1879. N°. 5. Zaterdag 11 Januari. Grondbelasting. GOES, 10 Januari 1879. JOAN KAREL HENDRIK DE R00 VAN ALDERWERELT. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vbudagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als bniten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone ad verten tien worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn A. STEINER 4a HAASENSTEXN YOGLER, te Hamburg. In onB land vervoege men zich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder hij alle boekverkoopers en postdirecteuren. De BURGEMEESTER van GOES brengt ter kennis van een ieder, dien het aangaat, dat het kohier der GRONDBELASTING op de GEBOUWDE en ONGE BOUWDE EIGENDOMMEN voor deze gemeente over het jaar 1879 op heden ter invordering is gesteld in handen van den ontvanger dier belasting binnen deze gemeente. Goes, den 10 Januari 1879. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. Op dezen Vrijdag zal op onzen Vaderlandschen bodem de eerste schrede gezet zijn door eene jeugdige, sehoone vrouw. Zij zal dat doen met weemoed, waar zij terugdenkt aan ouders en verdere verwanten, die zij achterlaat, maar met sehoone verwachtingen voorwaar, wanneer zij den blik voorwaarts richt naar den troon, die haar wacht. Onze koningin Emma, geboren prinses Ade laide Emma IPilhelmina Therese van Waldeck- Pyrmont, zal daarmee een tocht aanvangen, die niet anders zal wezen dan een zegetocht. Wie weet 't niet, dat de luister, die haar zal omgeven, groot zal wezen; wie verwacht iets an ders dan dat overal luide toejuichingen zullen weerklinken Begroet zal zij worden met toespraken, vol sehoone woorden, bestrooid met bloemen, die heerlijke geuren zullen verspreiden. Maar wanneer eenmaal al die wierook is op getrokken, wanneer die zegetocht is afgelegd, dan zal eerst de inoeielijke taak aanvangen, die op hare schouderen rust. En de eerste plicht, die haar dan wacht, zal wezen zich de liefde van het Nederlandsche volk té verwerven. De faam is haar vooruitgegaan, dat al wat vrouwelijksliefelijksschoons in eene vrouw vereenigd kan wezen, in haar gevonden wordt; en al weten wij, dat bij gelegenheden als deze dé waarheid niet onopgesmukt tot ons komt, wij zijn ook tevens overtuigd dat, wanneer slechts de helft waar is van hetgeen men ons heeft ge zegd, Nederland in zijne nieuwe koningin een liefelijke verschijning begroeten mag. Zij brengt met zich meeeenvoudjeugd schoonheid, liefde voor kunst, goeden smaak, een edel menschlievend harten waar zij die met zich op den troon plaatst, da,.- hebben wij alle reden om de toekomst blijde tegen te gaan. De 10 Januari is dus een dag van groot gewicht voor ons land. Wij hebben grond om te vertrouwen, dat de plaats, die eenigen tijd ledig stond, zal vervuld worden op waardige wijze. De nieuwe koning> begroeten wij met liefde. Wij achten haar te verstandig, om zich te laten verblinden door al het officiëele, aan hare waar digheid verbonden. Zij weet, dat koningin zijn iets anders beteekent, dan oogen te verblinden. Zulk eene moet harten winnen! Hare uatuurlijke eenvoud blijve bestand tegen al den luister, die haar zal omgeven; niet een barer deugden worde haar ontroofd door laffe vleierij, of lijde schipbreuk op intriges of hof kabaal Zij wordt ons geschetst als iemand van vasten wil. Die vooral blijve haar bij, want daar aan zullen jeugdige krachten als de hare wel in de eerste plaats behoefte hebben. Al wat goed is, rein en edel vinde in haar steun! Haar hand vindt hier een ruim veld om te woe keren met de sehoone gaven, haar geschonken, en wij zouden haar vooral er op willen wijzen, dat het Nederlandsche volk een dankbaar volk is, dat veel van zijn vorstenhuis houdt, en veel daarvoor over heeft gehad en nog heeft. Moeite zal het haar daarom niet kosten, bij dat volk be mind te geraken. Op dezen dag nu de heilbede aan het Neder landsche volk, dat onze Koningin ons allen ten zegen worde. En aan haar, die op den inoeielijkeu weg van vorstin de eerste schrede zet, onze waar achtige wensch voor haar geluk! Dat de wee moed bij 't scheiden van haar geboortegrond meer en meer moge verdwijnen door de toenemende liefde, welke zij voor haar tweede vaderland moge koesteren, en dat ook bij haar hetzelfde ernstige streven zich openbare, dezelfde heilige ijver zich moge doen gevoelen, die Koningin Louiee in Vor stenschool aldus openbaarde „'k Wil weten wat het leven in zich heeft. Ik wil mijn tol betalen voor het recht. Een mènsch te zijn. Ik eisch mijn wettig deel Aan de algeineene taak. Enals Ik al m'n kracht ten offer heb gebracht Aan 't welzijn van m'n medemenschen dan, Ja, dan noem ik mijzei ve Konjngin. Dan r.eem ik 't aan als eerelijk verdiend, Wanneer liet Yolk mij toejuigteerder niet! Geboorte oblige Der vorsten plicht is hoog te staanHun voegt De middelmaat zoo inin als 't lage. My Schynt alles wat niet hoog is, allerlaagst Een eerzuil wil ik, ja maar niet van steen, Ik wil 'n eerzuil in het hart des Volks!" Nu deze winter ons ijs schijnt te zullen geven al kunnen wij nooit vooruit zeggen voor hoelang is de vereeniging van ijsver maak te Goes weer geroepen haar taak te volbrengen. Met genoegen vermelden wjj dan ook dat zii, daarvan doordrongen, de eerste de beste gelegenheid zal aangrijpen om voor de minder bevoorrechten een ijsvermaak te or- ganiseeren, dat het nattige met het aangename verbindt. Evenals ia 1876 wensehte zij bjj die ge legenheid noodzakelijke le-ensbehoeftes uit. te reiken. Nahuirliik dient alles vooruit gere geld te wezen, en daarom doet zij na reeds een beroep op alle ingezetenen. Giften in geld, zoowel als in kleedingstnkken of eetwaren, zullen dankbaar worden aangenomen. Aan ons bureau, zoowel als bij den heer P. J. flopmani, Ganzepoortstraat, kan men een of ander offeren, en wie zou dat niet gaarne doen, waar het geldt den behoeftigen de gelegenheid te openen iets te verwerven tot tegemoetko ming in de behoefte, die nu vooral met deze koude zoo groot is! Voor hen, die lid der ver eeniging voor ijsvermaak willeu worden, herin neren wy dat de contributie slechts f 1 bedraagt. De heer M. W. Hildernuse is als adspinnt- landmeter te Goes en de heer A. E. -Janssen als zoodanig te Gorinchem geplaatst. Op de grens van den polder Wilhelmina en den calamitensen polder Oost-Beveland is een val ontstaan tot in den Oost-Nol van laatst genoemden polder. De val heeft een breedte van 60 M. Uithoofde van het ruwe weder heeft men nog geene genoegzame peilingen kunnen doen, om de diepte en uitgestrektheid volkomen juist te kunnen opgeven. Heinkeiiszand. De inschrijving voor de Nieuwjaarshedeeling alhier heeft f 255.90 opgebracht, waarvan de lste bedoeling beeft plaats gehad op Nieuwjaarsdag en de tweede zal plaats hebben op Zaterdag den 11 dezer. Ellewoutsdijk. Verleden week besloot de gemeenteraad albier tot verhooging va-i den hoofdelijken omslag, te beginnen met het loo- pende jaar. Voor de heffing is als nieuwe grondslag aangenomen het beginsel van iacome- tax met een progressieve percentage. Colijiisplaat. Ondanks het gure weder werden Woensdagmiddag om een uur eene menigte mer.sehen naar de kade gelokt, daar er een schip in gevaar verkeerde en ioo het h^ehe-i der noodvlag hul ior n. D d 'rik (Slot.) Toen het tegenwoordige Kabinet-kappeyne optrad, was De Boo van Alderwerelt de aangewezen man voor de portefeuille van Oorlog; en met vreugde werd hij als Minister begroet: door zijne vrienden, als den radicalen hervormer, den redder van ons verouderdin elkaar geknakt krijgswezendoor zijne vijanden, als den man die thans zou te toonen hebben, of hij beantwoorden en in staat wezen zou, om datgene te doen, waar toe hij zoovelen zijner voorgangers niet bij machte had gerekend. Aan bet bovengenoemde program werd een begin van uit voering gegeven. Reeds zijne eerste dapd, de hervorming van het Ministerie, die anderen niet hadden aangedurfd, getuigde van kracht, wat uien ook ter harer bestrijding zeggen moge. Maar die kracht werd weldra verlamd door eene allersmarte lijkste kwaal, die een donkere schaduw over zijn leven wierp. In weerwil van liet hevigste lichaams- en zieleleed, waaronder anderen zouden bezweken zijn, wist De Roo met een ijzeren energie te blijven arbeiden en verdere uitvoering te geven aan zijne plannen, waaraan, evenals aan zijne eerste daad, hevige bestrij ding te beurt viel; bestrijding, te heviger, naardien zij ingegeven werd niet alleen door de wraking zijner partiëele verbetering, waar men op eene harmonische organisatie van het geheel meende te kunnen rekenen, die verband hield met de onderdeden, maar ook, zoo niet nog meer, door de oppositie, die de aanhangers van het stelsel van afschaffing van alle plaatsvervanging, van welk stelsel de Anti-dienstvervangingsbond als het hoofd kan worden beschouwd, voerden tegen het stelsel van algemeenen oefen- plicht, dat De Roo in zijn program geschreven had. Het is hier de plaats niet daarover verder uit te weiden, maar die bestrijding was des te vinniger, naardien De Roo geen steun zocht bij, zich niet boog voor anderen, maar den door hem zeiven afgebakenden weg bewandelen bleef. Vandaar dat men De Roo heeft genoemd trotsch en hoogmoedig. Maar die hoogmoed was, zooals Multatuli hem heeft uitgelegd: „de moed om hoog te staan''; de moed, die tot grondslag heeft de bewust heid van kracht door oordeel en bekwaamheid; een vonk van het genie dat weet te scheppen, te vormen; en dit is een karaktertrekdie eerbied afdwingt. Des te vinniger eindelijk was die strijdnaarmate men hem zijne kleine inconsequen ties niet vergeven kon. Maar hij, die in liet zweet zijns aan- schijns, op wetenschappelijk gebied gewerkt en gewroet heeft, zonder zich ooit op inconsequenties betrapt te hebben hij moge de uitspraak volgen die Jezus van Nazareth over de boetvaardige vrouw sprak: „Wie uwer vrij is ran zonden, hij werpe den eersten steen De Roo van Alderwerelt is tot aan zijnen dood toe lid der Tweede Kamer gebleven. Hij heeft in- en buiten die Kamer den grootsten stoot gegeven tot het breken met de el lendige wijze van behandeling der krijgszaken hij heeft met stalen ijver en ijzeren woorden gebeukt op de onverschilligheid, die vroeger voor dat krijgswezen heerschte, en door zijne krach tige houding daarvoor belangstelling weten op te wekken door hem is de vestingwet tof stand gekomen, waardoor ge broken werd met het verouderde systeem van versnippering van krachten voor de landsverdediging, en deze op betere grond slagen gevestigd werdaan zijn initiatief is menige verbete ring in ons krijgswezen te danken. Beminnelijk was De Roo, voor wie hem niet kenden, niet toch was hij voorkomend, vriendelijk, maar bekommerde zich niet om de gunst van den grooten hoopzijn hart klopte warm voor het vaderlandhij was doordrongen van de zelf verloochening, die tot elk offer bereid is, maar hij geloofde soms te veel in zijne eigen overtuiging; hij bezat den moed dier overtuiging, die een rots gelijk scheen een moed die, liadde zij ze in liet kabinet kunnen toonen, daar, zooals Jean Paul zegt, verhevener en wijsgeeriger zou geweest zijn dan de moed op het slagveld. Is het schoon in en voor den dienst des vaderlands op het slagveld te vallen, De Roo heeft een sterfbed gehad, dat niet minder schoon, maar niet minder verschrikkelijk was tevens. Schoon omdat hij is gestorven in den dienst van het vader land tot het laatst toe heeft hij, in weerwil van de folte- rendste pijnen der verschrikkelijke kwaaldie hein ruim een jaar geleden overviel (kanker in liet aangezicht), voor de be langen van zijn land gearbeid. Verschrikkelijk wijl de ramp, die hem en zijn huis, ja die het vaderland trof, onmen- schelijk wreed wasgeen tal van vijanden, met moordtuig ge wapend, alleen den eenzamen dood, die achter het zwarte gordijn zijn somber werk verrichtte, had hij te bestrijden. Toch kon hij in de kracht van den mannelijken leeftijd, het niet ge- looven, dat er zoo ras een dag komen moest, „Waerop des Heeren hand hem in de baen, Zoo roemvol en zoolang in zijne droomen, Plots en meêdoogenloos zou nederslaên „Stel u gerust" zoo schreef hij in een brief, die vdor mij ligt. „Mijn gestel is zoo goed als het zijn kan; liet is zuiver eene verzwering, gevolg van de remediën, die ik tot herstel mijner oogen heb moeten gebruiken. Dat ik geheel herstellen zal, is aan geen twijfel onderhevig. Het is slechts eene quaestie van geduld". Zoo groot was zijne overtuiging, gerugsteund door zijne energieDan, helaasdie hoop werd spoedig verijdeld. De Roo heeft lang geleden, hij heeft veel geleden; en al wie de berichten over zijn lievig lijden en de steeds door hem be toonde geestkracht af en toe in de dagbladen gelezen heeft, zal eerbied hebben gevoeld voor den man, die zoo lijden kon. Zijn uur sloeg den 30sten December 1878, 's avonds ten half acht. Toen stond het uurwerk stil, en de wijzer wijst ook voor hem enkel eeuwigheid aan. Zijn dood is een onherstelbaar ver lies voor zijn gezin; hij is een ramp voor liet land, dat hij, vooral in deze tijden, onschatbare diensten had kunnen bewijzen I Mogen de volgende dichtregelen van Jan Van Beers [Lerens- beelden. „Zijn zwanenzang"), die de innige gedachte zijner laatste levensuren zijn zwanenzang moeten geweest zijn, hier eene plaats vinden. „O mijn land mijn vaderland Neen, 'k vraeg niet dat ge mijns u zoudt gedenken, Niet dat ge lauwren op inijn grafstee plant, Of me in uw heugnisboek een plaats zoudt schenken Strooi, strooi de blaedren, waer ik licht eens faem Voor droomde, vrij in alle vier de winden Laet, onbezorgd, mijn arbeid en mijn naem, Op d' adem der vergetelheid verzwinden Maer, om den wille van al wat ge nog Van d' armen wroeter licht had inogen wachten, Zoo hij niet tot zijn laetste levenskrachten, Verspild had in uw glorie te betrachten, Gedenk mijn weduw en mijn weezen toch Goes, 3 Januari 1879. VAN SLOTEN.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1879 | | pagina 1