1879. N°. 60. Donderdag 22 Mei. 66sle Jaargang. POSTERIJEN. Parlementaire beschouwingen. "r"FÊUILLETÖIT. LOTGEVALLEN ELVER JONGE VROUW. OFFICIEELE MEDEDEELIMN. '5:1 GOESCHG De uitgave dezer Courant geschiedt Maakdag-, Woensdag- en Vbijdag avokd, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst... Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen Tan 1—8 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 30 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor liet buitenland zijn A. STEINEK en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau -an NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Staat van brieven, verzonden door het post kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden op de plaats van bestemming onbekend zijn. Over de tweede helft der maand April 1879. 1. W. J. A. Hagethoeu, Amsterdam 3. Mej. A. Zwaab, Amsterdam. 3. Ch. Quist, Dordrecht. 4. W. Buijze, Poortvliet. Van de Hulpkantoren Ellewoutsdjjk. 5. W. Kamsteeg, Amsterdam. 6. J. Sinke, 't Noorden. Briefkaart. I. Mej A. Van Waarden Gerard, Amsterdam. Kruiningen. 7. A. Van Neet, Etten. Wemeldinge. 8. Wed. De Rooi, 's-Heerhoutskerke. wissekerke. 9. Tolhuizen, Rotterdam. WoLFAARTSDIJK. 10. J. Ledam, Goes. Yerseke. II. J. De Rijke, Utrecht. Briefkaart van Gors. 3. J. Cl. v. Kesbeeck, Mechelen. Met meerderheid van één stem verwierp de Tweede Kamer in hare Dinsdag gehouden zit ting artikel I der Kanalenwet. Na al het ge sprokene valt dit votum ons nog mee. Wij hadden grooter stemmenverhouding verwacht ten nadeele van het ontwerp. Het was dan ook een ongelukkige tijd voor deze voordracht der regeering. Het was, of alles samenwerkte om haar deze teleurstelling te be reiden. Terwijl men druk in de weer was om ten behoeve van den handel een pleidooi te leveren, voor zijne belangen een greep voor te stellen in 's lands kas, geeft daar een landsver- tegenwoordiger, een handelsman par exeilence, voor wien ieder diep boog en dien men als een vorst der handelsmannen begroette, den handel een slag in het aangezicht. Van zijn voetstuk afgerukt, ziet men in hem thans slechts een lagen schelm. Eu de echo van zijn val weerklonk ook in de vergaderzaal op den Donderdag, waarop hij viel. Het was de heer Van Bouten, die uit finan cieel oogpunt de voordracht steeds bestreden Door haar zelve opgeteekend. De menschen verwonderden zich, evenals ik, over de eigenaardigheden van dit huishoudentje, en be gonnen er zelfs kwaad van te spreken. Op een keer was de commandant d'Eblis bij me, toen prins De Viviane binnen kwam de heer d'Eblis, volgens zijne gewoonte een beetje te beleefd, ging bijna dadelijk weg, na met hem eenige vriendelijks woor den gewisseld te hebben. Zoodra hij weg was, zeide de prins Gij hebt daar een neef, dien ik zeer graag -mag lijden, maar die voor mij een waar raadsel is. Waarom een raadsel? Omdat hij gezworen schijnt te hebben met al den eerbied der menschen zijn lief vrouwtje te verliezen. Ik begrijp u volstrekt niet. Hoe 1 Ziet u dan niet, dat hij haar meer en meer aan haar lot overlaat 1 Hij doet nog slechter dan haar verwaarloozen, als hjj haar me vrouw Godfrey tot geleide laat nemen. Wie is dan toch die mevrouw Godfrey Mevrouw Godfrey, mevrouw, was vroeger eene zeer schoone en gevierde vrouw, om er niet meer van te zeggenthans is ze een van die on dergaande sterren die, geen aanspraak meer kun nende maken op direct tot haar gerichte eerbe wijzen» er zich in schikken om ze langs omwegen had, die zich tot tolk maakte van deze echo, door o. a. te spreken //Onder den indruk van hetgeen nu wordt voorgesteld, mag ik waarlijk nog wel herinneren, hoe er vele grootsche plannen in de laatste jaren op touw zijn gezet, waarbij de kosten niet genoeg in aanmerking zijn genomen. Wij hebben zei ven op het eiland Walcheren een voorbeeld gesteld, een monument opgericht, om te bewijzen wat men doet met overbodige mil- lioenen, als men de millioenen als het ware voor het grijpen heeft. Productief toch zijn de wer ken te Vlissingen niet geweestindien van de millioenen, die deze werken gekost hebben, rente moest worden betaald, zou het kapitaal zeker niet zoo aangewend zijn. Ik twijfel er niet aan, dat er in het vervolg in Vlissingen wel meer ont wikkeling zal komen maar dit zal niet zoo spoedig geschieden, dat van rentabiliteit van de millioenen ook slechts in de verte sprake kan zijn. En op dit oogenblik, nu er zulke ernstige, inder daad bedroevende berichten van financiëelen aard in deze vergadering gekomen zijn, mag ik toch de moraal niet onthouden, dat ook elders speculation hebben plaats gehad op te snellen aanwas van handel, nijverheid en verkeer, waar van de vruchten niet zijn gekomen binnen den tijd, waarin men die verwachtte. ,/De speculatie op een in de lucht hangend verkeer wil men nu den Staat laten doen, door millioenen schats te besteden voor den aanleg van een nieuwen handelsweg. En wanneer dit nu verkeerd uitkomt? Wanneer het verkeer slechts langzaam, niet zoo snel en grootsch als men verwacht heeft, zal toenemen, zullen dan de millioenen rentabel zijn besteed Het hielp dan ook niet veel meer, of een paar afgevaardigden uit Amsterdam hunne beste krachten besteedden tot verdediging der voor dracht. Hun ijver voerde hen vaak te ver wat in dezen wel te verschoonen, maar niet gausch en al te vergeven is. De heer Van Tienhoven b. v. verklaarde de aandacht der Kamer niet lang meer bezig te wil len houden, maar hield toch een rede, die seven kolommen van het bijblad vult. Voor derge lijke korte bespiegelingen zullen de leden zeker wel wenschen bewaard te blijven. De heer Rutgers Van Rozenburg bereed zijn stokpaardje door scherp te wezen tegenover den heer Van Houten, die in eene vorige zitting daartoe wel aanleiding had gegeven, maar toch geenszins eene bejegening verdiende, zooals de te ontvangen door jeugdige satellieten om zich heen te verzamelen en van haar weerschijn te ge nieten. Ik dank u voor uwe inlichting, zeide ik, en zoo mevrouw Godfrey werkelijk zulk slecht ge zelschap is, wees dan overtuigd, dat Cécile hare betrekkingen met haar zal afbrekenIk wil u bovendien met een enkel woord uitleggen, 't geen u in 't gedrag van den heer d'Eblis zoo onbegrij pelijk toeschijntde heer d'Eblis vertrouwt zijne vrouw en 't zij mij veroorloofd u te zeggen, dat dat vertrouwen volstrekt niet misplaatst is ik ken Cécile Tan kindsbeen af en ik verzeker u dat, al lijkt ze, 't zij met of zonder mevrouw Godfrey, wat lichtzinnig, zij wars is van iedere slechte ge dachte. O! God! ja, tot nutoe, zeker! hernam de prins. Alle vrouwen zijn van nature braaf?.... maar als ze zulk een leventje leiden, komen de slechte gedachten spoedig voor den dag en de ilechte daden nog veel gauwer. Dat is dwaas, maar waar. Dat zijn herinneringen van den prins zooals hjj vroeger was, herinneringen uit den lijd, waarin ge er aan twijfeldet of er eerbare vrouwen in de wereld waren. Zoowel nu als vroeger geloof ik, dat ze dun gszaaid zjjn pardon Ik spreek slechts van losgebroken, woeste wereldlingen die niet le ven Welnu, mevrouw ga eens op mijne on dervinding af, die voor mijn leeftjjd vrij groot is Gij hebt eene dochter Als uw kind en door u opgevoedzal ze niet anders dan eene nette vrouw kunnen worden. Doch geloof mewees Amsterdamsche afgevaardigde hem aandeed. Hij voegde den heer Van Houten, die hem van een parti-pris had beschuldigd als Amsterdamscli afgevaardigde, toe «Maar wel kan er aanleiding tot parti- pris bestaan bij hendie in eigen schat ting eene groote roeping in de toekomst heb ben, diebeurtelings ministerieel of opposant, den Minister voorwaarden stellen voor hunne ondersteuning, en als de termijn verloopen is, dien zij voor die voorwaarden hebben gesteld, aan den Minister, aan de regeering, aan hunne partij den dienst opzeggen, met geen ander ge volg dan dat zij wel in het land veel bekijks vinden, maar als politieke rariteiten alleen met zich zeiven in het open veld blijven staan." Kon men scherper woorden bijna bedenken, om den Groningschen afgevaardigde in een ha telijk daglicht te stellen Wij willen nog daar laten of de waardigheid der kamerleden door zulke personaliteiten wordt verhoogd, wat wij ten sterkste ontkennen, maar een dergelijk ver wijt voegt tegenover den heer Van Houten niet. In zijn strijd voor goede beginselen heeft hij steeds eerlijk zich getoond. En juist in zijn alleen staan, in zijn isolement ligt de kracht zijner overtuiging. Maar bovendien, zijn beurtelings mi nisterieel en opposant wezen pleit voor zijne hou ding, daar hij dan geen blind volgeling noch door drijvend opposant wil wezen. Zijn wet op den kinderarbeid staat steeds daar als eerzuil voor zijn humaan streven, en wij beamen hetgeen zijne kiezers van hem zeiden, dat, al is de tijd ter ver wezenlijking zijner ideeën nog niet gekomen, hij toch een eerlijk volksvertegenwoordiger is. Eu wat zal de regeering doen na het votum van Dinsdag Wij hopen en verwachten blijven. Bijzondere omstandigheden deden in dien geest den uitslag vallende meerderheid was gering, zeer gering zelfs, maar bovenal, wij meenen dat de regeering met hare houding tegenover dit ontwerp alleen bedoelde te waken tegen voort durende vertraging eu niet-behandeling ervan. Zij wilde weten, wat de Kamer verlangde, zij wilde vernemen in hoever de volksvertegenwoordi ging haar wilde volgen op het pad van bevor dering en uitbreiding van handelsbelangen. Haar is nu gebleken, dat de Kamer den tijd daarvoor niet geschikt acht. Welnu, dit zij haar genoeg. Er zijn thans andere belangen, die haar werkkracht eischen. En de Minister van Water staat moge teleurgesteld wezen, terneêrgeslagen aam niet zoo zwak om haar spoedig in de groote wereld te brengen Ik zal u vreeselijke dingen ver tellen wij mannen zeggen onder elkander dat eene vrouw, laat ze zoo braaf zijn als ze wil, op houdt het te zijn na een beetje te opgewonden carnaval, of zelfs ge zult er van ijzen na een cotillon van ehie of vier uren We hebben dan met een physiologisch verschijnsel te doen, waarover ik niet verder met u zal spreken maar we houden dan geene vrouw meer in onze armen, toch wel eene slavin,'tis zelfs geen menschelijk wezen meer geen wezen meer, dat denkt en gevoelt, 'tis niets meer.hoe zal ik 'tzeggen dan een en al zinnelijkheid, die zich bij de minste aan leiding overgeeft en onteertEr is dan een klein toeval noodig opdat, zooals ik de eer had u te zeggen, de slechte natuur de bovenhand heeft; 't is altijd nog eene eerbare vrouw, alleen struikelt zij. Onnoodig er bij te voegen dat, zooals van zelf spreekt, er enkelen zijn die vrij komen en om op uwe nicht terug te komen, zoo wil ik na uwe verzekering gaarne gelooven dat zij, ofschoon zij zich veel in 't gewoel der wereld waagt, tot de laatsten behoortmaar dat zal een toeval zijn, waarover men in de geschiedenis zal spreken. Ik hechtte aan die onbehoorlijke theorieën niet meer gewicht dan zij verdiendenmaar 't geen de prins gezegd had, zonder dat daardoor in mijn ge moed een schaduw op Cécile geworpen werd, be krachtigde niet weinig mijne persoonlijke waarne mingen betreffende het geheimzinnige en verwarde in haar huishouden. Een voorval, dat na mijn onderhoud met den heer De Viviane plaats greep, moest mij eindelijk behoeft hij zich na het voorgevallene waarlijk niet te betoonen. Vooral met het oog op de a. s. verkiezingen zou verandering, geheel of gedeeltelijk, een ramp mogen heeteu. De Ned. Consul te Antwerpen is door den Minis- van Buitenl. Zaken gemachtigd tot afgifte van Gertifi- eaten van herkomst van huiden, bestemd tot invoer in Nederland, Zij moeten ten bewijze strekken, dat de huiden afkomstig zijn uit plaatsen, waar sinds zes maanden geene veeziekte heeft geheerscht Bij de vestingartillerie zullen dit jaar in werke- lijken dienst worden opgeroepen de verlofgangers der lichtingen van 1876 en 1877, te weten: van 3 Juni tot 3 Juli, die der 3e, 4e, 10e, 11e en 15e compagnie; van 9 Juni tot 8 Juli, die der 16e, 17e, 33e, 39e en 30e comp.van 35 Juni tot 34 Juli, die der 27e comp. van 3 Juli tot 1 Augustus, die der le, 2e, 9e, 12e, 33e, 34e, 38e en 39e comp.; van 9 Juli tot 7 Augustus, die der 18e. 20e en 25e comp van 15 Juli tot 13 Aug. der der 24e, 31e en 33e comp.; van 2 Augustus tot 30 Aug., die der 6e, 3e, 28e en 40e comp.van 8 Aug. tot 6 September, die der 19e, 21e, 22e, 35e en 36e comp.van 20 Aug. tot 18 Sept., die der 26e comp., en van 1 Sept. tot 30 Sept., die der 5e, 7e, 13e, 14e en 37e comp. In verband met de groote manoeuvres, welke dit jaar zullen worden gehouden, worden onder de wapenen geroepen van 18 Augustus tot 20 September de ver lofgangers der lichting van ,1876, die behooren tot het regiment grenadiers en jagers, tot de acht regimenten infanterie, tot,,,de twee compagnieën hospitaalsoldaten en tot de vier regimenten huzaren. Aangezien de Aziatische pest in het Russische rijk geweken is, heeft de Min. van Binn. Zaken ingetrokken zijn beschikking van 4 Febr. 1879, waarbij al de Russische havens, gelegen aan de Zwarte Zee en de Zee van Azof, besmet zijn verklaard. Door het groot aantal personen, dat zich in den laatsten tijd tot vrijwillige dienstneming bij het korps mariniers heeft aangeboden, heeft men aanleiding ge vonden het handgeld aanmerkelijk te verminderen. Zoo is aan sommige elders geëngageerde personen vijf tig en zelfs honderd gulden minder ter hand gesteld, dan waarop zij aanvankelijk gerekend hadden. Oost-Indie. Verleend een 2jarig verlof naar Europa, wegens ziekte, aan den officier van gez, le kl. A. De Graag. Geplaatst bij het 18 bat. inf. de kapt. J. Sterk. Overgeplaatst bij de lie aid. van het dep. van oorl. de kapt. J. A. Vink, van het subs.ka.ler te Batavia, bij de 9e comp. de le luit. J. P. De Graaf, van de 14e comp. GOES, 21 Mei 1879. Tot ontvanger-griffier van de watering 's-Gravenpolder is heden, bij tweede vrije stem ming, gekozen de heer J. Risseeuw, burge meester. Met ingang van den 1 Juni a. s. is de heer X. A. Schuit, komm. verificateur der de oogen openen. Cécile en haar man dineerden bij mijCécile, die er bijzonder lief uitzag en een schitterend toilet aanhad, ging 's avonds met me vrouw Godfrey, die haar te half tien kwam halen, naar 't bal. Aangezien grootma een weinig on gesteld was en haar kamer hield, zoo bleven mijn dochtertje en ik met den heer d'Eblis alleen. Mijn kind had eigenlijk al moeten slapen, doch ze liet zich, evenals alle kinders, dikwijls eenige keeren gezeggen, en op verzoek van haar voogd had ik haar toegestaan nog wat op te blijven. Zoodra Cécile vertrokken waszette ik mij daar ik mij door dit soort van tête a tête een. beetje gegeneerd gevoelde, aan de piano; de heer d'Eblis zat op eene kanapé aan de andere zijde van de kamer; ik hoorde hem, terwijl ik'k weet niet welke melodie van Chopin speelde, fluis terend met mijn kind praten, dat hij zeer ver troetelde en waarvan hij een groot vriend was. Na eenige minuten zwegen zij beiden; ik had een spie gel voor mij, keek er in en zag den heer d'Eblis met de ellebogen op de tafel en zijn gezicht in de handen verborgen. Eene minuut later trok mijne dochter, die zachtjes naar mij toegekomen was, ine bij mijn mouwik boog me een beetje naar haar toe, zonder op te houdenzij zeide toen aan mijn oor Mama hij huilt 1 Bjj deze mededeeling van mijne kleine lieveling gevoelde ik een smachtend verlangen en eene ver voering in mijne aderen en in mijn geheele wezen. Zulke oogenblikken zijn in het leven eener vrouw vreeselijk. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1879 | | pagina 1