavond met zijne vroolijke
eo droeve herinneringen uit eigen familiekring
voorbij is, als de nieuwjaarsdag met zijne over
dreven en lang niet altijd onvervalschte belang
stelling en zijne onhebbelijkheden tot het ver
leden behoort, dan kan er een oogenblik ko
men waarop wij behoefte gevoelen onzen blik
wat ruimer te nemen, wat verder door te drin
gen iu hetgeen achter ons ligt en ons nog eens
enkele feiten te herinneren, die wel niet recht
streeks invloed uitoefenen op ons leven, maar
die toch onze belangstelling wekten, omdat zij
voorvielen in een kleinen of grooten kring, waarin
wij leven.
Zoo'n blik achterwaarts doet voor onze oogen
alle gewichtige gebeurtenissen in stad, gewest,
land of werelddeel de revue passeeren, en wij
gunnen ons zeiven geen tijd om lang daarop
te staren, omdat andere voorvallen zich opnieuw
voor ons vertoonen en er door de wereldge
schiedenis geen oogenblik rust wordt gegund.
Wij hebben thans slechts ons te heriuueren
en als het ware te zien, zooals wij een too ver
lantaarn beschouwden in de dagen, toen wij nog
met gespannen aandacht al die beelden voor
ons zagen voorbijgaan en nu eens schaterden
van het lachen over de dwaze figuren, die wij
te zien kregen, dan weêr onverschillig een beeld
voorbij lieten gaan, dat ons te onduidelijk was
en waarvan wij niet wisten wat het voors:el-
len moest.
Zoo ook zullen wij thans beproeven het
jaar O80 in korte trekken te schetsen; en zoo
een onzer lezers zich te groot acht voor zulk eene
tooverlantaarn-vertooning, dan is hij zeker nooit
recht kind geweest of hij is tot een kindervijand
gemaakt door bittere omstandigheden. Want wie
zijn jeugd nog liefheefl, wie nog de kleinen
bemiut en kindervreugde kan begrijpen, hij zou
al ware het alleen als doux souvenir aan
zijn eigen jaren van tollen en knikkers en
zakken vol snoep voor zulk eene vertooning
niet minachtend de schouders ophalen.
Of er gelachen zal worden?
Of er bijzondere opgewondenheid zal heer-
schen onder het publiek, dat onze voorstelling
zal bijwonen, betwijfelen wij.
De stof is er niet geschikt voor.
Er is in 1880 wel veel gebeurd, maar och 1
zoo weinig dat ons, Nederlanders, tot opge
wondenheid kan voeren, of dat onze buitengewone
belangstelling wekt. Bijzondere teekenen van
goed- of afkeuring behoeven wij dus niet te
verwachten, en verbod tegen al te groote luid
ruchtigheid is daardoor overbodig.
Hier stel'en wij u voor Engelandeersten
Minister Gladstone, het sprekend voorbeeld hoe
men als lid der oppositie veel kan afkeuren,
veel kan veranderen in gedachten en met woor
den, maar hoe men, eenmaal op het kussen, niet
bij machte is of niet wil zijn om te doen, wat
men eenmaal beloofde.
Als men goed ziet, ontdekt meD op den ach
tergrond het portret van zijn voorganger, wiens
zetel hij in 1880 innam, van lord Beaconsjield,
druk bezig met het schrijven van romans, eene
bezigheid, die hem zeker veel voordeel oplevert,
doch evenmin als het ministerschap louter roem
en hulde doet oogsten.
Zeven jaren lang bestuurde hij als premier
het land en wist door zijn invloed in de hoogste
kringen, door zijn taet om H. M. de Koningin
met een keizerlijke kroon van Indie te begif
tigen, maar vooral door zijne avontuurlijke po
litiek zich staande te houden.
Nu zijn tijd van heengaan bijna aanbrak
waagde hij nog een coup, die slechts wrange
vruchten voor hem droeg. Een outbinding van
het parlement had slechts tengevolge, dat bij de
verkiezingen de liberale oppositie eene boven
alle verwachting groote meerderheid verwierf, een
feit, dat nog niet tot de overtuiging leiden kan
dat de meerderheid der Britsche natie het libe
rale regeerings systeem verlangt. Latera verkie
zingen toch bezorgden dea liberalen weer neder
lagen het Britsche volk houdt op dat gebied
vau verandering. Zoo kon lord Beaconsjield
heengaan en rustig zieh wijden aan het schrij
ven zoo moest da reeds bejaarde Gladstone
opnieuw het premierschap aanvaarden, dat wel
wat zwaar was voor zijne schouders De over
spanning, eeu gevolg van zijn hard werken, be
rokkende hem eene ernslige ziekte, waarvan hij
echter gelukkig herstelde.
Hier geven wij u drie namen te lezen
AfghanistanTVansnaaf.en Ierland. Elke atlas kan
u zoo gij ze niet weet te liggen doen
zien, waar zij te vinden zijn. De twee eersten
zijn zooveel als herinneringsschilden aan Beacons
jield's avontuurlijk manoeuvreeren, om het Engel-
sehe volk afleiding te bezorgen en te doen in
sluimeren iu het idee van eigen grootheid. Maar
toen Gladstone daarover zijne, afkeuring te ken
nen gaf, verschafte hij tevens raad, dien hij
thans zelf slechts gedeeltelijk opvolgt. Uit
Afghanistan liet hij de troepen terugtrekken, wat
ecliter gemakkelijker gezegd dan gedaan was.
De beschermeling, dien Engeland als Emir be
stemde, werd van andere zijde zoodanig bemoei
lijkt, dat Albion moest blijven helpen de terug
tocht berokkende veel verliezen.
Wat de Transvaal betreft, daarbij verloochende
Gladstone, hetzij uit onmogelijkheid om te kun
nen zooals hij wilde, hetzij uit onwil, al het
vroeger door hem gezegde.
Waar de Transvaalse/ie boers nog eerst zieh
vleiden met eenige hoop op zijne rechtvaardig
heid, op groid van zijne at keuring herhaalde
lijk uitgesproken over Beaconsfield's daden tegen
over dat geannexeerde deel vau Zuid-Afrika,
daar werden zij spoedig iu die verwachting
teleurgesteld, en zijn zij wij weten het uit
de laatste dagen zeiven opgestaan om hun
onafhankelijkheid terug te eischen.
Teruggaan is voor het liberale kabinet thans
meer dan ooit onmogelijk. Al liet het den
gouverneur van Afrika Sir Bartle Frère, na
langen tijd hem nog op ziju post te hebben
gehandhaafd, terugkomen, meer kan het thans
niet doen en meer zal het niet doen, want
Gladstone heeft zijn vroeger geuit gevoelen te
niet gedaan door te doen verklaren onder zijne
verantwoording, dat de Transvaal Engelseh blij
ven moet.
Wordt nu iets onduidelijks vertoond, noem het
dan den donkeren achtergrond van een drama,
waarbij Engeland's perfide politiek en hepzucht
en de oud-Hollaudsche zucht naar vrijheid zij
het dan ook ter elfder ure, dat de boers daarvan
het juiste begrip kregen de hoofdrollen ver
vullen. 1880 sluit op dat punt met een groot
vraagteeken.
Voor recht en billijkheid is Engelands neerlaag
gewenscht, doch zij is lang niet te verwaehten.
Waar men thans een tooneel van ellende, ar
moede, moord en brandstichting aanschouwt,
daar denkt men onwillekeurig aan Ierland. De
wetten op het grondbezit zijn daar zoo verou
derd en slecht, dat het ontstaan van allerlei
onlusten volstrekt geen verwondering baren
kan, evenmin als het gemakkelijk is om de
juiste middelen aan te wijzen waardoor de toe
stand verbeterd kan worden. De rogeering
wilde echter nog niet tot krasse maatregelen
overgaan, om de pachters in hun dolle vaart
te stuiten. Of het einde van dit jaar hetzelfde
zal kunnen getuigen zal ons benieuwen.
Dat gestrengheid niet altijd baat, kwam in
1880 Rusland Engeland's jaloersche mede
dinger naar de hoogste macht in Europa
ons leeren. Nog lang niet bracht 1 880 ons
daar het einde van nihilistische bewogingen,
maar deze verminderden veel nadat Loris Me -
likof niet door gestrengheid, maar door wijs
beleid, overleg en praetische hervormingen ge
toond had den toestand te willen verbeteren.
Dat de keizerin daar overleed, dat de Czaar
kort daarop met een ander trouwde, doet ons
weer een blik slaan in het huiselijk leven van
zulk een vorst, eeu blik, die waarlijk geen aan-
genameu indruk maakt. De gewichtigste me-
dedeeling is verder wel, dat de keizer zieh terug
trekt van de staatszaken.
Thins stellen wij u een zieken man voor,
die met de vorigen een waardig drietal vormt.
Gewikkeld in doeken, ziet hij toch met een
vroolijken lach rond. Aan zijn muts herkennen
wij den Turk, die lacht om de dokters, welke
hem ongevraagd willen genezen of doodmaken.
Al hun proefnemingen is hij in 1880 ontsprongen,
zijn leven is gespaard en nog vroolijker stemt
hem het bewustzijn,dat, zoolang die heeren het on
derling oneens ziju, er nog wel menig jaar over
zijn hoofd zal heengaan.
Gij kunt het aan hem zien hij lacht zoo
goedig en prettig dat hij al zijne kwalen
schijnt te vergeten. Het is of het hem niet deert,
dat hij hier en daar een brokje moest afstaan,
maar zijne houding tegenover Montenegro in
zake Dulcigno eu tegeuover Griekenland bewijst,
dat hij niet spoedig tot zoo'n afstand overgaat.
Groote demonstreerende vloten laten hem ove
rigens koud trouwens, veel indruk zal die ver-
toouing wel op niemand hebben gemaakt. Om
zijne sehuldeischers bekommert hij zich evenmin
als om Griekenlaud's geraas en wapengekletter.
Wat is het wachtwoord, dat hem in dezen zoo
koel doet zijn? zal men vragen.
l\ous sommes de bom camerades" roept hij
den achter hem komenden Helleen toe: gij hebt
evenmin geld als ik en kunt het evenmin ter
leen krijgen. Laat nu uwe kanonnen maar
dreurer, als gij kunt 1"
En dat is nu het groote werk der groote
mogendheden, waarmee 1880 sloot.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat door hen,
behoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten,
zullen worden verkocht bij inschrijving
9 stuks Olmeboomen aan den weg naar Wil-
lielminadorpen 5 stuks Canadaboowen op
de zoogenaamde stoof weide staande, en allen
behoorlijk gemerkt
De inschrijvingen worden ingewacht bij den bur
gemeester vóór Zaterdag den 8 Januari 1881, deo na
middags te een uur.
Do voorwaarden liggen ter secretarie voor een ieder
ter inzage op eiken werkdag van des voormiddags 9
tot des namiddags 2 uren.
Goes, den 3 Januari 1881.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTM AN.
Met 1 Januari jl. zijn bevorderd: A. J Augustijn
tot opzichter vau den waterstaat 2e kl.; en D. L. A.
Van de Kreke tot opzichter van den waterstaat der
3e klasse.
De St.-Ot. bevat de wetten tot bekrachtiging van
de p-ovinciale belastingen. In Zeeland bedragen die
32 opcenten op de hoofdsom van de grondbelasting over
1881 en 24 opcenten op de hoofdsom van de belasting
op het personeel over den dienst 1881 82.
GOES, 3 Januari 1881.
Bij ons is ingekomen een klacht over
het nieuwjaarwen8chen van onze politieagenten
Wjj weten niet bij eigen onderviuding dat dit
geschiedt, maar van vertrouwbare zgde is ons
gemeld, dat aan meer dan éen huis dit wenschen
heeft plaatsgehad.
Wjj meenden niet beter te kunnen doen dan
langs dezen weg die opmerking te brengen
onder de oogen van hst hoofd eu van onzen
commissaris van politie. Waar het nieuwjaar-
wenschen door allerlei middelen wordt tegen-
geguan, waar het zelfs beschouwd wordt als
bedekte bedelarij, gelooven wij dat het schade
lijk is voor het prestige van de politie, wanneer
hare dienaren niet uit louter belangstelling maar
om andere redenen, die elk begrjjpeu zal, hun
1 wenschen kaaien uitstorten bij velen, die ook
weer om minder goede redenen, al ware het
alleen om goede vrienden te blijven met die
dienaren, niet durven weigeren aan de bedekte
wei-.schen der wenschers tegemoet te komen.
'fs-GravcnpoIilcr. Tot plaatselijk ge
ne sheer dezer gemeente is, in plaats van den
heer dr. G. T. Callenfels, als zoodanig eervol
ontslagen, benoemd de heer F. L. Arenlz, art.
te Oudelande.
Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen.
-Ten behoeve onzer gemeente is heden, Maan
dag, aaubesteed
Het dempen van de sloot en het leggen van
een riool lij het koffiehuis vDe Prins van
Oranje".
Ingeschreven werd door de heeren P. Buitendijk
ad ƒ1415, A. Smit ad f 1287, A. Foudraine ad
t 1044 en C. Hootsmnns ad ƒ957.
Het werk is gegund aan laatstgenoem le, onder
borgtocht van de heeren A. Smit en A. De Beste.
Hoe treurig het er in de overstroomde streken
uitziet heeft met uit de berichten in ons vorig no.
althans eenigszins kunnen opmaken.
Natuurlijk is het thans de DOORBRAAK TE
NIEU WKÜIJK, die het meest de aandacht trekt
al is nu daarom de toestan 1 op plaatsen, niet in
de onmiddellijke nabjjheid van deze gelegen n
treurig genoeg omdat zij zulk een guoohWkoi
vang heeft aangenomen.
Het overstroomde district Altana is bijna 6600
bunders groot en bestaat uit de gemeenten Wou-
drichem-en-Oudendijk, Almkerk en-Uitwijk, Andel,
Emmikhoven-en-Waardbuizen Giessen Rijswijk
de Werken-en-Sleeuwijk en het westelijk deel van
de gemeente Bahiloniënbroek.
Landbouw en veeteelt bloeien er. De veldvoort-
brengselen bestaan voornamelijk uit tarwe, rogge,
gerst, haver, koolzaad en boonen.
Het laud van Altena werd achtereenvolgens over
stroomd in 1421, 1470, 1792, 1793, 1794, 1795,
1799 en 1809.
Dato 31 December jl. schrijft de co respondent
de - N. li. Ct.
«Tengevolge van die doorbraak zullen ruim 40
dorpen overstroomd zjo. De toestand van Nieuw-
kuijk, van waar de ontzettende ramp uitging, en
van het daarachter laag gelegene Haarsteeg eu
Hoeven moet allerverschrikkelijkst zijn. Zoodra
de doorbraak plaats bad en het water met woest
geraas, zijn doortocht steeds vergvootende, de ge
meente binnendrongwas ieder slechts op eigen
levensbehoud en dat der zijnen bedacht, en zocht
daartoe de wijk op de zolders. Doch ook daar
verkeerden zij spoedig in levensgevaar. De huizen
toch nabij de doorbraak bleken alras niet bestaad
te zijn tegen den sterken stroom en bovendien
stond het water spoedig tot aan de daken. Aller-
wege verhief zich een akelig noodgeschrei. Van
uit de vensters en van boven op de daken zag men
geheele gezinnen de armen uitsteken en hoorde
men de ongelukkigen om hulp smeeken. De men-
schenliefde verloochende zieh niet. Met levensge
vaar zag men velen te water gaan, om hulp aan te
brengen. Binnen weinige uren zaten tal van geiedde
en gevluchte ongelukkigen aan den dijk, velen bijna
beroofd van alle kleeding, en daaronder moeders
met hunne pas geboren zuigelingen.
ii Doch ook velen riepen te vergeefs om hulp
dewijl de sterke stroom vooreerst de redding on
mogelijk maakte. Men verzekert ons, dat gisteren
avond neg zeer vele huishoudens op hulp wachten.
Men hoorde hulpg schreizag de ongelukkigen
maar hulp aan te brengen was niet mogelijk. Heden
morgen zaten hier en daar nog menschon in de
boomen. Van hen, die naar boven gevlucht waren,
leverde vooral éi-n gezin een hartverscheurend
schouwspel. Men zag in de verte van den dijk boe
die menschen tot door het dak gekropen waren
terwijl de muren bijna waren weggeslagen, zoodat
ieder oogenblik het laatste kon zijn. Einsklaps
stortte het dak naar beneden maar doordien het
plat neerkwam, dreven de ongelukkigen voort tot
zij op een ander huis stietenwaar zij door het
dak zich toegang verschaften om daar op den zolder
op verdere hulp te wachten, die echter ook daar
vooralsuog onmogelijk waa. Tal van men&cben
worden nog vermist; ouders hebben van gisteren
nacht af hunne kinderen niet meer gezien, vrouw
verkeeren in de grootste, verschrikkelijkste on
kerheid mul rent bet lot hunner mannen.