1879. N°. 32.
Zaterdag 15 Maart.
66sle Jaargang.
MENGELWERK,
UEKZiEMXG DER KIEZERSLIJSTEN.
Wegens overlijden.
Wegens vertrek uit de gemeente.
Wegens onvoldoenden aanslag.
Wegens onvoldoenden aanslag.
Wegens overlijden
Wegens .vertrek uit de gemeente.
Wegens onvoldoenden aanslag.
Ingevolge art. 5 der kieswet
OFFICIEELS MEDEDEELJ1VGEN.
Weder een Franschman, die ons land bezocht
en nu een oogenblik het woord vraagt.
GOES, 14- Maart 1879.
RECHTZAKEN.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommeri 6 et., met bijblad 10 et.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst..
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 1—8 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor liet buitenland zijnA. STEINER en HAASENSTEIN VOGLERte Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan bet Algemeen Advertentiebursac van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de lijsten der kiezers
voor leden van de Tweede Kamer, der Provinciaie
Staten en van den Gemeenteraad zijn herzien en heden
vastgesteld
dat bij die herziening zijn geschrapt
VAN AL DE LIJSTEN
Jan xEgidias Elzevier Stok-
mans.
Adriaan Zandee.
Jacob Zandee Jacobsz.
Frederik De Blok.
Jacobus Johannes Hartman.
Adriaan Cornelia De Jonge.
JohanneB Lodewijk Kelmer.
Jan Pijke.
Josephus Johannes Loobeek. Gerard Willem Henri Suer-
mondt.
Marinus Adriaanse. Adriaan De Winter.
VAN DE LIJST DER KIEZERS VOOR LEDEN DER
TWEEDE KAMER
EN VAN DE PROVINCIALE STATEN.
Hendrikus Van Ag ten
Hermanus Boet.
Johannes Baptiste Van
Calmthont.
Petrus Dentz.
Laurus Minnaar.
Arie Smit.
Jan Wabeke.
VAN DE LIJST DER KIEZERS VOOR LEDEN VAN
DEN GEMEENTERAAD.
Pieter Brnol.
Hendrik Karei De Jonge
Mulock Houwer.
Cornells Jacobus Pieter
Somer.
Meijer Cohen.
Adriaan Kwaak.
Adriaan Mets.
Cornelia Filius.
Pierre Philip Mulder.
Marinus Remijnse
Franciscus Simons.
Cornelia Wessel.
Adriaan Van Beveren.
Arnoldus Huineman.
Karei Cornelia Maartense.
Marinus Bartelse. Jacobus Scheele.
dat de herziene en vastgestelde kiezerslijsten zijn
aangeplakt en gedurende VEERTIEN DAGEN ter secre
tarie voor een ieder ter inzage liggen, gedurende welken
tijd de eventueeie bezwaren tegen die lijsten, door de
uoodige bewijsstukken gestaafd, aan den gemeenteraad
kunnen worden ingediend.
Goes, den 14 Maart 1879.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. G. DE WITT HAMER, L.-B.
De Secretaris
HARTMAN.
kon, besluit is J. Luteyn, met ingang van 1
April, opnieuw voor deu tijd van drie jaren benoemd
tot directeur uit den handel van het vrij entrepót te
Middelburg.
door
J. O. H.
Ruim twee maanden is het geleden, dat de voor
naamste couranten ook de Spectator gewaag
den van boeiende lezingen en voordrachten van
den jongen, franschen dichter Jean Aicard, en nu
reeds hebben wij van zijne hand een keurig net
boekje, getiteldVisite en Hollande", waarin zijne
reisindrukken opgesteld zijn. Een goed gelijkend
portret eene zoogenaamde crayon-teekening
geeft ons het beeld des dichters te aanschouwen.
De meeste bladen hebben reeds hun oordeel over
dit werkje uitgesproken, allen vol lof voor den
auteur. Ook wij willen, nu bet boekje ter kennis
making aangeboden wordt, en zijne wandeling door
Goes gaat maken, het bjj het publiek inleiden.
Laten we eerst iets van den schrijver zeggen. In
't Zuiden van Frankrijk geboren, ontving hij van
moeder natuur een open, vroolijk gelaat, dat door
een bruine tint iets imposants beeft; maar meer
nog dan op dit uiterlijk mag hij trotsch zijn op
zjjn vurigen, dichterljjken geest, die hem in weinige
jaren een naam in Frankrijk deed maken. Eene
vaste betrekking bekleedt hjj als redacteur van
V Événement, een der meest gelezene bladen. Op
aanraden van zekeren heer Gustave Bevilliod van
Genève hield hij eenige lezingen of liever voor
drachten in Zwitserland; bij heeft namelijk eene
vertaling geleverd van de uitstekendste tragédies
van Shakespeare. Jammer genoeg kent Aicard
geen woord Engelsch, zoodat hij tot de Duitscbe
Bij Kon. besl. is P. Allena, thans ontvanger der
invoerrechten en accijnsen te Bath, als zoodanig benoemd
te Makkum.
Benoemd tot notaris binnen het arrondissement
Middelburg, ter standplaats de gemeente Hulst, A. M.
Van Rijsoort van Meurs, thans notaris ter standplaats
Veere.
De Rijksmiddelen hebben in Februari opgebracht
f6,923.773,81 tegen f 6,4S5,993,86 in Febr. 1878. De
raming over is f8,242,380,10. Over de maanden
Januari en Februari was de opbrengst f 12,844,846,95
tegen een raming van f 16,484,760,80.
Door de politie te Goes is gevankelijk
naar het huis van arrest alhier overgebracht
zekere P. De H., als verdacht van den brand
gestoken te hebben in de klamp bont en stroo
aan den dijk van Baarland.
Onze berichtgever meldt ons nader, dat
er van deu Anna-Frisopolder niet eene opper
vlakte van 900, maar van omstreeks 9000 M2
grond is weggevallen.
Als directeur der zangvereeuiging van
de te Middelburg bestaande W erkmansvereeni-
ging is, in plaats van wjjlen den heer G. J.
Van Velthoven, opgetreden de heer C. J. Witte.
Dinsdagochtend omstreeks 81/a uur ver
zochten een tiental schippers te Wemeldinge,
die hunne reis naar Holland moesten voort
zetten om eene sleepboot, teneinde buiten het
kanaal gesleept te worden. De agent bericht
te, dat er geen aanwezig was een half
uur te voren was zjj naar Hansweert vertrok
ken. Hun verzoek, om dan van paarden ge
bruik te mogen maken, kon niet worden toe
gestaan. Wachten was de boodschap. Nu
keerde het bootje niet terugvóór des na
middags 2 uur, hun tij was verloopen en zij
waren een dag kwjjt.
Terecht verwonderd over zulke eene dienst
regeling (de agent zeide dat de bootjes niet
steeds aanwezig behoefden te zjjn), die hun
behalve meer geld dan vroeger nu ook zoo
veel kostbaren tijd meer kostte, hebben een
tweetal buuner over deze handelwjjze hun be
klag schriftelijk ingediend bjj den hoofdinge
nieur van Zeeland, en zijn zij voornemens bij
den Minister Gp eene betere dienstregeling aan
te dringen op een kanaal, indertjjd gegraven
om de vrije vaart naar Belgie te vervangen.
(xV. R. Ct.)
vertaling zijn toevlucht moest uemen. Dit belet
niet, dat de overzetting keurig is. Op aanraden
van genoemden Zwitser declameerde hij stukken
uit de Othello en zijne eigene, zoetklinkende verzen.
Uit dankbaarheid, dat de heer Bevilliod hem op
zulk een goed idee gebracht heeft, draagt Aicard hem
dit boekske op. «Mijnheer en vriendzoo schrijft
hij «veroorloof mij u dit album van een reizend
dichter op te dragen". De heer Van Hamel uit
Rotterdam stelde hem voor ook in Nederland
eenige voordrachten te houden. «Sedert zijn er 10
maanden verloopen", zoo vervolgt hij«ik kom nu
uit Holland. Ik ben er met sympathie ontvangen.
Ik heb er nieuwe banden aangeknoopt. Ben ik
dat niet aan u verschuldigd?" Aan hem, die Aicard
naar Holland riep, zendt hij zijn boekske als bewijs
zjjner dankbaarheid. Van stad tot stad gaande heeft
hjj, in een' poëtische sfeer levende, de beroerdig-
heden van het werkelijke leven vergeten. Van zjjn
uitstapje naar Zwitserland schrijft hij niets. Dit
spijt hem zelf en hij gelooft erg lui geweest te
zjjn, daar niets van geteekend te hebben. Hij haalt
als verontschuldiging de bekende woorden van
Prudhomme aan:
«Men kan niet altijd en overal dichter zijn."
Maar ons land dat saaiedroge, leelijke
eentonige Nederland! heeft den dichter be
wogen de lier van den wand te nemen. Hij tok
kelde zangen, zoo zacht en zoo lieflijk; zelfs daar,
waar de poëzie door het proza vervangen is
is Aicard zangrijk, geestig boven al. In zijn brief
aan M. Van Hamel last hij de vertaling in van
twee gedichtjes van De Genestetde versjes zijn
door de heeren De Kanter en P. L. Tak, uit Mid
delburg, in 't fransche proza overgebracht. Aicard
heeft de stof tot poëtischen vorm verwerkt; hy
heeft een andere maat aangenomen, zoodat hoe
De nieuwe Minister van Koloniën, de
heer O. Van Rees, heeft Woensdag in handen
van Z. M. den Koning den vereischten eed
afgelegd en daarna vijn betrekking aanvaard.
LANDBOUW VEETEELT.
De heer A. F. Marlet zal 19 Maart te Bieze-
linge, 20 te Goes en 21 te 's-Heerenhoek eene
voordracht houden om daarna den 24en te Hulst
en den 29en te Middelburg op te treden.
KERKELIJKE ZAKEN EN ONDERWIJS.
Beroepen te Zevenbergen ds. Cromsigt, te
Cortgene.
Toen het kiescollege der Ned. Herv. gemeente
te Getselaar onlangs vergaderd was, om uit een twee
tal predikanten een keuze te doen ter vervulling der
aldaar bestaande vacature, verklaarde ten der leden
zich bezwaard te gevoelen om zijn stem uit te brengen.
Om den uitslag aan boogere macht over te laten,
wierp hij een cent omhoog en het „kruis of munt"
besliste. (Pr. Zio. Ct.)
Colijnspi.aat. De gemeenteraad benoemde in zijns
zitting van Woensdag 11. tot hulponderwijzer aan de
openbare school alhier, op eene jaarwedde van 800
gulden, den heer Thomas Karei üulmont, hulponder
wijzer te Scboondijke, bezitter van de akte voor hoofd
onderwijzer.
Naar aanleiding der beschuldiging door den
heer Siaymans fader in de Tweede Kamer tegen den
heer De Haan, directeur der rjjks hoogere burgerschool
te Winterswijk, onlangs ingebracht, heeft de Commis
sie van toezicht op die school in de fPinterwijksche
Courant onderstaand schrijven openbaar gemaakt:
„De Commissie van toezicht van 's rijks hoogere
burgerschool te Winterswijk heeft met bevreemding
kennis genomen van de wijze, waarop dezer dagen
genoemde school in 's lands raadszaal is ter sprake
gebracht.
„Het is toch op zjjn zachtst genomen vrij zonder
ling van de vertaling van een Duitsch werk door de.n
directeur der K. burgerschool alhier te gewagen als
van het gebeurde op die so ho ol, dat aauleidiug
moet geven tot eene enquête om te weten in hoeverre
de schuldige persoon disciplinair moet worden ge
straft, door schorsing of door ontslag.
„Zonde r party te willen trekken in de personeele
zaak van den heer De Haan acht de Commissie het
echter haar plicht by dezen openlyk te constateeren
dat op de hoogere burgerschool te Winterswijk niets
hoegenaamd is gebeurd, hetwelk recht zou geven op
haar een blaam te werpen. Integendeel! die school
blijft haar ouden roem handhaven van in vele op
zichten goede kneekelingen te vormen, en wel niet
het minst door het uitstekend onderwijs van den heer
loffelijk ook de vertaling zij de gedichtjes er
niet bij gewonnen hebben, 't Was ook niet te ver
gen van iemand, die 't Hollandsch slechts bij name
kent, De Genestet na te volgen. Doch loffelijk is
zijn streven om onze literatuur ook bij de andere
volken bekend te maken. Genoemde Middelburgsche
heeren hebben Aicard verscheidene gedichten ge
zonden, die hij vertalen zal.
Hij deelt ook den brief mede, van den heer Tak
ontvangen, een brief die getuigt van liefde voor
onze letterkunde. Aicard zal de eerste zijn, die
onze dichters in 't buitenland bekend maakt. De
dichtjes van De Genestet draagt hij op aan Henry
Havard, „wiens werk ons in Frankrijk uw land
doet kennen." Het boek is in twee gedeelten ge
splitst. Het eerste deel: proza; het tweede: poezie.
Aan allen, die Aicard beleefdheid bewezen hebben,
wordt een keurig dichtje opgedragen. In proza be
schrijft hij zijne uitstapjes naar Dordrecht, Leiden,
Amsterdam, den Haag, Scheveningen, Rotterdam,
het Sinterklaasfeest en tot slot Zeeland, onder den
titel Luctor et Emergo, (Strijd en overwin)ons
devies 1 In dit gedeelte zegt Aicard, dat hij geen
pretentie gemaakt heeft om Nederland te schilde
ren «ik schreef slechts een reeks kjjkjes", zegt
hij. En dat is zoo. Daarin ligt juist het groote
verschil met Havard. Havard is de wetenschap-
schappelijke opmerker, wien het te doen is om Ne
derland de eigenaardigheden van het land
in ruimer kring bekend te maken. Aicard is de
dichterlijke geest, die bij toeval in ons land wipte,
even een kijkje namin dichtvuur ontstak en
eenige losse schetsjes vol poëzie en geest ons
achterna zond. De een completeert den ander.
Wie Havard gelezen heeft moet Aicard lezen. De een
is streng wetenschappelijk soms, de ander is dichter
en grappenmaker. Maar enkele malen ook dr ingthij
De Haan in de hem opgedragen natuurkundige vak
ken, waarbjj de quaestie van neutraliteit geheel buiten
het spel blyft. Nooit is dan ook, zoolang de school
bestaat, zelfs niet van dezjjdeder anti-revolutionairen,
eene party hier betrekkelijk sterk vertegenwoordigd,
ééne enkele klacht gehoord alsof de heer De Haan
zijn invloed zou misbruiken om propaganda te maken
voor materialistische denkbeelden.
„Dat de Darwinlheorie door hem op de school zou
geleeraard worden, kan sleohts worden beweerd door
hen, die ten eenenmale onbekend zijn met den aard
van het onderwijs op eene school met driejarigen
cursus. Heeft de heer De Haan een boek vertaald
dat is zijne zaak, eene zaak van zijn privaat leven,
maar waarmede noch de school noch het daar gegeven
onderwys iets heeft uitstaan.
„De Commissie hoopt dat deze hare verklaring zal
medewerken om den ongunstigen indruk weg te nemen,
door het gesprokene in de Tweede Kamer teweegge
bracht, en eene ryksinrichting te zuiveren van eene
verdenking waarin zjj zoo geheel onverdiend by velen
in den lande is gebracht.'
„De Commissie voornoemd,
(get.) Mr. W. A. Roelvink.
Ds. Th. p. Bergsma.
Mr. H. C. J. Willink.
Ds. B. R. Aitton, SecrP
Het lid der Commissie, die de onderteekening
weigerde, is de heer J. B. Dericks, Dotaris, thans
wethouder, ultramontaan.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
In de heden (Vrydag 14 Maart) gehouden zitting
zijn de navolgende vonnissen gewezen tegen
lo. L>. Van H., 19 jr., boerenknecht te Heinkens-
zand, wegens het moedwillig toebrengen van slagen
en stooten aan wettige ouders, en verbreking van
afsluiting, veroordeeld tot 16 dagen cell, gev.-straf
en drie boeten, elk van 8, sutis. een dag cell, gev.-
straf voor iedere boete, c.e.
2o. F. I)., 15 jr., arbeider te Sluis, beschuldigd
van mishandeling, vrijgesproken.
3o. A. M., 34 jr., koopman en herbergier te
Aardenburg wegcus het desbewust helen van door
diefstal iu dienstbaarheid verkregen goederen ver
oordeeld tot eene maand cell, gev.-straf, c.s.
4o. B. De L., 74 jr., zonder beroep, te Aarden-
burg, beschuldigd van het slaan van een beambte.
Deze zaak is voor onbepaalden tyd uitgesteld.
5o. J. G. of D., te Ketranchement, wegens be-
leediging van een beambte, veroordeeld tot 2 geld
boeten van 8 ieder, subs. 3 dagen gev.-straf voor
iedere boete, c.e.
6o. E. V., 23 jr., houtzager te Eede, wegens
dieper door. Luistert hoe hij van ons volk spreekt.
Dat volkdat, zoo klein, zich staande hield,
kanalen, heipalen, dijken, steden en dorpen er op.
Ik eal handhaven, zegt dat dappere volk stout
moedig. De zee belegert hethet werpt kunst
matige, steile kusten op en zegt«Gij zult niet
verder gaan I" Nog beter, het zegt tegen de zee
«Verwijder U" en morgen zal het de Zuiderzee
droog maken." Zoo gaat hij doorde dichter
steeds toenemende in enthousiasme, steeds bouter
sprekende. De lezers wij hopen dat velen dit
boekske in handen nemen zullen zich den tijd
niet beklagen, dien zij doorbrengen met de vruch
ten van Jean Aicards bezoek. Wjj zullen nu tot
slot van deze „opwekking" eene aardigheid meê-
deelen, Aicard in Middelburg overkomen. Gaarne
hadden wij die vermeld gezien iu zijn „Visite",
juist daar ze zoo typisch iszeker heeft ze een
plaats in VEvénement Aicard's blad gevonden.
's Morgens voor Aicard uit Middelburg vertrok,
bracht hij nog een bezoek bij eeu zijner gast,heeren.
Juist toen hij heen wilde gaan en afscheid nam,
kwam een Arnemuidsche boer binnen, die den heer
Z. wenschte te spreken. De boer lei zijn pet op
een stoel en wachtte. Aicard, die aan 't afscheid
nemen was, drukte nogmaals den gastheer de hand
en zeide tegen den Arnemuider„Bonjour mon
amiDe boer, niet wetende hoe hij het had en
geen gewoon goeden dag willende zeggenuit
vrees niet verstaan te worden, nam zijn pet van
den stoel, zette haar op, boog tegen den dichter
en bracht de pet weêr op haar oude plaats. De
verbazing en lachlust van Aicard waren door dit
karakteristieke manuaal niet gering. Zijn gastheer
gaf hem explicatie, waarna de dichter onder den
uitroep: „Dat is iets voor mijn courant" vertrok.