Mei.
Mr. W. A. Van Hoek,
FEUILLETON.
Voor de verkiezing van een lid
f der Tweede Kamer op Dinsdag 10
Juni a. s. bevelen wij ten dringendste aan
Pinkstergedachten.
LOTGEVALLEN EENER JONGE VROUW.
0FF1C1EELE MEDEDEELINGEN.
GOES, 30 Mei 1879.
GOËSCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maaxdag-, Womudag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als bniten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 6 ct., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 1S regels a 1.—.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bq directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: A. 8TEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NÏJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Tengevolge van het Pinksterfeest zal
Maandagavond geen nommer van ons blad
verschijnen.
rijks-advocaat te Middelburg.
Het klinkt somber en naarIn plaats van
een heilige vaart een sc/iynheilige geest door het
menschdom.
Maar is het niet waar?
Geven vooral de laatste gebeurtenissen geen
grond voor dergelijke klacht En waar al
het vertrouwen ons ontzinkt, waar zelfs zij,
die wij als heiligen beschouwden wat
waar het menschen geldt, nog al onvoorzichtig
ismaar wij doeo het toch plotseling zulk
onheilig vuur ontsteken, dat de rook ervan ons
de ademhaling belet, zouden wij dan niet tot
zulk eens sombere beschouwing vervallen
Als rotsen stonden zij daar voor ouze oogen
krachtig door hunne houding, door hunne daden
sterk door hunne woorden.
Eer, eerlijkheid en vertrouwen waren telkens
weer de schilden, waarachter zij zich verborgen
eu alle wantrouwen stootte daarop af.
Wie had den moed tegen hen op te treden
wie dorst vermoeden, dat al die woorden, al die
daden, oogenschijolijk hun kracht bewijzende,
slechts dienden om hunne zwakheid te verber
gen Schijnheiligen die zij waren
Neen, wij hebben niet alleen het oog op hen,
die ons het geld ontnamen, zoo duur bespaard,
nu zoo jammerlijk verloren. Wij zien eerst naar
een, die nog op een voetstuk staat, en nog een
rol vervult op het groote staats tooneel.
Daar staat of lieverstond Duitschland'a
eerste man. Hij was de ijzersterke; hij wist
van wijken noch toegeven.
Hij zou zijn land bewaren voor geestelijke
dwingelandij en heerschappij, en voor gansch
Europa de reus zijn, die het daarvoor bescher
men wilde. Stout waren zijne woorden, en het
„wij gaan niet naar Canossa" wekte ons aller
bewondering door zijne fierheid, maar vond daar
bij tevens bij velen instemming. En thans zien
wij hem nederdalen tot hen, tegen wie hij zoo
stout sprakthans toont hij zich niet meer tegen
over hen de Goliath, die zij moeten vreezen
neen, zijne vroegere houding liet niets meer
achter dan een droevig gedenken aan het ver
val van zooveel kracht en grootheid. Of is zijn
Door haar zelve opgeteekend.
Spreek vrij uit, lieve maar zeg het gauw
want ik moet mij kleeden je weet, dat
ik tiet tehuis dineer.
Wil je me nu eens een zeer groot genoegen
doen kleed je dan niet aanzend een
boodschap om je te verontschuldigen bij die me
vrouw Godfreyvan wie niet veel goeds gezegd
wordten kom van middag bij je oudste vrien
din eens dineeren
Ha! daar zijn we weêr op 't oude chapitre,
zeide Cécile lachende, maar een beetje gedwongen.
Welnu, laten wij de quaestie eens uitpluizen
ik wil wel! Wat heb je me direct te verwijten?
Gedraag ik mij onfatsoenlijkkom zeg op,
geloof jjj dat?Neen, dat meen je niet!
Je weet, dat ik eenvoudig ben zooals ik altijd was,
namelijk een klein schepseltje dat een beetje wild
bloed in de aderen heeft, dat van leven en bewe
ging, van gezellig verkeer, van vroolijkheid en com.
plimsntjes, van dansen en van het tra la la
houding thans opnieuw een masker, en gebruikt
hij dit slechts om het doel te bereiken, wat
hij zegt steeds na te jagen het welzijn van
zijn land Het moge zoo wezen, maar dan
toch van het oogenblik al toen hij zoo ten volle
de hand reikte aan hen, die hij vroeger om
hun verderfelijken invloed bestreed en terug
drong, heeft hij ons vertrouwen verbeurd, en
slaan wij hem slechts met wantrouwen gade.
Kracht had er moeten blijven spreken uit gansch
zijn doen; hij mocht geen vriendschap vragen
van of huichelen voor hen, met wie hij nooit
sympalhiseeren kan, wijl hij zijn macht voor
het vervolg daardoor gebroken heeft. Hun groot
ste ondeugd huldigde hijhet doel heiligt de
middelen. Maar de eerlijkheid van zijn Daam,
de bevordering van een goede zaak wordt
daardoor niet bevorderd. Een neerlaag, niet
tegenstaande krachtig handelen, is eervoller dan
eene overwinning, aldus behaald.
Of is soms eigen behoud, handhaving van eigen
hooger positie, die men door ondoordachte da
den gevaar loopt te verliezen, de drijfveer tot
zulk handelen
Hoe duur wordt dan die positie verworven
Dan huiveren wij nog meer van zulk een
eerzucht, die geen beginselen kent. En toch, hoe-
velen op dat staatstooneel bewandelen het
zelfde pad
De schoonste woorden zij hebben daar
vooral, helaas, zoo weinig waarde. Wij staren zoo
zelden op mannen in den waren zin. En waar
wij hen aanschouwen, daar moeten wij thans
ondanks ons zeiven met achterdocht hen nog
bejegenen, wijl de ervaring ons zoo weinig leert
vertrouwen.
En daalt men tot minder stand, waarop rust
dan uw vertrouwen
De indruk ligt nog te versch ons in het ge
heugen, door den val van hem, wiens naam op
aller lippen zweelt.
Met zulk een voorbeeld zinkt alle vertrouwen
in het niet, en is het geen wonder dat bij het
spreken van een Pinkstergeest voor het mensch
dom menigeen een schaterlach doet hooren.
Maar voor gij uwe steenen werpt op den man,
dien gij nu des te meer verguist naarmate
gij hem vroeger hooger verhieft, vóór gij hem
vonnist, ga eerst zijn daden goed nawellicht
kunt gij nog leeren.
Hij zelf zal nu nog niet tot u spreken, en
wellicht zal hij 't nooit geraden achten zich te
verdedigen. Maar wij stellen ons toch voor
het is mogelijk, dat wij ons vergissen hoe
diezelfde man niet van het begin af aan slecht
is geweest, maar dit werd door zijne eerzucht,
zijne lichtzinnigheid, door zijn blind vertrouwen
op het goed geluk der ondernemingen, welke
hij op touw zette.
in het leven houdtmaar een rein klein
vrezentje, dat geen kwaad doet, getrouw aan hare
vrienden en aan haar man is wat wilt gjj
nog meer?
Lieveling! ik berisp je niet, omdat ge van
't genot houdt, maar wel omdat dit het «enige
is dat ge lief hebtGjj had vroeger, 't zjj mij
vergund je dit te herinneren, een veel ernstiger
•n edeler opvatting van 't leven Toen we jong
waren stelden wij ons voor, dat er iets hoogers,
iets beters in 't leven was dan die uitspattingen
zonder eind en die soort van bedwelming, waaraan
gjj je geheel overgeeft; wij spraken toen over eene
toekomst, die rijk zou zijn aan edele genoegens,
intiemen omgang en goede voorbeelden't Is
waar, je doet volstrekt geen kwaad, maar God
je doet niets goeds ook Je doet bijvoor
beeld geen moeite om je smaak te ontwikkelen,
je idees te verbeteren en je gevoelens te verhoo-
gengij geeft slechts voedsel aan den lust om
uittegaan en dat is jou gebreken dan, geloof
me toch, die voortdurende lichtzinnigheid in alles
is op den duur gevaarlijk Eerbaarheid en deugd
zijn ernstige zaken, die slechts op een ernstigen
bodem gekweekt kunnen worden en staande kun
nen blijven.... Zij verliezen zich in het ijdele en
nietswaardige van een leven, dat alleen voor 't
Hij wilde de fortuin aan zich dienstbaar ma
ken. Zijne eerste enderneming, die thans ver
loren is, moest volgens hem gelukkenen zie
het eerste jaar het beste voldeed zij niet
aan zijne verwachting.
En toch, hij had er zoo vast op gerekend
welnu, dan het kon niet anders ol een tweede
jaar zou beter gaan. Maar zoo hij den toestand
bloot legde, zou men dan hem verder steunen in
zijne plannen? Hij wist wel van niet, en waar
heen dan met al die schoone plannen, welke hij
nog moest uitvoeren? Toen zette hij de eerste
schrede op den weg van bedrog, in de mee
ning wellicht dat dit slechts de eenige behoefde
te blijven en hij na een jaar het bedrog kon
herstellen. Maar met zich zeiven bedroog hij
hen, die hem vertrouwden en die hem in hun
onwetendheid nog daarvoor beloonden met hem
te vereeren en door hooger en hooger hem te
verheffen het terugkeeren op den goeden weg
nog moeilijker maakten.
Zoo moest hij voortWat eens een eenvou
dig, gemakkelijk te bezigen mid lel scheen, moest
later meer en meer tot reddingplank dienen om
zichzelven boven te houden, zoolang totdat hij
het bedrog niet meer verbergen kon, wat het
gewone einde is van al die dingen.
Ziedaar naar ona idee de loop dier zaak.
Is de dader daardoor minder schuldig?
Wij oordeelen niet, en veroordeelea nog
minder. Wij geven slechts onze gedachten over
de aanleiding. Er zijn beter rechters dan wij,
en er wordt reeds genoeg veroordeeld.
En stemt de herinnering aan al die gepleegde
huichelarijen, aan dat geschokt vertrouwen ons
niet vroolijk, zij kan ons toch leeren ons te
wachten voor eerzucht, die er toe voert, de
fortuin zelfs daaraan te willen dienstbaar maken;
voorzichtig te wezen met ons vertrouwen en
met verheerlijking van personen, hoe hoog ge
plaatst zij ook zijn.
En wij kunnen bij dat laatste gerust oprecht
wezen, ja wij moeten dit zijn. Waartoe onze
terughoudendheid verborgen; waarom niet ten
volle erkeud dat wij geen vertrouwen willen
huichelen?
Maar even oprecht zijn wij zeiven dan in
onze eigen daden, eerlijk en trouw; dat zal dan
weer de eerste grondslag kunnen worden voor
het herstel van het zoo geschokt vertrouwen.
Misschien zijn dan bij een volgend Pinkster
feest onze gedachten wat rooskleuriger!
Het natuurkundig examen voor veeartsen zal
aanvangen op Woensdag 11 Juni e. k., in de lokalen
van 's Hijks veeartsenijschool te Utrecht.
De Minister van binnenlandsche zaken brengt ter
algemeene kennis, dat aan de rijkskweekscholen voor
onderwijzers, met het begin van den curnis 1879/80,
uiterlijke isZij verliezen langzamerhand de
standvastigheid en de kracht, die haar aangeboren
zijn en zonder welke zij geen macht meer hebben
om over onze hartstochten meester te wezenzoo
komt het, dat eene vrouw plotseling den moed
mist om aan de minste verleiding weêrstand te
bieden kortom, ik bid je, mijn lieveling op
dezen weg niet voorttegaanen laat mij er
nog bijvoegen dat de afwezigheid van je man je
eene zeer natuurlijke gelegenheid daartoe aanbiedt,
ja dat zij je zelfs dien plicht voorschrijft.
Zij hoorde me, helaasmet een soort van on
verschilligheid aan, terwijl ze met hare kleine
voetjes op den grond stampte.
Welnu, het zjj zoo 1 antwoordde zij 't i3
mogelijk er is misschien wel iets waars in je preek,
ik zal er eens over denken maar wat van
avond betreft, ik heb bepaald aan mevrouw God
frey beloofd te komen en gaan zal ik
Neen, dat zult ge niet als 'tjebelieftl
Maar mijn God! waarom zoo volgehouden?
Waarom sta je er zoo op, dat ik van avond niet
naar mevrouw Godfrey ga Kom wees
eerlijk Is het, omdat de prins De Viviane
er is en het je tegenstond hem bij mij te zien
Misschienzeide ik.
Wel, dat is aardig 1gij houdt hemuit-
aanvaug nemende op 1 September 1879, gelegenheid
zal zijn tot plaatsing in het eerste studiejaar van 19
kweekelingen te 's-Hertogenboech, 20 te Haarlem, 20 te
Middelburg, 20 te Deventer en 20 te Groningen, ten
einde daar op kosten van het rijk opleiding tot hulp
onderwijzer te ontvangen.
De leermiddelen worden kosteloos aan de kweeke
lingen verstrekt. Aan ieder hunner, behalve aan hen,
wier ouders in de gemeente wonen, ter plaats waar
de kweekschool gevestigd is, wordt eene rijkstoeiage
van 7300 toegekend, ten einde zich, onder goedkeuring
van den directeur der kweekschool, voeding, inwoning
en bewassching binnen de gemeente te verschaffen.
Tot het examen ter plaatsing aan de kweekschool
worden toegelaten zij, die, blijkens over te leggen ge
boorteakte, tusschen 1 Januari 1863 en 15 April 1865
geboren zijn.
De verdere vereischten vindt men in de Staatscourant
van Donderdag.
In ons volgend nommer zullen wij in een
hoofdartikel verklaren Waarom wij den
heer W. A. Van Hoek aanbevelen.
Bij een Donderdag te Kruiningen gehou
den gaaischieting werden twee medailles be
haald door de te Hansweert bestaande jeug
dige boogschutterjj Oefening en Uitspanning
's-Heereiilioek. Ter gelegenheid van
haar tienjarig bestaan zal de sociëteit der
handboogschutter^ Concordia" alhier op Don
derdag den 19 Juni (zijnde den eersten ker
misdag) een luisterrijk concours geven, bestaande
in het schieten met den handboog naar den
vasten vogel. Daarbjj zullen groote prijzen
worden uitgeloofd, welke zeker wel een groot
getal schutters uit Noord- en Zuid-Beveland,
zoomede uit Hulst, Z;euwsch Vlaanderen en
denkeljjk nog uit België zullen uitlokken om
hieraan deel te nemen.
Nieuweslorp. Door bet overigden van
dhr. J. Slabbekoom is de betrekking van Dijk
graaf van den Zuid-Craaiertpolder vacant ge
worden.
De overledene was tevens beheerder van den
Jacobpolder en tot voor enkele jaren lid van
den gemeenteraad.
middelburg;. In de jaarlijksche vergade
ring van den Middelburgschen polder is lot
dijkgraaf herbenoemd de heer C. Polderdijk.
Het dykgeschot is bepaald op slechts f 1,60
per hectare schotbaar land.
Naar men nit St. Philipsland aan de
M. Ct. schrijft, worden in het Slaak vanwege
het domeinbestuur opnemingen verricht, die men
veronderstelt dat ten doel hebben om vanwege
genoemd bestuur, doch op kosten van den
concessionaris, den dam te doen herstellen, tot
onderhond waarvan de heer A. Van Haeften,
sedert 1854 concessionaris, verplicht is. Deze
verplichting is echter sinds jaren niet nage
komen en de dam dientengevolge onbruikbaar.
sluitend voor jou, naar het schijnt 1
Ik houd hem in zooverre voor mezelve, dat
ik een dag of vijf geleden zijn hart en zijn hand,
die hij mij aanbieden wilde, weigerde Indien
ik je dit geheim toevertrouw, dan is 't alleen
omdat ik mij verplicht gevoel je te waarschuwen
voor iemand, die in mijne oogen een zeer gevaar-
ljjk mensch is Ik zal nu zwijgen; want, ver
onderstellende dat hij van plan is jou het hof te
maken, waartoe hij, naar 't mij voorkomt moeite
doet dan kunt ge nu nagaan hoever hij te
vertrouwen is Ik ken je ingetogenheid en je
trots, en ik weet welke ontvangst een afgewezen
minnaar, die van jou troost durft verwachten, ten
deel zal vallen.
Zij stond op met vonkelende oogen en zeide
Ik geloof je nietIk geloof geen woord van
't geen je me gezegd bebt 1 Zeg de waarheid:
je bent jaloersch dat is het!
Zegt gij dat Cécile?
Ja, dat zeg ik en ik herhaal, dat go
jaloersch zijtLuister 1Bijna twee jaren
zie je dag aau dag den prins bij je en dat
is heel gewoonzooals 't hoortdaar is
niets inEn nn hij bjj toeval tweemalen bij
mij komt, is alles verloren Kom, kom 1 ge
zijt jaloersch nu houd je bedaardik