Zaterdag 2 October. Jaargang. Voor de Administratie der Goesche Ct., F. Kleeuwens Zoon ONZE SPES PATRIAE. OFFICIEELE WEi)Ei)EKLI\GE\. GOES, 1 October 1880. GOESCHE uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- cn Veijdagavosj uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct. met bijblad 10 ct. COHAN Gcvone adverleutiëc worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- lnwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen ran 1—8 regels a .1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contaDt betaald, 20 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn A. STEENEB en HAASENSTEIN VOGLEB, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAB en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. De ondergeteekenden berichten bij deze dat, van heden af, de administratie der Goesche courant, met onderling goedvin den, weder door den mede-eigenaar, den heer J. J. RAMONDT, op zich wordt ge nomen en deze tot dat einde ook weder de handteekening voeren zal. Goes, 1 October 1880. F. KLE1CUWENS ZOON. In verband met bovenstaande kennis gave is het mij aangenaam te kunnen berichten, dat de redactie van de Goesche courant blijft opgedragen aan den heer JOH. L. Van der PAUWERT, tot wien men zich dus gelieve te blijven wenden voor alles wat met de redactie in be trekking staat. Het financieel beheer zal weder door mij worden gevoerd. Het bureau der courant blijft in 't zelfde lokaal als nu gevestigd. Brieven aan de redactie of aan de administratie kunnen dus steeds daar bezorgd worden. Tevens acht ik bet, ter voorkoming van misverstand of oponthoud, Wensche- lijk optemerken, dat noch de heer Van der Paewert noch ik in eenige betrek king staan tot de overige onder de firma F. Kleeüwens Zoon gedreven wordende zaken. Goes, 1 October 1880. J. J. RAMONDT. .Daar waren eens drie studentjes, Drie vrienden in lust eu in nood Ze sprongen zoo moedig de wereld in, En de wereld trapte ze dood. Hun jonge harten klopten Voor wat goed is en welluidt zoo fier; Voor waarheid en wijn. voor vronwen, Voor vrijheid en Beiersch bier. Hun ijzeren vuisten beukten Zoo graag op een schurkenkop; Hun lippen vingen zoo g>etig Een maagdelijk kusjen op. Donderend dreunden hun stemmen Den kruipenden huichlaar in 't oor, Leenwerikzoet stegen ze opwaarts In 't jubelend vriendenkoor. Blij was hun lach, lerra hun handdruk, Breed hun borst en hun oogopslag kloek; Kood hun wang, zout hun scherts, krul hun haren, Geniaal en talentvol hun vloek. Idealen, sigaren, beurs, tafel. Ze hadden ailes gemeen, Hun geloof en hun twijfel, hun liefde En hun haat en hun kelder was éen." PIET PAALTJENS. De vorige week leverde onze grijze academie stad Leiden een staaltje op van de verregaande brooddronkenheid van een deel onzer studeereude jongelingschap, dat, hoe weinig verkwikkend het schouwspel ook mag wezen, toeli Diet met stil zwijgen, dunkt ons, voorbijgegaan mag worden. Het geldt hier geen plaatselijke grief, die zich bepaalt tot eene quaestie tusschen burgers van Leiden en de studenten, die zoo menigmaal in botsing komenhet is hier niet een gewoon vechtpartijtje met de klabakken, met wie zij zich zoo gaarne metendoch voor wie zij in den laatsten tijd meer respect gevoelen dan vroe ger, h.t is hier eeue quaestie van algemeen natiouaal belang, waarvoor een enkel woord van protest ons ook uit maatschappelijk oogpunt dienstig voorkomt, terwijl dit lerens aanleiding geeft tot enkele opmerkingen. Wanneer eerzame burgers van Leiden zeiven, bukkende voor de noodzakelijkheid die berust op bun eigen voordeel, zich baldadigheden of studentengrappen laten welgevallen, dan is dit een zaak, die hun zeiven betreft. De ondervonden last of het toegebrachte na deel wordt op andere wijze weêr vergoed. Het moet dan ook zeer erg wezen, wanneer zij klage.n. Maar bij het voorval, dat wij op het oog hebben, veroorloofden de studenten zich de onkieschheid de burgerij te dwarsbooinen in het uitvoeren van een harer eerste plichten; de gastvrijheid. Wat was het geval De ilollandsche maatschappij van landbouw hield tentoonstelling, dat steeds met feestelijk heden gepaard gaat. Donderdag vorige week men heeft liet kunnen lezen iu ons nommer van Dinsdag 11. gaf men Vauxhall. Op het concert waren eenige studenten op gewonden en lastig, hetgeen zulk een hoogte bereikte dat het hinderlijk werd voor de overige bezoekers, en de commissarissen van orde ertoe moesten overgaan een paar studenten te ver wijderen. Hierdoor beleedigd, meenden de heeren zich te moeten wrekengesteund door velen keerden zij, nu 200 man sterk, terug en brachten alles in zulk eeu wanorde, dat het bal geheel in het water viel. Terwijl de levenmakers het gebouw binnen stormden, was een groot deel van het publiek, uit vrees voor erger dingen, gedwongen door den achter-uitgang de vlucht te nemen. Wijl het feit buitenaf wellicht te sterk ge kleurd zou kuuuen worden, hebben wij een der plaatselijke organen geraadpleegd de toon waarin het Leidsch Dagblad zich over het voorgevallene uitlaat en het relaas dat het ons daarvan geeft, hebben ons overtuigd, dat een groot deel vau de studeerende jougelingschap iu Leideu zich gedrageu heeft op ou behoorlijke, kwajongensachlige wijze. Het studentwezen is eene illusie voor velen, en het studentenleven moet een heerlijk genot zijn. Wij kunnen het ons voorstellen dat vrije, ongedwougen leven, waarin jeugdige onbezon nenheid wel eens een dwaasheid doet begaan, maar waar goedhartigheid, fermeteit, jovialiteit den boventoon behouden. Studenten zooals Piet Paaltjens ze ons beschrijft zij dragen onze sympathie weg eu zij zijn personen op wie men als mannen zal kunnen rekuuen. //Dat de wereld ze doodtrapt" is wel een treurig eiude, maar huu strijd heeft toch sporeu nagelaten ten nutte van het algemeen, en niet aller einde is zoo tragisch. Doch zoo waren niet zij, die het schandaal op touw zetten, dat wij boven beschreven. Dat de gemonteerde joDgelui lastig werden, ongenoegen kregen weliieht met niet minder opgewonden burgers is begrijpelijk en zou nog verdedigd kunnen worden. Doch dat, toen zij hulp gingen halen in hunne brooddronkenheid, er eeu 200tal geieed waren om eene feestviering te veretoren en zich zeiven recht te verschaffen, dat is ongehoord en on- Een verdediger in het Ilotterdamsch Nieuws blad noemt dit feit gelukkig al erkent hij dat de aanleiding tot zulk eeu daad niet zoo bijzonder ernstig was, omdat er uit blijkt hoe er nog concordia in het korps heerscht en de studenten nog geen oude heeren zijn, maar met al het vuur der jeugd direct bereid zijn mede- korpsleden te halpen. Over zulke dwaze theorieën staat men verstomd. Toen in een der nommers van de Vragen des tijds do heer IP. F. Margadant in ziju artikel Auf die Mensur ons een blik deed slaan op de duelint'thode, bij de Duitsehe studenten in zwang, verheugden wij ons over zijn krachtig protestdaartegen ingebracht en von len wij, dat op dit punt onze studenten toch verstandi ger waren en gezonder begrippen koesterden om trent hetgeen de eer gebiedt. Doeli wanneer wij iu dezen tijd nog moeten hooren verdedigen een eiseh van enkelen otn zichzelveu recht te verschaffen, dan zouden wij dit wel verwachten van minder ontwikkelden doch niet van studeereude jongelui. Het wordt dan ook tijd, dat zulk een eisch voorgoed onmogelijk wovde gemaakt. Wauneer 200 werklieden of burgers zich ver eenden op dezelfde wijze als nu de studenten deden, een aanval richtten als nu door dezen is geschied, dan zou er gesproken ziju van op roermakers en van opstand. Doch wij willen nog aannemen, dat in eeu studentenstad de studenten eenige meerdere rech ten mogen hebben dan anderen en daarom alleen het gebeurde beschouwen uit het oogpunt van wellevendheid en gastvrijheid, maar dan is in ODze oogen door hen, die het tumult op tcuw zetten, tegen die eerste eischen onzer samenle ving gezondigd. En dat betreuren wij. liet zijn geen Leidsche jongelui, het is de keur onzer jongelingschap die dit deden. Straks gaan zij wéér door het gansehe laud, waar in vele kringen hun de toegang openstaat. Het waren vooral vreemdeliugen, uit verschil lende deelen van ons land te zamen gekomen, wier feestvreugde zij hebben verstoord, en die de onaangenaamste herinnering-n zullen mee nemen aan de studenten. Onze jongelingschap kon beter naam maken. Rollen en doordraaien gedurende eenigen tijd is geen kwaad, maar onridderlijk wezen is en zich boven de wet stellen zijn zaken, die hen onteeren. Geen student zal er zich aan storen, of wij dit zeggen. Hij acht zich daarboven zeker ver heven maar wij hebben recht opteinerken hoe treurig het verschijnsel is, dat aan achteruitgang in dezen doet denken. Het herinnert ons da verklaring van iemand, die de Leidsche feesten had bijgewoond en als diepsten indruk meedeelde, dat hij zooveel dron ken studenten had gezien. Wat voegt ons dan klagen over de zooge naamd mindere standen wat vestigen wij dan toch uitsluitend onze oogen op de beperking van draukmisbruik ddar Als onder onze jongelui, die studeeren, zulke vergrijpen toenemen, er is vroeger daarover meer geklaagd als zelfs tooneelen door hen worden gepleegd als bij de bewuste landbouw tentoonstelling, zonder dat er uit den boezem der studenten zeiven éen stem opgaatom daartegen te protesteeren, dan is er toch wel van verval sprake. En wij kunnen dan leeren voorzichtig te wezen. Student ziju gaf eenig recht van introductie in vele kringen, die voor anderen gesloten bleven het zal voor het vervolg raadzaam kunnen wezen dit radicaal alleen dan niet meer als toegangs bewijs te erkennen. Een student met studentengrappen is een wel kome gast. En uit liefde voor de studentenwereld zou het ons spijten als zij ontaardde e i het geslacht der drietalleu, door Paaltjens bezongen, uitstierf. OI'ENBAKE VERGADERING VAN ÜEN B A A 1) <1 e r g e in e e ii e (JO K S op MAANDAG den 4 October 1S80, deB avonds te 7'/s uren. Goes, den 1 October 1880. De Secretaris, HARTMAN. Punten van behandeling I. Mtdedeelingvn, ingekomen stukken. 11. Rekeuiug der ontvai gaten en uitgaven van de gein ente over 1879. III. "VVjjaigiug der verordening w, regelende het Middelbaar onderwijs. IV. Vaststelling der vcrordening'n in zake het lager onderwijl. Bij kon. besluit ia Römer, ontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Sexbierum, ais zoodanig benoemd te St.-Maarteusdijli. Z. M. heeft vergunning verleend tot hut aannemen endragen aan mr. VV. C. Borsius, te Middelburg, va n het officierskruis der Belgische Leopolds-orde. Zekere Pietcrnella Botting, oud 14 jaar, wier ouders te Vlissingen wouen, wordt sedert eenige dagen door dezen gezocht. Hare moe der verzocht onze hulp om haar weer bjj zich terug te krijgen. Gekleed in Wa'chersch kostuum, is liet meisje 14 dagen geleden nog vier dagen te 'a-Gravenpolder ge veest bij haar oom L. flubreclitsetimmerman. Wie iets omtreot hare tegenwoordige ver blijfplaats weet, vervoege zich aan ons bureau of aan het bureau van politie alhier. Door het ophanden zgnde vertrek van den heer D Toé Water ontvanger der directe belastingen en accijnzen alhier ea als zoodanig benoemd te Beverwijk, ontstaat er, daar genoemde heer ook Ld van den gemeenteraad is, tegen primo November eene vacature in den raad. Ter vervulling dier va cature zal op Dinsdag 12 October a. s eene verkiezing plaatshebben. Als ambtenaar van den burgerlijken stand is in de Woensdag gehouden raadszitting in zijne plaats gekozen de heer J. Gakeerjong- Bte wethouder. Is kortelings alhier een telegraaf kantoor geopend, ook te St-Annaland zijn de noodige stappen reeds gedaan om aldaar zulk een kan toor te verkrijgen. Dit zou echter geen rijks telegraafkantoor maar slechts eene particuliera, onderneoiiug worden. Eenigs voorname inge zetenen toch hebben zich tot den Minister vaa Waterstaat gewend mat het verzoek op eigen kosten een lijn te mogen aanleggen vau af het gemeentehuis, dat vooreerst als uitgangs punt gekozen is tot aan den kokerpaal bij de Groote Nol van St.-Annaland, daar waar de kabel door het Keeteu naar Duiveland ligt. Naar wij vernemen heeft de Minister na ingewon nen advies bij Provinciale Staten de gevraagde vergunning veileeud. Gf het d rde kantoor op dit eiland wel in eene bepaalde behoefte zal voorzien, valt te be twijfelen. Onlangs deelden «ij mee, hoe de gemeente Barneveld het aan haar goed drinkwater te' danken heeft, dat hare iugezetenen gemakke lijk door éen geneesheer kunnen bediend wor den daar, waar vroeger bij het bezit van slecht drinkwater vier geneesheeren konden leven, De A\ Rolt. Ct. deelt het navolgende mee om trent het verkrijgen vau beter drinkwater. In 1878 nam het departement Barneveld van 'tNut de proef, en bekostigde het boren en'- maken van een Nortonpomp, dié, gereed zgnde, aan de gemeente ten geschenke werd gegeven.' Het water, op ruim 42 M. diepte verkregen, voldeed en voldoet nog aan alle vereischten van goed drinkwater Spoedig volgde daarom een tweede pomp, op bijna gelijke diepte ge-- boord, eu iu dit jaar werden er nog twee ge maakt, Aaugezien die pompen overvloedig water geven, kwam men op de gedachte om aan de cerstgeboorde eene leiding te maken, waardoor na kortelings eeu 5de pomp in werking kwam. De gezamenlijke kosten der 5 pompen zullen pl. m. 2000 hebben bedragen. Het overtollige water wordt, door een naar den grond gebogen ijzeren huis, dienstbaar ge maakt tot het voortdurend doorspoelen van de straatgnten. Aan iedere porp is, (ct algemeen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1