TWEEDE KAMER. BUITENLANDSCH OVERZICHT. GEMENGDE BERICHTEN. Voorgeschreven, niet zijn opgevolgd. Ofschoon de rechtbank, blijkens haar veroordeelend vonnis in de zitting van 31 October, zich met die zienswijze niet vereenigde handhaafde het O. M. ook Vrij dag jl. zijne meeningonder opmerking dat de bedoelde publicatie een factor is in de hand van den minister. Eén blad noemde hij echter waarin is medegedeeld, dat tarieven vastgesteld en ter inzage gelegd en verkrijgbaar gesteld waren dat blad was het Weekblad voor Stoom- en Zeil vaart maar dergelijke mededeeling in éen blad achtte hij ten eenemale onvoldoende. Naar zijne meening levert het gepleegde feit noch misdaad, noch wanbedrijf, noch overtreding op, zoodat hij andermaal requireerde ontslag van rechtsvervolging. Mr. W. A. Van Iloek ditmaal als verdediger van den heer Keun optredende, zette op den voor grond, dat hij bij geen mogelijkheid aan strafschul digheid van zijn cliënt denkeu kon. Na de niet optimistische verwachting te hebben uitgesproken, dat het vermoedelijk nog lang zal duren eer de Staat de Staatsspoorwegen zelf exploiteert en zijn sympathie te hebben geuit voor den vreemdeling die, na de halve wereld doorreisd te hebben, moeite en geld er voor over heeft om langs den weg van rechten te doen uitmaken hoever in zaken ais de onderhavige Nederland nog ten achter is, bestreed hij achtereenvolgens de verschillende motieven waarop het vonnis van den Middelburgschen Kan tonrechter rust. Hij trachtte te betoogen, dat diens hoofdstelling, volgens welke bij de laatste alinea van art. 106 van het Kon. besl. van 9 Januari '76 aan de Spoorwegmaatschappijen de vaststelling van bepalingen omtrent retourkaarten is opgedragen onjuist was, met het oog op de woorden van dat Kon. besl. zelf, maar bovendien omdat de konink lijke bevoegdheid om maatregelen van inwendig bestuur te nemen slechts kan zijn een uitvloeisel van eene wet en binnen de grenzen, door die wet daarvoor aangegeven; dat derhalve die beperkte kon. bevoegdheid niet bij delegatie kan worden overgedragen aan een Minister (gelijk het O. M. aannam) en nog veel minder aan een particulier of directeur eener maatschappij. Pleiter meende, dat de Minister alléén bevoegd is tot vaststelling der tarieven, en dit wel omdat de wet hem alleen die bevoegdheid toekent, terwijl diezelfde wet de vaststelling der «voorwaarden voor het vervoer van reizigers en goederen"zijnde iets geheel anders dan tarieven, gelijk pleiter ontwikkelde, uitsluitend aan den Koning opdraagt en niet aan den Minister. Waar nu de wet in art. 64 alleen straft de overtreding van een maatregel van in wendig bestuur en niet de overtreding van een ministeriëele resolutie, aanschrijving of circulaire, zoo was, naar pleiters meening, het geconstateerde feit onstrafbaar zoolang het niet bleek te vallen onder de bepalingen van een koninklijk besluit. Wat voorts betreft den termijn van geldigheid van een retourbiljet, waarop behalve dag en uur van afgifte, gedrukt staat«twee dagen geldig," stelde pleiter op den voorgrond dat het hier op strafrechterlijk gebied niet de vraag is, welke be- teekenis door gewoonte in Nederland daaraan wordt gehecht en nog veel minder natuurlijk wat de «bedoeling" van den afgever dier retourbiljetten is. Hij noemde een retourbiljet het bewijs van een gesloten vervoercontract met een spoorwegon derneming, en meende dat de bewoordingen daar van moeten worden opgevat volgens de gewone taalregels en niet volgens aan een der contractan ten toegedachte bedoelingen. En nu verklaarde pleiter, dat hem uit al onze wetten geen enkel voorbeeld bekend is van eene opvatting van de woorden «twee dagen", gelijk deExploitatie-Maatsch. zulks gelieft te doen, namelijk van éen dag en een in duur variëerend stukje vai een dag, Met dit woord «dag" en de beteekenis van termijn wordt allerwege een duur van 24 uren bedoeld, ook in het koninklijk besluit zelf, dat de kantonrechter ten deze toepasselijk heeft geacht. Breedvoerig werd nader ontwikkeld, ook met het oog op het op een retourbiljet gestempeld uur der afgifte, dat, strafrechterlijk vooral, geen andere uitlegging kan worden gedoogd dan dat die bil jetten geldig zijn tweemaal 24 uren, berekend van het uur der afgifte. De verdediger concludeerde dus tot ontslag van rechtsvervolging en in elk geval tot vrijspraak. Bij repliek werd door het O. M. opgemerkt, dat de plaatskaartjes niet moeten worden beoor deeld naar hetgeen er op staat, maar naar hetgeen door de Regeering daaromtrent is vastgestelddat het woord «dag" ten deze kan woiden opgevat als staande tegenover «nacht", en dat het niet zoozeer met ons staatsrecht in strijd is, als de Koning bjj koninklijk besluit een ondergeschikt punt ter regeling aan den Minister opdraagt. Bij dupliek lichtte de verdediger zijne meening ten opzichte van dit laatste nader toe. Hij vroeg, wat de tweede opmerking van het O. M. aangaat, hoe het dan met de nachttreinen zou moeten gaan wat retourbiljetten betreft, en of aten dan met een retourbiljet zelfs niet na zonsondergang mocht reizen Hij meende, ten aanzien der eerste op merking van het O. M., dat de tegenpleiter zich eenigszins schuldig maakte aan eene verwarring der rechtsverhouding tusschen de Exploitatie- maatsch. en de Regeering met die tusschen de Exploitatie-maatsch. en een reiziger als haar mede contractant. Van beide zijden werd overigens bij de genomen conclusiën gepersisteerd, terwijl de heer Keun aan het gesprokene pro noch contra iets verlangde toe te voegen. De rechtbank bepaalde de uitspraak op a. s. Vrjj- dag 21 dezer. Aan de Kamer is ingediend een wetsoutwerp tol verhooging v.iu de begrooting voor het departe ment van waterstaat, handel en njjverheid, voor 1878 en 1879. De noodzakelijkheid der, voorgestelde ver- hoogiog vindt haren grond in de weigering der Al- gemeene Rekenkamer van de verevening van de betaling van aannemingssommen, aangewezen ten laste van dienstjaren, waarin geen recht op betaling was ver kregen. Tegenover de verhoogingen staan verminde ringen met gelijk bedrag. Tevens heeft de Regeering een wetsontwerp inge diend tot verhooging vau hoofdstuk V der staatsbe- grooting voor 1879, strekkende o. a. lot verhooging van den post voor subsidiën aar. gymnasia, die zicb binnen den wetlelijkeu termjjn gereorganiseerd hebben, met 40,000 en tot verhooging v,m den post voor subsidiën ter tegemoetkoming iu de gemeentelijke uitgaven voor het lager onderwijs, aamankeljjk toe gestaan tot een bedrag van 190.000, tot 820,000. Onderscheidene regeeringsantwoordcu nopeus de staatsbegrooting zijn aan de leden der kamer rond gedeeld, waaronder dat nopens de algemeene politieke en financiëele beschouwingen. De Rjgeeiing beschouwt ook alleen eene volkomen openhartigheid als de grondslag van samenwerking tusschen haar en de Staten-Generaal. En zulk eene openhartigheid heeft zij sedert hare optrediug getoond. Vau haar kan niet gevergd wordeu een oordeel over het staatkundig beleid van het afgetreden Kabinet. H t is wair, dat de afgetreden Minister van biBnenlandsche zaken zich na de verklaring in de Eerste Kamer op 19 Juni bereid verklaa-d heeft, onder bepaalde voorwaarden aan het bewind te blijven; maar het is niet rninjjer juist, dat er omtrent het weuscheljke dier voorwaar den in den boezem van het vorig Ministerie verschil bestond en de aanneming daarvan geen waarborg zou gegeven hebben voor het behoud van dut Ministerie. In de gedachteuwisiel ug tusschen de leden der Kamer omtrent hiar optreden heeft de Regeeiiug zich ove rigens niet te mengen en zij bad niet kunnen ver wachten en zeker niet kunnen vermoeden, dat de eer lijke erkentenis van hare verplichting o.u uitvoering te geven aan eene wet, die door beide Kamers der Staten-Generaal goedgekeurd en door den Koning bekrachtigd is, haar zou blootstellen aan hit verwijt van sommigen van politieke immoraliteit. De Regee ring verdedigt dan ook ic 't belang van eendracht haar optreden zonder partijleus. Zij wil niet rtagee- ren tegen eene bestaande wet, die zij bij haar optre den aangenomen vond door eene groote m-erderheid. De tegenwoordige R geeriog verlangt vórr alles de regeling van eenige belangrijke vraagstukken op het gebied van financiën, techtswcz n en landsverdediging tot stand te brengin. Bij baar ernstig streven daartoe wil zij niet in de eerste plaats haar steun zoeken bjj eenzijdig ma r niettemin weioig vertrouwbaar partij-erband, maar zij rekent veeleer op de medewerking van allen, d e, 's lands belang boven alles stellende, met haar door drongen zijn van de noodzakeljjkbeid der regeling van zooveel dat op afdoening wacht. Aangaande de hoofdpunten, waarover iu het voorl. verslag meer k-paatd het gevoelen der Regeeriug gevraagd wordt, zoo bljjkt uit het antwoord in sub stantie dit: lo. juriditeits-bezwareu iu het algemeen. De Regeering bevestigt haar vroegeie verklaring dat zjj niet terugdeinzen zal voor wat naar de ontwikke ling der tijden hervorming en nieuwe regeling ver- eischt, maar zij belooft geene onverwijlde min of meer partiëele voorstellen tot grondwetsherziening. Deze mogen alleen zjjn de vrucht van eene door grondig onderzoek en gedachtenwisseling gerijpte volksovertui ging en gebiedende noodzakelijkheid. En vooraf zai onderzocht moeten worden, of eene voldoende regeling van het kiesrecht en van 's lands verdediging nitt mogelijk zjj, zonder tot dat uiterste middel toevlucht te nemen. De Regeering wil dus beproeven, in hoever eene verbetering van het kiesrecht onder de bestaande grondwettelijke bepalingen mogelijk is. Daartoe moet tevens worden afgewacht de uitslag van de voorge nomen herziening van sommige directe belastingen, waarmede de grenzen van het kiesrecht nauw vtrband houden. De vraag, of eene hervorming van het be lastingstelsel, die de Regeering zich voorstelt, geschie den kan zonder voorafgaande herziening der grondwet, beantwoordt de Regeering bevestigend. Wat aangaat de defensie, de Regeering is di p door drongen van het hooge belang der ztak en tot de handhaving onzer onafhankelijkheid heeft zjj reeds nu een aanvang gemaakt met de uitwerking der begin selen, welke zjj ten deze huldigt, zich daartjj veree* nigende met de voorstellen tot regeling van de militie en schutterjjen, welke in September 1877 aangeboden werden. De grondwetsherziening acht zij «oor eene doeltreffende oplossing van het vraagstuk niet nood zakelijk hare wetsvoordraehten zullen nog in den loop van het zittingjaar de Kamer beretkeu. Daarna treedt bet antwoord in uitvoerige financiëele beschou wingen. (Ar. R. CL) Verder meldt men ons l'ER TELEGRAAF uit 's-Gravenhage Utt het aDlwoord op hoofdstuk 9 bljjkt, dat de Minister van Waterstaat voornemens is voortestellen eene betera regeling der bezoldigingen van de ambte naren bjj den waterstaat, eene nieuwe cono. ssiewet, eene regeling voor overdracht der spoorwegconcessiën, herziening der ijkwet, maatregelen tot bevrjjdiug der laudstretk rondom 'a-Bosch van waterbezwaren. Uit het antwoord op de spoorwegbegrooting bljjkt, dat de termjju voor bevoegdheid tot uaastiug door den Staat van den lloilaudschen spoorweg door de Regeering voorloopig tot ultimo Mei 1881 zal worden verlengd. Een wetsvoorstel voor de richting van den spoorweg GroningenDelfzjjl zal weldra ingediend worden. Dat voor Hoorn—Enkhuizen is aangehouden, om de uit komst af te wachten der werken tot verbetering der haven te Enkhuizen, doch zal spoedig in gereedheid worden gebracht. Gaarne zal de Minister voldoen aan den wenech, om op de Ijjn StavorenLeeuwarden aan te vangen met de werken op de sectie LeeuwardenSneek. Met verwondering lazen wij het telegram dat ons even vóór het afdrukken van ons vorig nom- mer werd gezonden, en waarin werd gemeld dat te Prisni groote agitatie heerschte op het bericht, dat de Engelsche vloot de Zwarte Zee zou in- stoomen. Wij begrepen niet, hoe daar juist die agitatie zoo groot kon wezen. Bij onderzoek bleek dan ook, dat het Parijs had moeten zijn. Daar heeft op de beurs zulk een gerucht groote agitatie teweeg gebracht, echter zonder dat er aan leiding toe bestond. Het was louter eene beurs- beweging. Hoe het eigenlijk met de verhouding tusschen Engeland en Turkije op dit oogenblik staat is niet duidelijk aan te geven; de geruchten zijn zoo tegenstrijdig, dat er inoeieljjk iets zekers daarover valt te zeggen. Een dezer geruchten willen wij hier echter tneê- deelen zonder voor de juistheid maar even iu te staan, llet is afkomstig van den correspondent der Daily Telegraph. Volgens hem zou de Porte, aau een Russisch bondgenootschap de voorkeur gevende boven Engelsche voogdij tot het besluit gekomen zijn en den Sultan voor het plan gewon nen hebben, om Osman Pacha met buitengewone volmachten naar Livadia te zenden, teneinde aan den Czaar een of- en defensief verbond aan te bieden. Wel zou het, zegt een correspondent der Kölnische Zeitung, waanzin zijn, indien de Sultan op een oogenblik, waarop Rusland niet onmiddel lijk bulp verleenen kan, zich de vijandschap van Engeland en Oosteiirijk-Hongarije op den hals haalde, doch daar ook een Sultan blijkens de ge schiedenis wel eens waanzinnig kan handelen, mag het onwaarschijnlijke niet onmogelijk genoemd wor den. En dit te minder omdat het bestaan van dergelijke waanzinnige plannen het hernieuwde dreigen met de Engelsche vloot volkomen ver klaren zou. Natuurlijk vindt dit gerucht van Russische zijde weer tegenspraak. De Agcnce russe beweert, dat Os man Pacha's bezoek aan Petersburg alleen betreft de quaeslie der kosten van het onderhoud der krijgs gevangenen. In ieder geval broeit er in het Oosten weer wat. In Leeds heeft een groote demonstratie plaats gehad tegen het Kabinet-Beaconsfield. De oud minister Forster laakte de staatkunde der Engel sche R-geering. Hij achtte een oorlog met Rusland onvermijdelijk, indien graaf Beaconsfield aan het bewind bleef, en de jongste stappen bij den Sultan beschouwde hij als een poging om bet Cyprus- contract te verbreken. Ongeveer 700 personen woonden de meeting bij, en er heerschte veel geestdrift De Engelsche gevolmachtigde heeft bij den Khedive van Egypte zijne geloofsbrieven overhan digd en daarbij de overtuiging uitgesproken, dat Egypte onder het verlicht en humaan bestuur van Tetofik-Pucha weldra weder tot welvaart zou gera ken, waaraan door de Engelsche regeering zoo groote waarde wordt gehecht. Omtrent die Egyptische quaestie de wereld, zoowel in het groot als in het klein is vol van quaesties zijn, beweert men, Italië en Duitsch- land eenstemmig. De Duitsche kroonprins en echt genoot zijn op 't oogenblik te Pegli in Italië, waai de Italiaansche koning hun Zondag een bezoek bracht. De ontmoeting was zeer vriendschappelijk 1 De Russische kroonprins met gemalin hebben Zaterdag Weenen weer verlaten en zijn Zondag te Berlijn aangekomen. Aan het station werden zij opgewacht door den ambassadeur Oubrïl, den kom- mandant der stad en den president der politie Het vorstelijk paar reed in een hofrijtuig naar het hotel der Russische ambassade. De grootvorst had uitdrukkelijk verzocht, dat er geen officiëele ont vangst zou plaats hebben- Men beweert, dat er een misdadige poging is aangewend op bet leven van de Keizerin van Rus land, die thans te Cannes verblijf houdt. Zekere Meijer uit Petersburg wilde tot haar doordringen, maar daar men zulke attenties niet waardeert, werd hij gevangen genomen. Wat de man eigenlijk wilde weet men niet recht, en wie weet of het niet spoedig blijken zal, dat de zaak overdreven is. Wissekerke. De stormvloeden van 12 en 13 de zer hebben aan de ztedjjken der polders Sophia, Thoorn en Anna Friso eenige schade veroorzaakt. In den nacht van Donderdag op Vrijdag zjjn aan de stranden dezer gemeente aangespoeld eenige schapen, kisten thee, boter en kaarsen, alles zeker afkomstig van een bjj de jongste stormen verongelukt vaartuig. Een goed voorbeeld. Door den slager A. Geense te Kruiningen is de afgeloopen week een puike os geslacht en liet vleesch verkrijgbaar gesteld tegen 30 cent het '/i kilo. Het behoeft nauweljjks gezegd te worden, dat hjj spoedig was uitverkocht. 's-Heer Akendskerkë. Zaterdag is alhier eene vette koe geslacht, waarvan het vleesch is verkocht aan de ingezetenen voor 32*7t cent de 5 ons. Moge dit voorbeeld navolgiug vinden! Te Middelburg zjjn door de daarbestaande Com missie van den dienstbaren stand aan twee vrouwe- ljjke dienstboden een getuigschrift en een boekwerk uitgereikt, aan de eene voor 20 en aan de andere voor lOjarigen trouwen dienst in hetzelfde gezin. Te Peinis is bjj een vleeschhouwer best rund- vletsch te verkrijgen voor 27Vi cent het halve kilo; dus is daar weder de prijs verlaagd. Ten behoeve van het kinderziekenhuis te Amsterdam is van een onbekende duizend gulden ontvangen. Ook aan de ziekenverpleging aldaar is door een onbekende dezelfde som gescbonken. De burgemeester dier stad ontving 3000 ten behoeve van de algemeene armen, „volgens den wenech van een overledene." Verleden week kwam eene dame in een mode- magazjjn te Amsterdam, om een nieuwen vogel te koopen op haren hoed. Onwillekeurig schoot het winkelmeisje in een lach, want dat was nu al de derde dime in een half uur tjjds, die om dezelfde oorzaak een nieuwen vogel zicb kwam aanschaffen. In alle drie gevallen had de kat des huizes zich meester gemaakt van den bevogelden dameshoed, en zich dapper op vogel, fluweel en zijde geweerd. In de veiling van oud-Hollandsch, Saksisch en Japansch porselein Donderdag aldaar gehou den, is een eetservies van Amstel-porselein verkocht voor dï kapitale som van 3900. Een dito, met figuurtjes beschilderd, bracht ƒ1350 op. Een klein theeservies gold 200. Een zoogenaamd Haagech porselein doopbekkeuije met kan, iu rotékleur be schilderd, dat op de verkoopiug doorging voor een soepterrine, bracht 260 op. In die stad zjjn drie kinderen, welke zich vermaakten met elkander in een handkar te rjjden, met deze in het water gemakt. Twee hunner verdronken. Iemand in de N. Gron. Ct. biedt „puike Jam men-aardappelen" aau a 5 de hectare! Een treimangeerder te Zeveuaar is iu aanraking gekomeu met den sneitreiu en aau de bekomen won den overleden. Vrijdag is door een ttein nabij Gilze-Rjjen een man overreden. Te Vriezenveen is een driejarig kind in een kettl kokend water gevallen en aan de brandwouden overleden. Vau den gemeente-veldwachter vau 's-Graveland en Fertenhoef vond men Donderdagochtend zjjn lijk in de Vaart nabij de Smidsburg. Hoe hij iu het water is geraakt is onbekend. Hjj laat eene weduwe en 7 kinderen pa. Een zandschipper, die te Delft het ongeluk bad beklemd te geraken tusschen de leuning eener stoep en een rjjtnig, waarvan het paard op hol was gegaan, is tengevolge van inwendige verwonding overleden. Ook in het Zuidelijk Westerkwartier (Groningen) hoort men iu den laatsten tijd nogal dikwjjls vau diefstallen. Reeds zjjn er drie keeren op verschillende plaatsen schapen en dikwijls ook aardappelen gesto len polderwerkers worden voor de daders gehouden. Te Tolbert ontvreemdde de vorige week zekere vrouw, niet te goeder naam bekend staande, een lakker eenig kleingeld, ongeveer zes gulden bedragend'-. De baas ontdekte het al spoedig, liep de vrouw achterna, wierp haar op den grond en ontnam haar het gestolene weder. Beide partijen hebben zich later bjj de po litie vervoegdde bakker klaagde de vrouw aan wegens diefstal, de vrouw beschuldigde den baas van mishandeling op den publieken weg en tevens van diefstal. Bij een veehouder te Sloten in Noord-Holland zjjn Vrijdagnacht niet minder dan 25 echapen letter lijk verscheurd. Dergelijke razzia's onder de schapen hebben daar reeds herhaaldelijk plaats gehad, zonder dat het tot hiertoe gelukt is de dieren te betrappen of de eigenaars te ontdekken. Vermoedeljjk beeft men aan een troep uitgehongerde vagebonden uit de bondenwereld te denken, die in den nacht op roof uitgaan. Als een bljjk op hoe groote schaal de paar- denslachterjj te Meppel wordt uitgeoefend, moge die nen, dat iu de laatste twaalf dagen door twee paar- denslacbters 109 (zegge honderd negeD) paarden ter dood en voornamelijk als gerookt vleesch voor Am sterdam werden iu consumptie gebracht. Te Marseille hetft een vroegere gendarme ge poogd eerst zjjn dochter en daarna zichzelf te doodeu, omdat het meisje was verleid. Beiden zjjn zwaar gewond. Het weerkundig bureau van The A'ew-York Herald kondigt weer stormweer aan voor de Noor- weegscbe en Britsche, en misschien ook de Fransche kusten, voor de dagen tusschen 16 en 20 dezer. Te Geisenheim is den 9 dezer een echtpaar overleden. Man en vrouw waren op denzelfden dag (7 October 1809) geboren en zjjn op denzelfden dag ziek geworden, op denzelfden dag overleden en na- tuurljjk op denzelfden dag begraven. In Jowa (Amerika) werd onlangs door den rechter een persoon vrjjgesproken, die onder verden king stond een man tegeljjk met vier van diens kin deren vermoord te hebbeu. Het grauw der stad toonde zich met die uitspraak weinig ingenomen, want juist deu dag vóór dien, waarop hij in hel huwelijk dacht te treden, werd hjj door eeue woeste volksmenigte overvallen en opgehangen. Om te bewjjzen, dat de republiek de beste van alle regeeringsvormen is, geeft een Fransch blad het volgende overzicht van den staat der Europeesche financiën over het loopende jaar. „Het tekort van Pruisen is fr. 62,b00,000 of een veertiende gedeelte der geheele begrooting dat van Oostenrjjk fr. 32,000,000, of V* van de begrooting dat van Hongar-je fr. 45,000,000, of Vu der geheele begrooting; Nederland 17,606,000 of l/u der be grooting." De Engelsche schuld is met 238 millioen francs vermeerderd, en het tbeorethisch evenwicht in de Italiaansche en de Russische begiootiug is alleen verkregen door middelen, die zeer veel kans geven op toekomstige tekorten. Van de Spaansche financiën behoeft niet eens gesproken te worden. „In Frankrijk", zegt de schrjjver, „zal het batig saldo in dit jaar niet minder zjjn dan 100,000,000 fr." Dit feit mag, naar zijn meeuing, andere natiën wel tot ernstig nadenken opwekken. Aan de Kölnitche Zeitung wordt uit Londen gemeld, dat aldaar het plan bestaat eene directe ver binding tusschen Londen en Parjjs tot stand te bren gen, welke 160 kilometer korter is dan de huidige over Dover en Calais. Dit plan bestaat hierin de spoorwegljjnen zullen tot Beachy Head wordendoor- getrokken, waar de treinen door middel van een drjjvende jjzeren ponton bjj eiken waterstand zullen kunnen ingescheept wordeu op een door stoom ge dreven reusachtige pont, die 650 voet lang en 150 voet breed en tegen de golven door een jjzeren dak beschut zal zjjn, en waarop ruimte zal wezen voor 180 waggons. Op dit door raderen en schroeven voort bewogen gevaarte zullen de treinen naar Dieppe wor den overgebracht, vanwaarzij onmiddellijk de reis naar Parjjs zullen voortzetten. Koint dit plan tot uitvoering, dan zal men iu 8 uren en tegen de helft der thans te betalen vracht, zonder van wagen te ver wisselen, vau Londen naar Parjjs en omgekeerd kan nen komen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1879 | | pagina 2