1880. N°. 52. Zaterdag 1 Mei Bij deze courant behoort een bijvoegsel. Eene quaeslie van nationale eer GFFICIEELE MEDEDEELINGEN GOES, Ho April 1880~ GOESCIIG De uitgave dezer Courant geschiedt Maakbah-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Priji per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke noauaeri 5 et. met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen ran 18 regels a ƒ,1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn A. STELNER en HAA8ENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH "VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. INHOUD: Kerkelijke zaken eo onderwijs. Scheepvaartberichten. Landbouw en veeteelt. Afloop aanbestedingeu en verkoopingen. Rechtzaken. Mededeelingen op verschillend gebied. Kunstnieuws. Uitlotingen. Ge mengde berichten. Onze landbouwers hebben het op dit oogen- blik druk, verbazend druk. Tijd ontbieekt hun om te lezen; zelfs de dagelijksehe lectuur van nieuwsbladen moet er ouder lijden. Of wij daarom bij velen een aandachtig oor zullen vin den, mag wellicht betwijfeld worden, maar dit kan ons toeh niet weêrhouden even gehoor te vragen voor hetgeen wij ditmaal onder hunne bijzondere aandacht will.n brengen. Het is in hun eigen belang. Die verklaring werkt wellicht als een electrieke schok, want teederder snaar om aan te roeren is er zeker niet. Het eigen belang! Haalt nu geen pen of griffel, geen inkt, papier of lei om direct onder cijfers te brengen, wat er te verdienen valt. Gebruikt slechts uw oordeel, uw gezond ver stand. Leert verder zien dan voor het tegen woordige en begrijpen dat de veeteelt, de land bouw uw trots, uw roem, uw levensbron is. Die voeren op den hoogsten trap, die verheffen vooral in de oogen van het buitenlanddat is uw taak, uw kracht, uw belang, waarop wij doelden. Ziehier in het kort wat er gaande is. Er heeft zich een voorloopig comité gevormd ter bevordering van inzending van melk- en fokvee en zuivel op de internationale tentoon stelling, in October a. s. te Londen te houden. Dat comité hieft tot voorzitter den heer C. J. M. Jongkindt Coninck, tot secretaris den heer L. Broekema en tot penningmeester den heer Jule» Van Hasselt, burgemeester van Kamper veen, te Kampen. Die laatste vooral dient, wil het beoogde doel bereikt worden, druk werk te hebben. Het comité vroeg ondersteuning voor zijn plan van de zijde der regeering en wel door eene subsidie van ƒ10,000. De Minister van Waterstaat, Handel en Nij verheid denkt goedgunstig over den aan zijn departement zoo stiefmoederlijk bedeelden land bouw, maar gaat vaa den stelregel uit, dat eerst van de zijde van belanghebbenden en belang stellenden ondersteuning moet uitgaanomdat de hulp vaD den staat alleen dan te pas komt wanneerzonder deze, de direct belanghebbenden niet voldoende in het noodige kunnen voorzien." Wanneer dit gebleken zal zijn, wil hij gaarne voor het beoogde doel eene geldelijke onder steuning bij de wet trachten te bevorderen, doch deze zal volgens hem moeielijk kunnen worden verkregen, wanneer de direct belanghebbenden niet zijn voorgegaan en het bewijs niet is geleverd, dat de pogingen der gezamenlijke landbouw-maatschappijen tot geen voldoend resultaat hebben geleid. Dat standpunt is te verdedigen en te begrij pen, en op dien grond vragen de leden van het voorloopig comité eerst de algemeene me dewerking. Blijkt voldoende deelneming vau particulieren en van de maatschappijen van landbouw, dan zal het comité zijn taak neêrleggen, en zich tot de regeering wenden met verzoek neen Neder- landsch comité" ter bevordering van dit groote nationale belang te benoemen. Maar ook om eene andere reden zou het kunnen gebeuren, dat het voorloopig comité zijn taak laat varen: wanneer het nl. blijkt, dat het geen steun vindtdat het afstuit op provinciale of locale bekrompen inzichten, of op het onge lukkig begrip dat onze talrijke maatschappijen van landbouw het initiatief moeien nemen en ieder op zich zelf moeten tentoonstellen of niet tentoonstellen. Gebeurt dit, dan zullen de leden wel noode moeten berusten maar tevens de droevige erva ring hebben opgedaan, dat het moeielijk is den Nederlandschen landbouwers, veehouders, zoowel als den grondeigenaar en den handelaar de over tuiging te schenken, dat het meer dan tijd is de bakens te verzettenwaar het getij begint te ver- loopen naar Noord en Oost, naar West en Zuid. Ter volvoering van zijn plan eene waardige vertegenwoordiging van ons land op de bewuste tentoonstelling - heeft het comité f 10,000 noodig. Maar is zulk eene vertegenwoordiging zoo noodzakelijk? Dat die tentoonstelling te Londen en niet te Birmingham, primitief daartoe uitgekozen zal plaats hebben, is grootendeels te danken ge weest aan de bemoeiingen van een jong man, wiens naam in de landbouwwereld een aan- doenlijken klank teweegbrengt van Edward Booze, wiens dood een groote slag was voor de belangen van onzen landbouw en onze veeteelt in Engeland. Wie herinnert zich niet de strenge kastijding, die hij den belanghebbenden toediende bij het dwaze figuur, door hen geslagen op de te Kil- burn gehouden tentoonstelling Maar wie hoort als het ware nog niet den juichtoon, door hem aangeheven, toen er door ons eene overwinning behaald werd op die te Londen Het was, of het hemzelven grid, zoo trotsch was hij op die zege, maar het verder, verder liet hij tevens hooren. En dat voetspoor nu wil het genoemde comité ons landbouwend volk doen volgen. In ruwe trekken is zijn plan als volgt «inzending van eene collectie van 15 a 20 stuks uitmuntend fok- en melkvee; dito eener volledige flinke collectie van boter en kaas, net geëtaleerd het ia werking doen zien van eene N -Holl. kaasmakerij geen vee of zuivel aan de collectieve in zending te doen deelnemen, dan 't geen wer kelijk in zijne soort puik is, waarvoor een of meer speciale keurings—commissiën zouden moe ten benoemd worden door aankoop aan te vullen, wat bij vrijwil lige inzending ontbreekt de bekroningen natuurlijk ter beschikking van de inzenders te laten." Wat de zuivelbereiding betreft, het comité heeft nog eens herinnerd aan hetgeen er te Kilburn is gebleken, en gewezen op de wei nige energie die er op dat gebied uit onze da den spreekt, vergeleken bij die van anti ere landeD. Van 186669 voerde Denemarken voorslechts 8,000,000 tegen 24,000,000 p. boterin 1874 1877. Die cijfers werden voor Nederland in 1866 18,373,009, in 1877 23,110,000. Denemarken voert voor een waarde van ƒ23,000,000 zuivelproducten alleen naar Japan en China uit, Nederland niets. Zelfs de uitvoer naar onze eigene Indische bezittingen is van weinig beteekenis. En wat kan Zeeland daarbij nu doen Op het gebied van zuivelbereiding heeft onze provincie geen lauweren te oogsten, op dat van veeteell wellichtzoo beweert menigeen mis schien, en acht daarom hulp minder noodig. Zoo'n overweging kan reeds den doodsteek geven aan het gansche plan. Er moet niet gevraagd worden, welk deel van ons land kan schitteren, neen het geldt bier het belang van gansch Nederland, het betreft hier eene quaestie van nationale eer. Aan een comité, bestaande zooals nu het voor- loopige, uit bekwame mannen, bijgestaan door deskundigen, zij het overgelaten te bepalen uit welk deel van ons vaderland producten of vee moet worden bijeengebracht om, vereenigd, te gaan getuigen voor onze herboren energie, voor de wakkerheid van onzen landbouwenden stand. Landbouw en veeteelt zijn de hoofdbronnen van ons bestaan, waarop wij trotsch zouden kunnen zijn als de vertegenwoordigers ervan slechts beliefden hunne krachten in te spannen om te leeren en zich niet blind toonden voor de feiten, die luide spreken van achteruitgang en verdringen door andere natiën. Daarom juist is het zoo moeielijk het beste te vinden, het schoonste te verzamelen wat tot eer en roem van ons land kan strekken; daarom moet het geheele land tot ziftingsveld gekozen worden, en alle handen, werkzaam op het ge bied van landbouw en veeteeltineengeslagen tot bijeenbrenging van het benoodigde kapitaal. Geen kleingeestige, bekrompen jalouzie, geen dwaze opvatting van provincialisme mag schei den, wat zoo noodig vereenigd moet blijven. Als Noord-Holland met boter en kaas over wint moet het een eer wezen voor Zeeland door geldelijken steun die overwinning te heb ben mogelijk gemaakt, en omgekeerd dient Hol land te juichen bij een zege, door Zeeland be vochten. Zuid en Noord moeten nu samenwerken. Gaat men weêr scheiden wat toch al reeds zulke ellendige gevolgen heeft bij allerlei land- bouwmaatschappijen dan zou het kunneu gebeuren, dat Nederland weer eenzelfde droe vig figuur slaat als eertijds, wat na de kleine overwinning dubbel te betreuren zou zijn. Voor de verschillende maatschappijen in ons land is dit thans eene goede gelegenheid om te toonen, wat door vereende krachten kan worden verkregen. De Hollandsche maatschappij gaf een goed voorbeeldzij schonk een krachtig bewijs van instemming, zegt het comité in zijn circulaire. Welnu, ook de Zeeuwsche blijve niet achter! Als het hoofdbestuur het initiatief neemt en een voorstel doet, dan kunnen de afdeelingen hare instemming daaTmee betuigen. En voor het overige helpe ieder belangheb bende of belangstellende het comité in zijn waar dig plan. Als eenmaal weêr de faam heinde en ver weerklinkt ter eere van onzen landbouwstand, dan kunnen weer goede, rijke dagen aanbreken voor dezen grooten tak van nijverheid. Maar dan offere men nu eens onbekrompen op het altaar van dat algemeen belang, zoo nauw ver bonden aan dat van zichzelven. Staatsblad no. 47 behelst de wet van den 21sten April 1880, houdende goedkeuring van den onderhand- schen verkoop aan den Sophiapolder onder de gemeente Wissekerke van eene tot het kroondomein behoorende strook gronds in dien polder. De Minister van Oorlog heeft bepaald dat hij, die tot eene koloniale militaire verbintenis wenscht te wor den toegelaten, schriftelijk de verklaring aflegge, dat de inhoud der tot het aangaan van zoodanige verbin tenis door hem overgelegde bescheiden hem bekend is en dat die bescheiden geen valschheid inhouden dat die schriftelijke verklaring moet gesteld worden op de akte tot de verbintenis betrekkelijkdat de perso nen, die zich voor den kolonialen dienst aanbieden, niet mogen worden aangenomen, wanneer zij de be doelde verklaring niet kunnen afleggen, terwijl zij, tot het afleggen daarvan bereid zijnde, nadat de ver. klaring hun duidelijk zal zijn voorgelezen, haar moeten onderteekenen of, ingeval zij hun naamteekening niet kunnen stellen, door twee getuigen minstens, die het stuk onderteekenen, dit moeten laten bevestigen. Den 21 April heeft te Parijs de onderteekening plaatsgehad eener overeenkomst tusschen Nederland en Frankrijk omtrent de invordering van gelden op quitantiën door tusschenkomst der posterijen. Bij kon. besluit is mr. J. H. M. baron Mollerus Van Weatkerke met 1 Juni 1880 benoemd tot 's-Ko- nings Commissaris in de prov. Gelderland, met toe kenning van eervol ontslag als burgemeester der gem. Baarn en Eranes. Bij kon. besluit is mr. C- A. H. Barge, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, benoemd tot lid van het hof van justitie in de kolonie Curasao. Den 28 April 1880 Reeft te Brussel de uitwisse ling plaats gehad der akten van bekrachtiging van de op 31 October 1870 aldaar gesloten overeenkomst tus schen Nederland en Belgie, betrekkelijk de verbetering van het kanaal van Gent naar Ter Neuzen en de naasting van den spoorweg van Antwerpen naar het Hollandsch Diep, met den zijtak van Roosendaal naar Breda. Staatsblad no. 61 bevat de wet van 22 April 1880, houdende nadere wijziging der wet van 28 Aug. 1851 (St.bl. no. 126), tot regeling van de bevordering, het ontslag en het op pensioen stellen der militaire offi cieren bij de zeemachten Staatsblad no. 6i de wet van 22 April 1880, houdende nadere wijziging der wet van 28 Aug. 1851 (St.bl. no. 127), tot regeling der mi litaire pensioenen bij de zeemacht. Den 5 Juni a. s. zal de kolfsociëfceitde PriDs van Oranje" alhier haar 25jarig bestaan feestelijk herdenken. Op de lijst der 59 inwoners van Zee land, die in 's Rgks directe belastingen (hoofd som en rijksopcanten) het hoogst zjjn aange slagen, staat het eerst vermeld mr. C. Van der Lek de Clerq te Noordgouwe met 3952 en het laatst J. C. Lantsheer te Middelburg met ƒ628,70. Te 's-Gravenhage is dezer dagen over leden mr. J. J. Slicher van Domburg, van 5 Dec. 1848 tot in 1862 lid der Tweede Kamer voor Middelburg. Naar de N. R. Ct. verneemt, zal bin nenkort bij het Nederlandsche hof een afzon derlijk Japansch gezantschap optreden. Sedert het einde van het jaar 1878 bekleedde de Ja- pansche gezant te Berlija tevens de functie van Minister-resident slechts eenmaal echter, gedurende de feestelgkheden bg 's Konings hu welijk, vertoefde deze dignitaris te 's-Hage eenige dagen. Hetzelfde blad verneemt, dat Zr. Ms. ram- schip Guinea eerstdaags in de Noordzee gaat kruisen, tot bescherming van onze visscherg- vloot. De brik Zeehond zal alsdan naar Helle- voetsluis terugkeeren. STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER. In de Donderdag gehouden titling werd met 34 tegen 18 stemmen aangenomen eene conclusie der commissie, de wensohelykheid uitsprekende van den aanleg van een dubbel spoot op bet Zuidernet of al» thans op eenige baanvakken. - Daarna werd de dis cussie aangevangen over de Lux mburgsche eonventie. De heer Cremers bestreed het verband, dat z. i. bestaat tusschen de conventie en de diplomatieke vertegen woordiging van Luxemburg voor onze gezanten. Zyu de gewisselde brieven ook bindend voor opvolgers, dan hebben wy onze vertegenwoordiging verkocht voor 2t ton Luxemburgtcbe schuld zoo niet, dan bljjft toch het verschil van gevoelen b-staan over de ge wisselde brieven. Zeker is, dat bedoeld wordt het herstel vso Staatszaken alt voor 16 April 1867. Daarvan toonde spreker nu al het gevaarlijke voor Nederland aan. Hij hoopte dat de Minister alsnog tal verklaren, dat de letter der brieven ons niet bindt en dat de bulp alleen consulaire hulp tal tyn. Ook de beer Schimmelpenninck- Fan der Oije kwam tot dezelfde slotsom. De heer Van Bouten deelde de bezwaren der vo rige sprekers. Hy zou alleen de conventie kunnen aannemen, indien de Minister pertinent verklaart dat alle Luxemburgsche zaken, die niet van privaat rech terlijke natuur zijn, buiten de diplomatieke bemoeiingen blyven en dat Luxemburg dit weet en erkent. An ders ton hij een motie voorstellen, dat de Kamer de wederopneming der diplom, vertegenwoordiging in stryd acht met het belaDg des lands. De heer fa» Eek betoogde, dat de toezegging in brieven onafhankelijk is van de conventie, daar xjj geen integreerend deel daarvan uitmaakten door Luxem burg ook niet als zoodanig wordt beschouwd. De Minister van Buitenlandscke Zaken bestreed uitdrukkelijk de bezwaren, ingebracht tegen de toezeg ging tot diplomatieke vertegenwoordiging. De ge voerde correspondentie is geheel onafhankelijk van de conventie en Luxemburg deelt die zienswijze. De toezegging is niets dan een gevolg van een conventie, die iedere Regeering kan doen ophouden als het lands belang dit medebrengt. Die vertegenwoordiging zal evenmin achter als vóór 1867 bezwaar opleveren. De heer Beyienryctc stelde deze motie voor: De Kamer, eten Minister (e kelten geloord en oer-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1