67ste Jaargang. Aan de orde. Bij deze courant behoord een bijvoegsel, GOESCHE Ot uitgave dezer Courant geschiedt Maakdag-, Woeubdag- en Vaijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75 Afzonderlijke nommers 5 ct. met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone aivertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijkB- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen ran 18 regels a „1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan i regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaataing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn A. STEINBR en HAA8ENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. bevattende Statistieke opgaven der be volking van een achttal gemeenten, Ge mengde berichten, Landbouw en veeteelt, Kerkelijke zaken en onderwijs en De drie witjes van dr. L. Posthumus. Er is dus nu geconstateerd, dat vele spoor wegongelukken indirect toe te schrijven zijn aan liet misbruikmakeu van sterken drank. De vereenigiug van spoorwegartsen heeft het aan de spoorwegmaatschappijen geschreven. De geneeskundige raad van Overijsel en Drente heeft onze lezers hebben het in ons nommer van Zaterdag kunnen zien dientengevolge meegedeeld, dat dikwerf ongelukken ontstaan niet zoozeer door werkelijke dronkenschap, maar tengevolge der ontzenuwing als gevolg van dron kenschap, waardoor bij het personeel zekere sufheiddofheid en gedachteloosheid ontstaan. Die geneeskundige raad noodigt daarom de besturen der spoorwegmaatschappijen dan ook uit, zooveel doenlijk krachtige maatregelen te gen het misbruik van sterken drank te nemen. In deze dagen waarin eene algemeene be weging op touw wordt gezet tegen den sterken drank; in dezen tijd, nu ook spoorwegongelukken meer dan ooit aan de orde van den dag zijn, kan het zijn nut hebben, die verklaringen eens wat meer van nabij te beschouwen, en ze niet verloren te doen gaan onder de gewone cou rantenberichten want zij geven tevens aanlei ding tot het maken van andere opinerkiugen, daarmee nauw in verband staande, die, zij het dan geen aangenaam, toch eenig licht verspreiden over menigen ellendigen toestand, waarvan die zelfde drankduivel eveneens oorzaak is. De Maa/schappij tot Nut van het Algemeen zal bijna aan het einde zijn met haar petition nement hare lijsten zullen zeker spoedig worden gezonden aan de Tweede Kamer. Of zij zoovele handteekeningen zullen bevat ten als men verwachtte Wanneer dit niet het geval is, dan zouden wij daarin nog geen bewijs zien voor het beweren van het W ageningsch Weekblad, dat n. 1. de Maatschappij het orga- uiseerend talent voor zulke zaken mist. Maar wel zouden wij van onzen kant erop willen wijzen hoe menigeen, die voor de goede zaak werkzaam had kunnen zijn, dit naliet alleen omdat het van die Maatschappij uitgaat. Met erkenning van zoovelen, die slechts het goede doel voor oogen hielden en daarom meê- hielpen, zijn er wel geweest, die, het drijven voortzettende, niet lettende op het doel, slechts opmerkten dat het hun kerk niet was, die het petitionnement had georganiseerd en daarom geen pogingen deden om te helpen verkrijgen wat noodig en wensehelijk is, om den vijand van huiselijk geluk, van lichamelijk welzijn, van zedelijke verheffing en den bewerker van ont zaglijke rampen te bestrijden. Daarbij waren weer anderen van meening, dat zulk een peti tionnement toch niets zou baten men zou er geen dronkaards meê verbeteren. Wie zou ooit van deze beweging zulk een gevolg hebben verwacht Men begreep volstrekt niet, dat het betrof zedelijken steun te verschaffen aan de Regeering, en daardoor haar aan te moedigen te volvoeren wat zij voornemens is, nl. wettelijke bepalingen in het leven te roepen, teneinde dienzelfden duivel in enkele zijner schuilhoeken op te zoeken en tegen te gaan. Niet éen middel is voldoende om de dron kenschap de wereld uit te helpen. Wat eene Maatschappij tot afschaffing van sterken drank niet heeft kunnen gedaan krijgen, wat een Multapatiorsbond niet geheel zal ver mogen, zullen evenmin de bewuste wettelijke bepalingen tot beperking kunnen tot stand bren gen. Dat is eene onmogelijkheid. Maar hoe meer een vijand wordt bestookt, hoe zwakker zijn kracht wordt; en hoe uitgebreider de mid delen ter bestrijding zijn, die wij aanwenden, hoe gemakkelijker het valt hem aantevallen in beperkten kring. Want duizenderlei middelen blijven er nog altijd aan te wendenduizenderlei wegen ter bestrijding in te slaan, omdat de oorzaken, waaruit het drankmisbruik voorkomt, zooveel verschillen en vaak zoo moeielijk zijn weg te nemen. En juist die oorzaken doorgronden, peilen, leeren kennen is hoofdzaak bij d;ze kwaal, zoo wel als bij alle ziekten, wil men haar genezen. Er zijn algemeene middelen, die kwalen kunnen verzachten en de genezing ervan bevorderen, maar er moeten voor de eigenlijke genezing van elke kwaal bijzondere middelen worden aangewend. En tot die eerste categorie van algemeenheid behooren o. a. de wettelijke bepalingen tegen het drankmisbruik, die wij van de Kegeeriug vragen. Als zoodanig kunnen zij dienst doen, maar wie verder wil doordringen, wie een bijzondere categorie van dronkaards of een enkelen dronk aard in het bijzonder wil genezen, die dringe dieper door. In onze eeuw van statistieken, waarvan wij het practische nut erkennen, al doen zij ons ook vaak dwalen, zouden wij zoo gaarne weuschen dat eens een statistiek werd gemaakt van hen, die zich te buiten gaan aan spiritutaliëu, hetzij dit jenever, bier, brandewijn of wijn zij. Dit is hetzelfde en slechts een quaestie van den smaak of van de beurs. Wie zich bedrinkt doet niet meer of minder verkeerd, omdat hij zich bepaalde tot een meer of minder lijnen drankis er eene verschooning aan te voeren dan zou het alleen de oorzaak kunnen wezen, waarom men het doet. En zulk eene statistiek zou ons die leeren kennen. Wanneer men, ieder in zijn kring, de meest bekende dronkaards eens ongemerkt naging, onderzoek deed naar hunne vroegere levenswijze, naar de vermoedelijke reden waardoor zij aan den drank zijn geraakt, men zou veel leeren. En als men dan die gegevens uit grootez kring bijeenzamelde, men zou een treurigen maar tevens keurigen leiddraad bezitten; treurig oin de droevige ervaring opgedaan, keurig om de kennis, die men vergaarde en die van onschat bare waarde zou wezen voor het vervolg. Hier zou men het drinken leeren kennen als een gevolg van zinnelijkheid, eene erfzonde, die van geslachten op geslaehten overging. Daar zou men de verveling betrappen als aan- stookster tot het groote kwaad. Ginds was het de tegenspoed, die den betrok kene tot dronkaard maakte, en met eiken borrel een sprank van zijn eergevoel uitdoofde, om ten slotte geen grein ervan over te laten en hem te doen zinken zoo diep, dat geen herstel meer mogelijk is. Elders bracht het beroep mee, dat men nu en dan meedronk en men miste zelfbeheersching en eigen kracht, om zich te matigen. En op eene andere plaats zouden wij er een ontdekken, die door huiselijke ellendedoor hui selijke onhuiselijkheid en ongezelligheid gevormd werd tot hetgeen hij thans is. Zijn karakter was primitief goed en nu nog in nuchtere tijden kan een kind hem leiden en zou hij geen schaap kwellen, maar weê, wanneer eenige droppels drank hem over de lippen komen! Dan spaart hij niets en zelfs zijne vrouw Hier staan wij even stil. De vrouwen, die zulke mannen hebben, wor den vaak beklaagd de mishandelingen, waaraan zij blootstaan op oogenblikken, waarin hunne respectieve mannen zich hebben verdierlijkt, zij roepen om wraak; maar eene andere vraag is ook, of diezelfde vrouwen geen schuld hebben aan de verdierlijking van hare mannen? Voorzeker niet altijd, maar toch ook wel zeer vele malen. In eiken kring vindt men bij vele vrouwen slordigheid, verkwisting, onverschilligheid en onhandigheid ojn met haar man om te gaan. Zij weten niet, hoe netheid, opgeruimdheid, hartelijkheid van toon onschatbare drijfveeren ziju om een man naar huis te voeren en hen af te houden van den kroeg of de sociëteit. Maar datzelfde geringe begrip nu is schuld aan hetgeen liter bet gansche gezin tot een vloek wordt. Kan in hoogere kringen aan de opleiding wij spreken niet van opvoeding geen schuld ge geven worden van die houding der vrouw, in lagere wordt er voor de ontwikkeling der echt- genoote en moeder nog niets gedaan. Flink is daarom de roepstem eener vrouw, die zich J. v. S. teekent, in het jongste no. der Huisvrouwwaarin zij vraagt of het niet tijd wordt daartoe de handen eens aan liet werk te slaan? Die richting uitgaande zal men ook van op voeding kunnen spreken, en weer onschatbaren invloed uitoefenen op de volgende geslaehten. Paedagogen, dit is een werk voor ul Goede huismoeders, denkt er eens aan om een handje te heipen; uwe dienstboden moeten ook eenmaal worden, wat gij zijt. Wij zullen geen andere oorzaken die tot drankmisbruik leiden, opnoemen. Eene com plete lijst kunnen wij niet geven, en om ouze bedoeling bloot te leggen schonken wij al ge noeg motieven. Om elk verkeerd begrip te ver mijden, merken wij alleen nog op, dat onder dronkaards ook door ons worden verstaan zij, die, zonder dat men iets aan hen bemerkt, toch ontzaglijk veel drinken, en ook degenen, die zoo voorzichtig zijn in hun verdierlijkend werk zich aan aller oog te onttrekken. De eersten kregen den slag om veel te ver dragen door oefening beetde tweeden ziju schijnheiligen bovendien, daar zij niet zeiden het hardst rlen staf over anderen breken. Keeren wij nu tot de spoorwegmaatschappijen tei ug 1 Het personeel is vaak ontzenuwd tengevolge van dronkenschap, en daardoor ontstaan vergis singen en verwarriugen waarvan ongelukken het gevolg zijn. Wij hebben allen eerbied voor die uitspraak, doch al laat het ons koud of de spoorweg beambten dronken ziju langer of korter vóór het oogeublik van een ongeluk, wij meenen toeii wel dat ook gevallen bekend zijn van dronk aards, die door plotselingen schrik geheel nuchter werden. Is dit waar hh. geneeskundigen weten het beter dan wij dan zou het hoogst moeielijk vallen op het eerste oogenblik, nadat het ongeval plaats had, te eonstateeren of een van het personeel dronken was In ieder geval staat nu iaat dat er bij liet personeel der spoorwegmaatschappijen gevallen van dronkenschap voorkomen, dat er onder dat personeel gedronken wordt. Nu zal het voor ons wij behoeven slechts naar het hiervoren geschrevene te verwijzen om dit te bevestigen niet mogelijk wezen om van eiken beambte een oorzaak voo- zijn drinken op te geven; algemeene motieven alleen kunnen wij opsporen. En dan doen wij eerst de vraagvinden de beambten soms in bun drinken een surrogaat voor te weinig loon en dientengevolge gebrek aan voedsel; baseert zich hun drinken wellicht op minder menschelijke bejegening? Is dit mogelijk, dan zou het krachtigste middel om in dien voor liet }>ul>lick gevaarlijken toestand te voorzien wezen, dat de directiën hun personeel iiieiisclielijker bejegenden en beter beloonden. Het is van algemeene bekendheid, dat de Ioonen, vooral bij het staatsspoor, gering zijn en de boeten velen. Wanneer in een strengen winter als dezen om slechts enkele voorbeelden te noemen een goederentrein uren, ja halve dagen te laat aankomt, het persoueel dag cn nacht in de weër moet wezen, conducteurs slechts een lantaarn hebben voor licht en voor verwarming, dau zou het de vraag wezen, of niet ieder be zwijken zou voor de verzoeking, om een paar flinke borrels te nemen? Waarom kan ook voor hen niet voor eenige verwarming worden gezorgd, waarom kan door uitbreiding van personeel die slavendienst niet lichter worden gemaakt, waarom kunnen de ioo nen niet vermeerderd worden Kan er zoo weinig overschieten op de ver schillende lijnen? Of vindt de directie in het groot aantal sol licitanten bij elke vacature ook al aanleiding om de salarissen laag te houden, niet wetende dat niet de quantiteit maar wel de qualittit moet gelden, en dat de directie zelve er wèl bij varen zal, wanneer zij het welzijn van het personeel behartigt en de goede dienaren door goede be handeling tracht te behouden? En deuken wij aan de spoorwegdieverijen, dan kan ook misschien door menigeen, die zich daaraan bezondigdede directie aangeklaagd worden, dat zij hem in verzoeking bracht door hem fe willen laten leven van oen traktement, te groot otn niet van honger om te komen mits inet iets prikkelbaars tot verdooving of opwinding of te gering om van te leven. Maar het drinken van het dienstdoend per soneel is nu eene openbare quaestie geworden; het leven der reizigers wordt daardoor in gevaar gebracht. Dat personeel heeft reden daartoe, en slechts dan kunnen de directiën onverbiddelijk de drinkers om andere oorzaken verjagen, wan neer zij zelve hen niet provoceereu langs den weg van willekeur en onmenschelijkheid, maar een paar voorname, oorzaken hielpen wegnemen. Het publiek belang vordert dringend voor ziening in dezen treurigen toestand Bij koninklijk besluit is benoemd tot burgemees ter van Kloetinge <ie heer C. Caboort aldaar. Het Staatsblad no. 5 behelst het besluit van 22 Januari lo80 tot regeling van het ambtsgebied der inspecteurs, districts en arrondissements-sehoolopzie- ners en van de verdeeting hunner werkzaamheden. Daaraan ontleenen wij behalve het vroeger vermelde o. a. dat de tweede inspectie Zuid- eu Noord-Holland, Zeeland en Utrecht bevat. Zeeland bevat de districten Middelburg en Goes het district Middelburg de ar rondissementen Middelburg, Oostburg en Axel, het district Goes de arrondissementen Goes, Zierikzee en Tholen. GOES, 6 Februari 1880. Heden herdenkt onze stadgenoot, de heer J. J B. Wienkinglandmeter le klasse bij het kadaster alhier den dag waarop hy voor vijftig jaren in 's rjjka dienst trad. Onder veelzijdige gelukwenschen ontving d) jubilaris o. a. vanwege da ambtenaren en het ver der kantoorpersoneel bij monde van den heer Rij- ser, bewaarder van de hypotheken ea het kadaster, in het daartoe versierde kantoorlokaal een stof- lijk blijk, ter herinnering aau de'.e zeldzame en heugelijke gebeurtenis. Sub-commissiën voor de watersnoodver loting zyn o. a. nog opgericht: teHeinkens- zand, Cats en 's-Heer Abtskerke. Door den uitgever van »Eigea Haard" is ais eerste storting uit de opbrengst van het „IJsuommer" 2000 aan de algemeene watersnood-commissie toegezonden. De tweede druk van het bewuste nommer zag dezer dagen het licht. Op de Oosterbegraafplaats te Amsterdam had onlangs zoo meldt het N. v. ci. D. iu alle stilte eene aandoenlijke plechtigheid plaats. In tegenwoordigheid eener kleine schare ern stige u-aunen, werd het stoffelijk overschot van Barend Te Gempt opgedolven en overgebracht naar eene plaatswaar de genegenheid van vrienden en kunstbroeders hem een eigen graf had bereid. Een eenvoudige lijksteenwaarop de naa n

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1