BIJVOEGSEL
GOESCHE COURANT.
ZATERDAG
5 APRIL 1880. No. 40.
RECHTZAKEN.
KUNSTNIEUWS.
STATE N-GENBRAAL.
TWEEDE KAMER.
Het antwoord der regeering op het verslag der
kamer over de overeenkomst met België ten aauzien
van het kanaal naar Gent is verschenen. De regee
ring verklaart, dat er geenerlei reden bestaat om te
gelooven aan eene beperkte toepassing der spoorweg»
tarieven door België, dat geen helang hoegenaamd
heeft tot benadeeling der belangen van den spoorweg
naar Ter Neuzen. Het beding, gemaakt in artikel
11 van de conventie van 1874, was volstrekt geen
voorrecht aan de Nederlandsche belangen toegekend
en dus ook geen arquivalent vanwege België. Art.
12 bestendigt eenvoudig art. 28 van het tractaat van
1842, waaruit volgt dat Nederland geheel vrij blijft
ten aanzien der bepaling van de rechten ven zeesche
pen, die te Ter Neuzen laden of lossen. De Belgi
sche regeering deelt dat gevoelen, en ten overvlorde
wordt art. 12 aan de bekrachtiging der Sialen-Gene-
raal onderworpen. De regeering verdedigt verder uit
voerig het indirect belang van de overneming der
baanvakken op den Grand Centraal-Belge-spoorweg.
Het aandeel van den staat in de winst kan tot ƒ350,000
of ƒ400,000 stggen.
LANDBOUW EN VEETEELT.
De Stmts-Courant bevat een staat van afkoop
van tienden over 1879, in vervolg op dien over 1878,
opgenomen in de S*t.-Ct. van 28 Maait 1879.
In 1879 bedroeg het totaal der afkoopprijzen
ƒ347,460,031, waarvan: staatsdomein 58,965,821,
kroondomein 27,934,131, tienden van particulieren
ƒ260,560,071.
Van het staatsdomein had in 1879 in Zeeland geen
tiend-afkoop plaats.
De afkoop der tienden van het kroondomein beliep
in Zeeland 18,244,931. Overigens werd alleen nog
in Gelderland afgekocht, voor ƒ9689,20.
Ook de afkoop der particuliere tienden bedroeg in
Zeeland meer dan de helft van 't geheel der andere
provinciën te zamen, nameljjk ƒ181,155,66.
Van 22 Febr. tot 20 Maart 1880 zijn door long
ziekte aangetast vijf runderen, waarvan vier in Zuid
holland en een in Friesland.
In het vorige tjjdperk van vier weken waren 8
runderen door die ziekte aangetast.
Eene koe te Eesterga, gemeente Lemsterland,
heeft drie springlevende kalveren ter wereld gebracht.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
De akten-exameDa voor het lager onderwya in
onze provincie zijn Woensdag aangevangen. Geëxa
mineerd zijn dien dag voor het Hoogduitsch 3, toe
gelaten 1: de heer R. R. Mulder, te Groede.
Donderdag 1 April werden 2 onderwijzers geëxa
mineerd voor de Engelsche taal, doch beidsn afge
wezen.
Den heer IV. B. Warniinckgedurende bijna
25 jareo lid en secretaris der pl. schoolcommissie te
Kampen, weid Woensdagnamiddag door de hoofden
der scholen voor lager en m. u. 1. o. aldaar, bij zijn
vertrek naar elders, als blijk van hoogachting eu
waardeering, een zeer keurig geschenk aangeboden.
Het gerechtshof te 's-Hage deed Donderdag
uitspraak in de bekende zaak van J. O. t H.,
koopman te Nisse, zie ons nommer van Zaterdag
27 Maart). Het veroordeelde hem overeenkom
stig den eisch van het O. M., wegens diefstal van
vee in de weide en eenvoudigen diefstal, tot 3
jaren gevangenisstraf.
Het hof sprak tevens M. V. D., te Yerseke, vrij
van het misdrijf van het visschen van oesters in
verboden vischwater. Zie ons vorig no.)
De N. JR. Ct. verneemt, dat de gerechtelijke
instructie tegen den voormaligen directeur der
Rott. Handels vereeniging, A. Then Berghook andere
feiten aan het licht heeft gebracht, dan waarvoor
oorspronkelijk de rechtsingang verleend was (nl.
het opmaken en gébruik maken van een valsch
beleeningscontract in zake de Teruaansche fondsen.)
Voor die andere feiten, welke ook met valsehe
boekingen en terugboekingen, het geven van schijn-
hoofden aan beleenings-rekeningen, en met het
goederen- en aandeelen-consortium in verband schij
nen te staan, is door de rechtbank de rechtsingang
nu uitgebreid en wordt door den rechter-com-
mi3saris een nader onderzoek ingesteld.
Gervais was een rijk man; hij leefde gelukkig
met vrouw en twee kinderen een jongen en een
meisje. Op zekeren dag leed zijn fortuin een ko
lossaal verlies; slechts een kleine som bleef hun
over, die Gervais aan zijne vrouw gaf. Hg zelf
ging naar Amerika om het verlorene te herwinnen,
't geen hem gelukte, dank zij de hulp van een
zekeren Eduard Fielding. »Ik ben 42 jaar, zegt
Fielding, heb zooveel millioenenbezit een gun
stig bekenden naam in de handelswereld en
heb nu"de rest volgt straks. Mevrouw Ger
vais heeft met hare kinderen stil en eenvoudig
geleefd; zij leeft in hope van haren man weder
bij zich te hebben en hem het bewijs te kunnen
geven, dat zij zijne laatste woorden bij het afscheid
steeds indachtig geweest is. Louiseheeft Gervais
gezegd, ik laat u onze twee lievelingen, voed hen
goed op en maak dat hun vader zich nooit over hen
behoeft te schamengij weet dat ik onuitsprekelijk
veel van hen houd, hun verlies in lichamelijken
of geestelijken zin zou mijn dood zijn. Ik laat
u veel, waak over hen
Doch het noodlot was ertneê gemoeid; de dood
tikte aan mevrouw Gervais' deur en ontnam haar
hare dochter Glotilde, een beeldschoon, zachtaardig
meisje, in den ouderdom van 18 jaren. Dit ge
beurde vier dagen vóór dat Gervais, die eenige
jaren was weg geweest, terugkwam. Moeder en
zoon bevinden zich in de grootste verlegenheid
de vreugde van het wederzien eu de treurigheid
vatt bet verlies, dat Gervais onbekend was, kampen
met elkander; wat zullen ze zeggen, als hij naar
zijne Clotïlde vraagt? hoe zullen zij hem op de
smartelijke tijding voorbereiden hoe zal bij zich
onder dat verpletterende bericht gedragen Zijne
liefde voor zijne kinderen in aanmerking genomen,
zal die tijding hem den dood aandoen, 't Is viee-
selijk. Doch waar de nood het hoogst is, daar
is bulp nabij. Eene jonge dame, Glotilde De Rijke,
een wees van 18 jaren, van gelijke gestalte als de
overledene Clotilde, komt zich bij mevrouw Gervais
aanbevelen voor de betrekking van juffrouw van
gezelschap. Zij is van plan, zoo mevrouw haar niet
neemt, naar Londen te vertrekken om aldaar in
haar onderhoud te voorzien. Mevrouw brengt haar
op de hoogte van haar pas geleden verlies; zij is
getroffen door de aanvalligheid dezer jonge dame,
die haar aan haar kind doet denken en schenkt
haar een japon van Clotilde, die zij haar verzoekt
aan te doen. De wees begeeft zich daartoe in Clo
tilde's slaapkamer. Intusschen is de boot aange
komen en heeft Gervais vrouw en zoon aan zijn
hart gedrukt. Tot driemalen toe vraagt hij naar
zijn dochter; eindelijk op 't punt van 't noodlottig
nieuws te hooren, komt Clotilde, de tweede, binnen
in het nieuwe kostuum, dat Gervais aan zijne
dochter gezonden heeft en dat haar door mevrouw
geschonken is. Gervais ziet haar voor zijne dochter
aan en omhelst haar. Op de angstige teekenen
van moeder en zoon weet de pseudo-C7of«'Me hare
verbazing te onderdrukken, en laat zich de rol van
dochter des huizes aanleunen. Door deze opge-
drongene verwantschap vervalt zij in tal van moeie-
lijke en lastige toestanden, die haar het leven on
dragelijk maken. Haar toestand wordt onhoudbaar
der, nu zij merkt dat Fdmond haar bemint, welke
liefde wederkeerig isnog onmogelijker toen zij
van haar tweeden vader het bevel krijgt met den.
zoon van Eduard Fielding te trouwen, wien zij
door Gervais toegezegd is. De meer dan broeder
lijke en zusterlijke genegenheid, die tusschen Glotilde
en Edmond bestaat, wordt door Gervais opgemerkt.
In 't heilige idee, dat hij met zjjn eigene dochter
te doen heeft, ziet hij in hunne liefde eene onge
paste genegenheid en begint hij te vreezen voor
niet meer of minder dan voor bloedschennis.
Hij overlaadt zijne hartelijk geliefde kinderen m6t
de bitterste verwijten, gebiedt Clotïlde met den
42jarigen Fielding te trouwen, wiens zoon van de
afwezigheid zijns vaders gebruik gemaakt heeft om
in Amerika zelf een meisje uit te zoeken, en be
veelt Edmond op staanden voet te vertrekken. Zij
laten zich alles aanleunen, om den waardigen man
toch niet te bedroeven en hem de treurige ont
knooping van het vreeselijk geheim te spar-n. Ter
wijl de familie dus in de hevigste spanning ver
keert, komt de steenhouwer, die op bevel vau
Edmond een steen voor Clotilde's graf gebeiteld
had, met zijne rekening en geeft die aan den ouden
Gervais. Daarna volgt de ontknooping.
Het is een Fransch stuk en het is een stuk van
Alexander Dumas; daarmede is veel gezegd. Onze
verwachting was daarom niet hoog gespannen
maar hoe gering zij ook was, de werkelijkheid is
beneden haar gebleven. In de «Grafsteen" tracht
hij een beeld der innigste ouderliefde te schetsen
maar wat moeten wij denken van een vader, die
zijne dochter niet eens de vrije beschikking over
haar hart veroorlooft, van een vader, die eene
vreemde voor zijne dochter aanziet en in een heele
maand niets van de verwisseling bemerkt; van
een vader, die zijne kinderen tot het gemeenste,
wat zich denken laat, in staat acht? Die bloed
schennis we huiveren bijna het woord neder te
schrijven komt als een ongelukkig spooksel in
't laatste bedrijf opdoemen. Op 't eind van het
tweede bedrijf zegt Gervais, van zijne kinderen
sprekende: «ik dacht, dat zij niet van elkander
hielden, maar nu vrees ik dat zij elkander te veel
beminnen." En toen hoopten wij, dat de gedachte
aan zulke lage hartstochten niet nader ontwikkeld
zou wordendoch ze werden uitgesproken en door