1880. N°. 11. Zaterdag 24 Januari. 67slc Jaargang. Niets nieuws onder de zon? Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. RIJKS-WATERSTAAT. LOTING NATIONALE MILITIE. Nationale Militie. OKEIULLLL MKÜKDEELINGKN. Loting voor de Nationale Militie. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1.75. Afzonderlijke nommer» 5 et. met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen ran 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regele bedragende en contant betaald, 20 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor liet buitenland zijn A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAB en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Let op de teekenen des tijds! Met al ons vooruitgang8-streven blijft er nog steeds een groot deel van het menschdom vastgeklonken en ge hecht aan oude en verouderde begrippen. Ja, bet is taak of elke stap, aan de eene zijde voor waarts gedaan, anderen dwingt achterwaarts te schrijden. Wij werden opnieuw daarop gewezen door hetgeen dezer dagen weer te hooren en te zien werd gegeven op velerlei gebied en al erkenden wij, dat het niets nieuws onder de zon opleverde, toch trof het. ons om velerlei redenen. Er zal altijd strijd wezen, en dat is een voor recht. Eene doodelijke en doodende een stemmigheid, die de wereld zou maken tot een doods'h verblijf van afgeleefde stervelingen, kan ons niet bekoren. Gekruid worde ons leven door onderling mee- ningverschilgestreefd moet er worden in ver schillende richting. Zoo'u strijd zoeken wij het liefst, zoo'n strijd lokt ons aan. Wat wij verkeerd beschouwen leert gij ons wellicht beter inzienen dat waarnaar gij te vergeefs streefdet, is misschien ons gelukt te ontdekken langs een weg dien gij niet kendet. 7.oo werken wij elk voort en vinden wij iets ter volmaking van het geheel. Die strijd en dat streven is een voorrecht en een zegen 1 Nu zijn erdie dat door eenzijdigheid tot een vloek maken, die zich verstouten ook daarbij hun eigen ik zoodanig te verheffen hun eigen werk zoo te vergoden, dat zij ziehzelven en hun pogen daardoor vernederen en krachteloos maken. Zoo gaat het meer. Wanneer wij den zegen van het Christendom zoo breed hooren uitmeten, en aanwijzen als het eenige redmiddel voor 's werelds rampen en ellende, dan zouden wij den grootsten strijders daarvoor steeds willeD toeroepenHoudt op, gij bederft uw eigen zaak. Gij zelf maakt van de christe lijke leer een caricatuur en spot door uwe daden met het allerheiligst beginsel, dat aan het Chris tendom ten grondslag ligt. Wat tot zegen zou kunnen zijn, wordt in nwe monden en handen tot een vloek Gij praat, alsof gij de Christen waart bij uitnemendheid en de u bekende Farizeërs waren, bij u vergeleken, nog heiligen. Maar och, dat aan te hooren is ook voor hen geen nieuws. Zij zouden spreken, met het zoet- sappigst gezicht ter wereld, van verdrukking, die de Christen alsof zij dat zijn moet ver duren en hunne oogen ten hemel slaan als bewijs van hun eigen gerechtigheid. En dan verneemt men nog zoo iets van spotternij en van ongeloovigheid. Gelukkig, dat de tijden op dat punt wel iets nieuws te aanschouwen geven, nl. toenemenden afkeer van zulk geloof. Wie aan de bevordering ervan meewerken, zij zoeken gerust hun troost bij de volgelingen, van wier hulp voor het algemeen welzijn hoegenaamd niets is te verwachten. Hun gedragslijn tegenover andersdenkenden doet ons nog denken aan de dagen van brand stapel en foltertuigen en ons verheugd zijn, dat die zaken weggeborgen werden in gebouwen als de Gevangenpoort te 's-Hage, waar elk liefheb ber zich kan verlustigen in het aanschouwen en in het aanhooren van een allereentonigst verschrik kelijk gedreun, dat men explicatie gelieft te noe men. Zij rusten daar voor eeuwig! Konden zij nog worden aangewend wie weet, ja wie weet I Op dat punt is er nog zooveel bij het oude gebleven. Let op de anti-jodeubeweging in Duitechland, waarover zelfs Unsere Frits, de kroonprins, niet kon nalaten zijdelings zijn misnoegen te kennen te geven. En dr. Knijper meende dit vuurtje ook hier aan te wakkeren. De man, die, zooals het kamer lid Des Amorie van der Hoeven te Amsterdam in de Pius-vereeniging in een voordracht zeide, de eenige kiesgerechtigde is in het anti-revolu tionaire kamp, wijl hetgeen hij zegt moet ge beuren, die man meende ook op dat gebied haat te zaaien om storm te oogsten. De heer Van der Hoeven haalde nog de ver kiezing te Leiden aan, en was quasi geestig door te beweren, hoe dr. Knijper zou bedoeld hebben: nik stem Donnergij stemt Uonner of wacht u voor mijn Donder." Maar zie, diezelfde heer Van der Hoeven hielp nog even om bij zijn gehoor zoo'n anti-joden- beweging te steunen. In een Pius-vereeniging kan men begrijpen, dat liberaliteit contrabande is en liberalen als kelters worden beschouwd. Welnu, tan ganseh het liberale heir warende joden zoo zeide hij de eenige stemmers. Aan hen dus desehuid van liberaliteit in ons land. Dat serieuse mannen zoo weinig ernstig kun nen zijn Doch gelukkig: het wapen, dat zij hanteere», keert zich ook tegen henzelveu. Toen er quaestie was om aan den verdienstelijken luitenant gene raal K. Van der lltyden wegens zijn flink gedrag in Atjeli een nationaal huldeblijk aantebieden, was het de Standaard die niet onduidelijk liet doorschemeren, hoe het Katholiek-zijn van den opperbevelhebber een meegaan voor de anti revolutionairen moeielijk maakte. Daarbij was de houding van dien krijgsman bij gelegenheid van het inwijden van een Mo- hamedaanschen tempel, waarbij hij een toe spraak hield, in de oogen van het onfeilbare orgaan een grief, die moeielijk vergeten kon worden. Want, vergeef niet, dergelijke belijders roepen het hardst, om den Heidenen het Christendom te verkondigen, eu de Regeering zou deed zij hun zin daartoe zelve moeten meewerken. De hemel beware de Heidenen voor een Evan gelie, dat de Standaard en de zijnen belijdt, een Evangelie, dat slechts schijnt te leeren hoe zij alleen onfeilbaar en de uitverkorenen zijn Als er geen ander licht te ontsteken valt uit hetgeen vóór 19 eeuwen werd geleerd, dan het eigendunkelijkevalsehe, dat door hen wordt ontstoken, dan houde men het gerust verborgen, want meuig heiden zou mtt afschuw het den rug toekeeren. De opperbevelhebber van Atjeh toonde zich mensc-hkundiger en waarlijk christelijker in be ginsel dan al die vurige zendingsijveraars, die vergeten dat menig heiden veel gelukkiger in zijn geloof is, dan wanneer men hem dwingen wii tot een geloof, dat hij niet begrijpen kan. In onze eigene maatschappij en niet het minst onder die ijveraars zeiven is nog zooveel te doen, vóór christelijke aaden getuigen van een waar Christendom, dat men waarlijk zich nog niet zoo behoeft op te winden voor verafwonenden, wie sommigen het hoogst kwalijk nemen zou den, zoo zij op hun beurt eens beproefden ons zendelingen te sturen, om ons te bekeeren. Er is niets nieuws onder de zon. Het is nog altijd de oude quaestie: het geloof verdeelt het hardst, en dat onheilig vuur wordt steeds aan gehouden. Men windt daarvoor de groote massa op, en niets valt gemakkelijker dan dit. Niet tevreden tnet de kerk, wil men vooral ook op politiek gebied dienzelfden zuurdeesem doen doordringen en achter onbegrijpelijke taal de ware bedoelingen verbergen. Edoch, wij hebben toch hoop dat. zij juist langs dien weg hun eigen graf zullen delven. Wat bleef er over van al die groote politieke mannen, die voor de banier der anti-revolutio nairen zouden strijden op liet glibberig pad der staatkunde Staatsmannen toonden zij zich door geen enkele daad. Het schetterendst bazuin geschal van hunne vereerders kon niet beletten, dat men spoedig bemerkte hoe hun theorieën weinig nut in de practijk konden uitoefenen. Aan schoone woorden vaak wat duister geen gebrek 1 De grootste drijver, dr. Abraham Kuijper, is daarvan het sprekendst bewijs. Zoo zal het ook gaan met zijne opvolgers; hetzelfde lot zal ook de heer Uonner deeleu. Daarom verwondert ons niet, wat de Standaard op zijne zonderlinge wijze schrijft: „Waarom heeft de heer Donner nog niet aanvaard? „We begrijpen zijn worsteling. „En toch teleurstellen mag hij ons niet." Wie zou niet aarzelen, wanneer het vooruit zicht wacht van fiasco te maken? Maar beter ware het dan toch geweest vooruit dit te be denken. Voor den beer Donner zeiven is zijne keuze het ergst. Waar meu eens schitterde in al den glans van een kerkelijk oratorisch talent, daar valt het hard als m >n vooruit ziet, dat men op politiek gebied zal ondergaan zooals menigeen daarvóór. Maar de heer Donner zal niet bedanken, zoo hij het lidmaatschap al niet reeds aanvaardde. Hij zal zijn zetel innemen, ook dat levert niets nieuws op onder de zon; het is en blijft de oude geschiedenisde eer verblindt. Waarschuwen baat niet. Al roept men ook met den Groningschen hoogleeraar Fokker in zijne pas verschenen nieuwe brochuie over de prosti tutie aan de orlhodoxe partij toe, dat zij meer succes en onder het beschaafde deel der natie minder tegenstanders zon hebben, indien zij niet door telkens herhaalde aanvallen op het Staatsbestuur hei nageef den Keizer wit. des Keizers isuit het oog verloor, indien zij zich minder met politiek, meer met de aan hare lei ding toe ver ti ouwde zielen bezighield", dat alles helpt toch niets. Slechts het licht der waarheid kan hiervoor baat verschaffen, der waarheid over de bedoelingen der leiders, over de be krompenheid der volgelingen. En dan onze onverflauwde moed om hen te bestrijden met alle eerlijke wapenen, die ons ten dienste staan, otn voortdurend het licht te oulstekeu van waarachtige menschenliefde, de grondtoon van het Christendom, zooals het eens door den stichter werd gepredikt, doch dat he laas door hen wordt vervalscht. Er is weinig nieuws onder de zon, omdat eeuwen lang die strijd reeds wordt gestreden. Er is niets nieuws, waar wij letten op de bekrompenheid en den geloofshaat, die zich steeds openbaart. Maar er is wel nieuws, waar wij acht Blaan op den tegenstand, die beideu meer en meer onder vinden, en op de middelen, waarmee men in dien tegenstand volhardt. Laat hen dan vrij van ongeloovigen spreken. Het nieuwsdat wij ontdekken geeft ons moed voor de toekomst, hoe gering de over winningen ook vaak mogen zijn. 1 'iii PROVINCIE ZEELAND. *Sa vi b es te ding Op Vrijdag 30 Januari 1880, des voormiddags te 10 uren, aal, onder nadere goed keuring, door den Commissaris des Konings in de Srovincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een er leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 11de district, aan het gebouw van het Provinciaal Be stuur te Middelburg, worden aanbesteed Het vernieuwen van een gedeelte van de houten beschoeiing bij de voormalige Axelsche Sassing. Raming f 3100.) Deze aanbesteding zal geschieden bij enkele inschrij ving, volgens art. 13 van het bestek. Het bestek no. 40 ligt ter lezing aan het gebouw van het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid, aan dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland te Middelburg, en is voorts op franco aanvrage, tegen betaling der kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoff, Nobelstraat no. 18 te 's.Gravenhage, en door zijne tusschenkomst in de voornaamste gemeenten des Rijks. Op 24 en 20 Januari 1880 wordt de noodige aan wijzing op de plaats gedaan; voorts zijn nadere in lichtingen te bekomen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat te Middelburg en bij den Ingenieur van den Waterstaat te Ter Neuzen. 's-Gravenhage, 29 December 1879. Voor den Minister, De Secretaris-Generaal, BOOGAARD. voor de BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES verwittigen voor de EERSTE MAAL den ingeschrevenen voor de Nationale Militie van den jure 1879 voor de lichting 1880, dat; OK X-OXIlXGr door den heer Commissaris des Konings is bepaald op Zaterdag den 14 Februari 1880, des voormiddags te 91/, uren, te Goes, en dat die zal plaats hebben in de groote zaal op het Raadhuis. En worden zij mitsdien opgeroepen ten gestelden dage, ure en plaatse daarbij tegenwoordig te zijn en, redenen van vrijstelling hebbende, vooraf op Woen6dsg den 11 Februari 1880 ter secretarie der gemeente daar van opgaaf te doen, tereinde intijds de bewijzen en getuigschriften tot vrijstelling wegens broederdienst of als eenigen wettigen zoon te kunnen aanvragen of opmaken. Goes, den 22 Januari 1880. Burgemeester en Wethoudeis voornoemd, J. G. DE WiTT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES maken bekend, dat het REGISTER van INSCHRIJVING voor de NATIONALE MILITIE over 1879 voor de lichting van 1880 van heden tot 29 Januari e. k. ter inzage zal liggen alsmede dat gedurende dien tijd tegen register en lijst bezwaren kunnen worden ingebracht bij den heer Commissaris des Konings in dit gewest, door tusschenkomst van den burgemeester dezer ge- meen te, zulks op ongezegeld papier en door de noodige bewijsstukken gestaafd. Goes, den 22 Januari 18S0. Burgemeester en Wethouders voorncemd, J. G. DE WITT HAMER, De Secretaris, HARTMAN. De Commissaris des Konings in onze provincie heelt bepaalddat de loting voor de Nationale Militie in dit jaar zal plaats hebben in de gemeenten en op de dagen en uren, als hieronder zijn aangewezen. Gemeekten, waar de lo ting zal plaats hebben. Goes. 18S0. Zaterdag léFebruari, Goes. Kapelle. Cortgene. Tholen. Maandag 16Februari. Dinsdag 17Februari. 1 Maart. Donderdag 12Februari s-morg. te 9'/jUien. 11 97, 11 Gemeenten, welke aan de loting moeten deel nemen. Goes. Borssele. Ellewoutsdijk. 's-Heerenhoek. Heinkenszand. 's-Heer Arendskerke. Wolfaartsdijk. Kloetioge. '8 Gravenpolder. 's-Heer Abtskerke. Kattendijke. Ovezand. Nisse. üudelande. Driewegen. Baarland. Hoedekenskerke. Kapelle. 9 IWemeldinge. iYerseke. jKiuiningen. Krabbendyke. 10'/, jSchore. j Waarde. Rilland-Batb, 9V, tCats? ll 'ortgene. 107, 97, Colijnsplaat. Wissekerke. Tholen. Oud-V osmeer. St. Philipsland. Stavenissc. St. Annaland. St. Maartensdijk. Scherpenisse. Poortvliet.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1880 | | pagina 1