Dinsdag 7 September. Klunst. Werving voor 's Rijks zeedienst. 0FF1CIEELE MEI)EI>EELI\GE\. GOES, 6 September 1880. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandao-, Woensdag- en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, xoo binnen als bniten Goes, 1.75. A&o idariijke nommeri 5 ct. met bijblad 10 et COURANT. Gewone advertenticn worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodlerichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regel» a /,1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 1 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn A. STEINER en HAASEN8TEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Waar de KUNST een tweede natuur is geworden, daar is men iu het bezit van de echte blauwe tooverbloem. Waar voor anderen slechts naakte rotsen te zien zijn, daar ontsluiten zij hem schatten van het rijk der schoonheid, die geen roest verontreinigen kan, en hij is rijker dan alle bankiers en makelaars en geld- herocn, ofschoon ook in zijn zak de cent en het dubbeltje een droevige bruiloft vieren." Schemel. Een klein en nietig woordje kunst, en toch hoe veel grootsch sluit het in zich Wij denken hierbij natuurlijk aan de waarachtige kunst, die door bare werken slechts uitdrukt al wat de ziel verheft en verkwikt. Niet lang geleden hadden wij in een spoorweg coupé een gesprek over de kunst en de kun stenaars. Onze geachte reisgenoot zal zich dit nog wel herinneren en ons zeker niet van onbe scheidenheid beschuldiger), waar wij hier meê- deelen hoe er uit zijn woorden bezorgdheid sprak voor de toekomst der waarachtige kunst en hare beoefenaars. Het was voor het koele materialisme en zijn koude adem, die alles verstijft, dat hij zieh bo venal bezorgd maakte. Het traject, dat wij moesten afleggen, was te kort en de stol te groot om in een klein tijds bestek te worden behandeld; ook nu is het niet mogelijk alle bezwaren te wikken en te wegen, die er zich voordoen, en die dagelijks vermeer deren om de ware kunst het leven te bemoeie- lijken. Het is waar, dat er zich een bedenkelijk streven openbaart om alleen voor de stoffelijke eischen der wereld oog en oor te hebben, om zich te laten meesieepen door het realisme, waardoor men onvatbaar wordt voor hetgeen de godinnen der kunst ons bieden als heerlijke poëzie in het leven. Het is waar, dat er valsche priesters en prieste ressen in den dienst der kunst zijn opgetreden, die, op dat realisme alleen het oog gericht hou dende en daarop speculeerende de wetten der moraal vaak met voeten treden de zinnelijk heid slechts prikkelen en zoodoende ontheiligen wat slechts geheiligd diende te worden. Op welk gebied ook, op dat der tonen, der poezie, der romantiek of der dramatiek, overal treft men dit verschijnsel aan. Maar is dat onrustbarend P Deed zich op zoovelerlei ander gebied niet het zelfde verschijnsel voor, dat al het goede, het schoone verstikt dreigde te geraken onder valsche leuzen, maar bleek niet later hoe de kern, het waarachtig goede, ten slotte de bovenhand be hield Wij gelooven niet dat de menschen slecht zijn; en juist die overtuiging, dat er in den mensch nog steeds een neiging lot het goede bestaat geeft ons moed dat het gevoel voor het ware schoone zal blijven voortleven. Het is mogelijk, zeer goed mogelijk, dat de strenge eischen om het bestaan, droevige om standigheden, tegenspoed dat gevoel op den achtergrond dringen, het gemoed meer vatbaar maken voor de koele werkelijkheid, en een vruchtbaren bodem vormen voor al te realistische ideeën doch het is ook hierbij slechts eb en vloed. Er zal eenmaal ook in die gemoederen kalmte weerkeeren, die ze vatbaar maakt voor ware poëzie. Aan de waarachtige kunst en haar zegenenden invloed wanhopen wij niet. Als wij denken aan een goed beginsel, dat op de levenszee wordt heen en weer geslingerd, nu eens dreigt onder te gaan onder de hooge golven van onverschilligheid, dweperij, dwang of huichelarij, doch dan weer op zoo menig oogenblik glansrijk overwint, dan vestigen wij het eerst ons oog op het hoofdbeginsel van het Christendom. Dat dit zoo menigmaal schipbreuk lijdt is niet alleen de schuld van de zooge naamde vijanden van dat Christendomneen meermalen, wij durven gerust zeggen grooteu- deels, waren het de aanhangers, de z. g. belij ders, de mannen der kerk die afbreuk deden aan de goede bedoeling van den stichter van dat Christendom. Zij zeiven maken de hinderpalen, de rotsen, waarop het liefde-princiep verpletterd wordtzij zeiven werken alles in de hand wat de menschen verder voert van het groote doel, met de Christelijke leer de zuivere beoogd. Zullen wij nu wanhopen, ook wij die ons geen mannen der kerk noemen, die ons ervan afwenden uit minachting wegens het verkrachten van een goddelijk idee wegens het misbruiken van een heerlijk schoon fondament, waarop men in plaats van een schoon gebouw een wanstallige klomp bouwt aan het voortbestaan van het goede, dat toch ook wij liefhebben Geenszins. Het beginsel is te schoon om ver loren te kunnen gaan. Zoo ook is het met de kunst. De ware kunst is te grooisch, om in het niet te zinken. Godsdienst en kunst zijn éen. Lindner zeide het reeds „Zelts dj godsdienst, wiens onuitgesproken doel toch de verhefiing van den geest tot het bovenzinnelijke is, kan de gouden brug niet missen, waarmede de kunst van het materiëele naar het geestelijke Ons overbrengt." De katholieke kerk begreep ditzij hielp de waarachtige kunst bevorderen, aankweeken, en schonk haar eene eereplaats in haren dienst. Dat was goed gezien, dat was fijn gedacht. Hare priesters beoefenden die kunsthare kerken dra gen alle sporen van kunstzin, hare godsdienst oefeningen wekken de menschen op tot gevoel voor het schoone, wat muziek en zang betreft. En zij zal kunnen getuigen, of zij in de kunst al dan niet eene krachtige bondgenoote bezat Wij voor ons gelooven, dat hierop een stellig bevestigend antwoord gegeven kan worden. Zoo is de kunst de machtigste De kerk beweert weldat al de vijanden die het gevoel voor het schoone belagen, zouden verslagen worden, wanneer men bij haar slechts troost zochtdat het gevoel van onverschil ligheid, het realisme slechts een gevolg zijn van de onverschilligheid voor haarde kerk; maar zij vergeet dat juist haar eigen dwang aan de eene zijdehaar koud naaktkoel eu droog realisme aan den anderen kant de menschen afstoot, en den waren godsdienstzin door haar zoodoende wordt verbannen. Door hare eigen tekortkoming ging zij achteruit. Als slechts zuiver en waar die zin, oorspron kelijk schoon en goed, door haar werd gehand haafd, zou haar invloed vermeerderen. Op zulke kleinooden moet gepast worden en bezorgdheid voor het verlies is beter dan onver schilligheid over het bezit. Als de kerkheeren dit niet begrijpen dan moe ten wij leeken, zonder ons te storen aan hun oordeel over ons, toonen, dat wij dat wel vat ten en dat wij, zonder ons door alle zijpaden te laten ophouden, den rechten weg daartoe willen bewandelen. En de kunstde machtig ste, kan ons daartoe helpen. Als wij dus gelooven aan het overwinnen van het goddelijke, laat ons dan tevens niet wan hopen aan het voortleven der ware kunst. Die meening stellen wij tegenover de bezorgd heid van onzen reisgenoot. Het is natuurlijk slechts op een vast vertrou wen iu de toekomst dat die meeuing steunt, maar tegelijkertijd is zij een prikkel om dat voortleven te helpen bevorderen uit eigen kracht, door aller lei middeleu. En juist omdat men iD den tegenwoordigen tijd, waarin die kunst zoo vaak wordt verdrongen, andere wegen weer zoekt en vindt om haar in vollen luister te doen schijnen, vinden wij daarin tevens een vast steunpunt voor ons vertrouwen. Eene liefelijke, zeer prijzenswaardige poging deed ook daartoe de vrouwenvereeniging »ïes- selschade", toen zij in 1878 een prijsvraag uit schreef en /100 uitloofde voor eene voldoende en beknopte handleiding over Kunst, toege past op Vrouwelijke Handwerken Dit was goed gedacht, want waar kan de kunst beter beveiligd wezen en gediend worden dan in en door beschaafde vrouwenhanden? En waar de bestuurders der vereeDiging ontdekten hoe slecht uit onwetendheid de kunst bij die handwerken werd gediend, was het uitstekend om te beproeven daarin verandering te brengen. De vrucht dier poging is een werkje van den heer C. Ed. laurel, leeraar aan de industrie school te Amsterdamgetiteldde aesthetiek der vrouwen-handwerken. Wanneer men nu hierbij uitsluitend denkt aan handwerken, alleen uit pronkzucht of lijdpassee- ring, dan vergist men zich hier geldt het vrou wenhandwerk, met degelijkheid beoefend. ,/Vrouwenhandwerken behoorentot alle klassen der maatschappij, iets ervan vindt men overal; eene reden te ineer er niet te onverschillig op neer te zien eu hunnen invloed op de ontwik keling van smaak en schoonheidszin te erkennen." Dit zegt schrijver aan het adres zijner mede- heereu der schepping, die zoo gaarne met min achting op elk vrouwenhandwerk neerzien. En toch verdient zoo menig nuttig stuk in het huishouden, door de vrouwenhand vervaar digd de belangstelling van mevrouw's gemaal ten volle. Deuk slechts aan pantoffelstafel- kleeden, anti-macassers, en zoovele andere hand werken, die in onze kamers nut doen. En wanneer nu met dat nut het schoonheids gevoel bevredigd kan worden, de smaak ver fijnd, het oog bekoord, dan is het immers een goed werk dat te bevorderen! z/De nijverheid roept daarom de hulp harer adellijke zuster, de kuust, in, om aan hare hand en door haar geleid een hooger gebied, dat van het schoone, te betreden.'' Ziedaar het doel van een werkje, dat wij de dames aanbevelen, dat wij ouders en lee- raressen verzoeken als handleiding aau onze handwerkende meisjesschaar te schenken. Als die jonge meisjes leeren de kunst te eeren en te dienen bij hare handwerken, dan zullen zij die kunst leeren liefhebben en zij zullen apostelen worden om dien dienst te prediken. Die meisjes worden groot, worden vrouwen, worden moeders. Zij zullen in den huiselijken kring kunnen meêwerken een tempel te stichten, waarin die kunst wordt gediend op haar voor beeld, op haar woord, door haar invloed. Zoo kan de geest dan blijven voortleven, waartoe dit werkje in het leven is geroepen, en is aan den dienst der ware kunst een on schatbare steun verleend. De BURGEMEESTER van GOES maakt bekend, dat voor jongelieden, die zich in 's Rijks zeedienst wenschen te begeven, gelegenheid zal zijn zich daartoe aan te melden aan boord van Zr. Ms. stoom-kanonneerboot „Hydra", welke zich in den loop dezer week op het Zuid- Bevelandsch kanaal en aan de haven van Wolfaartsdijk zal bevinden. De voorwaarden, waarop men in '8 Rijks zeedienst kan aangenomen worden, liggen ter secretarie dezer femeente voor belanghebbenden eiken werkdag van tot 2 uur ter inzage. Goes, 6 September 1880. De Burgemeester voornoemd, J. G. DE W11T HAMER. De luit. ter zee 2e kl. G. L. Kakebeeke, van het artillerie-instructieschip „Het Loo," wordt met 10Sept. a. s. op non activiteit gesteld. De adelborst le kl. C. A. Dominions wordt ge plaatst aan boord van het schroefstoomschip „Marnix." Het werkje is uitgegeven bij de heeren J. H.Geb- hard Co. te Amsterdam, en kost 1,25, »Nu ook het Kon. besluit betreffende den bouw van scholen door Z. M. geteekend is, schrijft het Vaderland behoeft aan de geleidelijke invoering der nieuwe schoolwet niets meer in den weg te staan. Zooals men weet, worden bij het bedoelde Kon. besluit ook de eischen voor de lokalen der bijzondere scho len vastgesteld, maar naar wij vernemen zullen die eischen in afwijking van het officieele rapport zoo miniem zijD, dat de kerkelijke partpen zich althans in dit opzicht van klagen zullen moeten onthouden. Ook de eischen voor de openbare scholen zullen zeer gema tigd zijn. Dat in tal van gemeenten de organisatie van het onderwps overeenkomstig de nieuwe wet tot groote verandering aanleiding zal ge ven blijkt meer en meer. De vrees van velen, dat er zeer weinig ge meentebesturen zouden zijn, d;e reeds met 1 Novemb. den termijn dat ook de rijkstoelage van 30 pCt. begint verbetering zouden willen aanbrengen, schijnt niet verwezenlijkt te zullen worden, Uit tal van plaatsen ontvingen wij ten minste reeds berichten van voorgenomen plannen om de rijksgelden oogenblikkelpk zoo goed mogelijk in 't belang van 't onderwijs te besteden". Men herinnert zich, dat de vereeniging voor de statistiek in Nederland besloten heeft, de regeering te verzoeken over te gaan tot de oprichting van een centraalbnreau voor stati stiek, gelijk reeds in vele landen bestaat. Dezer dagen heeft de vereeniging van den Minister van Binnenlandsche Zaken namens den Koning tot antwoord ontvangen «dat bjj het opma ken der staatsbegroting over 1881 op haar verlangen wordt gelet." De bevalling van Koningin Emma geeft den Duitschen bladen opnieuw aanleiding zich bezorgd te maken over de troonsopvolging in Nederland en Luxemburg. Meu wordt getrof fen door zooveel belangstelling in zaken, die ons hier voorloopig nog volstrekt geene zorgen baren. RottN.) De Parijsche correspondent van de Köln. Zeit. heeft zich blijkbaar vergist, toen hij Prins Alexander door het Groot-Oosten van Frankrijk in de vrij metselaarsorde deed opnemen. De Prins is reeds drie jaar geleden in de loge l'ünion Royale" te 's-Gravenhage tot de orde toegelaten, een dag vóór het feest ter herinne ring aan het zestigj arig grpotmeesterschap van Prins Frederik. Nen A. v. B o. Z.) De vereeniging van kiezers Rotterdam zal bij de aanstaande herstemming geene stem men op de in herstemming zijnde candidaten uitbrengen. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Op het zestal naar Kampen staat ook ds. Ron- hebel, te Middelburg. Yerseke. Voor de betrekking van hoofdonder- wgrer aan de tweede opeubare school alhier hebben zich 11 sollicitanten aangemeld. Van dezen zijn er 9 uit Zeeland (waarbjj éen uit Yerseke zelf) en twee uit andere provinciën. Voor hulponderwijzer ie er éen sollicitant. Te Hansweert is voor de school met den tij- bel ƒ12,50 ingezameld tegen 7 in het vorige jaar. Bij het admissie-; xamen tot de rijksnormaallessen le Middtlbu'g werden 15 candidaten toegelaten. Voor de akie in de Fransche taal te 's-Hage is o. a. toegelaten de heer J. Stigter, uit Delft. Onder voorbehoud van nadere goedkeuring door Gedep. Stoten van Zeeland is door den gemeenteraad van Thohn besloten tot opheffing met lo. Januari e. k. wegens het geringe aantal teerlingen van de beide scholen aldaar voor M. U. L. O. en uit dien hoofde eervol ontslag ie verleenen aan den heer A. ff. Westra, hoofdonderwijzer aan de school voor jongens en aan mej. C. Verschuur, boofdonderw. aan de school voor meisjes. Aan beiden zou dan eeu betrekking worden aangeboden op de scho'en voor grwoon L. O. (fad)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1