Donderdag 4 Juli. OFFICIËELE MEDEDEELDEN. GOES, 3 JULI 1878. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maaxdaq-, Woinsdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76. Afzonderlijke nommers 6 ct., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a j 1.—. Dienstaanbiedingen, niet meer dan A regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By di recto opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Patijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN" DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. u Het Zuiden", het orgaan der anti-revolu tionaire partij in onze provincie, heeft eene geloofsbelijdenis geopenbaard, die zij voor de onze uitgeeft. Wij herinneren ons echter niet in handen der heeren van de redactie zulk eene belijdenis te hebben afgelegd, .en weten even min op welken grond zij zich verstouten onze geloofsgeheimen stelt, dat de door haar omtrent ons gegeven ophelderingen waar zijn zoo maar openbaar te maken. Voor wie wij ooit zouden nederbuigen om belijdenis van ons ge loof af te leggen, nooit voor de mannen van het Zuiden. Wanneer wij een enkele maal ons daaromtrent uiten, dan doen wij dit in 't open baar, in 't belang van 't algemeen en tot voorlich ting van hen die zich door ons willen laten voorlichten. Wij dringen niemand iets op, en herinneren ons niet ooit verkondigd te hebben, dat wij en onze partij onfeilbaar zijn. Aangenomen, dat wij zulken onzin dachten, dan geven wij nhet Zuiden" gerust de verzekering, dat wij ons wel zouden wachten dien openlijk te verkondigen. Op een preekstoel of zendingswei valt 't ge makkelijker dergelijke dwaasheden te zeggen; in een publiek blad, waar gelegenheid tot po lemiek bestaat, is 't voorzichtiger, die punten te laten rusten. Hoe komt nhet Zuiden" dan toch aan de zekerheid, dat wij voor zulk een geloof, dat het onze niet is, bepaald recht van beslaan eischen? De redactie vertelt echter nog meer leugens Wij smalen, zegt zij, op de domme menigte. Waar en wanneer deden wij dit Nergens, nergens. Wij verkondigden wel eens medelij den met die menigte te hebben, omdat zij zoo verschrikkelijk geëxploiteerd wordt; en waar men medelijden gevoelt, daar denkt men niet aan smalen. De beeldspraak van /het Zuiden,1'over dominés- jacht, waartoe wij ons met stokken gewapend hebben, vinden wij niet zeer fijn. Zij doet ons denken aan hazen en patrijzen, maar tevens aan het spreekwoord, dat handelt over het gemak kelijk vinden van stokken, wanneer men iemand wil slaan. Het komt ons voor, dat de redactie - nog eenigszins gevoelig over hetgeen ons blad in hare oogen misdreef tegenover de mannen van het zendingsfeest, maar onmachtig om de feiten, in het bewuste verslag voorkomende, te weerspre ken - nu eene andere gelegenheid zoekt om ons eens aan te vallen. En daartoe meent zij nu eene schoone aanleiding gevonden te hebben in onze waarschuwing tegenover de schoolwet-beweging, die wij in ons nommer van Zaterdag richtten tot onze lezers en lezeressen. Is 't niet de plicht van een blad, om te waarschuwen, waar zoo menigeen misleid kan worden? Mag men niet aansporen tot eigen, zelfstandig nadenken? Om te weerleggen hetgeen wij schreven, zou volgens de redactie al te naïef zijn; zij draagt ons liever op om te erkennen,dat wij in de onmogelijk heid zijn al de door ons gedane beschuldigingen met een enkel bewijs te staven. De berichten in de bladen zjjn volgens haar leugens en nu dienen wij onze verklaring, dat er slinksche wegen en onzedelijke drijfmiddelen worden gebezigd om handteekeningen te verwerven op het volks- petitionnement, te herroepen. Dit weigeren wij hepaald, want in hetzelfde nommer van Zater dag van ons blad komt een bericht voor uit Rilland-Bath, dat voor ons beweren pleit en naar waarheid is; maar bo vendien, als getuige iu onze zaak beroepen wij ons op een der voorstan- standers zeiven van het petitionnement, den heer A. Van Schelven, te Goes, aan wiens waarheids liefde de redactie toch wel allerminst zal twij felen. Op de alhier gehouden bijeenkomst in de bijzondere school heeft genoemde heer zelf gewaarschuwd en als de redactie 't ver slag daarvan in ons blad had gelezen, zou zij 't weten een feit aangehaald, hoe iemand tot teekenen was overgehaald, doordien er mis bruik was gemaakt van eens anders naam. Dat éene feit uit den mond van zulk een getuige pleit reeds voldoende voor onze waar schuwing. En nu moge er bij sommige be richten overdrijving plaats hebben, anderen dragen toch voldoende sporen, dat er grond van waarheid is en alle reden om op zijne hoede te zijn. De inquisitoriale maatregel, in Utrecht genomen, om voor- en tegenstanders van het petitionnement voorloopig op te schrij ven, gaf reeds aanleiding dat iemand op de lijst der toekomstige petitionarisseu was gezet tegen haar wil. Dat feit is niet te weerspreken. Welnu, waar zulke middelen worden gebezigd om de beweging op touw te zetten, daar is en blijft onze plicht te waarschuwen om op zijne hoede te zijn. En dan was onze waarschuwing in 't alge meen tevens, en gold zij ook het teekenen van lijsten van andere, o. a. katholieke, zijde op touw gezet. Is ook daarvoor waarschuwing overbodig In de Tweede Kamer is't gebleken, hoe een massa handteekeningen door een en dezelfde hand gezet waren, hoe o. a de heer F. C. Timmer», te Sittard, protesteeren moest tegen het voorkomen van zijn naam buiten zijn weten en toedoen op een request tegen de schoolwet, met welke hij Instemde. Heeren van nhet Zuiden", wij hebben niets te herroepen Wij zelven erkenden tevens, dat dergelijke misbruiken zeer goed buiten medeweten van de leiders der beweging kunnen plaats hebben en daarvoor kunnen zij onmogelijk wakenmaar dat maakt 't des te dringender noodzakelijk om tegen den te grooten ijver van de leeken te waken. Wij bestrijden geenszins hen, die uil ivaar- achtige overtuiging, goed bekend met den toe stand zijnde en daarover kunnende oordeelen, vragen om hetgeen zij naar hun gevoelen tot heil van ons land achtenmaar hoe weinigen zijn datl Doch de redactie van „het Zuiden" moest zich wachten om een tegenstander verdacht te maken door zulke entre-filetsals zij in haar laatste nommer plaatst. En nu willen wij ten slotte eens aannemen, dat zij gelijk heeft met hare beschrijvingHdat de kerk in onze verbeelding slechts bestaat als instrument om eer- en lieerschzucht na te jagen, predikanten voor niets toegankelijk zijn dan voor geld, hun spreken en handelen boerenbedrog is, en zij, die hen volgen, allen dom zijn." En dan vragen wij: is die verbeelding zoo verre van de werkelijkheid? Wij voor ons zelven zoeken geen heil bij eenige kerk, maar daarom toch zijn er onder hen, die daarvan hun heil verwachten, zoovelen, van wie wij met Schimmel uitroepen ,/Ik ken onder u zoo veel vroeden en vromen Ik ken onder u menig eedlen van geest, Die, noeme de wijze der aarde 't ook droomen, In 't licht van de starren den Eeuwige leest Hen eerbiedigen, hen achten wij hoog, en dat geldt zoowel van predikers als van leeken. Maar luister in de kerken, welke taal daar menig maal wordt gesproken; let op de mannen, die op den kansel prediken niet tot eer van hun Meester, maar om zelven vooruit te komen en carrière te maken en vraagt dan u zelven af, of de werkelijkheid niet vaak alle achting ons ontnemen moet voor den geestelijken stand Hier voert er een de menschen tot razernij daar verkondigt een ander stellingen, die hij vroeger verwierp, alleen omdat hij bevreesd was zijn leven te moeten slijten op een klein plaatsje, wanneer hij geen drijver werd ginds specu leert een ander op de goedgevigheid zijner hoorders, en het zendingsfeest heeft 't vol doende bewezen alle middelen zijn bij velen goed om de stoffelijke belangen te dienen boven de geestelijke. En dat moet van invloed zijn op de leeken. Of is voor die heeren van nhet Zui den' de waarschuwing ,/En gij, die verdeelt door uwe kerkelijke kleuren, Ons telkens uw haat in uw Godsdienst doet zien, Bespeurt gij dan niet hoe de kerkmuren scheuren, Hoe de edelsten onzer uw tempels ontvlien?" nog niet voldoende bewaarheid? Bemerken zij niet, dat met uitzondering van de aristocratische adellijke elementen, door wie tegenover het plebs de kerk nog in eere moet worden gehouden de flinke, ontwikkelde mannen zich aan kerkelijke zaken hoe langer zoo minder gelegen laten liggen? Zoo zij dat niet zien, dan zijn zij blind. En in dat geval zien wij geen kans hen ziende te maken. Bij ministerieele beschikking zijn de chefs der korpsen gemachtigd, aan de miliciens der lichting van 1875, na afloop der najaarsoefeningen, vergunning te verleenen, om zich in 't huwelijk te begeven. De mi liciens, die om eene ol andere reden aan die oefeningen geen deel behoeven te nemen, kannen die vergunning al dadelijk verkrijgen. Benoemd tot gezworenen in de polders; Leendert- Abraham, A. Uarkusse Az. Adriaan, H. Roelof. Anna Friso, J. Leendertse Hz. Willem, M. Noordhoek. Soele- kerke, D. Remijnse. Oud-Noordbeveland, J Rijke. Oud- Wolfaartsdijk, G. Van Damme. Oost-Nieuwland, P. Koe man. Oost, J. Van Liere. Westerkerke, A. Van Strien. Waterschap Kruiningen, P.Kole Mz. Nieuw Krabbendijke, A. De Kok Jz. Maags, J. Butijn. Muije, gemeente St. Maar tensdijk, L. Westerweel. -*ieuwlande, J. VerlareSz. Rei- eerbergschen, .I J Van Gorgel Hz. Onrust, P. Israël. Deur- loo, gemeente Tholen, C.Christiaanse. Oude, te Sint Phi- lipsland, C W. Van Hieuwenhuyzen, Thoorn, J. Vau Schouwen. Stads, A C. Danckaert». Waterschap de Vrije polders onder Tholen, C. Bierens en M. Christiaanse. Nieuwenpolder (annex Stavenisse), J. C. Luyk. Molen, polder, J. Scheele. Het waterschap Oud-Vosmeer, W. H. Van Gorsel. Het waterschap Poortvliet, A. De Rijke en W. VandeVate. Het waterschap Hoedekenskerke, J. Van Dijke. Den Noordkraaiert, W. Karelse. Waterschap St. Maartensdijk, J. Geluk. Zuidkraaiert, P. Karelse. Den Nieuwen Olzendenpolder, H. A. Markusse. Den polder Pierssens, A. Scheele. Westerland.J. Van Damme. Baar land A. Vaar. 's-Heer Arendskerke. Naar men ver neemt is tegen een ingezetene procea-verbaal opgemaakt wegeus het onbevoegd uitoefenen van geneeskundige praktijk. Beklaagde moet een geneesmiddel verstrekt hebben tegen een uitwendig menschelijk ooggebrek, dat gelukkig met een gnnstigen uitslag is bekroond. Wolfaartsdijk. Op voorgang van Yer- seke stelt men zich ook hier voor eene proef neming, vooreerst op kleine schaal, te doen met de oester-cultuur, waartoe, by de open bare verpachting op 27 Mei jl. te Middelburg van het vaarwater »de Zandkreek", voor de vangst en teelt van schelpdieren, 2 perceelen zyn toegewezen aan 7 personen in gemeenschap, nl. de heeren mr. C. P. Lenshoek, C. Van Damme Jacsz., M. Weststrate Mz., N. Valkier Jz. en J. Voorbeijtel, allen te Wolfaartsdyk, en D. en K. Bakker, vader en zoon, te 's-Gravenpolder. Het bestuur van deze vereeuiging, iu de vorige week benoemd, bestaat uit: K. Bakker, voor zitter, C. Van Damme Jz., vice-voorzitter, M. Weststrate Mz., secretaris, en Jacs. Van Damme Cz., penningmeester, terwyl het opzicht is toe vertrouwd aan Nies. Valkier Jz. Moge deze onderneming, welke den naam voert vau Wol- faartsdijks Oestercultuur"waarmede eerstdaags een begin staat gemaakt te worden, niet alleen een gewenscht succes voor de deelhebbers heb ben, maar vooral ten bate strekken van den arbeidenden stand, welke daarin ruimschoots vergoeding moge vinden voor het gemis in de vervallen meekrapreedery Aanstaanden Vrjjdag zal ten stadhuize te Amsterdam vergaderen de Hoofdcommissie voor het nationaal huldeblijk aan Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden. In deze byeenkomst zal van gedachten wor den gewisseld over den aard van het aan te bieden geschenk (waarvoor thans ruim f 60,000 is ingekomen), alsmede over de ornamentatie van het album, waarvan de vervaardiging aan eene voorname boekbinderij te Weenen is opgedragen. Het algemeen bestuur van het Multapa- tiorsboud heeft een adres aan den Koning ge richt waarin het, in verband met het onrust barend toenemend gebruik en misbruik van ster ken drank, aandringt op beperking van de ver gunning om sterken drank te tappen. De voorzitter van den Geneeskundigen Raad voor Overysel en Drente heeft de aandacht gevestigd op het door de firma Heeremans Co. te Rotterdam ook aan meelfabrikanten en bakkers te koop aangeboden zoogenaamd bloem- wifc, hetwelk bij onderzoek gebleken is niets anders te zijn dan gepraecipiteerde gips. De N. R. Ct. verneemt, dat prins Oscar, tweede zoon des Konings van Zweden, die den 22en Juni van Lissabon zou vertrekken met de Zweedsche oorlogskorvet Saga, aan boord waarvan hy zich als adelborst bevindt, ver moedelijk binnen kort ons land zal bezoeken. De genoemde korvet zal te Nieuvediep of IJmuiden binnenloopen. De prins reist in cognito. STATBN-GlfllN KRAAU TWEEDE KAMER. In de Diasdag gehouden zitting is volgens een den vorigen dag genomen besluit eerst afzonderlyk behan deld het amendement-Moens op art. 8, om de arron- dissemeuts-schoolopzieners te vervangen door districts schoolopzieners. Volgens den Voorsteller zou het regeeringsvoorstel omtrent het sohooltoezicht het dosl niet bereiken. Voor eenheid vau het schooltoezicht waren noodig 5 a 6 inspecteurs en 34 a 35 bezol digde districts-schoolopzieners, maar geen onbezoldigde arrondissements-schoolopzieners, eigeuiyk niets anders dan de bestaande districts-scboolopzieners, maar met Jageren titel. De heeren Ferheyen en Van JSaamen wilden bet behoud van een goed aantal onbezoldigde schoolopzieners, maar de aanstelling van adjunct-inspecteurs, om de inspeoteurs ter zyde te staan. De Minister verdedigde zyn stelsel; de strekking daarvan was de inspecteurs, ten getale van 4 a 6, te maken tot technische adviseurs; de bezoldigde dis tricts-schoolopzieners te maken tot administratieve ambtenaren en de onbezoldigde arrondissements-school- opzieners het toezicht en de leiding van zeker aantal scholen toe te vertrouwen. In zedelijken invloed zouden laatstgenoemden, hoewel onbezoldigd, zeker staan boven hun bezoldigde collega's, en van goed toezicht zou men by hen verzekerd zijn. De heeren Borgesius en Crerners bestreden het voorstel van de Regeeriug evenals de heer Fan Napen, de laatste vooral met het oog op de fiuanciëele quaestie, in verband met de jongste tylingen uit Atjeh. De discussie over het amendement is afgeloopen, doch de stemming aangehouden tot na de behandeling der overige amendementen op art. 8, betreffende het kwee- kelingen-stelsel. Art. 8 bepaalt, dat de kweekeliugen op school worden toegelaten met goedkenriag van het school toezicht, mits zij 1° niet jonger dau 17, niet ouder dan 19 jaren zyn; 2° niet anders dan onder toezicht van bevoegde onderwijzers werkzaam zyn, en 8> een bewijs bezitten van zedelijk gedrag en bevoegde vor deringen. Hierop ziju voorgesteld 5 amendementen: a. van den heer Moensom voldoende waarborgep- te eischen dat de kweekelingen nog ttieoreiison ouderwijs omvangenb. van den heer fan den Berch van heemstede, om den leeftyd te bepalen van 1719 jaren; c. van den heer Fan der Kaag, om alleen te bepalen, dat zij niet ouder dan 19 jaar mogen zijn; d. van den heer Mackay, om art. 8 alleen te doen strekken voor de openbare school, maar voor bijzonder onderwys te bepalen, dat kweekelingen samen worden toegelaten, mits ouder toezicht werkende; e. van den heer F an der Feltz, om kweekelingen even als tot dusver als werkkracht op school toe te laten. Na bestrijding van al de amendementen door den Minister, waarby hij echter de beslissing over 17 of 15jangen leeftyd van de kweekelingen aan de Kamer overliet, zijn de verschillende amendementen verworpeD, behalve dat van deu heer Ferheyen, dat met 58 tegen 20 stemmen aangenomen werd, en is daarna bet artikel aangenomen. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Door het kiescollege uit de Hervormde Ge meente alhier is Donderdag, uit het vroeger vermei ie drietal, tot predikant beroepen de heer Creutzberg, predikant te Woudenberg. Wilhelm in adorp. De bevestiging van onzco nieu wen leeraar door Prof. Fan Ootterzee, uit Utrecht, is tbaus bepaald op Zondag a. s.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1