1879. N\ 105.
Zaterdag 6 September.
Middelbaar Onderwijs.
Levering van Steenkolen.
Vertrek dep brievenmail naar Oost-ludië.
Iets over zaken, die aan de orde
van den dag zijn.
m
GOESCHE
tie uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten does, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst..
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINER en HAASENSfEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NTJGH YAN DITMAR en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis dat, tengevolge der toe-
latings- en herexamens,
1. aan de Hoogere Burgerschool voor jongens
a. zijn toegelaten:
Tot de voorbereidingsklasse.
J. G. J. Van den Bosch.
A. F. Meijers.
J. S. Bannet.
A. Geill.
S. E. Stokmans.
N. J. F. Pompe Van Heer-
dervoort.
G. Adriaansen.
F. C. De Casembroot.
H. P. Van der Heil.
E. Van der Hoek.
J. A. Koert.
J. De Witt Hamer.
L. C. Van der Feltz.
M. A. Rainondt.
P. Van Paas3en.
A. E. Van Dishoeck.
L. M. Van Kogelenberg.
J. W. Van Aken.
L. Boshoff.
En voorwaardelijk C. G. Van den Ende.
Tot de eerste klasse.
A. Ossewaarde. J F. P. H. C. Borel.
Tot de derde klasse.
3. De Kater, voor het teekenen.
Tot de vierde klasse.
J. P. Den Hollander, voor het boekhouden.
J. A. Vertregt, voor de wiskunde.
b. zijn bevorderd
Tot de eerste klasse.
W. H. Stokmans. I A. E. Janssen.
W. F. Van Campen. G. W H.G. W. Van der Feltz.
Tot de tweede klasse.
U. 3. Van Weele. I R. Donkersloot.
S. D. Rumondt.
Tot de derde klasse.
3. Koert. 1 3. Bannet.
A. Danckaerts.
Tot de vierde klasse.
A. 3. Den Hollander.
Tot de vijfde klasse.
3. C. M. Hartman.
II. Aan de school van Middelbaar Onderwijs voor meisjes
a. zijn toegelaten
Tot de eerste klasse.
Mina Hannink.
Adrians Meijers.
Jeanne Massee.
Maatje Hannink.
Anna Rijkaard.
Jans Ross.
Tot de tweede klasse.
S. H. Dominicus Vereeke.
b. is bevorderd
Tot de vierde klasse.
Jeannette Dominicus Van den Bussche.
Goes, den 3 Soptember 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. De WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
zullen op Zaterdag den 13 September 1879 des na
middags te éen uur, ten raadhuize aldaar, in het open
baar aanbesteden
de levering van de benoodigde steenkolen
ten dienste dier gemeentegedurende den
aanstaanden winter,
waarvan de conditiën ter secretarie ter lezing zullen
liggen van heden af tot den dag der besteding, van
des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren, volgens
welke afzonderlijk moet worden ingeschreven voorde
levering van New-Castle- en Ruhr-kolen, beiden per
Hectoliter.
Goes, den 5 September 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Via NAPELS, 8 Sept.
Via BRIND1SI, 11 Sept. allen 6.17
Via AMSTERDAM, 12 Sept. 's avonds.
Via MARSEILLE, 19 Sept.
De Fransche pakketbooten doen Riouw, Banka
en Palembang niet aan.
Het springen door de ton heeft dit jaar schrik
barende verhoudingen aangenomen.
In 't klein en in 't groot, in allerlei vormen kan
men hen aanschouwen, die van dit middel ge
bruik maakten, om zich, hetzij uit benarde
omstandigheden te redden, hetzij met de
noodige slimheid en het fijnst overleg ten
koste van anderen te verrijken.
Bij het legio schakeeringen, die zich voordoen
bij dergelijke gelegenheden bij het groote ver
schil in omstandigheden, waaronder zulk een
tour de lorce wordt uitgeoefend, is het niet
mogelijk alle gefailleerden op éen lijn te stellen.
Het zou ook onbillijk wezen dit te doen.
Wanneer wij een man voor ons zien, die
langen tijd onder de grootst mogelijke zorgen
gebukt ging, maar wiens eergevoel hem toch
nog het torschen van die ondragelijke zorgen
deed verkiezen boven de schande van een fail
lissement, en die ten slotte toch gedwongen
wordt te doen wat hem zoozeer tegen de borst
stuit, dan zij men voorzichtig met over hem den
staf te breken. Want wees overtuigd, dat hij,
misschien tengevolge van onbedachtzaamheid
maar niet door slechtheid, gebracht werd in den
toestand, die hem tot zulk eene daad noopte.
En voor de slag viel, hing die boven zijn
hoofd als een dreigende wolk, die in volle
zwaarte zou neerkomen, niet alleen op hein
dat zou hem minder raken maar op vrouw
en kind. En de schande over hun hoofd te
brengen, dat was voor hem liet vreeselijkst.
Zoo zijn er, al worden zij ook uitgelachen door
hen, die met meerdere vlugheid en luchthartig
heid springen, en die het daarin door herhaalde
beoefening van dat kunststuk steeds verder bren
gen.
Zij spotten met dat eergevoel zij halen de
schouders op voor al die betoogen van schande
en slechten naamzij noemen ten slotte de
eersten nog domkoppen, wijl zij niet beter
zorgden door hun faillissement in goeden doen
te geraken. Dat zijn geroutineerde schelmen,
die, wanneer het eergevoel bij de anderen mocht
spreken van teruggave in later tijd als zij het
kunnen doen, juist weten te betoogen dat dit
de dwaasheid ten top voeren zou wezen. Voor
een goedgezinde, die door tegenspoed tot een
faillissement werd gedwongen, is zulk eene terug
gave eene blijde gedachte, eeue sehoone illu
sie, naar welker verwezenlijking hij reikhalzend
uitziet, maar bij hen is met de wettelijke op
lossing der quaestie de zedelijke verplichting
tevens geheel te niet gedaan.
Nu, de zedelijkheid laat men liefst hierbij
buiten speldie beschouwt men liever uitslui
tend uit een ander oogpunt, en zoolang men
daaraan niet te kort doet, achten velen het
overige van minder waarde. Men is doof aan
die zijde, en geen grooter Augiusstal valt er
zeker te reinigen, dan op het gebied van fail
lissementen.
Wij rekenen natuurlijk in de eerste plaats
onder hen, die op een zachter oordeel aanspraak
kunnen maken, degeneD, die meegesleept werden
in den val van anderen, en lijnrecht tegenover
hen staan de groote speculanten, die het er
op toeleggen slachtoffers te maken. Men geeft
zich een air van gewicht, toont zich aristocraat
of demoeraat al naar gelang van den kring,
waarin men zijn slachtoffers het best denkt te
vinden, tracht zich den weg te banen door oog
verblindende zaken eene schitterende levens
wijze, de vervulling van verschillende ambten,
die vertrouwen kunnen inboezemen en tien
tegen éen ot het doel wordt bereikt.
En wanneer eenmaal de nood aan den man
komt, dan is het redmiddel bij de hand. Men
beproeve eerst een onderhandsch accoord, schrijve
een aandoenlijke circulaire, waariu zij, die het
geld hun toevertrouwden, ongeveer behandeld
worden als otigelukkigen, die nog verheugd mogen
wezen en dankbaar dat de bewerkers van hun'
ongeluk de reddende hand zooveel mogelijk nog
naar hen uitsteken. En toonen zij zich daar
voor zelfs ongevoelig, dan straffen de edelmoedige
helpers hen door zichzelven failliet te verklaren.
De schoonste proeve van zulk een daad heeft
Winschoten opgeleverd.
Er werd beproefd de gedupeerden, wier pen-
ningeu goed genoeg werden geoordeeld tot het
doen van gewaagde ondernemingen, te overtuigen
dat zij, zoo zij met 55 °/o tevreden waren, nog
wezenlijk van geluk mochten spreken.
Er werd duidelijk uiteengezet, waar hun geld
was gebleven, waarvan zij é'/s percent hadden
getrokken. Voor die hooge rente hadden de be
waarders zich het recht toegekend om met dat
geld te speculeeren, en als verschooning werd
aangevoerd, dat men daarmee niet gelukkig was
geweest.
De firma Mulder onderscheidde zich bij dit
alles door eene buitengewone nuchterheid en
hield zich alsof zij niet begreep, dat zij zelve
onzedelijk en laag handelde door dat geld op
die wijze te misbruiken, en dat de aangevoerde
reden in plaats van eene verzachtende eene zeer
bezwarende omstandigheid mocht heeten, die tegen
hen pleitte.
Maar het algemeene schandelijke misbruik,
dat van het goede geloof en het vertrouwen
wordt gemaakt, werkt zoo demoraliseerend, dat
men zelfs zulk eene handelwijze, als iets gewoons
begint te beschouwen, en zich ter verschooning
beroept op daden, waarover men zich eerder
moest schamen.
Het zou ons verwonderen zoo de herhaalde
voorbeelden, die in den laatsten tijd zoo luide
spreken, de oogen niet openden van allen, die
in dezen ongezonden toestand verbetering kun
nen brengen.
Wat de wettelijke bepalingen omtrent het
faillissement betreft, daarin mag wel eene ver
andering plaats hebben, dit kan zijn; maar het
publiek zelf zorge allereerst zoo min mogelijk de
dupe te worden. Dit is beter dan, zooals te
Winschoten is geschied, als slachtoffer zijn eigen
rechter te willen wezen.
Bij gewone faillissementen van winkeliers zijn
de leveranciers dupes, die echter meer dan een
maal daarvan zeiven schuld zijn, wijl zij een
wrak schip hielpen laden. Menige firma levert,
ja dringt zelve tot in het vervelende op bestel
lingen aan bij personenvan wier solidideit
zij volstrekt niet overtuigd zijn.
Daardoor «.riven zij menig jong beginner een
kuil, waarin hij valt dat is waar, maar waarin
ook zij gedeeltelijk tuimelen. En nauwelijks is
het faillissement achter den rug, of het spel be
gint van voren af aan, soms nog met grooter
aandrang.
Het „over den kop gaan" is bij de leveranciers
een reden voor grooter soliditeit en nu moge
voor de handelsmannen dit alles een alledaagsch
en noodzakelijk -kwaad wezen, zoolang zij zoo
handelen hebben wij met hen volstrekt geen
meelij en verheugen wij ons zelfs in elk verlies,
dat zij op die wijze lijden tot straf voor het
onzedelijk beginsel van oneerlijkheid, dat zij
zoodoende zijdelings aanmoedigen.
Zoolang onder hen niet de eerlijkheid mee
brengt om te bepalen, dat zij met gefailleerden
geen zaken meer doen; zoolang onder hen het
failliet gaan geen schande heet, zoolang zullen
er geene wetten kunnen gemaakt worden, die
dit kunnen tegengaan en is elke bescherming
onmogelijk. De onzedelijkheid zou wel weer
middelen aan de hand doen, om die wetten te
ontduiken.
Een ander geval is het voorzeker met bank
instellingen, zooals die van de firma Mulderen
de Vlissingsche Handelsbank in onze omgeving.
Ons dunkt; er zou daarbij reeds een groote
schrede op den goeden weg gedaan kunnen
worden zoo de wet aan inrichtingen, die zich
belasten met het in deposito nemen en het in-
casseeren van gelden, de verplichting oplegde
een goed waarborgfonds er op na te houden,
een fonds, dat, onder toezicht der overheid, ieder
oogenblik aangesproken zou kunnen worden
en naar gelang van omstandigheden moest wor
den verhoogd of verminderd.
Het is waarhet publiek vraagt meer naar
hooge renten dan naar zulk een waarborgfonds,
dit hebben de laatste jaren genoeg geleerd.
Hoe dolzinnig hoog die rente ook zij zoo
hoog dat mannen van het vak op hunne vin
gers konden natellen, dat zij onmogelijk ver
leend kon worden toch brachten de landbou
wers en burgers hunne kostelijke penningen naar
zulk een bank en zagen zij niet in, dat er op
de eeue of andere wijze bedrog in het spel
moest wezen.
Zij gaven steeds hun geld, zoolang totdat zij
zei ven leerden [inzien, dat zij bedrogen wer
den. Doch toen was het te laat, en in plaats
van het gebeurde ook voor een groot deel te
stellen op rekening van eigen onvoorzichtigheid
beginnen zij dan zich heftig uit te laten over
eene instelling, voor welker insoliditeit zij vroe
ger blind warenniettegenstaande zij werden
gewaarschuwd.
De wet kan dus hierbij veel, maar het publiek
zelf nog meer doen.
Waar men van die wet bescherming eischt,
beginne men eerst door waakzaamheid en voor
zichtigheid zich zeiven te beschermen.
GOES, 5 September 1879.
Morgen zal op de ingezetenen van Goes
een beroep gedaan worden ten behoeve van de
weduwen Veele en Meliesle, wier mannen op
zulk eene noodlottige wijze het leven verloren.
De commissie, die zich met dit werk der liefde
heeft belast, vinde ruimschoots daarbij steun.
Nog nimmer werd voor zulk een treurigs zaak
te vergeefs de hulp der ingezetenen ingeroe
pen, en dat doet ons de verwachting koeste
ren dat dit ook nu het geval niet zal wezen.
Dat hulp noodig is, kunnen wjj na ingesteld
onderzoek verzekeren.
Tot wethouder is herbenoemd te Baar
land de heer J. Priem, te 's-Heerenhoek de
heer N. Fan Stee en te Yerseke de heer
P. Zandee en herbeuoemdte Zierikzee de
heer B. G. Mulock Houwer, die deze benoe
ming aannam.
Colijnsplaat. Tut leden der commissie
tot regeling van het stroomgebied en de grens
scheiding in de Ooster-Schelde zjjn alhier
Donderdag gekozen de heeren J. Vinlc, se
cretaris der gemeente G. J. v. d. Linde, land
bouwer en landmeter P. Tazelaar, landbouwer
en landmeterA. Karreman, schipper op Zie
rikzee A. Menzon Mz., beurtschipper op Rot
terdam J. Nieuwdorp, dijkbaas en G. De
Jonge, herbergier.
De gemeenteraad van Ter Neuzen zal
een adres aan Z. M. den koning zanden met
verzoek om:
lo. Afschaffing van de bestaande kanaal -
rechten, voor zooveel de bnitenlandsehe vaart
betreft
2o. Uitvoering van da in 18G9 gesloten
overeenkomst betreffende het aanleggen van
spoorwegen te Ter Neuzen
3o. Ondersteuning door het rijk van den
stoombootdienst Ter NeuzenVlissingen
4o. Weder begunstigd te worden met gar
nizoen.
In den Haag loopt het gerucht, dat de
Regeering voornemens zou zjjn een Staats
commissie in te stellen, om te onderzoeken
in welke opzichten de Grondwet wijziging ver-
eischt. Tot leden zouden worden gekozen be
kwame mannen, buiten de politiek van den
dag staande.