67ste Jaargang.
1880. N°. 127.
Dinsdag 26 October.
Dc Financiëele verhouding lussclien
moederland en koloniën.
OFFICIEEI/E
G0ESCI1E
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nommers 6 ct. met bijblad 10 ct.
GOllIUNT.
Gewone aii verten tiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Gtbonite huwelijks- en doodbeiicliten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen ran 18 regels a ƒ,1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contaDt betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn A. STEINER en IL^ASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
i.
Met een enkel woord wezen wij er reeds op,
dat bij de behandeling van het voorstel van den
voorzitter der Tweede Kamer op 14 Oct om de
rentewet aan de orde te stellen, den heer Van
Eek de Indische bijdrage bijzonder scheen toe-
telachen.
De wijze, waarop die afgevaardigde de quaestie
dier bijdrage besprak, geeft ons aanleiding daarbij
thans meer bepaald stiltestaan.
De heer Van Eek zeide o. a.:
//De vraag, die aan ons onderworpen wordt,
wanneer wij de rentewet behandelen is niet
alleen moeten er bijdragen geleverd wordeu
tot ondersteuning van de schatkist maar is ook:
op wie zal die belasting drukken
vZoolang nu niet is uitgemaakt, welk bedrag
door Indië aan Nederland behoort uitgekeerd te
wordenkan niemand zeggen, dat Nederland
verplicht is om de bijdragen te leveren, die in
het wetsontwerp betrekkelijk de rentebelastiug
zijn vermeld."
Ziedaar dan het gevoelen van een Nederlandsch
volksvertegenwoordiger over de wijze waarop
Nederland in de behoeften der schatkist moet
voorzien 1
Staat er niet met zoovele woorden: laten wij
eerst zien hoeveel wij nog van Indië halen
kunnen; daarna zullen we oordeelen of 't wel
noodig is, dat Nederland ook iets bijbrenge om
(ijo eigen budget in orde te krijgen
Grover miskenning van de billijke eischen van
Indië; grover miskenning van de waarheid, dat
een Staat in zijn eigen behoeften behoort te
voorzien, is wel niet denkbaar.
Wij kunnen het begrijpen, dat de Nederlandsche
wetgever er op uit is de financiëele lasten voor
het volk, dat hem de behartiging zijner belangen
opdroeg, zoo laag mogelijk te maken, en dat
die neiging hem wel eens iu tweestrijd brengt
met het zedelijk bewustzijndat hij ook te
zorgen heeft voor de welvaart van die miliioeuen
meuschen iu het verre Oosten. Evenzeer, dat
het onmiddellijk contact met de kiezersalleen
uit Nederlanders bestaande, groote verleiding
oplevert om het belang van Nederland boven
dat van Indië te stellen en dat men zich in het
oog van het gros zijner committenten verdien
stelijk maakt, wanneer men den onvermijdelijken
druk tracht te verplaatsen.
Voor sommigen is dit wel eens een bezwaar
geweest tegen het vaststellen der Indische be
grooting door de Nederlandsche Slaten-Generaal.
Wij deelen dit bezwaar niet, mits het Neder-
landsch parlement slechts rechtvaardig zij en zich
niet ontzie de lasten te leggen daar, waar zij
behooren.
En van den heer Van Eekdie zoo vaak
voor Indië in de bres is gesprongen bij wien
vriend en vijand steeds een gevoel van strikte
rechtvaardigheid erkende verwachten wij niets
anders en wij willen het liefst aannemen, dat
wij óf ons in de juiste bedoeling van den spreker
vergissen óf dat hij ongelukkig in zijne woorden
keuze is geweest. Maar wij weten het maar al
te zeer, dat er nog velen in ons land worden
gevonden, die van indië trachten te halen, wat
er van te halen is, met voorbijzien van de be
hoeften, die zich daar meer en meer doen ge
voelen.
En dan vragen wij is het billijkis het
rechtvaardig, dat er langer zulk een toestand
besta, waarbij men zeggen kan: „laten we eerst
eens zien hoeveel we van Indië kunnen trekken";
en 't is ons in zeker opzicht aangenaam, dat de
rede van den heer Van Eek ons aanleiding geelt
deze vraag aan de geschiedenis en aan de eischen
van het oogenblik te toeteen.
Om het goed recht der gestelde vraag te
bewijzen, moeten wij aantoonen hoe eigeulijk
batige sloten of bijdragen van Indië aan het
moederlaud zijn ontstaan; met andere woorden:
hoe de tegenwoordige nnanciëe'e verhouding
tusschen Nederland en Indië zich ontwikkeld
heeft tot eene exploitatie van het laatste ten
behoeve van het eerste. Wij zullen die ver
houding in ons volgend nummer bespreken, en
al betreden we daarmeê een terrein waarop
onze lezers in dit blad slechls zelden werden
rondgeleid, wij durven onderstellen, dat de be
langstelling in Indische aangelegenheden ook
bij lieu iu den laatsfen tijd is toegenomen, en
dat in ieder geval hun rechtvaardigheidsgevoel
zal worden opgewekt wanneer zij zien, dat de
beschuldiging, welke den liberalen op koloniaal
gebied wel eens naar bet hoofd wordt geslingerd,
als zouden zij de Indische baten prijs geven
slechts dan met eenig recht kan ingebracht
worden als men niet terugdeinst voor het be
houden van ietswaarop men slechts een zeer
twijfelachtig recht heeft.
Buitendien komt het ons voor, dat langza
merhand volkomen bekendheid met Indisohe
aangelegenheden voor allen een dringende eisch
des tijds wordt. Nederland's hardhoorigheid
omtrent de belangen van Indië, kortelings weder
gebleken bij de invoering eener zoogenaamde
patentbelasting (eigenlijk „inkomstenbelasting",
waarvan niet industriëelen, niet-handelaren, dus
renteniers, zijn vrijgesteld) wordt langzamerhand
oorzaak eener betreurenswaardige, hatelijke ver
houding tusschen de Indo-Europeanen en de
Nederlanders. Scherpe woorden vloeien daar
ginds uit mond en pen, en niet zelden kunnen
die woorden, zooal niet gebillijkt, zeer wel
verontschuldigd worden. l)ie verhouding behoort
beter te worden, want het behoud zijner kolo
niën is voor Nederland eene levensquaestie, en
hoe meer de kennis van de Indische huishou-
diug bij het groote publiek toeneemt, hoe beter
het volk bij verkiezingen ook over dtze aan
gelegenheid zal kuunen oordeelen en zich ook
daardoor bij zijne keuze zal kunnen doen leiden.
Indië schonk en schenkt nog schatten aan ons.
Zijn de directe minder in den laatsten tijd, de
indirecte vloeien steeds. Spoorwegen, kanalen,
groote werken werden voor Indisch gei l in
Nederland aangelegd. Amortisatie van schuld
was mede het gevolg van 't vloeien dier rijke
bron. Al ware het alleen daarom, is Indië ons
aller belangstelling waardig. Bovendien: voor
velen onzer zonen en dochters is 't een tweede
vaderland geworden.
Maar vergeten wij het dan ook niet, dat daar
tegenover groote verplichtingen omtrent dat land
op ons rusten.
Wij wensehen hier niet te variëeren op het
afgezaagde thema, waarin van „zweet en bloed"
der Javanen gewaagd wordt. Het is met dat
zweet en bloed zoo erg niet gesteld en menig
Europeaan, menig Nederlander lijdt veel bitterder,
sleept een veel ellendiger bestaan voort dan
die arme uitgeperste Javaan. De vrije
arbeid, dien menig Nederlander te verrichten heeft
om in zijn schamel onderhoud te voorzien, is
dikwerf vrij wat zwaarder dan de gedwongen
diensten der Javanen zijn.
Maar al bezit de Javaan, door klimaat, bodem
en weinige behoeften, voordeelen boven den
Europeaan, zoo mag dit geen reden wezen om
zijn door ons overheerscht land die weldaden
te onthouden, waarop dat land aanspraak heeft;
dan mag met zijn geld niet eerst voorzien wor
den in Nederlandsche behoeften om hem de
ougenoegzame kruimels te gunnen; dan mag hier
bij 't behandelen eener belasting niet gevraagd
worden: hoeveel balen we er eerst voor uit Indië?
Banger dan 2B0 jaar is Indië cijnsbaar ge
maakt aan de recblstreeksche belangen van het
moederland. Het zou wel eens kunnen zijn, dat
het volkenrecht zich krachtiger ging uiten dan
het nu reeds doet. De rechten en aanspraken
van Indië zijn ondergeschikt gemaakt aan onze
belangen. Nu en dan werd een betere weg in
geslagen, maar men ging niet voort. Vaste begin
selen, ook omtrent de financiëele verhouding, be-
hooren zoo spoedig mogelijk in werking te treden
Den 22 October 1889 heeft aan het Ministerie
van Butenlandsche Zaken de onderteekening plaats
gehad eener overeenkomst tusschen Nederland en Belgie
tot wederkeerige. bescherming van fubrieks en han
delsmerken.
Bij koninklijk besluit van 17 October 1880, no. 1,
is het tarief der Hollandsche sociëteit van Levensver
zekeringen /yjaarlijksche premiën en stortingen ineens
voor eene lijf. ente van f 100 'sjaars, ingaande op den
leeftijd van 65 jaren," goedgekeurd.
GOES, 25 October 1880.
Met ingang van 1 November wordt de
nieuwbenoemde 3e klerk H. M. Frangois, thans
klerk aan het station Goes der Maatschappij
tot exploitatie van Staatsspoorwegen, geplaatst
aan het inspectiebureau, hetwelk op dat tijd
stip vtu Bergen-op-Zoom naar Middelburg wordt
verplaatst, en zal de nieuwbenoemde surnume
rair A. J. J. L-, Sage ten Broek, van Zierikzee,
zjjue functie aaa het station Goes aanvaarden.
Verder zullen met hetzelfde tijdstip de sur
numerairs 11. IV. Le Sage ten Broek, van Zie
rikzee, N. L. P. Franchimont, van Nieuwer-
Amstel en J. G. Driesen, van Seppp, werkzaam
ziju respectievelijk te Bergen-op-Zoom, Ylis-
singen (stad) en Roosendaal.
Op een adres aan Z. M. den Koning om
wederinvoering van de doodstraf, dat bij ver
schillende boekhandelaren iu Den Haag ter
teekening ligt, hebben o. a. geteekend de heeren:
F. G. Van Bloemen Waanders, vice-ad m. Fa
llus, M. (j. Van Heel, II. Van Ilogendorp, N.
Mac Leod, mr. J. Heemskerk AzJ. Tideman,
S. JA S. De Saoornin Lokmanenz.
In het kiesdistrict Sneek heeft de kies-
vereer/iging Orde en Recht, te Gorredijk, tot
kandidaat voor het lidmaatschap der Tweede
Kamer geproclameerd den heer Smidt, oud-
Minister van Justitie en, volg ns het Handels
blad, de kiesvereeniging Burgerplicht den oud-
M nister Kappeyne.
De cent ale vergadering van kiezersvereeni-
gingen heeft het stellen van een dtfinitieven
candidaat verdaagd, terwijl, naar men verneemt,
de heer A. Winkler Prins voor eene eventueele
candid-ituur heeft bedankt.
Als een bewijs, hoe slecht het bij ons
gesteld is met den dienst op de spoorwegen,
deelt de N. Rott. Ct. een tabel mededie
slechts over écne week loopt, maar in welk
kort tijdsverloop te Rotteidam 24 treinen meer
dan 10 minuten te laat aankwamen, tengevolge
waarvan herhaalde malen een aansluiting werd
gemist. Het is duidelijk, wat groote nadeelen
vooral voor het passagiers- en brievenvervoer
uit zulk een dienstregeling moeten voortspruiten.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
De Kerk der llerv. Gemeente te Eltewousdjjk
een der fraaiste dorpskerken van Zuid-Beveland,
zon niet van Zeeland, zegt liet Zuiden waarin voor
een paar jaren een prachtig nieuw orgtl is geplaatst,
is iu den laatsten lijd ook van nieuwen preekstoel
en nieuwe zitplaatsen voorzien. Aangezien in den
afgelooppn zomer dit all s zeer net iB geschilderd,
werden de godsdienstoefeningen eenigen tijd in de
consistoriekamer gebonden. Zondag 17 dezer echter
werd het kerkgebouw weer voor het eerst tot dit
doel gebezigd, terwijl door den heer Klein, uit
Middelburg, des namiddags het o-gel btspeeld werd,
waatbij mvereudeete psalmen en gezangen, brget.id
door vier8ternmig gezaag, doch ook teuige muziek
stukken werden uiigevoc d.
Met de vier laatste regels van gezang 96, die
volgens den b>richtge»er „herhaaldelijk" werden aan
geheven, we d d>ze plichtigheid besloten. Zoowel
deze a's de roorgengodedicnstoefeuing werd door
een groot aantal belangstellenden bijgewoond.
Beroepen te K-irop-n aan den IJsel ds. J. I..
Vorluyn Drooglever, te Tholen.
De najaarsvergadering der Algemeene Synodale
oommissie komt Woensdag 17 November a.s. bjjem,
terwjjl de leden der Synode in buitengewone ver
ged ring tegen Dinsdag 9 November bijeengeroepen
zjjn ter behandeling van een hoogvr beroep van den
pred kant Jic. Kigrman le Dordr cht.
ÏERSEKE. Tot hulpouderwijrer aan de nieuwe
school alhier, die, zooals wij reeds vroeger meldden,
1 November iu gebruik zal worden gestel 1, IS be
noemd de heer C. Van Weele, te Schipluiden.
Het vergelijkend examen voor de vacante hoofd-
ondsrwg'.ere-betrekking te Rilland zal gehouden worden
L> mderdag 28 November. Vier sollicitanten hebben
zich voor dia betrekking aangemeld. (Z. .V.)
Oostburg. Niettegenstaande het min gunstige
wed-r waren Zaterdag 11. bijna alle hoofd- en hulp
onderwijzers samengekomen om afscheid te nemen
van hun schojl upziener den heer Q. Janssen
Hem werd het eerelidmaatschap van dit distrio! aan
geboden, en dit was geen bloate formaliteit maar
barteljjk gem'end. De heer Janssen toch had ruim
20 jaren het voorzitterschap bekleed en er steeds
naar gestreefd niet het hoofd maar de welmeencnde
vrieud der ouderwijzers te zjj i. Een sierljjk bewerkt
diploma, een pennevrucht van dhr. Orevensiuk uit
Amsterdam, werd hem aangeboden. Nadit de heer
Schoo van Groede Item dit ouder eene hartelijke toe
spraak had overhandigd, nain dhr. O. A. Vorsterman
Van Oijen, van Aardeuburg, het woord, on hem
namens alle onderwijzers uit dit dist-iet ten sierlijken
leuningstoel aan te bi-dea, waarbjj hg woorden voegde
van inuige w tardee-iug. Het deed den heer Janssen
leed, zooa's hij zeide, dat dit kanton niet tot het dis
trict behoorde, waar hij met 1 Nov. a. s. zal op
treden. Wij wensehen het district Goes met den heer
Janssets geluk.
Het leerlingental, waarmede de lessen der „Vrjji
Universiteit" aunvangen, schijnt nog niet met ze
kerheid te kunnen worden vastgesteld, doch moet
naar reu der hoogleraren aan het N. v. d. Dag ver-
zeke de, „onderscheidene" bedragen. -
Het p-ofessorental bedraagt eoorloopig vgf, nl. de
bieren dr. A. Kuyper, dr. F. L. Rutgers eu Ar. l'h.
J. ldoedemaker voor de theologische faculteit, waarin
het leerlingental verreweg de meerderheid bedraagt.
Vtrvo'ge s dr. F. Dilloo Van Soldi voor d-fi-
culteit der wijsbegeerte en letteren, en mr. D. F.
Fabius voor rechtsgeleerdheid.
Voorloopig is de school op deze drie faculteiten
aangelegd, douh er schijut naar gestrerfd te zullen
wo den het aaulai leerstoelen hierin zoo uitge' reid
mogelgk te maken. Wanneer zich de behotfie ge
voelen duet, en de middel- n en personeel beschikbaar
zjjn, worden de faculteiten voor de geneeskunde en
voor de wis- en natuurkunde aan het o iderwijspro-
gra-n dezer school toegevoegd.
STATKN-GKN K Li/V AL
TWEEDE KAMER.
Een suppletoire begrooting voor Binneulandsche
Zaken is ingediend ten bedrage vau ongeveer
ƒ290,000, waarvan 200,000 tot aanvulling van den
post vooj de in het loopeude jaar uoodige uitgaven
tot tegemoetkoming van behoeftige gemeenten in de
kosten van hel lager onderwijs, iugevolge art. 86
der wet van 1857.
LANDBOUW EN VEETEELT.
Hanswebrt. Een verblijdend verschijnsel!
Wat in jaren de oogen der inwoners dezer gemeente
niet mochten aanschouwen viel hnj dezer dagen te
beurt. Niet minder dan vier wagens, geladen met
meskrap, werden onder den toeloop van bgoa
alles wal beenen heeft door de strateo vervoerd
naar het kanaal, om vandaar verder per schip ter
bereiding naar de meestoof te Colgusplaat te worden
gebracht. Dit ongewoon verschijnsel hetft men te
danken aan de energie en vo harding van de eigenaars
dier meekrap, de heeren J. Kole alhier en A, Dele
te Kruiningep, die, niettegenstaande de ongunstige
tijden en trots den bjjna volslagen stilstand in den
meekraphandel, steeds voor'gingen dit voor Zeeland
hoogst belangrijk landbouwp-oduct te teelen en in
eere te houcieu.
Intus-cheti t eemt de meek-apbouw gestadig iu om
vang toe en hoopt men, dat de tjjden niet veraf meer
zullen zjjn dat de stoof te Kruiuiugeu, die sedert
een pnar jaren renteloos duar slaat, weder volop werk
zat henbeu en hare aandeelhouders welverdiende reu
ten opleveren.
Zonder den krachtigen tegenstand van den mede
eigenaar, dzn heer J. hole alhier, zou deze flinke
en op groote schaal ingerichte, met stoom we-kende
stoof, die ruim 30,(100 heeft gekost, reed» l&ug
onder den moker van den sloop r zijn bezweken.
Omtrent de intrekking der beperkingen op den
invoer van vee uit Nederland in Pruisen meldt de
Aordd. /tllg. Zeitung thsi s nsder, dat d-e beschikking
in wirking lie tit d n 1 N winner.