1878. N°. 154.
Dinsdag 31 December.
65ste Jaargang.
NIEUWJAARSWENSCH.
HET EINDE.
Het nommer der courant, dat Woensdag
avond zou moeten verschijnen, zal aan den
morgen van den N i e u w j a a r s d a g
worden verzonden. Daardoor bieden wij de
gelegenheid aan tot het doen plaatsen van
de gebruikelijke nieuwjaarswen-
schen, die tegen contante betaling van
35 centsmits niet meer dan 8 regels
beslaande, worden opgenomen. Uiterlijk tot
morgen Dinsdagmiddag 5 uren worden
de advertentiën aangenomen.
DE ADMINISTRATIE.
NATIONALE MILITIE.
Secretarie op Nieuwjaarsdag.
i\ieuwjaars-bedeeHng\
op Woensdag den 1 Januari 1879
lilloling van Obligalièa.
Kanaal doop Zuid-Beveland.
DE!
GOES, 30 December 1878.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes,/1.75.
Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 1—8 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prps slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: A. STEINEU én HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentielireau «in NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der fiKHEKXTG GOES
op DONDERDAG dec 2 Januari 1879,
des namiddags te 2 uren.
Goes, den 30 Dtcember 1878.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling:
Na beëediging van den heer J. J. Ocbiman a!s
lid van den Raad
I. Mededeelingen, ingekomen stukken.
II. Benoeming van een Wethouder.
III. Idem van een Ambtenaar Burg. S'-and.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOF.S,
Sezien art. 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21 en 24 der wet op
Nationale Militie, dd. 19 Augustus 1861, (Staatsblad
no. 62);
brengen bij deze voordeTWEEDE MAAL
ter kennis der ingezetenen -.
dat het register van INSCHRIJVING VOOR DE NA
TION ALE MILITIE dagelijks, gedurende de maand
Januari, ('uitgenomen des Zondags) van des morgens
9 tot des namiddags 2 uren, ter secretarie der gemeente
zal gereed liggen
dat tot de inschrijving verplicht zij» alle mannelijke
ingezetenen, die op den lsten Januari aanstaande hun
lfle jaar zullen ingetreden, en dus in het jaar 1S60
geboren zijn, alsmede diegenen, welke na het intreden
van hun 19e doch voor het volbrengen van hun 20ste
jaar ingezetenen zijn geworden;
dat volgens art. 15 voor ingezeten wordt gehouden
lo. hij, wiens vader, of, is deze overleden, wiens moe
der, of, zijn beiden overleden, wiens voogd ingezeten
is, volgens de wet van 28 Juli 1850 (Staatsblad
no. ii);
2o. hij, die, geen ouders of voogd hebbende, gedurende
de laatste aan het in de eerste zinsnede van dit arti
kel vermelde tijdstip voorafgaande, achttien maan.
den in Nederland verblijf hield;
3o. hij, van wiens ouders de langstlevende ingezetene
was, al is zijn voogd geen ingezeten, mits hij
binnen het rijk verblijf houdt;
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreemdeling,
bebooreode tot eenen staat, waar de Nederlander niet
Mn den verplichten krijgsdienst is onderworpen, of
waar, ten aanzien der dienstplichtigheid, het beginsel
van wederkeerigheid is aangenomen:
dat volgens art. 17 niet behoeven'te worden inge
schreven de in een vreemd rijk achtergebleven zoon
van een ingezeten, die geen Nederlander is en de in
een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van
een vreemdeling, al is zijn voogd ingezeten, alsmede
de zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands
dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën
woont
dat volgens art 16 de inschrijving moet plaats hebben:
lo. van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader,
of, is deze overleden, de moeder, ot, zijn beiden
overleden, de voogd woont;
2o van een gehuwde en van een weduwnaar in de
gemeente, waar hij woont;
3o. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of
door deze is achtergelaten, of wiens voogd buitens
lands gevestigd is, in de gemeente waar hij woont;
4o. van den buitenslands wonenden zoon van een Ne.
derlander, die ter zake van 's lands dienst in een
Vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader
of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft.
Terwijl eindelijk, volgens art. 18, elk, die behoort
iageachreven te worden, verplicht is zich tusschen den
lsten en Sisten Januari daartoe aantegeven bij burge
meester en wethouders ter plaatse en op de uren, hier.
voren aangewezen, terwijl bij ongesteldheid of afwe
zigheid zijn vader, of, is deze overleden, zijne moeder
ot, Zijn beiden overleden, zijn voogd, tot het doen van
die aangifte verplicht is.
Goes, den 28 December 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. 8LAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de secretarie der
gemeente op Woensdag den 1 Januari 1879, uithoolde
van den Nieuwjaarsdag, gesloten zal zijn.
Alleen zal er des voormiddags van 1L tot 12 uur
gelegenheid gegeven worden tot het doen van aangiften
voor den Burgerlijken Stand.
Goes, den 28 December 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de Nieuwjaars-Com
missie, daartoe in staat gesteld door de bijdragen der
ingezetenen,
in de weezen- en armenschool eene uitdeeling zal doen
van eetwaren en brandstoffen aan de armen dezer
gemeente.
Burgemeester en Wethouders noodigen mitsdien de
meergegoeden uit, op den Nieuwjaarsdag geene giften
of aalmoezen aan hunne huizen uit te reiken, daar dit
eene minder goede armverzorging is, en waarschuwen
de armen voor het bedelen op dien dag, dewijl daar
tegen door de politie met de meeste gestrengheid zal
worden gewaakt.
Goes, den 28 December 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat, ingevolge raadsbesluit
van 23 December jl. nog eene obligatie in de geldleening
van 1869 kan worden afgelost, en dat daartoe in de
heden gehouden vergadering is uitgeloot
No. 19,
welke obligatie alzoo op den 1 Januari 1879 ten kantore
van den gemeente-ontvanger aflosbaar is.
Goes, den 28 December 1878.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
De BURGEMEESTER van GOES, daartoe uitgenoo-
digd door den heer Commissaris des Ronings in de
Provincie Zeeland, bij circulaire van 21 December 1878
A No. 4932/2, 2de afdeeling (Prov. blad No. 118), vestigt
de aandacht van schippers en eigenaren van vaartuigen
op het Koninklijk Besluit van 1 dezer (Staatsblad no.
172) tot wijziging met 1 Januari 1879, voor zooveel het
slepen en jagen betreft, van het reglement van Politie
voor het kanaal door Zuid-Beveland, vastgesteld bij
Koninklijk beslnit van 5 October 1866 (Staatsbl. no. 163).
Goes, den 28 December 1878.
De Burgemeester voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
Alweer zooverre
Het gaat ook veel te snel. Nog slechts en
kele levensuren en 1878 is weer verdwenen in
'tniet, en levenslustig als wij toch allen meer
of minder zijn, wij schrikken vaak voor den
spoed waarmeê dagen, weken en jaren voorbij
snellen. Let op, als Oudejaarsavond daar is,
dan zal ons nog de tijd pntbreken om kalm
na te gaan, wat de scheidende voor ons is ge
weest. Moeten wij met droefheid afscheid van
hem nemen, of dreigend hem den rug toekee-
ren, wijl hij zoo hard ons bejegende?
Maar in ieder geval zouden wij nog zoo
gaarne hem staande willen houden. Houdt hem
eens tegen in zijn loop, zoo gij kunt. Gij steekt
uw hand ernaar uit en weg is hij,
weg weg maar toch niet geheel
voor eeuwig.
Het jaar 1878 heeft zijn werk volbracht,
maar dat werk wordt opgeteekend in het boek
der wereldgeschiedenis. Daarin zullen zijn daden
worden vereeuwigd voorzooverre zij invloed op
liet leven der volkeren uitoefenden, en zoo zal
de vertrekkende eeuwig blijven voortleven.
En wij, wij dragen de vruchten, zoete of wrange,
welke hij ons schonk, in onze herinnering met
ons mee; wij planten de gedachte eraan voort
op de onzen, en een schoone krans van dank
baarheid vlechten wij zoo gaarne rond den
naam van den overledene, wanneer hij goed
voor ons was, om in tegenovergesteld geval de
gedachte aan hem slechts in 't diepste van ons
hart te bewaren. Is dat redelijk Is dat ver
standig?
Wat een verschil bij vroeger jaren, toen wij
nog kinderen waren
Oudejaarsavond was toen een zeldzaam ge
notvolle avoud. Waarom? Ja, hoofdzakelijk omdat
hij behoorde tot die bijzondere avonden, welke
in kooge guust bij ons stonden. Het opblijven
toch bevatte reeds zoo'n schat van zaligheid,
dat in onze oogen het grootste geluk daarin
verborgen lag. Hoe de slaap ook dreigde ons
te overmannen, wij hielden vol in den kamp
daartegen, om toch vooral niet door onze mede-
opblijvers voor laf te worden uitgekreten.
Dat was kinderlijk genot en kinderlijke moed.
Wij verdiepten ons niet in beschouwingen over het
verledene of het toekomstige jaar wij hadden op
onze wijze genoegen, dat slechts kon verstoord
worden door de gedachte aan het een of ander
vers, dat wij op het plechtig uur van twaalf
moesten opzeggen voor vader of moeder. Dat
alleen kon ons wat zenuwachtig maken, maar
toch nooit doen afzien van het voorrecht Sint
Silvester's uitvaart bij te wonen.
En wij grooteren nu, wij die reeds zoovele
jaren daarbij tegenwoordig waren, onder hoe
verschillende gewaarwordingen deden wij hem
telkens uitgeleide? Het was bijna e!k jaar
onder een ander licht, dat Silvester aan ons
oog verscheen.
Nu helder en vol glans, dan somber en droef
staarden wij hem aan. En toch, hij is en blijft
steeds dezelfde; hij is, wat Van Zeggelen zegt
heen statig man,
Die op ervaring bogen kan
En leert hij ons met woord en daad
Men hoort met eerbied naar zijn raad;
En, krimpt zijn tijd in, moet hij heen
Men laat hem uit, getroost, tevreên,
En roep ga oude, in Godsnaam ga,
Tot wederzienshem achterna."
En dat 't laatste niet altijd 't geval is, mag
meer onze schuld dan de zijne heeten. Hij kan
troosten, tot ernst ons stemmen, onze vreugde
opwekken, ons kracht geven voor een volgend
jaar en ons bemoedigen, mits wij slechts hem
willen begrijpen en uit hetgeen hij in onze ge
dachte achterlaat, hetzij vreugde of smart, nog
trachten iets te leeren.
Menigeen beschouwt den grijzen wandelaar
met den fakkel in de hand a!s een, die richten
komt en men zoekt heil of troost daar, waar
men die iu 364 dagen nooit zocht. Is dat niet
zwakheid? Zijn wij dan minder sterk dan toen
yvij kinderen waren, en wij met onze kinder-
droomen onze vreugde ons niet lieten ontrooven,
al was er dan ook iets, dat ons vrees aanjoeg
Kunnea wij niet ernstig zijn zonder angstig
te wezen?
Is erareden tot smart, wij zoeken troost bij
ons zeiven door moedig den blik achter- en voor
waarts te slaan 1 Met denzelfden klokslag, waar
mede het oude jaar eindigt, begint het nieuwe,
dat onze krachten, onzen moed en onzen strijd
weer vordert. Daarvoor gorden wij ons aan
Wij schrikken vaak en vooral op zulke dagen,
dat de tijd zoo snel voortgaat; een reden te
meer om te woekeren met de dagen, die de
onze zijn.
Sint Silvester vinde ons dan met opgeheven
hoofd daartoe bereid!
De slagen, ons toegebracht, buigen ons niet
ter neer!
Wanneer wij met de onzen op dien avond
vereenigd zijn, dan zal er wellicht hier en daar
eene plaats ledig wezen.
De eene herinnert ons aan hem of haar, die
zoo zorgzaam, zoo lief ie rijk was; de ander aan
een, die als 'tware het middelpunt vormde van
o s3 allen, en ons steeds hereenigde waar groote
of kleine veeten ons hadden geseheideneen
derde brengt ons een vriend of vriendin in de
gedachten, wiens of wier vriendschap zoo groot
was, en die wij thans moeten missen.
Zoo ruischen op dien avond nog stemmen
ons tegen, die ons spreken van liefde, verzoening
en vriendschap en ons herinneren aan de plich
ten, die wij tegenover de nagedachtenis der
afgestorvenen te vervullen hebben.
En zoo spreken er zoovele, wanneer wij slechts
hooren willen. Van iedere herinnering op (lien
avond kan kracht uitgaan voor de toekomst,
want bij het einde is er overvloedig stof tot
een waardig begin.
Z. M. heeft aan den heer M. Bax, met 1 Febr.
a. s., eervol ontslag verleend als notaris te Bergen-
op-Zoom.
Bij Kon. besluit van 24 December 1878, no. I, is
bepaald
lo. Bij den kantoordienst der posterijen en der telt»
graphie kunnen ook vrouwen en meisjes worden aan
gesteld, namelijk: bij den postdienst als directrice,
commies, surnumerair, brievengaardster, adsistent en
klerk; bij den telegraafdienst als directrice, onder
directrice, telegrafist, klerk, adsistent en leerling.
2o. De aanstelling van vrouwen en meisjes geschiedt
op dezelfde wijze en onder gelijke voorwaarden en
bepalingen ais voor de beambten der beide diensten
in bet algemeen zijn vastgesteld, met de beperking,
dat geene vrouwelijke beambten op eene hoogere be -
zoldiging dan flOOO 'sjaars zullen worden benoemd,
en dat haar aantal beneden het een derde van het aantal
mannelijke beambten van gelijke rangen zal blijven,
De Commissie, beiast met het examineeren van
hen, die eene akte van bevoegdheid als arts of als
tandmeester wenschen te verkrijgen, of hunne vroeger
verkregene bevoegdheid wenschen verder uit te breiden,
overeenkomstig artt. 27 en 28 der wet van 1 Juni 1865
(Staatsblad no. 59), gewijzigd bij de wet van 8 Juli
1874 Staatsblad no. 97), zal zitting houden op Vrijdag
3 Januari 1879 en volgende dagen te Leiden.
De heer 1. J. Paardekooper is heden
als notaris beëedigd.
Volgens een ons gezonden bericht ont
ving de heer J. Trimpe te Kloetiuge bij ge
legenheid van het onlangs door hem gevierde
feest nog een geschenk van de jougeiiugsver-
eeniging aldaar. Dezelfde vereeniging heeft
bovendien ïuimschoots het hare ertoe bijge
dragen, om het feest luister bij te zetten.
De nieuwjaarscollecte te Kloetinge heeft
f 455 opgebracht, zijnde slechts f 6 minder
dan in 1877. Met het oog op de bjjdragen,
die voor het 25jarig feest van den burge
meester pas zijn ingezameld, is deze opbrengst
zeer bevredigend. (Af. Ct.)
Weiueldliige. Alhier zijn tot leden van
het Burgerlijk Armbestuur benoemd de heeren
J. Lindenbergh Fz. en C. Lindenberghde eerste
tengevolge der periodieke aftreding van het lid
den heer C. Paauwe en de laatste door het ge
vraagde ontslag van den heer A. Dominicus Jz.
Wisse. Tot ambtenaar van den burgerlijken
stand is door den Raad, in zijne zitting van
27 December, benoemd de heer Mulder
burgemeester.
®s-Heer Aremlskerke. De commissie
ter uitreiking van nieuwjaarsgiften hield dezer
dagen weer hare gewone inzameling, maar on
dervond daarbij evenals verle den jaar afne
mende belangstelling. Waaraan deze onthou
ding of verflauwing moet worden toegeschreven
is mij niet recht duidelijk, daar de maatregel
tot hiertoe uitmuntend heeft gewerkt, en nie
mand alzoo in gemoede zal durven beweren,
dat de oude slenter van bedelgiften aan de
huizen op te halen of uit te reiken door een
van beide partgen daarboven zou te verkiezen
zijn. Het is echter te bejammeren, daar door
die niet-goedgezinden de taak der commissie
aanmerkelijk wordt verzwaard en hunne han
delwijze ook eeuigszins ontmoedigend gaat wer
ken. Mochten nakomende giften haar nog in-
staatstellen, om aan de vele aanvragen te kunnen
voldoen