1878. N°. 96. Donderdag 15 Augustus. JAARMARKT. NOG EEN EN ANDER OFFICIEELE MEDEDEEL!». GOES, 14 Augustus 1878. GOËSCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woïnsdag- en Vbijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 et. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 et. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 1—8 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUJBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES verwittigen bij deze den belanghebbenden, dat de gewone JAARMARKT binnen deze gemeente zal be- finnen op Dinsdag den 27en Augustus, en eindigen op Hnsdag 3 September daarna, zullende met het opslaan der kramen enz. niet mogen worden aangevangen dan Maandag den 26 Augustus en deze moeten zijn afge broken en van de standplaatsen vervoerd op Woensdag den 4 September a. s dat geen kwakzalvers, horoskooptrekkers en dergelijke toegelaten en alle draaiborden, dobbelspelers, rijfelaars en bedelaars geweerd worden; dat de aanvragen om plaatsen, voor den hierboven bedoelden aanvang der jaarmarkt, vrachtvrij en met opgave der benoodigde breedte, in de Nederlandsche maat, zullen moeten geschieden aan de marktmeesters, aan welke een ieder, alvorens te kunnen worden toe gelaten, zijn patent zal moeten vertoonen, terwijl plaat sing van carrousels wordt verleend op de voorwaarden, die ter secretarie voor een ieder ter lezing liggen. Goes, den 27 Juli 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN, De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 22 Juni 1878 is vastgesteld de volgende VERORDENING op het losloopen en schutten van het Vee, in de gemeente Goes, Art. 1. Behoudens de bepalingen van de artikelen 471 no. 14 en 475 no. 10 van het wetboek van straf recht, benevens van die in de verordening betrekke lijk de straten enz., is het verboden eenig vee, hoe ook genaamd, te laten losloopen of grazen op gronden, bij een ander in gebruikof hengstenstieren of be ren langs of over de openbare wegen te drijven dan behoorlijk aan de hand vastgehouden, onder geleide van een of meer daartoe geschikte personen boven de 16 jaren oud. Art. 2. Het vee, zonder geleider bevonden op ge meente- of particuliere gronden of op openbare wegen, voetpaden en wallen, wordt in de schutskooi der ge meente in verzekerde bewaring gesteld en voor reke ning van den eigenaar onderhouden. Art. 3. Indien de eigenaar het geschutte vee niet binnen acht dagen opvordert, brengen burgemeester en wethouders, onder opgaaf der kenteekenen van het ▼ee, de schutting ter openbare kennis, door plaatsing eener bekendmaking in de Goesche Courant en door afkondiging in deze en aangrenzende gemeenten. Alt. 4. Verschijnt de eigenaar binnen den in art. 3 vermelden tijd tot lossing van het geschutte vee, dan wordt dadelijk bij de lossing gevorderd de voldoening der kosten van stalling en voeder enz. en die van be kendmaking in art. 3 bedoeld. Art. 5. De overtreding van eene der bepalingen van art. 1 dezer verordeningvoorzoover daartegen bij de wet, bij algemeenen maatregel van bestuur of pro vinciale verordening niet is voorzien, wordt gestraft met eene geldboete van f 1,50 voor elk paard, f 1, voor iedere koe, rund, geit, ezel of varken, fl,voor één schaap, f 2,— voor twee schapen, f 3,voor drie of meer schapen, onverminderd het recht van den eigenaar of gebruiker der gronden tot vergoeding der veroorzaakte schade tegen den overtreder. De bedreigde geldboete zal in geen geval de som van f 25,te boven gaan. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland volgens hun bericht van den 2 Augustus 1878 no. 3468/19 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het be hoort, den 14 Augustus 1878. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den 22 Juni 1878 is vastgesteld de volgende VERORDENING op de Veemarkten te Goes. Art. 1. Geen vee mag ter markt worden gebracht vóór zes uur des morgens; het moet van daar zijn weggevoerd voor vier uur in den namiddagtenzij bij schriftelijke beschikking van den burgemeester een latere termijn is toegestaan; zoodanige beschikking wordt door den houder aan den marktmeester vertoond. Art. 2. 8tieren worden niet anders ter markt gebracht of van daar weggevoerd, dan voorzien van een neusring en voldoenden geleistok. Art. 3. Ziek vee mag niet ter markt worden gebracht; aldaar ziek wordende, moet het, onder toezicht van den veearts in deze gemeente, onverwijld van daar worden verwijderd. Art. 4. Varkens, schapen en pluimgedierte worden aangevoerd, uitsluitend op de Vlasmarkt; paarden en hoornvee op de Beestenmarkt, of, bij gebrek aan ruimte aldaar, op zoodanige andere plaats,als door burgemeester en wethouders zal worden beschikbaar gesteld. Art. 5. De varkens en schapen worden door hunne aanbrengers geborgen in de daarvoor bestemde losse of verplaatsbare hokken; de paarden en het hoornvee met voldoende halsters, hals- of stalbanden, door hunne aanbrengers aan eene daartoe gespannen reep of touw vastgebonden. De aanbrengers van het vee zijn verplicht zich ten dezen te gedragen naar de regeling, aanwij zing en be velen van den marktmeester. Art. 6 De overtredingen dezer verordening, voor zooveel daartegen bij de wet, bij algemeenen maatregel van bestuur of bij provinciale verordening niet is voor zien, zullen worden gestraft met eene geldboete van Een tot Vijf guldens. Art. 7. Behalve de agenten van Politie en de andere ambtenaren, bij de wetboeken van strafvordering en strafrecht aangewezen tot het opmaken van processen- verbaal wegens overtredingen van wetten en wettelijke verordeningen, wordt daartoe, voorzoover het over tredingen dezer verordening betreft, ook bevoegd ver klaard de marktmeester voor de veemarkten. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Zeeland volgens hun bericht van den 2 Augustus 1878 No. 3468/19 in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 14 Augustus 1878. De Burgemeester er. Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. naar aanleiding van het verslag om trent den toestand van den Land bouw en de Veeteelt in Zeeland en van de Maatschappij tot be vordering van Landbouw en Vee teelt in dat gewest over 1875, 1876 en 1877. Aan het slot van 1 over het Landbouw onderwijs komt eene herinnering voor, waaraan in wijder kring wel eens de aandacht verleend mag worden. Nadat geconstateerd werd, dat de belang stelling in landbouw-onderwijs door de land- bouwlezingen langzamerhand zal gewekt worden, en het aantal onderwijzers, bevoegd tot het geven van landbouw-onderwijs, toeneemtlezen wij verder: „Maar wat zal dit baten, zoolang het onge regeld schoolgaan een gevolg van den veldarbeid der kinderen -—de kinderen de school op llal2ja- rigen leeftijd doet verlaten, voordat zij ontwikkeld en bekwaam genoeg zijn in de vakken van lager onderwijs, om met eenige vrucht het meer uitgebreid onderwijs in de beginselen der land bouwkunde te ontvangen. Het was het hoofd bestuur dan ook zeer aangenaam te bespeuren, dat de regeering de vraag omtrent den veld arbeid van kinderen niet uit het oog verliest. Bij - brief van 2 Januari 1877 schreef de toenmalige Minister van Justitie, Van Lijnden Van Sanden- burg, dat een ontwerp van wet tot uitbreiding van de wet van 19 September 1874 (Stbl. no. 130), houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarloozing van kinderen, bij zijn departement in bewerking was dat een zeer belangrijk punt, bij de voorgeno men wettelijke regeling te overwegen, den veld arbeid betreft en dat de vraag zich voordoet: of de uitzondering, in die wet van 1874 voor veldarbeid aangenomen, al of niet behoort ge handhaafd te worden? De Minister stelde er prijs op ook ons gevoelen omtrent dit vraag stuk te kennen. Gaarne voldeed het Hoofdbe stuur aan 's Ministers verlangen, te meer omdat het reeds vroeger (1 Mei 1875) een adres van de Geldersche maatschappij van landbouw, waarin op het instellen eener enquête omtrent dat onderwerp aangedrongen werd, bij de 2de Kamer der Staten—Generaal had ondersteund. //Het Hoofdbestuur gaf op 2 Februari 1877 in hoofdzaak te kennendat niet zoozeer uit een sanitair oogpuntmaar meer bepaald tot het tegengaan van schoolverzuim, zoolang leerplicht hier te lande niet kan ingevoerd worden, uit breiding der wet van 19 September 1874 in zooverre wenschelijk is, dat een volstrekt verbod van arbeid van kinderen beneden een bepaalden leeftijd worde uitgevaardigddat die leeftijd op 10 jaar zou kunnen gesteld worden, mits voor de kinderen van 10 tot 13 jaar het half-time- systeem wordt aangenomen, zóo dat bij bezoek der morgenschool de overige werkuren tot het verrichten van veldarbeid zouden worden vrij gelaten. Bovendien achtte het Hoofdbestuur eene flinke vacantie, bijv. van éene maand, ten tijde van den druksten veldarbeid, te regelen naar plaatselijke omstandigheden, ook voor de school zeer wenschelijkgedurende die vacantie zou de veldarbeid van kinderen moeten toegelaten worden. Eindelijk meende het Hoofdbestuur, dat het aanstellen van afzonderlijke inspecteurs, vooral bij aanneming van het half-time-systeem, bepaald vereischt zal worden om te waken tegen overtreding der wet. //Sedert dien tijd is er echter niets meer om trent deze zaak vernomen. De hoop behoeft echter niet opgegeven te worden, dat de tegen woordige regeering ook deze zaak tot een voor werp harer nauwgezette overweging en werk zaamheid zal maken." De tegenwoordige Minister van Justitie wijde ook daaraan eens zijne aandacht en drukke het voetspoor van zijn voorganger Het advies van het hoofdbestuur der Zeeuw- sche maatschappij komt ons in dezen uitstekend voor, hoofdzakelijk als overgangsmaatregel tot het invoeren van den leerplicht. Bij het lezen der korte vermelding,dat krachtige middelen tot bevordering van den afvoer van water ook elders zeer wenschelijk zouden zijn, dachten wij aan hetgeen in Mei 11. in ons blad door zeke ren M. werd geschreven over den z. g. Poel, en het beroep, dat hij deed op de hulp der be stuurders van de Breede Watering. Wij herin neren daaraan nog eens. Onder de rubriek Belemmeringen voor den Land bouw komt bovendien nog voor, dat in de afdeeling Kruiningen de wensch naar watermolens in enkele polders vernomen wordt, maar even later wordt daarin gewezen op de ingenomenheid, die er in de afdeeling Zierikzee onder de landbouwers bestaat met hunne stoomgemalen. De vraag daaraan toegevoegd, of ook niet elders veel land door dergelijke krachtige waterverplaatsers verbeterd zou kunnen worden, dragen wij over aan hen, die geroepen zijn om aan billijke klachten in dezen tegemoet te komen. Het kapitaal, aan zulke machines besteed, zal zeker ruimschoots rente opbrengen door de verbetering van het land. Ook in dit verslag, waarin voor het eerst omtrent den toestand der stallen iets wordt meegedeeld, wordt toch de klacht herhaald, die zoo dikwijls is geuit, dat men zoo weinig of in 't geheel geene verbeteringen brengt in de stallen, die toch over 't geheel zoo hoog noodig verbeterd moeten wor den. //En aan licht, zoo zegt het verslag, én aan lucht èn aan ruimte is er veelal gebrek. Betere afvoer voor mest is in het be lang der gezondheid noodzakelijk. Verder is het wenschelijk, dat de stallen zoodanig van de dorschvloeren gescheiden en van behoorlijke zolderingen voorzien zijn, dat het stof de dieren niet voortdurend hindere." Noord-Beveland wordt bij uitzondering ge noemd als deel van ons gewestwaar de doel matige en zindelijke Hollandsche inrichting in zwang schijnt te komen. Hoe zonderling toch, dat de landbouwers nog zoo weinig hun eigen belang begrijpen en op dat punt behartigen! De Maatschappij gaat volgens het verslag steeds vooruit. Het aantal leden klom tot 2352, waarvan in de afdeeling Kruiningen 169, Hein- kenszand 354, Noord-Beveland 177, Tholen 264, Walcheren 298, Zierikzee 323 Oostburg 302 en Hulst 465. Voor het verhandelde in de verschillende ver gaderingen en voor het financiëel gedeelte ver wijzen wij naar het verslag zelve. Omtrent de afdeelingen luiden de vérslagen gunstig. Bij alle was het ledental toenemende, terwijl bijzonderheden daaruit verder niet te vermelden zijn. Ten slotte bevelen wij de lezing van het gansche verslag nogmaals aan. De examens voor het verkrijgen van akten van bekwaamheid tol het geven van lager school- en huis onderwijs voor de tweede maal in het ioopende jaar zullen gehouden worden voor Zeeland 16 Oct. aanst. en volgende dagen. Zij, die een dezer examens wenschen af te leggen, moeten zich uiterlijk voor 25 September aanmelden bij den schoolopziener van hun district. Bij kon. besluit is aan jhr. W. A. Van der Feltz, met ingang van 1 Oct. e. k., op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgemeester van Assenmet dankbetuiging voor de in die betrekking bewezen diensten. De 2e luit. J. H. Van der Burg vandelekomp. Ie bat. 6e reg. inf. te Bergen-op-Zoom is overgeplaatst bij de 4e komp, van dat onderdeel te Willemstad, ter vervanging van den 2en luit. F. 11Donner, die voor vijf jaar gedetacheerd is bij het leger in Nederl. Indië Oost-Indië. Geplaatst bij de 18de komp. art. te Batavia de 2de luit. C. Moll. Naar aanleiding van ons bericht over het register van den Standaard in zake het volks petitionnement meldt de heer F. Hage, predi kant bij de Hervormdo gemeente te Wolfaarts- dyk, ons Onmiddellijk na de aanneming der nieuwe wet door de Tweede Kamer is vau hier recht streeks aan Z. M. een request gezonden, ge- teekend door 169 personen, meest hoofden van huisgezinnen en enkele andere belanghebbenden, geen kinderen terwijl ook het getal kinderenter wier behoeve het plaats had daarbij niet is opgegeven." Wij danken dien heer voor zijne mededee- ling, en hebben daarbij alleen te voegen dat Wolfaartsdijk 2098 inwoners telt. De statistiek van den handel en da scheepvaart in ons land gedurende Jnni 1878 ligt aan ons bureau ter lezing. Met genoegen vermelden wij, dat nog van andere zijden dan door de directie der sociëteit i, Van Ongenuchten Vrij," die dezer dagen een lijst in omloop bracht, waarop wij nogmaals de aandacht der leden vestigen, ter wijl wij tot teekenen ten zeerste aansporen ge tracht wordt met de kermis flinke, degeljjke vermaken in 't leven roepen. De koninklijke handboog-sociëteit Jacoba Van Beijeren blijft daarbij dit jaar evenmin als vorige jaren ten achter. Zij zal op Vrijdag den 80 Augustus een concours met den hand boog naar den vasten vogel geven. De sociëteit zelve looft daarbij 25 uit op den hoofd vogel, een verguld zilveren medaille voor het verst- afkomend gezelschap, terwijl een zelfde medaille is uitgeloofd door den heer J. J. Koens voor het gezelschap, door de meeste leden vertegen woordigd. Het concours zal opgeluisterd worden door het muziekgezelschap Accelerando," onder directie van den heer J. F. Liesoy uit Mid delburg. De rederij kerskamer Aurora" zal ook in de kermisweek twee openbare opvoeringen ge ven, die beiden door muziek zullen worden opgeluisterd. Bij een dier opvoeringen zullen twee zeer nieuwe stukken gegeven worden, en welVriend Fritz van de gunstig bekende Franschevolksschrijvers Erckmann-Chatrian, en De dochter van den barbier, een oorspronkelijk blijspel van den bekenden schrij ver Gerard Keller. Eerstgenoemd stuk, waarvan eene Neder landsche, zeer verdienstelijke vertaling van den heer Boudier eerst onlangs het licht zag, werd en wordt nog steeds te Parijs met uitnemend succes opgevoerd, en is ook te Rotterdam door het tooneelgezelschap van de heeren Le Gras Van Zuylen en Haspels gespeeld. De Nieuwe RotterdamscJie courant leverde destijds een aller gunstigste recensie van het stuk, wat trouwens niet anders was te verwachten. De toestanden zijn zeer lief en in-natuurljjkwaardoor trou wens al de werken van jdie Fransche schrij vers steeds zoozeer uitmunten. Voor kostumeering, zooals deze op het Rot- terdamsche tooneel plaats had, zal door den heer Durivou worden gezorgd.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1