Dinsdag 27 April.
67sle Jaargang.
Bij deze courant behoort een bijvoegsel.
Personeele belasting en Patentrecht.
MENGELWERK.
De Oude Jongeheer.
OFFICIEELS MEDSDEELIM.
GOES, 26 April 1880.
GOESCIIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als bniten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nommers 5 ct. met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst,.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen ran 18 regels a ,1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan l regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn A, SÏEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zicb voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAB en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen, naar aanleiding der circulaire van den heer
Commissaris des Konings in Zeeland, dd. 31 Maart lSSO
A no. 1269; 1, le afd. (Prov. blad no. 36) ter openbare
kennis:
dat de aanvang van het 'oeschrijvingswerk voor de
Personeele belasting en van het Pl tentrechtj
dienstjaar 1880—1881, bepaald is op Vrijdag den 7
Mei 1880;
dat de inschrijvingBbiljetfcen voor de personeele be
lasting zullen worden opgehaald den achtsten dag na
de uitgifte, doch in geen geval vóór den 15 Mei
dat wegens elk opgehaald beschrijvingsbiljet een
bewijs van ontvang zal worden afgegeven
dat door niemand dergenen, die de biljetten uitrei
ken en ophalen, voor de invulling der verklaring van
de belastingschuldigen eenige belooning gevorderd zal
mogen worden
dat bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (St.bl. no.
59) van de personeele belasting is vrijgesteldde eenige
vrouwelijke bediende, overigens naar de eerste, derde
vierde klasse belastbaar, in dienst van den belasting
plichtige, welke geen andere bedienden houdt, en vier
of meer eigen ol aangehuwde kinderen, kindskinderen
en pupillen bij zich heeft inwonen, die op den 1 Mei
des jaars, waarover de belasting loopt, jonger dan een
en twintig jaren zijn'';
dat bij art. 7 der wet de twee eerste paragrafen der
wet van 29 Maart 1833 (St.bl. no, 4) zoodanig zijn ge
wijzigd, dat hij, die na den 15 Mei een perceel in gebruik
neemt, voor dit perceel de belasting naar de vier eerste
grondslagen verschuldigd is voor den tijd van het
dienstjaar, die dan nog overblijft, terwijl aan hem, die
een perceel geheel verlaat, ontheffing wordt verleend;
dat, om als tegenschstter van de zijde der belasting
schuldigen te dienen, ingeval van herziening van het
aangegeven bedrag van de huurwaarde of het aantal
deuren en vensters ot haardsteden, door Burgemeester
en Wethouders zijn benoemd de volgende personen:
WILLEM DE BESTE, ADRIAAN DE BRUIJNE,
WILLEM F RE DERI K VAN RIET en
WILLEM DEN BOER Bz.;
dat de aangifte of verklaringen ter verkrijging van
patent zullen worden uitgegeven van den 7 toten met
den 15den Mei en behooren ingezameld te zijn den
31sttn dier maaod;
dat bij de beschrijving valt op te merken:
lo Ten aanzien der patentplichtigen, in de eerste
25 tabellen der wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34)
omschreven:
dat, met uitzondering van de patentplichtige slijters,
tappers, kroeghouders en koffièhuishouders, die niet in
de gewone beschrijving zullen worden begrepen, maar
aan welker huizen, zoodra mogelijk na den ingang van
het dienstjaar, en zonder de gewone beschrijving af te
wachten, een declaratoir zal bezorgd worden, hetwelk na
verloop van drie dagen zal worden afgehaald, en welke
verplicht zijn dadelijk de helft van hunnen aanslag te vol
doen, waarna het patent op vertoon der quitantie, alsmede
van het bewijs, dat hun aeswegens verschuldigde over
het voorgaande jaar ten volle aangezuiverd is, ter secre
tarie onmiddellijk verkrijgbaar zal zijn;
2o. Ten aanzien der eigenaare, vaste huurders,of ande
re vaste gebruikers van binnenvaartuigen, dat zal moeten
worden gehandeld overeenkomstig de resolutie van den
Minister van Financiën van 2U April 1852 no. 162 (Prov,
blad no. 57 van dat jaar). En wordt voor dezen de gele
genheid tot hetdoender aangifte opengesteld van 7 Mei
10)
(AtfDRÉ MAUBERT.)
Naar het Fransch van George Vautier, door
J. O. S.
Margreet scheen zeer treurig gestemdhare
ouders en broêrs echter waren vroolijk bij 't voor
uitzicht der reis. Zij maakte van die opgewon
denheid, welke mij tegenstond, gebruik om met
mg te fluisteren.
Wij zullen elkander in geen zes maanden
weêrzien, zeide zij, terwijl zij mij aankeek; ik zweer
u, dat gij mij evenzoo terug zult zien als ik nu
ben, en dat mijne gevoelens en gedachten onver
anderd zullen blgven.
En ik zweer u, dat
Zij maakte met haar hand en hoofd een ontken
nend gebaar, waardoor ik zweeg.
Zweer niet 1
Waarom niet? Gelooft gij niet, dat ik den
zelfden eed kan doen en houden als gjj
Neen, ik geloof het niet. Ik heb wel gezien,
hoe gij veranderd zijt.
Veranderd? Ik bemin u toch altijd nog.
Zjj glimlachte ongeloovig.
da, gij bemint mg Andréi dat woet ik, maar
niet zooals behoort.
1880 bij het gemeentebestuur der plaats, alwaar de be
lasting verschuldigd is, onder overlegging van een aan.
glagbiljet, daartoe bij die besturen verkrijgbaar.
3o. Ten aanzien van de kramers.-
dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hunner
aanvrage om patent op te geven de onderscheidene
goederen, welke zij voornemens zijn te koop aan te
bieden. Zoomede de wijze, op welke zij hun beroep
uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij
1 der 7de tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Juni
1832 Staatsblad no. 30;, alsmede de gezamenlijke in-
koopswaarde der door hen te koop aangeboden wordende
goederen, zullende dien onverminderd door de patent-
plichtigen, die hunne goederen in de herbergen of
bergplaatsen, huizen en andere gebouwen van derden
uitstallen, opgave moeten geschieden van den tijd der
during van hun verblijf in de gemeente, en door hen,
die hunne waren in openbare veilingen, buiten hnnne
winkels, bij koopen van doorgaans beneden de/25,
ieder, doen verkoopen, van dien der te houden ver-
kooping, terwijl, zoo zij de wijze van dien verkoop
veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen ol
den duur des verblijfs of der te houdene verkooping
verlengen, zij daarvan op den voet van art. 13 der
wet van den 21 Mei 1819 en op de boete, bij art. 37
bepaald, aangifte zullen doen in de gemeente, alwaar
zij zich bevinden, en zoodanig aanvullingsrecht vol
doen, als van hen bij werkelijkheid toegenomen be.
lastbaarheid zoude kunnen worden gevorderd.
4o. En eindelijk, dat de bedoelde kramers, benevens
de debitanten van loterij-briefjes, krachtens het Kon.
beslnir van den 17 October 1820 {Staatsblad no. 22), op
de boete van 1 en 2, van art. 32 der wet van den
21 Mei 1819 bepaald, verplicht zijn steeds hun patent met
zich te voeren
dat de sluiting van de registers der patentplichtigen
zal geschieden den 16 Juni aanstaande;
dat het werk der zetters behoort te zijn olgeloopen
voor den 25sten Juni daaraanvolgende;
en eindelijk, dat de ingezetenen, die zich met hunnen
aanslag in de personeele belasting ot het patentrecht
bezwaard achten, verplicht zijn bij hunne bezwaarschrif
ten over ie leggen een duplicaat van hun aanslagbiljet,
tegen betaling van 5 cents bij den rijksontvanger ver
krijgbaar gesteld.
Goes, den 24 April 1880.
-Burgemeester en Wethouders voornoemd.
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Het examen om als leerling aan 's Rijks veeartse
nijschool te Utrecht te worden opgenomen zal plaats
hebben in den loop der maand Juli e. k. Belangheb
benden moeten zich in persoon of schriitelijk, mitB
portvrij, vóór of op 20 Juni e. k. bij den directeur der
school aanmelden.
Zaterdagavond hield de afdeeling Goes
der centrale liberale kiesvereeniging eene ver
gadering, die door 18 leden werd bijgewoond.
Na eenige huishoudelijke zaken, o. a. het doen
van rekening en verantwoording door den pen
ningmeester, het meedeelen van nieuwe en ver
trokken leden, werd tot lid van bestuur, in
plaats van het vertrokken lid jhr. L. C. Van
Ik zweeg, daar ik de waarheid van dit verwijt
gevoelde zij hernam
Het is uwe schuld nietAch, mocht
ik je maar niet verlaten Maar ik moet meê, en
God weet welke belachelijke idéés men u in mijn
afwezigheid in 't hoofd praat. Ik zal er dan niet
zijn, om u op te beuren en gij zult naar hen luis
teren. Waarom hebt gij tegen miin vader nog
niets gezegd
Ik heb het nog niet kunnen doen; in éen
dag kan ik hen niet bekeeren
Ha! gij zelf bekent het. Uw oom en tante
willen niet, dat gij trouwt?
Ik heb dat niet gezegd. Zij hebben altijd
mijn geluk op 't oog.
Ja, maar zjj behartigen jou geluk naar hun
smaak. Zij hebben zich van uwe jeugd ten hunnen
voordeele meester gemaakt; zij hebben u even oud,
even triest gemaakt als zij zeiven zijn.
Spreek toch wat zachter over hen, Margreet,
en vergeet niet dat ik geen kwaad van hen kan
booren. Als zij ongelijk hebben, moet ik het ont
kennen.
Zij nam mijne beide handen en zeide:
Wat zijt gij toch goed 1
Ik ben niet
Ontken het maar niet. Ik bemin u en ver
koos u boven Gabriel, omdat gjj zoo goed zijt, goed
tot zwakwordens toe
Haar vader stoorde ons in ons apartje.
Zij nam afscheid van me en liot mij een blanw
der Fellz, gekozen de heer J. J. Ochtniandie
door zijne medebestuursleden tot voorzitter werd
benoemd.
Daarna kwam het hoofdpunt aan de orde:
de a. s. verkiezing op Diusdag 11 Mei voor
leden der Provinciale Staten. De in het distriet
Goes aftredende leden zijn de heeren: jhr. mr,
C. Van Cittern, J. A. A. Fransen Van de Putte,
B. V. Van der Bilt en J. M. Kakibei ke.
Discussiën hadden over dit puat Diet plaats.
Bjj stemming verkregen alle heeren 18 stemmen
behalve de heër J. A. A. Fransen Van de Putte,
op wien 17 stemmen waren uitgebracht.
De aftredende leden zijn dus allen als can-
didaten der vereeniging geproclameerd, terwijl
het bestuur volmacht werd gegeven om die
candidaturen overeenkomstig de eischeu van het
oogenblik te bevorderen.
Het bestuur werd dankgezegd voor het ge
nomen initiatief in dezen.
Kloetiuge. Vrijdag is de heer C. Caboort,
burgemeester, tot lid van den raad gekozen met
30 vau de 49 uitgebrachte stemmen.
De heer A. J. Herdink verkreeg er 19.
Het aantal kiezers bedraagt 64.
Ilansweert. Met ingang van 1 Mei a. s.
wordt bij Zr. Ms. besluit de bjj de adminis
tratie der invoerrechten en accijnzen actieve
dienst be-staande betrekking van kommies-
schipper en kommies sloeproeier afgeschaft en
vervangen door die van kommies te water.
Met genoemden datum worden benoemd tot
kommies te water le kla sa F. SchweigJiard,
en idem 2e klasse W. Corn ijs, G. Roelans en
A. u. d. Steen. Eerstgenoemde thans komm.-
schipper le klasse, de overigen komm.-sloep
roeier le klasse, allen te Ilansweert.
Ook de komm.-sloeproeiers te Bath C. L.
Bos en C. Fabriek, zijn benoemd tot kommiezen
te water aldaar.
OurïelAiMle. Bij de Donderdag gehouden
verkiezing voor een lid van den gemeenteraad
alhier is gekozen de heer Jacob I)e Jager Wzn.
Naar de N. R. Ct. verneemt, wordt,
in verband met de op 1 Mei a s. iD werking
tredende reorganisatie van het Departement
van Oorlog, o. a. benoemd tot adjudant van
den inspecteur der artillerie de kapitein der
artillerie CalUnfels.
De Vereeniging van burgemeesters en
secretarissen in NoorJ- en Zuid-Holland heeft
besloten aan de Tweede Kamer een adres van
adhaesie te zenden aan het voorgedragen wets
ontwerp tot bescherming van nuttige vogels
voor landbouw en houtteelt.
lint, dat zij behendig uit keur haat' losgemaakt
had; ik kuste het vurig in stilte. Dat was ons
afscheid. Den volgenden dag sliep ik voor den
eersten keer in de tien jaar in, zonder haar gezien
te hebben.
VI.
Nu was ik aan tnezelven overgelaten en weldra
zou het uur slaan, waarin de groote strijd gestreden
moest worden. Ik wist van te voren, dat ik in
tante Clarisse eene verbitterde tegenstandster zou
kunnen begroetentegen alles, wat met het huwe
lijk in verband stond, voedde zij een diepen af
schuw. Ook had zij in haar jeugd meer dan éen
kansje beproefd om een man te veroveren, maar
in bet soort van wapens dat zij koos was zij niet
gelukkig en na een half dozijn vergeefsclte aan
slagen was zij ongehuwd gebleven.
De wensch, dien zij gedurende zoovele jaren ge-
koesterd had, was toen in een diepen afschuw
veranderd. Zij had eene heele verzameling hart
verscheurende verhaaltjes van narigheden en on-
arngenaamheden, die zich hij verbintenissen, welke
men toen ter tjjde voor de gelukkigste en de
meest gewensebte hield, hadden voorgedaan. Deed
zij het soms expres
Twee of drie keer per dag moest ik van dit
oogenblik af scheme uitvallen aanhooren; nooit
had haar lievelingsonderwerp haar zoo in vuur ge-
bracht. Ik wilde er niet naar luisteren; al mijne
gedachten waren ingenomen door vraagstukken, die
Dr. N. B. Donkersloot, gewezen genees
heer in het geneeskuudig gesticht voor krank
zinnigen te Dordrecht, heeft van een groot
aantal tegenwoordige en vroegere verpleegden
tot souvenir ontvangen een zeer smaakvol, bijna
volledig salon-ameublement, vergezeld van een
album in rood fluweel met goud, waarin de
namen der dankbare ljjders vermeld staan.
STAT EIV-G-EIVE KAAL.
TWEEDE KAMER.
In zijn Metnorie van Antwoord omtrent het
ontwerp tot verhooging der Indische begroeting ten
behoeve van den aanleg van een spoorweg Madioen
Soerakarta verklaart de Minister van Kolouiën, dat
eene bedachtzame fiuanciëele staatkunde geeuszins belet
om de begrooting van 1880 nog met deze uitgaaf
te bezwaren, daar het zich laat aanzien dat ds gun
stige tinprijzen eene aauzieolyke vermeerdering van
inkomsten en de vermoedelijk zeer matige kofiSeoogst
daarentegen eene niet minder belang'jjke vermindering
in het cijfer der uitgaven zal veroorzaken.
Hij verdedigt verder dit ontwerp deze lijn is e?n-
voudtg een vervolg van die in de wet van 6 Juni
1878 aangenomen, welke wet r-eds gebaseerd was op
de goede uitkomsten eener pro-fuem'ng met staatsaa i-
leg. Omtrent de wijze van exploitatie der Staatsspoor
wegen op Java heeft de wetgevende macht reeds brslist.
De Minister g eft voo-ts eenige mededeelingen be
treffende de kosten van aauleg en de productiviteit
der Ijjn Soerabaya Passaroean Malang. De kosten,
op 10 millio-n ge.raimd, Utbhau in we kelijkheid slecht»
ƒ9,490,000 bedragen.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
HaNSWEEBT. Door de Israëlietische gemeente te
Goes zijn ook le dezer plaatse circulaires verspreid,
waarin aan de ingezetenen bijdragen worden verzocht
tot het bijeenbrengen van een kapitaal, benoodigd
tot het bouwen van een doelmatige en tol het uitoe
fenen van hun eeredieDst gi schikte sy tagoge De
pogingen zijn niet te vergeefsch gewers', zoodat de
persoon, door 't brBtuur der bedoelde gemeente afg -
vaardigt! om de circulaires af te halen, zich mocht ver
heugen in menig stofiVjjk bewijs van medewerking.
Beroepen naar Ovezand ds. J IJ. Guldenurm,
te de Vuursehe; naar H inenoord dr. A. Kuyper,
tè Amsterdam.
De Synode der N?d. Herv. kerk heeft besloten
het gedrag der vier leden van het prov. kerkbestuur
van Gelderland, die geweigerd hadden het ic hun
tegenwooidigheid gevelde vonnis over de. Dordsche
ouderlingen mede te onderteekenen, te onderzoeken.
Zjj vergadert hierover in een zitting, die door uillo-
tiug op de helft van het getal barer leden verminderd is.
Het belang van dit aan de Geldersche leden aan
gedaan kerkelijk proces springt iu het oog, alï men
bedenkt, dat uit bun weigering van ooderteekening
de aanleiding is -enomen tot hst verzet van de „Dord
sche ouderlingen," die beweerden, dat het tegen hm
geslagen vonnis onwettig was. Ct.)
onmogelijk op te lossen waren. Ik riep Margreets
naam aan, maar niets hielp mij; de doordringende
stem van tante Clarisse vervolgde mij dag en nacht,
terwijl zij mij dwong hare ontmoedigeude lessen
te onthouden. Des nachts werd ik vaak met. schrik
wakker, daar ik in mijne droomen ik weet niet
welke afschuwelijke beelden te zien kreeg. Eiken
morgen zoodra ik wakker was keek ik naar het
venster, waar ik gedurende zoovele jaren Margreet
gezien bad en ik hoopte dan nog dien glimlach te
aanschouwen, die alleen in staat was mijne hersen
schimmen te verdrijven.
Na verloop van vier maanden ontving ik een
brief van Margreet, welke mij door hare oude meid
overhandigd werd. Zij schreef mij in 't geheim
zeide zij, was zeer verstoord over mijn stilzwijgen
en recht verlangend te weten, of ik itaar nog niet
vergeten had en of ik nog voornemens was mijn
woord gestand te doen. Zij plaagde mij een beetje
met mijne oudvaderlijke kalmte en koelheid, doch
tusschen hare spotternijen speelde een zweem van
droefheid door, die mij treurig stemde. Langen
tijd ademde ik de geur van het geparfumeerd pa
pier in; ik voelde mij weder jong en als met
nieuwen moed bezield. Toen tante Clarisse onder
het eten haar dagelij ksche evangelische leerrede
tegen het huwelijk begon, waagde ik het haar met
eene uitdrukking van de grootste verveling aan te
hooien, waardoor oom Florimont woedend werd.
(Wordt vervolgd.)