Zaterdag 2 November. 65sle Jaargang. VAN HEINDE EN VER. ÖFFICIEELE MEDEDEELINGEN. GOES, 1 November 1878. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, nitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst^ Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct, Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelf'de advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor liet buitenland zijn: A. STEENER.en IIAASENSTEÏN "VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Nog slechts korten tijd en de groote wereld tentoonstelling, te Parijs gehouden, behoort weer tot 't verleden. Duizenden aan duizenden zijn opgegaan om dat verheven schouwspel gade te slaanmil- lioenen werden in verrukking gebracht en op de lippen van alle volkeren zweefden loftuitingen ter eere van het Fransche volk. Wat sprak zij dan ook schooae taal, welke heerlijke snareu deed zij trillen in ons aller gemoed, eu hoe luide weerklonken die sehoone accoorden, welke ons spraken van eendracht, schoonheid, kracht, wijsheid en bovenal van vredel Daar waren zij allen vereenigd, die natiën en volkeren, om samen te werken tot het sehoone doel: leven te wekken door handel, nijverheid en kunst. Van heinde en ver was men opgekomen om 't rijkste maar aan den anderen kant ook 't de- gelijkste tentoontestellen, wat land en volk le veren konden. En de gasten verdrongen zich dan ook om dat schouwspel te bewonderen, maar tevens om zich neer te buigen voor den gastheerFrankrijk. En die gastheer was, galant en fier als altijd, gereed om alle vreemdelingen met vreugde te ontvangen. Met waardigheid en ongedwongen heid reikte hij zijn gasten de hand, want hij wist aan welke sehoone lieve handen hij de taak der receptie had opgedragen. Hij was zichzelven bewust, dat de heerlijkesehoone stad Parijs met haar eer zijn roem zou hand haven, en niets zou nalaten wat slechts kon strekken om Frankrijk eer aan te doen. Geen opofferingen waren te veel; geen be zuinigingsmanie hield de handen gebonden, want men wist 't: alle uitgaven zouden drievoudig rente opbrengen. En de uitkomst heeft bewezen, dat men gelijk had. Welk een verschil tusschen dat verbrande en vermoorde Parijs, zooals een onzer grootste romanschrijvers ons dat schildert, en die we reldstad, zooals zij nu uit haar asch is herrezen Weleer droevig en somber, donker als de nacht, staat zij daar nu lachend, met deu blos der gezondheid op de wangen, schoon als de da geraad Europa is Frankrijk dank schuldig voor het schouwspel, haar te zien gegeven, maar vooral voor de sehoone les, ons allen geleerd, dat door energie, door de werken des vredes de sporen van jammer en ellende, die de oorlog nalaat, spoedig kunnen worden uitgewiseht. En is 't dan wonder, dat men trotsch wordt op zulk een zege? Heeft men dan niet 't recht, te Spreken zooals de Fransche minister van bin- nenlandsche zaken Zondag deed: „Ik zie rondom mij burgers van een vrij land, vrijelijk beschikkende over hetgeen er aan kracht in hen schuilt. Ik zie eene natie, meesteres van haar zelve, die tuk is op 't behoud harer rechten en zich bezighoudt met hare behoeften, die hare toekomst voorbereidt. Die natie heeft hare vrij heden, hare souvereiniteit. Dat nu is de ware republiek. Eene andere ken ik niet. „De hervormingen, hoe moeten zij tot stand komen? Door vrije discussie. Wij willen voor uitgang, maar geen vooruitgang door dwang. Al wat absoluut en geweldig is, zelfs onder het voorwendsel dat het tot welzijn slrekt, draagt het karakter van cesarisme, dat de vrijheidlie vende mannen zich nooit goedschiks zullen laten welgevallen. „De hervorming, waarop onze aandacht in de eerste plaats moet gevestigd zijn, is die van den mensch, van den burger; de hervorming, die het uitvoeisel is van onderwrjs, met milde hand allerwege verspreid, van den geest van orde, van spaarzaamheid, van verstand, van onderlinge ver draagzaamheid. Ziedaar in waarheid de sociale hervorming. „Het woord van een groot staatsman: „„Het gezag zal aan den verstandigste zijn,"" is thans een feit geworden. Het is de natie zelve, aan wie, dank zij haar verstand, deze prijs is ten deel gevallen. En thans hebben wij maar één plicht te vervullen: den plicht om het behoud vau hetgeeu wij veroverd hebben ons waardig te toonen." De laatste dagen hebben bewezen, dat de Franschen goed op weg zijndien wenk ter harte te nemen. De republiek staat vaster dan ooit. De gansche bende van Orleanisten, Bonapar- tisten en Bourbons is verslagende De Fourtou's en De Broglies zijn teruggedrongen en de zege is thans volkomen, nu ook de senaat voor 't vervolg grootendeels vrienden van de republiek in zijn midden zal tellen. Door kalmte, door vrijheid, door eendracht is die uitslag verkregen. Van uit Berlijn zou de vredezon opgaan, die 't Oosten moest beschijnen, verwarmen en koes teren door hare stralen. De heeren diplomaten hadden alles zoo goed, zoo netjes beschreven, dat aan mislukken niet gedacht kon wordeD. Er zou voortaan daar vrede wezen. Wie 't gelooven mocht, niet zij, die 't voor naamste deel hadden genomen aan 't congres. Zij gingen heen met geheel andere gedachten; zij wisten al te goed, dat in hun hart geheel andere plannen werden gekoesterd, en dat de verwezenlijking van hunne bijzondere wensehen, de voldoening aan hunne particuliere belangën of die van hun volk alleenniet mocht opge offerd worden ter wille van het algemeen. En zoo werd daar geen vrede gezaaid, maar ook onrust geoogst. De ongezonde toestand, die sinds jaren daar heerseht, wordt steeds ongezonder. Aan wie de schuld Hoofdzakelijk aan die regeeringen, welke slechts oog eu oor hebben voor machtsuitbreiding die, in plaats van aan eigen krachten, aan eigen bloei meê te werken, zich alleen bezighouden met te trachten hun grondgebied te vergrooten, en, na ijverig op elkander, elkaar den voorrang niet dulden. En daardoor zijn zij blind voor de zwakheid, die in eigen boezem heerseht. Het diplomatiek knutselspel, te Berlijn gespeeld, heeft allen met afschuw vervuldde huichelarij en bedriegerij der heeren onderling, aan 't licht gekomen door latere daden, doen ons met weerzin onze oogen afwenden van die groote heeren, zoo klein op 't punt van eerlijkheid en recht, maar ons te gelijkertijd onzen blik slaan op hun land en hun volk. En dan zien wij Rusland ten prooi aan onrust, veroorzaakt door het Nihilisme. Al gemeen is de ontevredenheid over bestaande toestandenslachtoffers vallen voor fouten, waar aan zij geen schuld hebben. Trots de goede bedoelingen van den Czaar, aan wiens goeden wil men niet twijfelen mag, is de toestand van zijn rijk ongezond. Daar hebben de spranken van vrijheid, den bewo ners verleend, hen op een verkeerd pad geholpen. In plaats van langzaam voorwaarts te willen schrijden, wilde men, nu men eenmaal geproefd had van den boom der vrijheid, met rassche, met te snelle schreden vooruit. Men droomde van steeds grooter vrijheid en men besefte niet, dat men ook misbruik maken kan van de voorrechten, die men ontvangt. Men eischte alle vrijheden, die men in andere landen reeds lang bezat, en men vergat dat ook voor ont wikkeling van den vrijheidsboom de grond geschikt moet wezen en de aarde bewerkt, wil zij dien boom doen bloeien en groeien. Daar door sloeg men tot andere uitersten over en toonde men ten duidelijkste niet rijp te wezen voor de vrijheid. Er zullen nog jaren moeten voorbijgaan vóór men eerst recht be grijpen zal wat vrijheid is, en slechts op éen veld valt daartoe te arbeidenop dat van In de laatste aflevering van „De Globe, album voor buitenlandsche lettervruchten, komt, een lezenswaardig artikel daarover voor. onderwijs, dat leeren zal vrijheden te gebruiken en waarschuwen moet, waar men die misbrui ken wil. Frankrijk's voorbeeld kan leeren, na hoeveel strijd, na hoeveel moeite, na hoeveel ellende men eerst den eindpaal kan bereiken, maar tevens hoe ook onderwijs daarbij bond genoot moet wezen. En Duitsehland, dat wel niet rechtstreeks bij de zaken in 't Oosten schijnt betrokken, maar door zijne houding toonde Rusland te willen helpen als belooning voor bewezen diensten in 1870, Duitsehland is met zijn cesarisme op weg 't volk tot 't uiterste te voeren, en de welvaart te ondermijnen. Thans is Frankrijk overwinnaar, schooner dan Duitsehland in 1871. Destijds plantte het zijn vanen op kanonnen en bloed, de Fran sehen hebben zich een eerezuil opgericht op een bed van rozen! In Duitsehland is de nijverheid geknakt, het vertrouwen geschokt en 't geld, dat de Franschen het schonk, bracht geen zegen aan. Bismarck luistere naar de stem van zijn Fransehen collega, die hem den weg wijst, welken hij moet inslaan. En wij luisteren naar al de stemmen, die van heinde en ver tot ons klinken. Hier spreken zij van noeste vlijt, van geest kracht, en welke heerlijke vruchten die dragen. Gfijds waarschuwt een ernstige stem ons voor lauwheid en vorsten vergoding, die, den volken tot schande, hen verlaagt en vernedert! De ware republiek, zooals hierboven is ge schilderd, zij ons streven en doel! En in deze dagen, waarin alles dringt tot bezuiniging, denke men eens ernstig na vóór men met dien eiseh instemt of eraan toegeeft. Men vrage zich zelven af, of die zucht tot bezuiniging ons niet te ver zal voeren, n. 1. tot niets doen, tot stil zitten en of zij onze geestkracht niet zal ver- dooven Rente kan zij niet afwerpen, en daarom ver- mijde men nuttelooze uitgaven; maar waar han del en nijverheid, waar de werken des vredes kun nen gebaat en het volk tot werken kan aange spoord worden, daar zij men niet zuinig, daar helpe men mee, want Frankrijk leert 't ons, dat dan des te meer de energie wordt geprikkeld en sehoone vruchten niet achterwege blijven. Den II November a. s. zal te Utrecht een examen worden afgenomen van hen, die het diploma verlan gen van geëxamineerd en beëedigd landmeter, overeen - komstig het Kon. besluit van 28 Juli 1835 Stbl. no. 87. In onze naaste omgeving zjjn er op dit oogenblik of zullen er zeer spoedig vacaturen ontstaan, waarop wij even de aandacht willen vestigen. Wjj bedoelen de waardigheid van burgemeester, die thans te Nisse, Ovezand, Drie wegen en Wemeldinge vervuld moet worden en die, welke, door de benoeming van den heer Bijbau tot lid van Gedeputeerde Staten, te Cats, Corlgene en Colijnsplaat weldra zal openvallen. Het belang, dat vooral ook kleinere gemeen ten hebben bij eene flinke vervulling van der gelijke betrekkingen, behoeft hier zeker niet in den breede ontvouwd te worden. Meer nog dau in grootere is een burgemeester daar de man, die door zjjn invloed veel goeds kan verrichten maar die ook vaak in verkeerde richting kan werken. Algemeene maar ook bijzondere belangen staan maar al te dikwijls onder zijn toezicht en de toepassing der wetten kan he melsbreed verschillen bij den een of den anderen. Wjj en allen, die in den bloei en de wel vaart van die gemeenten belangstellen, kannen niet anders dan met belangstelling afwachten, wien Z. M. die betrekkingen zal opdragen. En voegt 't ons niet om in persoonsbeschouwingen van eventueele sollicitanten te vervallen, nie mand zal ons toch 't recht ontzeggen aan de raadslieden van de kroon een eenvoudigen wenk te geven, een wenk, die eenig en alleen voort komt uit waarachtige belangstelling ook voor een groot, goed ea edel beginsel. Wjj hebben hier 't oog op de nieuwe wet op 't lager onderwjjs. De invoering daarvan moge nog eenigen tijd uitblijven, zoo heel lang zal't zeker niet meer duren of de nieuwe titularissen in genoemde gemeenten zullen ook moetan meewerken haar toetepassen. En wat zal er van zulk een wet worden, wanneer die personen haar niet goed gezind, of zelfs haar vijandig zijn? En o't is zoo dringend noodig, vooral in plattelandsgemeenten, dat 't licht, hetwelk die wet verspreiden kan, helder scbjjue, en daar door ontwikkeling bevordere, waaraan men te dier plaatse nog vaak zooveel behoefte heeft. Onze Minister van Binnenlaudsehs Zaken, de vader dier wet, mag dus wel eerst eu vooral goed onderzoeken, aan wiens handen hij daar, zoowel als elders, de toepassing ervan toe vertrouwen zal. Is een burgemeester de wet vijandig, hij zij overtuigd, dat 't gansche gemeentebestuur on der diens invloed zal geraken. Heeft Zijn Excellentie eenmaal de kroon een persoon voorgedragendan kan de toestand voor jaren bedorven zijn en de macht gegeven wezen aan de mannen der duisternis; die, onder schoonklinkende woorden, de wet zullen maken tot een doodend element. Een streng onderzoek naar de eventueele candidaten bevelen wij ouzen Minister met be scheidenheid aan. 't Zon zelfs mogelijk kunnen wezen, dat een bepaald tegenstander, een leider van 't volkspetitionnement b. v. of een ultra- montaan, zieh meester wilde maken van die waardigheid, 't Zou wellicht mogelijk zijn, dat die personen door allerlei middelen zouden trach ten zija Excellentie om den tnin te leiden. En voor dat gevaar dient te worden gewaakt. Wij hopen daarom, dat onze roepstem nog niet te laat weerklinke, en dat zij moge be dragen om een gewenschte keuze, eeu keuze in 't belang der ontwikkeling door onderwjjs, te bevorderen. Wolfaartsdljk. Het traktement van den gemeente-veldwachter Jacobus Bakker al hier is met iugang van 1 Januari e. k. van 350 tot 500 gld. verhoogd. Het huwelijk van Z. M. den Koning zal, naar men uit Apeldoorn aan de Arnh. Ct. schrijft, den 15 Januari worden ingezegend te Arolsen (dus Diet, zooals enkele bladen meen den te kunnen mededeelen, te Amsterdam, na huwelijk bjj procuratie). Daarna zou het Koninklijk Echtpaar het Loo betrekken, om daar tot den 25n Januari te verblijven. De correspondent te Luxemburg der N. R. Ct. deelt mede, dat Z. M. de Koning voor nemens is, in de kerk te Arolsen een steen met inschrift, ter vereeuwiging van zijne echt verbintenis met Prinses Emma, te doen plaatsen. De steen moet, volgens de te Luxemburg door Z. M. gedane bestelling, uit rooskleurig Lu- xemburgsch marmer worden gehouwen. De intocht van Prins eu Prinses Hendrik in het Groothertogdom Luxemburg heeft volgens het voorgenomen programma plaats gehad. Ook nu weder gaven de Luxemburgera van ware, ongeveinsde geestdriftj'egens hun bemin den stedehouder blijk. Het nationale geschenk, door de Luxem- burgsehe vrouwen aan H. K. H. prinses Hendrik vereerd, bestaat uit een prachtigen gouden porte-bouquet. Het wetsvoorstel, regelende de financiëele verhoudiog tusschen Nederland en Oost-Indie, is Donderdag aan den Raad van State ver zonden. Waarom worden de bronzen muntstukken van 2Va cent niet in omloop gebracht? in-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1