Bijvoegsel van de
Goesche Courant.
Zomervergadering der Provinciale Staten
van Zeeland.
No. 79
LANDBOUW VEETEELT.
Kunstnieuws.
Dinsdag- 3
Zitting van Vrijdag 4 Juli.
(Slot.)
Verder kwamen in behandeling:
i. De begrooting der kosten voor het provin
ciaal bestuur voor zooveel het rijksbestuur is,
'voor 1880, bedragende tot 61,409, waarvan
f 47,900 voor jaarwedden en schrijfloonen; ƒ9709
voor bureau- en lokaalbehoeften, drukwerken, on
derhoud, lasten en huur van gebouwen ƒ800 voor
reis- en verblijfkosten van den Commissaris des
Konings, Gedeputeerde Staten, griffier en ambte
naren en bedienden, en 3000 voor reis- en ver
blijfkosten van de leden der Staten.
Rapporteur de heer B. V. Van der Bilt.
Na artikelsgewijze behandeling met algemeene
stemmen aangenomen.
j. De begrooting der enkel provinciale- en huis
houdelijke inkomsten en uitgaven voor 1880, be
dragende in ontvang en uitgaaf ƒ379,867,08.
Onder de inkomsten zijn uitgetrokken 32 op
centen op de belasting der gebouwde, 32 opcen
ten op die der ongebouwde eigendommen en 24
op de personeele belasting, samen geraamd op
ƒ285,646,12.
Onder de uitgaven is voor wegen en werken
39,821 geraamdvoor renten en aflossingen
ƒ98,235.
Rapporteur de heer Dronkers.
k. Het voorstel tot voordracht aan den Koning
van eene heffing der hierboven genoemde opcenten
wordt evenals de begrooting zonder bedenking
goedgekeurd.
Bij de artikelsgewijze behandeling der begrooting
werd door den heer Van Uije Pieterse de wensch ge
uit, dat gevolg moge worden gegeven aan het in
't verslag der afdeelingen uitgedrukt verlangen, dat
de marinehaven te Vlissingen moge afgewerkt wor
den dat Gedeputeerde Staten die zaak in ernstige
overweging mogen nemen en de regeering uitgenoo-
digd worde om op de begrooting voor 1880 de
daartoe noodige gelden voor te dragen.
De voorzitter antwoordde, dat hij op dit oogen-
blik geen bepaalde toezegging kon doen, hetgeen
door den heer Pieterse ook niet werd verlangd.
Na de pauze werd den heer Schorer op verzoek
verlof verleend om van Gedeputeerde Staten eenige
inlichtingen te vragen betreffende den toestand van
den oever aan de Noordkust van Noord-Beveland,
meer speciaal omtrent de oevers en de werken van
den Anna Friso-, den Sophia- en den Thoompol-
der. Die inlichtingen werden namens het gedepu
teerd college door den heer Fransen Van de Putte
gegeven, waaruit wij meenden te moeten afleiden
dat de toestand niet rooskleurig mag worden ge
noemd, doch waaraan de vei'zekering werd vast
geknoopt, dat Gedeputeerde Staten niet zullen ver
zuimen om te zorgen, dat de bij die polders be
trokken belangen naar behooren behartigd worden.
Vervolgens was aan de orde de benoeming van
een lid en een buitengewoon lid van Gedeputeerde
Staten. Op uitnoodiging des voorzitters vormden
de heeren Mazure, De Casembroot, Kakebeeke en
Walter het stembureau.
Voor de benoeming van een lid van Gedeputeerde
Staten werden 37 stemmen uitgebracht, waarvan
op de heeren J. H. C. Heijse 17, F. D. Sprenger
9, mr. J. Snijder 6, Th. Van Uije Pieterse en D.
A. Dronkers ieder 2, terwijl 1 biljet in blanco was.
Daar geen volstrekte meerderheid der stemmen
verkregen was, werd eene tweede vrije stemming
gehouden, die tot de uitkomst leidde, dat de heer
Heijse gekozen werd met 23 stemmen. Voorts
waren uitgebracht op de heeren Sprenger 8, Snijder
4 en Dronkers 1, terwijl 2 biljetten niet ingevuld
waren.
De benoemde verklaarde zich de benoeming te
laten welgevallen, onder dankbetuiging voor het
genoten bewijs van vertrouwen en steunende op
de welwillende medewerking van alle leden en in
't bijzonder van die van de leden van Gedeputeerde
Staten, die reeds zooveel langer dan hij lid dezer
vergadering zijn.
Tot buitengewoon lid van Gedeputeerde Staten,
bedoeld bij art. 89 der proT. wet, wordt bij eerste
stemming aangewezen de heer jhr. P. Damas Van
Citters met 33 stemmen, zijnde op den heer Dron
kers 2 stemmen en op den heer Sprenger 1 stem
uitgebracht, terwijl 1 biljet van onwaarde was.
De beer Van Citters antwoordde op de vraag
of hij de betrekking wilde aannemen, dat hij, toen
eene langdurige ziekte hem verhinderde zijne be
trekking als lid van Gedeputeerde Staten naar be
hooren te vervullen, zich verplicht heeft geacht,
hoeveel dit hem ook heeft gekost, die betrekking
neer te leggen en geen misbruik te maken van het
zoo lange jaren in hem gestelde vertrouwen. Het
accueïl, hem hedenmorgen bij zijne komst ter ver
gadering te beurt gevallen, heeft hem diep getrof
fen en niet minder deze benoeming, die hij als
eene bijzondere, misschien zelfs onverdiende onder
scheiding beschouwt. Daarover gevoelig, neemt hij
de betrekking aan, waarmede de vergadering hare
instemming betuigt.
«T-U-li 1879.
Verder niets meer aan de orde zijnde, wordt
deze zomervergadering, na de gewone opdracht aan
Gedeputeerde Staten, door den voorzitter gesloten.
De firma's wed, J. G. Massee Zn. te Goes en
Hoogland dt Massee te Dordrecht hebben zich vpor
de tentoonstelling, gehouden bjj gelegenheid der 35ste
algem. vergadering van de Geldersche maatschappij
van landbouw, gecombineerd in de inzending van een
uitmuntend zaaiwerktuig van Smyth (8rjjig), waaraan
de eerste prijs werd toegekend.
Door het aanhoudend natte weder dus scbrjjft
men uit Friesland is de veenboekweitoogst geheel
mislukt, daar de velden niet afgebrand konden worden.
Men schrijft uit Ter Neuzen De veelvuldige
regens van de laatste dagen maken de landbouwers
bezorgdzij verlangen zeer naar dtoogte.
Omtrent den stand der veldgewassen in onze om
streken, waarvan de vooruitzichten steeds bevredigend
zijn te noemen, kan gemeld worden: van tarwe is
tot heden eene middelmatige opbrengst te verwachten,
echter eene betere dan bet vorige jaar. De rogge
staat dun, hoewel goed van korrel. Winter- en zomer -
gerBt staan vrij goed. Van haver wordt eene goede
opbrengst verwacht. Paardenboonen en erwten staan
zeer best en beloven veel. De enkel voorkomende
partijtjes koolzaad doen eene redelijke opbrengst ver
wachten.
In vergelijking bjj het vorige jaar zal van vlas
dooreen een half gewas worden verkregen en zjjn de
prijzen zeer uiteenloopend, daar ook de qualiteit veel
verschilt. De suikerpeuen geven eene vrjj goede ver
wachting, hoewel de tegenwoordige weersgesteldheid
voor den groei min gunstig werkt. Klavers Btaan
weelderig. De wei- of hooilanden zjjn in den laat-
sten tijd veel bjjgekomen, zoodat eene goede opbrengst
van hooi wordt verwacht. De aardappelen beloven
tot heden over het algemeen een goed gewas, ofschoon
de ziekte, evenals elders, ook reeds op verschillende
plaatsen in dit district is waargenomen, niet alleen
aan het loof, maar, volgens sommigen, ook bjj den
knol.
De boomgaarden doen een ruimen oogst verwach
ten, vooral van peren, doch van appelen minder en
van de steenvruchten zal de pluk gering zjjn.
(Ter Neut. Ct.)
Te Zuiddorpe is een kalf geboren, hetwelk een
gewicht heeft van 75 kilogram.
Ala een bijzonderheid schrjjft men, dat door
baron Sloet tot Oldhuit op de in Oct. te houden
tentoonstelling van landbouwproducten te Epe een
35tal aardvruchten en veevoederartikelen zullen wor
den ingezonden, geteeld op de nog geen 6 jaren ge
leden ontgonnen heide Beiderust, onder Weesp (Gel
derland). Deze producten munten uit in buitenge
wone ontwikkeling, in kolossale groeikracht en enorme
voedingsbestanddeelen. De heer Sloet geeft op zijn
ouden dag aan menig grondeigenaar de gewichtige
les, dat ontwikkeling op het gebied van landbouw
en veeteelt groote verbeteringen en voordeelen afwerpt,
(D.)
In den toestand van den heer Mbregt valt eenige
beterschap waar te nemen. Toch is het levensgevaar
nog geensrins geweken.
Vrijdagmiddag liet zich voor het eerst de Indische
gamelang hooren op het feestterrein der tentoonstel
ling te Arnhem.
Het nationaal costuum was door de heeren en
dames afgelegd, waarschijnlijk om het gure weder -r
de heeren waren Europeesch gekleed, met een kris
en een zwarten hoofddoek de rongens waren bloot-
hoofds en gekleed in een veelkleurige kabaai en dito
keurslijf, een weinig gedecolleteerd, schitterend aan
vingers, ooren en hals van juweelen en bloedkoralen.
Zij, die zich hadden voorgesteld, dat deze muziek
voor Europecsche gehoorzenuwen scherp, hard en
onaangenaam zou zijn, vergisten zich juist het tegen
deel is waar. De gamelang toch behoort tot de fijne
kamer-gamelang, zoodat men zich kort in de nabjjbeid
daarvan moet bevinden om de muziek te booren, zulks
in tegenstelling van de volks-gamelang, die een oor-
verdoovend gedruisch maakt. Mogeljjk dat hierin
verbetering komt, doch voor de eerste maal moest
men zich ten koste van gekneusde armen en beenen
in de eerste rjjen dringen om iets van de Indische
toonen te hooreu.
De muziek is voor onze ooren vreemd, onverstaan
baar toch gaat alles geljjkmatig en klinkt niet
onwelluidend, behalve wanneer bjj tusschenpoozen de
dames zingen, daar dit zeer schril klinkt en op verren
afstand kan geboord worden. Het repertoire bevat
200 nummers, die men echter bij een eerste kennis
making, met den besten wil der wereld, niet van
elkander kan onderscheiden.
Als een bijzonderheid zij nog vermeld, dat de
dames elk een witten zakdoek in de hand houden,
waarvan aan een der punten een aantal sleutels
afhangen die den rijkdom harer bezittingen voorstellen,
te weten hoe meer sleutels, zooveel te meer gevulde
kisten haar eigendom zjjn.