1879. N°. 124.
Dinsdag 21 October.
66sle Jaargang.
il Pb illVIOEI,
FEUILLETON.
UITLOTING VA\ OBLIGATIES.
Personeele Belasting.
KUIPERIJ.
POSTERIJEN.
Vertrek dec brievenmail naar Oosi-lndie.
Ken billijk, verzoek.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.7?.
Afzonderlijke nommers 5 ct. met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.—.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 et.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechte tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en ÏIAASENSl'EIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJG1I VAN D1TMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de lijst
van de ter uilloting en aflossing aangegevene OBLl-
GATIEN, ten laste dier gemeente, ingevolge art. 4
van het plan tot aflossing der gevestigde schulden, den
11 April 1853 door den gemeenteraad gearresteerd,
opgemaakt is en ter secretarie gedurende de laatste helft
dezer maand Ier visie zal liggen.
Zullende de uitloting, ingevolge art. 5 van evenge-
meld plan, in het openbaar, ten overstaan van Burge
meester en Wethouders geschieden ten raad huize, op
Zaterdag den 8 November 1879 des namiddags te éen uur.
Goes, den 18 October 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. De WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
herinneren de ingezetenen aan de bepalingen van artt.
27 en 42 der wet van 20 Maart 1833 (Staatsblad no. 4)
omtrent de SÜPPLETOIRE AANGIFTE voor de PER
SONEELE BELASTING, volgens welke een ieder, die
door uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het
aanschaffen van belasting-voorwerpen der grondslagen
van het personeel komt te vallen onder de toepassing
van een nieuwen of verhoogden aanslag in den loop
des dienstjaars, verplicht is, alvorens en naar gelang
der omstandigheden en op de boete, bij artt. 35 en 39
vastgesteld, tot bet indienen van behoorlijke aangifte
deswege, invoege ais bij art 30 der wet is voorgeschreven,
kunnende daarvoor een biljet ter invulling bij den
heer ontvanger der belasting worden afgehaald.
Goes, den 18 October 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. De WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat door W. M. MO ELIXER
een verzoek is ingediend om vergunning tot onrichting
eener kuiperij in het perceel wijk A. 174 (kadastraal
bekend in sectie D no. 1098.)
Voorts, dat het verzoek met de bijlagen op de Secre
tarie zijn ter visie gelegd en dat op Zaterdag den 1
November 1879, des middags te éen uur, in het Ge
meentebuis gelegenheid zal gegeven worden om bezwa
ren tegen de oprichting intedienen en toetelichten.
Goes, den 18 October 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DB WITT HAMER.
De Sscrelaris,
HARTMAN.
Via BRIND1SI, 23 Oct.
Via AMSTERCAM, 24 Oct.
Via NAPELS, (Fransche mail) 31 Oct.
ViaNAPELS,(Maatsch. Nederl.)3 Nov.
De Fransche pakketbooten doen Riouw, Banka
en Palembang niet aan.
allen
7.30
's avonds.
20)
Naar bet Franscb van George Vautier,
door J. O. S.
Hoe groot zijn lust ook was om de ontknooping
van de comedie te kennen en aan Jane bet ver
makelijke voorval te vertellen, waarvan bij getuige
geweest was, zoo liet hij toch vier en twintig uur
verloopen zonder zich te vertoonen. Zij bad alleen
het gevecht willen aangaanmeer dan half had
zij het gewonnen door den professor op haar handje
te krijgenhet was verstandig haar op den inge
slagen weg haar gang te laten gaan, zonder ge
vaar te loopen hen door eene onhandige of onbe-
scheidene tusscbenkomst te hinderen. Hij wachtte,
niet zonder ongeduld, tot zij hem liet roepen. Ein
delijk kwam er een brielje van den volgenden
inhoud
«Volkomene overwinning Kom en men zal
u alles vertellen."
Hij liet zich niet bidden. De brief loog niet:
'de vijand trok zich strijdende terug. Verbluft door
de afvalligheid van den professor had mevrouw
Pivier zich na lang heen en weêr gepraat laten
overhalen om terug te keeren, met de belofte dat
Claudine spoedig weder bij haar zou zijn, dat zij
er niet aan dacht Jacob ooit weêr te vinden en dat
Bij de optreding van het tegenwoordige ka
binet zijn wij bet met welwillendheid tegemoet
getreden en hebben wij het begroet als op dat
oogenblik het eenig mogelijke Ministerie, waar
aan ons land behoefte had.
Wij hebben toen, met het oog op de oplossing
der crisis, gewezen op den geheimzinnigen sluier,
die over de gebeurtenissen in verband met die
oplossing hing, en vroegen daarna of op die ge
beurtenissen niet eenmaal een naspel zou ge
geven worden.
We schreven toen o. a.
//Wij hebben daarmee het oog op de ver
trekkende Ministers en voornamelijk op den
Minister Kappeijne, die zeker meer verdient dan
een officieel afgepast bedankje van de Kroon,
nu hij heengaat, terwijl diezelfde Kroon hem
gelegenheid weigert zich te rechtvaardigen."
Men weet, dat indertijd genoemde ex-premier
zelf verzocht de stukken, op de crisis betrek
king hebbende, openbaar te mogen maken, wat
werd geweigerd. Wij drongen toen daarop aan,
wijl er ook een quaestie van eer in het spel is,
die destijds het was 20 Augustus toen wij
dit schreven, en hetzelfde geldt thans nog
nog opgelost moest worden.
vin het dagelijkseh leven zoo luidde het
slot van ons artikel weigert men een be
schuldigde niet zich te verdedigen en geeft men
hem daartoe de middelen.
//Het is hier geen politieke quaestie. Al gold
het een vertrekkend Minister Heemskerk ot Van
Lijnden, dan zouden wij de eersten wezen die
aandrongen op gerechtigheid Dat alleen ver
hoogt een volk. Wie zal den moed der over
tuiging bezitten dit in onze Vertegenwoordiging
luide te verkondigen Hij zou aan het vrije
volk van Nederland een grooten dienst bewijzen!''
Welnu, er is een stem in dien geest opgegaan
en wij verheugen ons dat die gekomen is van
de zijde van een, die zeker niet van partijdig
heid beschuldigd kau worden, waar het de vorige
Ministers geldt.
Het was de heer Eloid Van Soeterwoude, die
in de Vrijdag gehouden zitting der Tweede
Kamer aandrong op publiekmaking van de stuk
ken betreffende die crisis. Hij deed diteener-
zijds om voor de gansche Kamer het volle licht
te doen schijnen over ieders handelingen in
deze crisis, anderdeels om, daar er gedeeltelijke
publiciteit is gegeven aan het verhandelde in de
bekende vergadering, waarin ook mededeelingen
zijn gedaan, de Kamer in staat te stellen uit
de behoorlijke kennisneming der schrifturen met
zij, zoodra zij in 't stadje terug was, met Victor
zou trouwen. Alles had men haar beloofdde
hoofdzaak was tijd te winnen, zij bet ook ten koste
van een leugen. De waardige vrouw was een beetje
gecalmeerd vertrokken, hoewel zij hare woede niet
durfde lucht geven. Wat zou zij ook tegen drie
personen tegelijk vermogen
Moest zij bet fortuin van Claudine, dat zij reeds
in bezit van haar zoon waande, laten glippen
Vrekkigheid en moederlijke liefde hadden sterker
gesproken dan het overige ook bet gezicht van
het paleis, dat de comediante bewoonde, van de
lakeien in groot liverei, van al die weelde die haar
onbekend was, bad hare gedachten gansch en al
een andere richting gegeven; zij was ten prooi eener
verstandsverbijstering en verwarring van idéés, die
haar onbekwaam maakte de gevolgen van baar
toegeven te overzien, waartoe zij gedwongen was
teneinde door hare tegenwoordigheid in bet stadje
lasterpraatjes te voorkomen en er een verhaaltje
te verspreiden, dat Claudine's afwezigheid, zoo men
haar al miste, moest ophelderen, en het schan
daal te verhinderen. De heer Haget had haar ver
gezeld, zuchtende onder de harde noodzakelijkheid
die hem dwong het scbooljuk weêr op te nemen
en bij voorbaat opziende tegen de uitbarsting van
den storm, die vroeg of laat op zijn hoofd zou
neêrdalen en zijn verraad zou straffen.
Arme man, zeide Marcel, toen het verhaal
uit washij zal moeielijke oogeublikken beleven.
Wat zal er gebeuren, als mevrouw Pivier merkt dat
juistheid te kunnen beoordeeleu de mededeelin
gen der Regeering bij het adres-debat. Hij
vroeg of het niet voor ieder, die bij de minis-
teriëele crisis betrokken was, van groot belang
is, dat er geen verkeerde uitlegging aan zijoe
haudeliugen worde gegeven, en dat de werking
van het constitutioneel koningschap kunne be
oordeeld worden in verband tot de ministeriëele
verantwoordelijkheid
Er is dus een aanvang gemaakt met het door
ons verlangde naspel, en wij zijn dank ver
schuldigd aan den heer Elout voor zijn man
nelijk vervoek
Behalve de Ministers zijn er nog andere per
sonen, wier houding door geheimhouding in een
verkeerd licht wordt geplaatst.
Een hunner, de lieer Fransen Van de Putte,
die met den hier Cremers een hoofdrol vervul
den bij die crisis, paarde zijn verzoek aan dat
van den heer Elout, en voegde er ten slotte
bij, dat mocht de Regeering zich tegen al-
gbheele opheffing der geheimhouding verzetten,
hij dan verzocht die geheimhouding niet zoo ver
uittestrekken, dat men er niet over zou kuuuen
redeneeren.
De Regeering schijnt bezwaar te blijven koes
teren aan het verzoek van den heer Elout te
voldoen.
i De premier de minister Van Lijnden, die
bij zijn toevallig verschijnen in de Kamer wel
licht niet geweten heeft, welke verrassing hem
te beurt zou vallen hield vast aan geheim
houding, wijl de Regeering van oordeel was dat
't anders een bedenkelijk antecedent zou daar-
stellen als bij elke wisseling van Ministers of
ministerie gevraagd kou worden over te leggen
de vertrouwelijke gedachtenwisseling in verband
daarmede tusscheu de Kroon en hare raadslieden
gevoerd.
Dit zoude z. i. een gevoeligen slag kunnen
toebrengen aan de vrije keuze der Kroon van
hare raadslieden, voorts aan de waarheid en
openhartigheid bij het overleg tusscheo de Kroon
en hare raadslieden, en overigens een misbruik
kuDnen in het leven roepen, dat leiden kon tot
bevordering van persoonlijke belangen, waarbij
't algemeen belang weinig of niet betrokkeu is.
Die redenen noopten de Regeering aan den appel
lant te antwoorden, dat bij haar bezwaar be
stond en voor 't oogenblik blijft bestaan tot
publiekmaking der bedoelde stukken.
Wanneer wij die overweging nagaan, dan
kunnen wij daarin geen krachtige argumenten
vinden.
In de eerste plaats stellen wij op den voor
grond, dat reeds een eerste stap gedaan werd
zij tot speelbal gediend heeft?
Jane haalde even hare schouders op
Wij zijn nog zoo ver niet.
Integendeelhet huwelijk van Jacob en Clau
dine moet zoo gauw mogelijk plaats hebben.
Volstrekt geen haast. Laat ons toch den tijd
om adem te halen. Moet er een notaris gehaald
worden, evenals in een vijfde bedrijf
Geloof me, ik spreek in ernst. De toestand
is zeer netelig, veel te netelig om lang te duren.
Geef aan dit avontuur den naam dien gij wilt,
't blijft eene oplichting.
Oplichting door eene petemoei.
Door eene petemoei, die, teneinde haar pleeg
kind te bewaren, slechts een salon heeft waar men
niet al te deftig is en waar jeugdige dichters haar
hun opgeschroefde verzen zullen opdragen
Gunst! ik dacht niet dat gij ook al diu dwaze
idéés er op na hieldt. Mijnheer llaget is verstan
diger dan gij.
Beken, dat gij bem betooverd bebt.
Nu, 't is goed, morgen zullen wij de speellui
laten komen.
Eenige dagen verliepen er, zonder dat dit gesprek
hervat werd. Marcel kwam echter geregeld iederen
dag. Dank zij zijn peterschap, mocht hij vrij uit
en in loopen; 's morgens of 's avonds kwam hij
onverwacht als wilde hij haar verrassensoms
bleef hij lang en lette dan op iedere kleinigheid
met een zekere wantrouwende oplettendheid, die
Jane zeer verdroot, doch waarover zij zich niet
op den weg van publiciteit, door den kamer
leden de stukken voor te leggeu. Waar men
dus een gevaarlijk antecedent wil vermijden,
dient men zich ook voor een eersten stap te
wachten. En geen wonder was het in onze
oogen, dat de heer Van Houten door zulk een
geheimzinnige openbaarheid weinig aangetrokken
zich gevoelde.
Het bezwaar, voor alle volgende ministeriëele
crisissen in die openbaarmaking gelegen, geldt
nog minder. In buitengewone omstandigheden
worden ook buitengewone maatregelen genomen.
En nu zal ieder toch moeten toestemmen, dat
de crisis van 1.1. zomer wel behoort tot de
buitengewone onder alle crisissen, die wij in jaren
hebben doorleefd.
Buitengewoon was zij in haar ontstaan, haar
duur, iu haar wisselvalligheid en hare oplossing.
Er lieten zich vragen gelden, voor de toekomst
van veel belang, er drongen zich vraagstukken
op o. a. grondwetsherziening die voor
ons parlementair leven van hoog gewicht geacht
kunnen worden.
Tot recht verstand van het aandeel der daarbij
betrokkenen moet men over al dat buitenge
wone kunnen oordeelen, en kan nooit die open
baarmaking iets prejudiciëeren op hetgeen bij
volgende crisissen plaats heeft. Meestal heeft men
bij dergelijke gelegenheden zuiver afgebakende
toestanden, beter dan toen het geval was, en
het Nederlandsehe volk dient te weten, waar
door de lange duur der crisis ontstond, en wat
de vruchten voor de toekomst daarvan kunnen zijn.
Dat de betrokkenen die openbaarmaking niet
zouden wenschen en dat daaruit voor liet ver
volg terughoudendheid en minder openhartig
heid in zulke gevallen het gevolg zou wezen,
dit bezwaar vervalt, waar twee der naast bij
betrokkenen reeds op openbaarmaking aandron
gen. De heeren Kappeyne en Fransen Van de
Putte hebben geen bezwaar tegen publiciteit
zij drongen er zelfs op aao.
Ware het tegendeel het geval, hadden zij tot
geheimhouding aangespoord en geschiedde die
openbaarmaking tochdan zou het voor het
vervolg een gevaarlijke quaestie worden om
in zulke gevallen als raadgevers op te treden.
Maar thans zou juist geheimhouding dat ge-
gevaar doen ontstaan, wijl er geweigerd wordt
zich te doen rechtvaardigen in de oogen van
het volk, wiens belangen men gemeend heeft
naar eigen overtuiging altijd te bevorderen.
Wie zal nu voor het vervolg daaraan willen
meewerken, daar waar men niet schroomt, uit
overdreven begrip van vertrouwen-schennis, ver
denkingen te laten rusten op zulke personen,
IL-
durfde beklagen uit vrees van aanleiding te geven
tot eene explicatie, die zij wilde voorkomen. Jacob
vau zijn kant maakte iederen dag eenige visites.
De eerste waren koel en vervelend hij scheen in
't begin bang, ja zelfs een beetje beschaamd te zijn.
Het lijkt wel of mijn petemoei je vrees aan
jaagt? zeide Claudine tegen hem. Zij is toch
zoo goed voor je geweestHeb je dan niets kun
nen raden? Heb je niet begrepen, dat zij alles
wist en dat ze je protegeerde omdat je mijn galant
waart?.... Ik zou in jou plaats alles dadelijk
begrepen hebben. Wat hebben die mannen toch
weinig doorzicht
Zij merkte niet op, dat hij verwarde antwoorden
gafzij schreef die toe aan verlegenheid, waarmee
ze zich vroolijk maakte:
Foei, meneer't Is belachelijk om zoo ver
legen te zjjn als men een grooten baard heeft, Pa-
rijzenaar is en op 't punt staat een beroemd man te
worden
Na een tijdje durfde bij openlijk, zonder terug
houding en weifeling, zijne liefde, door een dage
lij kschen intiemen omgang aangewakkerd, toonen.
Marcel zag die verandering met eene geprikkelde
nieuwsgierigheid aan, die niet vri) van onbeschei
denheid was, waardoor Jane's spotlust gaande werd
gemaakt.
't Is mooi, zeide zij; ge zijt, geloof ik, veel
verliefder dan hij.
Zij lachte ook om zijn strengheid, noemde hem
Bartholo, vroeg hem plagende of hij niet zou wij-
1