67ste Jaargang. 1880. N°. 113. Donderdag 2 December. Ds familie Czaroisky. Bij (lil noinaier behoort ee» bijvoegsel, Pai'Iementaii'e beschouwingen. 3'> Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. RIJKS-WATERSTAAT. wianbesteding. ~~AÏNBÊSTEDI Mm. OEFiCIEELË MEDEÖEEUNGEN. GOES, 1 December 1880. GOESCHE uitgave deaer Courant gescMedt itöaandag-, Woensdag- en V rij dag avond uitgezonderd op feestdagen, IVijq per kwferfc&al, zoo binnen als buiten Goes, 1.75, A*'so aderlijke nomiaert 5 efc/ «net bijblad 10 et. COURANT. Get?one advertentie» worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte huwelijke- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1S regels a J.. Bienttaaii biedingen, niet to eer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekent. Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en HxiASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NU GIT TAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Bfcaséa aa6aaagn«a«aai bevattende Rechtzaken, Seheepvaartberichten, Kerkelijke zaken en onderwijs, Iuhoud van tijdschriften, eeu ingezonden stuk van dr. A. W. Van Campen eu de Marktberichten. Het parlementair strijdperk zal heden aan strijd lustige ledeu onzer Tweede Kamer de gele genheid geven ont tegenover het ministerie ern stige vijandelijkheden te plegen altijd met woorden. Het is het gewone gebruik om bij de alge- meene beraadslagingen min o( meer het schul- denboek van het kabiuet open te slaan, of aan den anderen kant als edele ridders op te treden om het te beschermen. Zullen er ernstige gevechten geleverd worden of zullen over de gansche linie allven schermut selingen plaatshebben Wif zijn omtrent dit punt niet zeker, welk antwoord wij moeten geven. Nog kortelings deden zich in onze oogen ge vaarlijke teekenen voor, die ons niet gerust ma ken omtrent de gezindheid der meerderheid tegen over het kabir.et De verschuiving van de rentebelasting en de behandeling van het strafwetboek bij preferentie deden óns vermoeden, dat er eenig opzet in het spel was om langs dien weg den voornaamsten band te helpen verbreken, die de liberale meer derheid aan het ministerie bond. Hat is toch algemeen bekend, hoe door de keuze van den heer Modderman tot Minister van Justitie de heer Van Lijnden zijn juisten blik toonde en eigenaardig bewees te begrijpen, dat hij daardoor een grooten steun aan zijn kabinet gaf Het was ons strafwetboek, dat als nationaal werk op afdoening wachtte het was de heer Modderman, die als zoodanig de avngewezen man was om het werk tot een goed einde te brengen. Elk échee evenwel, aan het ministerie be rokkend tóor de afhandeling van dit wet boek kon het totstandkomen van dit werk in gevaar brengen. Maar nu dit met goed ge volg is afgeloopen komt bij ons de gedachte op, hoe een groote kracht is verloren, welke het behoud van dit kabinet mogelijk maakte. Het kwam ons voor, dat die overweging ook invloed uitoefende bij het besluit tot verdaging van de rentebelasting, niettegenstaande het drin gend betoog van den Minister van financiën. En wanneer zal dat ontwerp nu in behan deling komen? Zeker niet in den eersten tijd. Naar Mokitz Von Rf.ichendach. Het verschrikkelijke van dit tooneel had de an deren een oogenblik sprakeloos gemaakt. Na de daad van den graaf stortten zij zich op den gast heer en den prins, nog nauwelijks kunnende be grepen, waar de donkere bloedvlek op den grond vandaan kwam. Men richtte beiden op. Het ver brijzelde hoofd van den prins rustte op den arm van een der jaebtgenootenhjj was dood. Graaf Amand werd bewusteloos naar bed ge bracht. Daar stormde de oude Marnscha de kamer binnen. «Zij heeft even de oogen geopend mijn jonge meesteres leeft, alle heiligen zijn geprezen 1" Maar haar jubelkreet verstomde plotseling, toen zij zag wat er plaats had gehad. Zachtkens be woog zij de lippen, terwijl haar groote oogen niet schenen te kunnen begrijpen wat er gebeurd was. Toen liep zij plotseling weg en men hoorde haar beneden luide om den dokter en den pastoor roepen en de bedienden aansporen, om toch beiden zoo spoedig mogelijk te ontbieden. Wij beschouwen trouwens ook die behande ling als een dreigend spook. De Minister van Koloniën bovendien is in den laatsten tijd ook niet gelukkig geweest. De ver werping van zijn voordracht tot regeling van het bedrag enz. van de bijdragen van Ned.-Indië aan de middelen tot dekking van 's rijks uitgaven, de quaestie van de circulaire van den Gouverneur- Generaal in zake de conversie van communaal iu iudividueel grondbezit waren minder aangename ervariugen. Het gevaar van moeiclijkheden, die uit het laatste zouden kunnen ontstaan is geweken door het toegeven zijuerzij ls; de heer Van Goitstein beweerde voor dien aandrang niet te bezwijken, maar reeds openbaarmaking zooveel mogelijk gewild te hebben, vdor men daarom vroeg. Trouwens, bij het aftreden van den te- genwoordigen Gouverneur-Generaal heeft zeker deze quaestie ook grooteudeels hare actualiteit verloren, en kan zij tijdelijk als afgehandeld be schouwd worden. Wij hebben vroeger reeds erop gewezen hoe dit kabinet ondersteuning bleef verdienenal outbrak het onder de leden onderling, verschil lend als zij zijn in denkwijze op politiek gebied, aan éen bepaalde richting op dat terrein. De heer Lenting herinnerde nog in de zitting van 12 November, als vingerwijzing voor de toekomstaan het kortstoudig leven van eeB ministerie van liet tegenwoordige zou het af snijden van den levensdraad op dit oogenblik ons een baldadigheid toeschijnen, die ernstige gevolgen zou kunnen hebben. Men dringt aan op kleurbekennen van dit ministerie. Men verwijt het slechts een cabinet d'affaires te wezen, maar het antwoordde hierop reeds deze woorden «Indien het tegenwoordig karakter van een //cabinet d'affaires daarin bestaat, dat het vele //gewichtige zaken, die in het wezenlijk belang z/des lands tot afdoening gebracht moesten wor- »den, door de Wetgevende Macht weet te doen //regelen, dan is het tegenwoordige kabiuet op z/dien naam trotsch Het rekent ook in het «vervolg op den steun van allen, die van oor- z/deel zijn, dat er nog veel belangrijke zaken «af te doen zijn, die dringend voorziening eischen «en voor regeling vatbaar zijn." Die opvatting is niet onbillijk, niet opprac- tisch. Zaken afdoen is een dringende eisch van het oogenblik, vooral nu op het terrein der belastingen door den Minister van Finan ciën verschillende plannen zijn toegezegd, waar door eenige hoogst onbillijke belastingen o. a. de patentbelasting zullen vervallen, nu de Minister van Binnenlandsche Zaken de gemeente en provinciale wetgeving wil herzien, en zijn Eenige heeren gingen zelf naar de nabijgelegen 'stad, om den dokter te halen. De sprakelooze ver bazing, waarin allen in den beginne verkoord had den, week langzameihand. Aan een «toeval" geloofde nu niemand meer. Graaf Amand's verdenkingdat de prins Sascha met voorbedachten rade tot het doel zijner wraak had gekozen, stond bij al de heeren vast. En toch was het een toeval geweest of liever: het alziend oog der liefdedat Sasclia als offer deed vallen voor de wraak van den prins. Prins Jozef had gedurende de jacht niet de ge- wenschte gelegenheid gevonden, om Wenzel den doodelijken kogel toe te zenden. Maarvast be sloten om zijn voornemen nog heden ten uitvoer te brengen, had hij bij het einde der jacht allerlei weddenschappen opgeworpen met betrekking op zjjn vaardigheid en vlugheid in zijn behandeling van het geweer. Men had meermalen naar een snel geïmproviseerd doel geschoten en de prins, evenals Wenzelhad de verbazing der omstan ders opgewekt door de bijzondere zekerheid van hun schot. Maar de geheele persoon van den prins scheen Sasclia zoo vreemd toe, dat een vroeselijke gedachte plotseling bij haar opkwam en zij hem daarom bijzonder in het oog hield. Terwijl Wenzel naar een doel zocht en aller oogen op hem geves tigd waren, zag Sascha de snelle beweging, waar collega van Oorlog aan den arbeid is getogen om de schutterij te reorganiseereu. Die zaken vorderen tijd, maar eischen ook hulp en meewerking waar zij ter afdoening worden voorgesteld. Daarom stellen wij prijs op een ministerie, dat handelt, mits de liberale meerderheid goed toezie dat er iu haar geest geregeerd worde. Waar de eisch van homogeniteit aan dit ka biuet zoo hoog wordt gesteld, daar vragen wij aan den anderen kaüt of er eene vast aaneen gesloten meerderheid ia de Kamer is, die de teu gels van het bewind zou kunnen aanvaarden? Wanueer wij sommige teekenen der laatste maanden ons herinneren, dan gelooven wij dat daaraan nog niet te denken valt. Het heengaan van deze ministers zou weer het sein geven tot andere proefnemingen, tot onderlinge, hevige quaestiëu als gevolg van oude veeteu, die zeker in het geheel niet in 's lands belang kunnen genoemd worden. Wij willen hopen dat wij nog heden worden gelogenstraft, dat er geen dreigende wolken zich boven het hoofd van het kabinet samenpakken. Het deed tot nutoe niet éen daad, waardoor de liberale partij zich gedwongen zou kunnen gevoelen om zijn aftreden te kunnen vorderen. Van anderen kant zal het genoeg worden aangevallen, en dit is een reden te meer om te erkennen hoe het werkte in goeden, zij het zonder het zelf te willen erkennen, in vooruit- streveuderi geest. PROVINCIE ZEELAND. Op Vrijdag 10 December 1880, des voormiddags te 10 uren, zal, onder nadere goed keuring, door den Commissaris des Konines in de provincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, aoor een der leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 11de district, aan het gebouw van het Provinciaal Be stuur te Middelburg worden aanbesteed A. het baggeren vóór en in de buitenhaven van het kanaal door Walcheren te Veere. B. het op diepte houden van de buitenhaven van het kanaal door Walcheren te Veere en van de geul in den oever voor die haven. (Raming 140,000 Uit deze twee aanbestedingen zal slechts éene wor. den gekozen, namelijk die waarvoor de meest aanne melijke inschrijving wordt ontvangen. Deze aanbesteding zal geschieden volgens $441 der Algcmeene Voorschriften. De bestekken no 33 en no. 31 liggen ter lezing aan het gebouw van het Ministerie van Waterstaat, Handel ,1. ...li.. mee de prins zijn geweer aanlegdezij zag de richting dien de kogel zou nemen, en onder den luiden kreet: n Wenzel, Wenzel!" dwong zij baat- paard in de bedreigde richting en ontving dientengevolge de kogel, die voor haar echtgenoot bestemd was. Toen de geneesheeren kwamen, vonden zij den gtaaf in een hevig delirium. Sascha lag in een zware koorts, maar het gelukte den kogel te vinden en de doktoren verklaarden haar toestand niet ge heel hopeloos, hoewel niet zonder gevaar. Over den toestand van den graaf schudden zij het hoofd. D IJ ij zal het bezwaarlijk doorhalen", zeide de eene. «Zulke gestellen kunnen geen ziekte ver dragen, dat wil 'zeggen of gezond of dood." Wenzel zat aan de sponde van Sascha. Het was hem te moede, of hij zich in een brandend huis bevond, waar rechts en links de gebinten krakend neervielen. De prins dood, als een offer, naar het scheen van een vreeselijko zonde, graaf Amand door den dokter opgegeven, zijn kind verdwenen alles om hem heen dreigde met ondergang. Maar nog was alios niet verloven: Sascha leefde nog. De brandende balken kon hij niet afweren, maar zou hij zijn vrouw, zjjn dierbaarste kleinood, uit den algemeenen ondergang redden en Nijverheid, aan dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland te Middelburg, en zijn voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M Nijhoff, Nobelstraat no 18 te 's.Gravenliage, en door zijne tusschenkomst in de voor naamste gemeenten des Rijks Op 4 en 6 iccember 1830 wordt de noodige aanwijzing op de plaats gedaan; voorts zijn nadere inlichtingen te bekomen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Middelburg en bij den Ingenieur vau den Water staat te Vlissingen. 's-Graveniiage, 10 November 1880. Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, STARING, l. S-G. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zijn voornemens Zaterdag den 11 December e. k., 's middags 1 uur, ten Raad huize aan te besteden ae onderhoudswerken in 18SL en wel: le Perceel, Timmerwerk en levering van touwwerk Se Metsel-, stukadoors- en steenliouwwerk 3e Leidekkers-, loodgieters-, zink- en pomp- makerswerk 4e Smidswerk 5e Schilder- en bshangwerk 6e Stoffeei dsrswerk 7e Glazenmakerswerk 8e Aard-, kram-rijs- en glooiingswerk aan het sas en de buitenhaven 9e Idem aan de binnenhaven enz. 10e Maljenierswaren 11e Grint- en grintzand 12e Borstel- en mandewerk; en voor de jaren 1881, 1882 en 1S83 .- 13e perceel, Kachel- en slotenmakerswerk en 14e Yrachtrijderswerk. De leveringen van art. 27 en 28 van het bestek wor den niet afzonderlijk aanbesteed zij kannen aan eiken aannemer geheel ol gedeeltelijk worden opgedragen. Het bestek ligt ter secretarie op de gewone uren voor belanghebbenden ter inzage. Oningevulde ex. zijn aldaar tegen 5 cent verkrijgbaar. Inlichtingen geeft de gemeentebouwmeester. Goes, den 27 November 1880. Burgemeester en Wethouders voornoemd. J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Aan boord van Zr. Ma. wachtschip te Willems oord wordt met I Jan. 1881 geplaatst de off. van adm. 3e kl. K. J. Van den öussche. Bij koninklijk besluit van 16 November 1880 no. 25 is o. a. bepaald dat eene gratificatie ten bedrage van hoogstens f 300 mede kan worden toegekend aan iederen militair beneden den graad van korporaal, die van het leger hier te lande met een verbintenis vau niet minder dan zes jaren bij de landmacht in West- Indie overgaat. ü.-Indie. Overgeplaatst als adjoint bij den staf der krijgsmacht in Atjeh de le luit. J. F. H. Janssen, van het 2e bat, met Dep., dat hij bij zijn wapen zal woi- den gevoegd a la suite. Het St.-Nicolaasfeest, vanwege de ver- eeniging tot het regelen en bevorderen van Volks- Het waven bange en droeve dagen, die de Gzb- roïsky's in Cerwionka doorbrachten. Sasclia's toe stand bleef langen tijd dobberende tusschen vrees en hoop. Hot kind was verdwenen, niemand der uitgezonden dienstboden had eenig spoor ontdekt en het sneed Wenzel door de ziel, wanneer Sascha naar de kleine vroeg en hij zich met allerlei uit vluchten moest behelpen, daar men verplicht was in haar tegenwoordigen toestand de waarheid te verzwijgen. Maar zoo mogelijk nog treuriger zag het er in de tweede ziekekamer van het kasteel uit. Daar lag de reuzennatuur van graaf Amand iu eeu hopelooze ziekte, met verlamde ledematen en slechts het vermogen bezittende, om onsamenhangende woorden te kunnen uitbrengen. Een beroerte had geest en lichaam getroffen, maar het forsche gestel van den graaf streed met alle kracht tegen den dood. De oude Marnscha was hij hem zij was de eenige, wier bijzijn hij scheen te dulden, terwjjl ieder bezoek van Wenzel hem heftig scheen aan te doen. De oude dienstbode was eens de speelgenoote van baren meester geweest, zij kende hem zoo goed, dat zij ook zijn verwarde spraak verstond en met hem kon praten wanneer hij hij zijn bewustzijn kwam, een toestand, die voornamelijk des nachts plaats greep. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1