1880. N°. 96. Zaterdag 14 Augustus. 67stc Jaargang. Zijn eerste enlaatste dans. OFFICIEELE MEDEDEELI\GEl\. ME.VGELWEItK. GOESCHG O» uitgave dezer Courant geschiedt Maakdao-, Woïssdas- en Vuijdaoavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.7 B. A&oudariijke sommen 5 ct. met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen »an 18 regels a ,1 Dienstaanbiedingen, niet meer dan i regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Het Staatsblad no. 139 bevat de wet van 2 Aug. 18SO, houdende goedkeuring van den onderhandschen verkoop aan den polder de Breede Watering bewes ten Yerseke van een bermsloot met eene strook grond langs den Rijksweg ouder de gemeenten Yerseke en YVe- meidïnge. Z. M. heeft L. De Fouw, ontvanger der directe belastingen en accijnzen te Monnikendam c. a., be noemd tot adjunct-controleur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen te Rotterdam. De opbrengst der rijksmiddelen in de maand Juli bedroeg f 8,355,734,25zijnde f 269,237,05 meer dan in Juli 1879, en f 141,893,99 meer dan der raming voor het ioopende dienstjaar. De opbrengst ran 1 Januari tot 31 Juli bedroeg f 55,106 983,22, zijode f 1,239.370,48s meer dan in het zelfde tijdperk van 1879. en f 2,249,898,60 minder dan 7»* der raming voor het Ioopende dienstjaar. GOES, 13 Augustus 1880. De statistiek voor handel en scheepvaart in ons land over de maand Juui ligt aan ons bnrean voor belangstellenden ter lezing. Hunswefirt. Met ingang van 1 Septem ber a. s. wordt de heer H. Ummelsdirec teur van bet Rijkstelegraaf kantoor alhier, in dezelfde betrekking overgeplaatst naar Kui lenburg. Algemeen ziet men den, om zijne humaniteit en welwillendheid tegenover het pnbliek, geaebten beer Ummels met leedwezen van bier gaan. Aan de Tweede Kamer is ingediend een ontwerp van wet tot indeeling van de Ooster- Sehelde en andere Zeeuwsche stroomen by de aangrenzende gemeenten, en tot verbetering van de bestaande grensscheiding. Het rust op dezelfde beginselen als de ge meentelijke indeeling van de Wester-Schelde, door de wet van 23 April 1880 tot stand gekomen. De commissie van rapportenrs voor bet tweede onderzoek der wetsvoordraebt tot hef fing eener rentebelasting is Woensdag verga derd geweest. De kiesvereeniging Orde te Rotterdam heeft tot candidaat voor de Tweede Kamer gekozen den heer O. Van Rees, Oud-Minister van Koloniën in bet vorige kabinet, te Rotterdam, en de kiesvereeniging Algemeen Belang aldaar, den heer At. L. Van Deventer, te 's-Hage. De vereeniging van kiezers Rotterdam heeft besloten de candidatuur van mr. A. J. Roest, officier van justitie bjj de arrondissements- Uit bet Duitsch van W. Passavzr. Het is reeds verscheidene jaren geleden, dat ik tot herstel van een hevige borstziekte eenige weken ging vertoeven bjj een bloedverwant op een land goed in Lithauen. De dokter had mij in de eerste plaats onthouding van allen geestesarbeid en veel beweging in de open lucht aaubevoleu. Ofschoon het mjj in den beginne niet recht dui- deljjk was hoe ik dit voorschrift, voornameljjk wat betreft het eerste gedeelte, zou kunnen opvolgen, moet toch ik bekennen dat het nietsdoen mij in de eerste week verwonderlijk gemakkelijk viel, reeds in de tweede deed het mij recht goed, in de derde was het mjj al een behoefte geworden en in de vierde week kon ik reeds, zonder tegenspraak van mjjn beminnenswaardigen hospes, mjj erop beroe men de luiste kerel te zijn, die er twee mjjlen in den omtrek te vinden was. Die veronderstelling is trouwens wel wat gewaagd, want er zjjn in Lithauen een massa luie menschen. Tegenover éen persoon ten minste scheen ze mjj zelf zeer twjjfelachtig toe, namelijk den vader van den na- burigen herbergier, Jacob Streimel. De herberg lag afgezonderd niet ver van het dorp in een vlakke, eveneens door baar luiheid bekende streek. Maar vlak achter het dorp was een uitgestrekt dennenboscb, waarin ik met bet oog op de ge zonde, verfrisscbende lucht aageljjks eenige uren, evenzoo met nietsdoen, me bezighield. Zoo vaak ik rechtbank te Rotterdam te handhavenzijnde deze in de openbare vergadering dier vereeni ging van 29 Mei 1879 reeds candidaat gesteld. Men zorgt dus ook te Rotterdam zoo ijverig mogeljjk voor de noodige of liever: niet noo- dige verdeeldheid. Öp Woensdag 25 Augustus zal in de kweek school voor zeevaart te Leiden eene keuring plaatshebben van jongens, die eene verbin tenis in 's rijks zeedienst wensehen aan te gaan. Onbevaren personen boven de 16 jaar worden voorloopig niet meer aangenomen. Art. 3 der Instructie voor den Commissaris des Konings in elke provincie, vastgesteld bij Kon. besl. van 27 Sept. 1850 (St.bl. no. 62), luidt: «Hjj be zoekt jaarlijks een deel der provincie en richt zijne rondreizen zoo in, dat in de vier jaren elke ge meente der provincie ten minste eens door hem bezocht worde." De eer van zoodanig bezoek dooi den onlangs opgetreden Commissaris in Zeeland, jhr. mr. A. P. C. Van Karnebeek, viel Donderdag aan Goes te beurt. Verreweg het grootste deel der ingezetenen, vooral in de hoofdstraten was zoo vriendelijk attent geweest om ter eere van dat bezoek de vlag uit te stekenonze gemeente had nu een prettig aanzien en zal ook daardoor op den hoogen be- zoeker zeker wel een aangenamen indruk hebben gemaakt. Met den spoortrein van 9.14 uren te Goes aan gekomen. werd Z.HEG. aldaar ontvangen door den wethouder J. J. Ochtman en den Secretaris der gemeente, terwjjl de burgemeester en de wethouder jhr. M. J. De Marees vau Swinderen den hoogen bezoeker aan het stadhuis verwelkomden. De re gisters en verdere schrifturen van de gemeente administratie en de gemeente-comptabiliteit werden het eerst door den Commissaris en den hem ver gezellenden commies, chef der leafdeeling ter prov. griffie, mr. W. Polman Kruseman, onderzochten volkomen in orde bevonden, waarover Z.HEG. dan ook zjjne tevredenheid te kennen gaf met de ver klaring, dat hij niet anders had verwacht. Ongeveer te 10 uren werd de audiëntie geopend door den gemeenteraad. De Voorzitter, mr. J. G. De Witt Hamer, hield eene gepaste toespraak waarin hij zijne ingenomenheid betuigde met het blijk van belangstelling, dat Goes van den nieuwen vertegenwoordiger des Konings in dit gewest mocht ontvangen, door onze gemeente zoo spoedig met een bezoek te vereeren, en te kennen gaf juist den met kromgegroeide wilgen beplanten straat weg, die voorbij de herberg liep, opwandelde, zat de oude Jacob Streimel in de schaduw van een ouden lindeboom op een houten bank voor zjjn huis, in een ouden jas, op het hoofd een bonte muts, zijn voeten in groote klompen gestoken, en was hij bezig wilgentakjes te schillen, die de man denmakers gebruiken. Dat hij zelf manden maakte, heb ik nooit gezien. De oude was een goede zeventiger; op zjjn ver magerd gelaat stond goedhartigheid te lezen, bij wjjlen vergezeld van een listig glimlachje, wanneer bjj, wat trouwens zelden gebeurde, zjjn eindje pjjp uit den mond nam en een praatje begon. Men kon het aan hem zien, dat hij dit niet gaarne deed. Er zijn menschen die van de spraak, dat groote voorrecht van mensch boven dier, om de een of andere reden weinig gebruik maken. Daar onder behoorde ook Jacob Streimel. Doordien ik hem op mjjne menigvuldige wan delingen beter had leeren kennen, eerbiedigde ik ook zjjn zucht tot weinig spreken. Ik zat dikwjjls met een glas melk, dat ik mjj bad laten inschen ken, wel een half uur naast hem op de bank onder den lindeboom, zonder dat een van beiden iets had gezegd. Hjj rookte dan zjjn pjjpje en schilde zon der een woord Ie spreken de wilgentwjjgjesik dronk mijn glaasje melk en zat hem stilzwijgend en gedachteloos aan te staren, want deze eentonige bezig heid had op mij dezelfde wei king alseen slaapdrankje. Zoo was tnssehen ons langzamerhand een zekere omgang ontstaan, die een deftig gezelschap zeer vervelend mag toeschjjnen, maar voor zulke een voudige lui als Jacob Streimel, en zoo'n aartsluilak als ik, aangenaam en gemakkelijk was Klaarbljj- uit die belangstelling de hoop te putten, dat Goes, 't welk zooveel doet voor ontwikkelingen bescha ving op velerlei gebied ondanks het in zijne financiën zeer gedrukt is, de hulp en ondersteu ning van den Commissaris zou genieten, als bet bestuur die weder mocht vragen. Eigenaardig was het, hoe de spreker Zeeland's wapendevies op onze gemeente toepasselijk verklaarde, en deed opmerken, dat het bestuur van de laatste vijf- en-twintig a dertig jarenbij de aflossing der schulden onzer vaderen, tevens zoovele nuttige in richtingen had doen verrijzen, waardoor Goes eene waardige plaats in de steden van Zeeland, ja van Nederland heeft ingenomen en gehandhaafd. Al was het dan ook vaak worstelende, toch heeft Goes het hoofd boven water weten te houden, gedachtig aan het Luctor et Emergo, en daarom hoopte de spre ker, dat zoowel de booge regeering als het provin ciaal bestuur die poging op den rechten prjjs zou weten te stellen en beval bjj de belangen van Goes in de welwillendheid van het hoofd van het ge westelijk bestuur ten zeerste aan. De Commissaris des Konings beantwoordde deze toespraak met de betuiging, dat hjj op hoogen prjjs stelde, wat het bestuur der gemeente Goes had ge daan en nog deed. Mocht da regeering al eens niet de hulp en ondersteuning hebben geschonken, die men gewenscht en gewacht had, hij beschouwde dit niet als een gemis van belangstelling, maar meer als een waardeering van de krachten dei- gemeente. De regeering had de sterke, ofschoon haar niet geheel aan haar lot overlatende, met eigen krachten laten werken en te heerljjker was daarom de zegepraal. Hjj beloofde echter zijne hulp, waar die kon verleend worden en uitte de beste wen sehen voor den voortdurenden bloei en de besten dige welvaart onzer gemeente. Nadat de raad vertrokken was werden nog toe gelaten dr. A. W. Van Campen, als president van bet bestuur der ambachtsschool en directeur der hoogere burgerschoolM. J. Soulendam, als majoor-kommandant der dienstdoende schutterij met het korps officieren dr. R. A. Soetbrood Pic- eardt, als archivaris der gemeente J. A. Evei"3tein, deken van Middelburg en pastoor der R. C. ge meente te Goes met twee leden van het kerkbe stuur; dr. J. Kooman, als voorzitter met twee leden der schoolcommissieA. J. Verwey, als in genieur van den waterstaat; J. C. Dominicus Van den Bussclie, als commissaris van politie; H. M. Wierts Van Coeboorn, als directeur van het post kantoor en F. W. Dender als militair apotheker der landmacht in Oost-Indië. Tot onze verwondering hebben noch de predi- dikanten, noch de kerkbesturen van de Ned. Her vormde en der Christeljjk Gereformeerde gemeente gebruik gemaakt van deze gelegenheid, om hunne •pwachting bij 's Konings vertegenwoordiger te keljjk vond hij in mjjn zwjjgend gezelschap recht veel plezier, en de dunne lippen met den valen knevel plooiden zich tot een glimlach iederen keer als hjj mij zag; en wanneer ik eens een enkelen dag wegbleef, zag hjj mjj reeds van verre met zjjn groote helderblauwe oogen vragend aan. Zoo gebeurde het eens, dat ik tengevolge van een lichte verkoudheid en een huiseljjk feestje in geen drie dagen den weg langs gekomen was. De oude Streimel schudde, toen hjj mij zag, reeds van verre zijn grjjs hoofd en toen ik naderbij kwam hield bij zelfs een zeer ongemeen geval met schillen op en zag mij vragend en verwonderd aan. Maar ik was niet minder verwonderd dan bjj. Want in de gelagkamer, om dezen tijd altijd stil en eenzaam, was het een leven van belang. Uit de openstaande ramen weerklonk een luid gejuich en gelach, vergezeld van de liefelijke tonen van een viool en klarinet, die mjj eer schenen uittenoo- digen om zoo gauw mogeljjk weg te loopeu dan om te komen dansen. Wel is waar vult over den smaak weinig te oordeelen. De stof en de rook lieten niet toe coed te zien, wat er eigenljjk plaats had. Van tjjd tot tjjd echter vertoonde zich nu eens een manspersoon, dan weer een vrouw, altjjd met hoogioode gezichten in het venster om een paar teugjes versche en frissehe lucht in te ademen. Ik keek den ouden Streimel verbaasd aan en wees met den duim van mijn rechterhand vragend, maar zonder een woord te spieken, naar de gelagkamer. Hjj knikte beteekenisvol met den grijzen kop, lachte en zeide-. «Een doopmaal!" Vervolgens haalde hij van ouder de bank een groote tinnen kroes voor den dag, keek mjj met een guitig lacbje aan en nam een lerme lange teug. De inhoud rook maken. Welke redenen daarvoor bestaan is ons Onbekend; bet lag toch zeker ook wel op hun weg om onzen Commissaris een bewijs van belangstel ling te brengen, zooals zij dit bij vroegere gelegen heden deden. Nu ving het bezoek van eenige inrichtingen aan. Allereerst de school der tweede klasse. Met be langstelling bezichtigde de Commissaris da ver schillende lokalen en onderhield zich over den toe stand van het onderwijs met den hoofdonderwjjzer A. Van Schelven, terwjjl hij ook bet spel van een gedeelte der leerlingen, dat zich juist ontspande, eenige oogenblikken gadesloeg. Van bier ging bet naar de bewaarschool voor on- en minvermogenden. Die inrichting scheen den hoogen ambtenaar uitnemend te bevallen, zelfs zoo, dat hij de hoofdonderwjjzeres als zijne mee ning te kennen gaf, dat zij wel weinig bewaar scholen zal hebben gezien, die zoo aan de eischen voldeden als deze. De burgemeester gaf een kort verslag van de geschiedenis dezer bewaarschool, en deed uitkomen, hoe zij het eerst was ingericht door mej. L. Hardenberg, thans directrice der inrichting tot opleiding van bewaarschool-onder wijzeressen te Leiden. Juist bracht deze verdien- steljjke dame ook een bezoek aan de school, en werd door den burgemeester aan den Commissaris voorgesteld, die met haar nog een gesprek voerle. Mej. Hardenberg betuigde haren dank, dat de Commissaris de bewaarschool met een bezoek ver eerde, «want", voegde zij er naïef bg, «op dat punt zjjn wjj niet verwen 1" De kinderen eener klasse werden door de onderwjjzeres, mej. De Sauvage, in tegenwoordigheid der bezoekers met spel en zang beziggehouden en hoogst voldaan verliet da heer Van Karnebeek de inrichting. De Ambachtsschool lag nu aan de beurt. Hier werd de bezoeker ontvangen door den president van het bestuur en zijne medeleden Z. D. Van dei- Bilt La Motthe, G. Van der Hoek, D. De Koning en P. Buitendijk, en liet zich omtrent de inrichting en den arbeid der leerlingen tot in bjjzonderheden voorlichten. Met belangstelling en ingenomenheid bezichtigde hij de voorwerpen, die gemaakt waren en waarvan hem eenige getoond werden en ver zekerde het bestuur, dat hjj eenige aangename oogenblikken in de Ambachtsschool van Goes had doorgebracht. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan de R. C. Kerk, waar de deken en pastoor met den kapellaan en een paar leden van het bestuur de heeren rondleidden. In het bijzonder trokken de schilderijen van onzen vroegeren stadgenoot wjjlen den heer Wulfaert, boven de kleine altaren, de aandacht van den Commissaris en bjj verklaarde, dat die niet onverdiensteljjk waren uitgevoerd en een sieraad der kerk mochten beeten. In de kerk der Ned. Herv. Gem. werd het eerst zeer bedenkeljjk naar brandewijn en ik was al be zorgd, dat ik mee zou moeten drinken. Gelukkig had ik van zijn beleefdheid te veel gevergd. Hjj zette stilzwjjgend de kroes weer onder de bank en begon weer zijn wilgen Ie schillen. Zoo zaten we een poos naast elkander. Maar niet minder luid was de dansmuziek door de open vensters hoorbaar en ik dacht over een en ander na. «Hebt gij wel eens gedanst, Streimel!" vroeg ik hem zonder op te kjjken. Daar ik geruimen tjjd geen antwoord kreeg, keek ik eens over mijn schouder naar hemmaar had het bjjna uit geschaterd van lachen over het grappige gezicht dat bij trok. De eene hoek van zijn mond bad zich bijna tot een lachje geplooid ik vermoed dat hij te lui was om het in zijn geheel te doen. Ook was bet hem bljjkbaar voldoende mij met het eene oog, dat met dien lachenden mondhoek correspondeerde, bevreemdend aan te zien; hetandere ten minste was potdicht. «Eén keer zeide hjj langzaam en begon weer zjjn rustige bezigheid, terwjjl zijn gezicht weer iu de gewone plooi was gekomen. «Eén keer? Ei!" zeide ik, en weer ontstond een pauze van tien minuten. Vervolgens greep de oude weer onder de bank en nam nog een groote teug. Toen hij de kroes op zijn plaats had gezet, keek ik hem aan. Men kon aan hem zien, dat er iets in hem omging. Hjj pinkte met het rechteroog en vertrok zjjn mond van rechts naar links, glimlachte eerst en begon toen langzaam te vertellen, in den beginne hortig en stooterig als een vat, dat over de steenen gerold wordt. (Wordt vervolg!.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1