1878. N°. 73. Zaterdag 22 Juni. 65ste Jaargang. Het zesde Znider-Zendingsfeest, PATENTRECHT. ISCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vbijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo kinnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommcrs 5 ct., met bijblad 10 ct. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bjj d irecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend. Agenten voor liet buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STELNER en HAASENSTEIN YOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Zij, die zich tegen 1 Juli op de Goesche Courant ahon- neeren, ontvangen de deze maand nog ver schijnende nommers gratis. De BDRGEMEESTER van GOES brengt bij deze ter kennis van een ieder, wien het aangaat: dat het primitief eerste gedeelte kohier van het PA TENTRECHT voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18781879 op heden ter invordering is gesteld in han den van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente, en ieder verplicht is zijo aanslag ten gestelden tijde te voldoen. Goes, den 20 Juni 1878. De Burgemeester voornoemd. M. t'. BLAAUBEEN. GOES, 2UUNM87& Zaterdag 22 Juni zal het 25 jaar geleden zjjn, dat de heer M. J. Soutendam benoemd werd tot Kapitein-commandant der dd. schutterij al hier. In dien tusschentijd werd hij door Z. M gedecoreerd met de ridderorde van de Eiken kroon en verkreeg hij den personeelen rang van Majoor. De bewuste bgeenkomst, ten behoeve van het volkspetitionnement, uitgaande van het bestuur der christeljjke school alhier, zal nu plaats hebben op Maandag den 24 Juni a. s., des avonds te half acht uren, in het lokaal van de bijzondere school. Wij maken de belanghebbenden opmerk zaam, dat iu den nacht van Donderdag op Vrijdag 27 en 28 Juni een extra-trein zal loopen van Vlissingen naar Rosendaal, tot ver voer van bijen. Deze trein vertrekt te 3 uren uit Vlissingen (stad) en zal, behalve te Vlake en te Rilland aan alle stations stoppen. 's-Hecr Arendslterlce. Omtrent de aanleiding der arrestatie van den persoon D., vermeld in het vorig nommer, verneemt men dat deze zich bij een ingezeten heeft vervoegd als een bediening waarnemende in eene straf gevangenis, en op die wijze geld in ontvangst heeft genomen ter bezorging aan zjjn voor gewenden ondergeschikte, die daarin wordt ge detineerd zulks terwjjl hij zelf als gevangene onlangs was ontslagen. Ilansweert. Een groote Engelsche stoom boot, met granen van Odessa naar Antwerpen, liep heden (Vrijdag) morgen door mist op den berm van 't licht van Walsoorden. De boot zit zeer gevaarlijk. Sleepbooten vertrek ken ter assistentie. 's-IIeereiihoelt. Aan bet concours Woensdag door de bandboogsociëteit »St. Se- bastiaan" alhier gegeven bij gelegenheid van haar lOOjarig bestaan, werd door 96 schutters deelgenomenvertegenwoordigende 16 gezel schappen. Voor het begin der scbieting werden twee der oudste leden van St. Sebastiaan, zijnde de Gebr. Remijn, die achtereenvolgens 56 en 52 jaren lid dier sociëteit waren, aangenaam ver rast, daar aan elk, namens hunne medeschut- ters, een prachtig eerekruis aangeboden werd. Na in optocht, voorafgegaan door bet mu ziekgezelschap Concordia" van 's-Heerenhoek, zich naar het scbietterrein begeven te hebben, nam de wedstrijd een aanvang en werd de prijs van f 25 behaald door J. Boonmanvan de sociëteit Soranus", te Heinkenszand; de me daille voor het verstafkomend gezelschap door de sociëteit //de 3 Korenbloemkens", van Krni- ningen, en de medaille voor bet gezelschap, vertegenwoordigd door de meeste leden, door de sociëteit »Soranus", te Heinkenszand. Na eerst hinder van de zon gehad te heb ben, werden de schutters later nu en dan ont haald op een fikscbe regenbui, doch niettegen staande dien tegenspoed liep alles iu de beste orde en tot aller genoegen af. Het muziek gezelschap voerde nog eenige stukken op uit stekende wijze uit. Naar de Midd. Ct. verneemt zal, te begin nen met Maandag 24 Juni a. s., de trein, die om 10.34 uit Goes vertrekt, ook te 's-Heer Arendskerke en Arnemuiden stoppen. De regeling is aldus: vertrek van Goes 10.34, van 's-HeerArendskerke 10.42, van Arnemuiden 10.59, van Middelburg 11.10; aankomst te Vlissingen 11.19. Een gelijksoortig geschil als vroeger be staan heeft tusschen Gedeputeerde Staten van Zeeland en het gemeentebestuur van Kloetinge over het onderhoud van den 's-Gravenpolder- schen straatweg, voor zoover die over het grond gebied der gemeente Kloetinge loopt, was in den laatsten tijd gerezen tusschen voormeld college en het gemeentebestuur van 's-Graven- polder over het onderhoud van dat gedeelte van bedoelden weg, 't welk door de kom van het dorp 's-Gravenpolder loopt. Bij Kon. besluit van 8 Juni 11. no. 19 is op het advies van den Raad van State en de voordracht van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ook dit geschil ten na- deele der provincie beslist en verklaard, dat de provincie Zeeland belast is met bet onderhoud van het boven omschreven eind weg. Ter terechtzitting van de arrondissements rechtbank te Middelburg van 19 Juni is als advocaat beëedigd de heer mr. Willem Pol man Kruseman. De Middelb. Ct. zegt, dat van het onlangs medegedeelde gerucht, als zou de stoomvaart maatschappij Zeeland voornemens zijn, na de voltooiing van den spoorweg Arasterdam IJ muiden een stoombootdienst van Amsterdam op Queensborough te openen, bg de directie dier maatschappij niets bekend is. Op 25 Juni aanstaande wordt te Ter Neuzen eene brigade der maréchaussee geves tigd, waarbij als commandant wordt geplaatst de brigadier Gilles, thans brigade-commandant te Philippinevoorts zijn verplaatst de brigadier Vermeulen van Axel naar Hontenisse de bri gadier Oornick van Westkappelle naar Philip pine de brigadier Van Pelt van Bladel (Noord- Brabant) naar Westkapelle en de brigadier Hoekman, tijdelijk te Hontenisse, tijdelijk naar Axel. Te 's-Hage is Donderdag overleden 's ko- nings opperhofmaarschalk mr. H. M. C. baron Clifford. Prins Hendrik is gisteren uit Berlijn op het Loo aangekomen. De voormalige president der Vereenigde Staten, generaal Grantheeft Donderdag met zijne echtgenoote de residentie verlaten en zich naar Amsterdam begeven. gehouden den 19en Juni, te 's-HEER ARENDSKERKE. EEN VERSLAG MET OPMERKINGEN DOOR V. d. P. MET FEEST ZELF. Vervolg.) Treurig schouwspel, toen ik voor de tweede maal de wei betrad, waar 't feest werd gevierd Zoo vrooljjk en prettig als alles er uitzag, toen ik bij den aanvang der pauze heentoog om nog een en ander voor het nommer van dien dag te schrijven, zoo akelig somber en nat was nu alles gewordenMaar ik was er op voorbereid. De regen stroomde reeds neder op mijn eersten terug tocht naar Goes en hij kwam neer met dubbele woede, terwijl ik t'huis zat te schrijven. En al moge hij in Goes harder gevallen zijn dan op de hoofden der feestgenooten, toeh heeft hij trots al 't hoovaardig snoeven der predikers die plek niet gespaard. En ik had o! zoo diep meelij. Niet met u, heeren leiders, en met het mislukken van uw werk, want dat liet me koud. Als ik geloofde aan een God, zooals gij dien predikt, dan zou ik uit dien regen een les getrokken hebben, een les, die mij tot nederigheid moest stemmen. Ik zou mezelven afgevraagd hebbenKan 't gebeurde ook een wenk voor me wezen, dat ik mij in 't ver volg niet zoo verhoovaardigen moest op de wel daden, die de Heer mij bewijst? Ik stofte er altijd op, dat de Heer de zendingsfeesten steeds met mooi weer begunstigt ik liet 't voorkomen alsof God alleen tegenover ons de natuur zoo goed gunstig deed zijn, en den vorigen avond nog be roemde ik me daarop. Om mij nederigheid te leeren, heeft Hij me thans zeker zoo zwaar gekastijd Dat zou ik gedaan hebben, zoo ik in uwe plaats ware geweest. Maar gij predikt de nederigheid met uwen mond en verheft toch u zeiven. Want niet éen uwer legde zulk eene belijdenis af; ge vergenoegdet u nu met te zeggen, dat niemand mocht vragen, waarom het regende En gij ver stout u wel te verklaren, dat de Heer schoon weer geeft, omdat 't zendingsfeest is O heeren, wat zijt gij inconsequent En ik, ik had zoo diep meelijIk zag op mijn tweede heenreis naar het feest eene arme vrouw met een wagentje, waarin zich haar voorraad be vond, dien zij vóór de zendingsvvei had willen verkoopen. Zjj was doornat en haar koopwaar be dorven Hoeveel schade zou die arme stakkert gehad hebben! Ik miste zoo menig ongelukkigen bedelaar, die door den regen verhinderd werd nog iets te ontvangen, en ik zag zoovelen, wier kleederen bedorven waren En dan, lioeveler feestvreugde was verstoord! Of zjj kwamen om natuur- of geesteljjk genot te smaken doet er niet toe, hun vreugde was weg! Met natte kleeren te waden door glibberige wagen en eene natte weide, 't beneemt de vreugde, 't genot. En met die allen had ik meelij. Zjj hadden schooner weer verdiend. En toch, niettegenstaande de stemming, die mij door een en ander beheerschte, gaf de regen me ook tot lachen aanleiding. Als men menigeen zag glijden als langs een ijsbaan of skatingrink; als men deze of gene met een glas bier, een broodje of iets anders in de hand, een on verwachten pas zag maken, waarbij hij moeite had zich staande te hou den, dan kon men moeieljjk ernstig blijven. En zag men onder de tentjes, hoe vertrouwelijk men daar saamvergaderd was, beveiligd tegen den regen, dan moge de verzoeking om daar te schuilen groot zijn geweest, men had toch bij 't aanschouwen reeds genoeg stof tot vreugde. Maar die regen had nog meer op zijn geweten. Zelfs een verslag gever hinderde hij verschrikkelijk. Terwijl men aan- teekende, waven de droppels dadelijk gereed om uit te wisschen wat er geschreven stondEen aan- teekenboekje geleek veel op een pas geschreven brief, waarop een vlieg eene wandeling had ge maakt. Doch 't zotst van alles was zeker, dat 't slot van 't feest door dien regen geheel in duigen viel! Het is wel wat onbegrijpelijk, maar de regen heeft een der sprekers gedupeerd De heer S. A. Van den Hoorn, van Tiel, hield de slotrede, en o! heb meelij met zoo'n man hij moest beginnen met te verklaren, dat het slechte weer hem verhinderde te zeggen wat hij meende te doen, m. a. w. datde preek, diehij gemaakt had en meende af te steken, geen dienst doen kon, want zij was gebaseerd op droogtezjj was een mooiweers-preekje. En de heer Van den Hoorn moest daarom iets anders zeggen en iets doen, wat hjj niet kon improviseeren Is er treuriger toestand denkbaar, dan dat bjj een vuurwerk het groote stuk mislukt? Welnu, 't zelfde heeft op 't zesde zuider-zendings- feest plaats gehad. Maar zoolang de voorraad strekt, moet men zich dan wel vergenoegen met klein vuurwerk, met voetzoekers en zonnetjes. Dit begreep de heer Van den Hoorn ook. In allerlei variatiën begon hjj te verkondigen dat het regende, alsof de goede toehoorders dit zelf niet bemerkten. Nu eens wees hjj er op, dat het regende op dit ons zendingsfeest, dan weer: op dit ons zesde zuider zendingsfeest, vervolgens op dezen dag, om eindeljjk teneinde den zin iets langer te maken, daar bjj zulk een improvisatie toch elk woord geld waard is, te verkondigen, dat liet regende op dit ons zesde zuider-zendings feest, dat loij voor de tweede maal te s-Heer Arendskerke vieren. Maar waarom regende 't vol gens hem? Moeieljjke quaestie! Na lang keeren en wenden opperde hij eindelijk de vraag: zouden wij wel ernstig genoeg hebben gebeden? En op den bid stond had de heer Van Schelven verteld, dat hjj zelf 's nachts op zjjne sponde had liggen bidden, en dus zjjn nachtrust ervoor had opgeofferd. Zou zoo iemand dan niet ernstig zjjn bij zulk bidden op bed? Maar toch vond de heer Van den Hoorn 't zoo onmogelijk niet, dat het daaraan had ont broken, en hjj wekte dus tot ernst op. Men weet immers, dat God geen bidder laat staan, maai de grondtoon van elk gebed moet toch wezen nNiet mijn wil, maar Uw ivil geschiedei' Nu was de spreker er eindeljjk, maar 't had moeite gekost. En die regen moest eene gezegende vrucht geven. Uit die regendruppels moesten wjj onze afhanke- ljjkheid van God verstaan. Evenals die regen, moest de regen des geestes neerdalen. Die vergeljjking ging hjj bekende 't zelf niet op, want aan geestesregen was nog groot gebrek, maar aan den regen die neerviel was volstrekt geen behoefte. Hoe jammer, want stel dat de landbouwers ver langd hadden naar water, dan zou dadelijk het thema behandeld zjjn, dat de Heer zegent al onder vindt een ander ook eenige teleurstelling, of eene dergeljjke redeneering. En dat alles en nog veel meer verwards sprak de heer Van den Hoorn naar aanleiding van de woorden van PetrusHeere, H is ons goed, dat wij hier geweest zijn, een stof, welke door ds. J. E. Montijn, van Zieiikzee, die de eerste afscheids rede hield, oneindig beter, ernstiger, gekuiscliter en harteljjker behandeld was Van het vervolg op die woorden: «Laat ons hier tabernakelen bou wen", vergenoegde de heer Montijn zich met te zeggen, dat dit niet kon, maar de heer Van den Hoorn verklaarde, dat de natuur daartoe niet stemde. Mjj dunkt, dat, als er ooit aanleiding be stond om naar een tabernakel (tent) te verlangen, het zeker wel Woensdag op de zendingswei is geweest. De natuur stemde mjj ten minste wel daartoe. En dat nog velen bleven luisteren, was zeker meer noodzaak dan verkiezing. Was er ge legenheid geweest om beschut te worden voor den regen, ik betwjjfel of wel éen in al die nattig heid was bljjven staan. Maar die gelegenheid ont brak, zoodat men wel moest bljjven wachten, tot de treinen vertrokken. Dat 't ook bjj den slotredenaar niet ontbrak aan opwekking tot geven zij 't dan ook zjjdelings spreekt van zelf. Hjj beweerde, dat die regen ons losser moest maken van 't geld. En terwjjl ik, zoo goed en kwaad als ik kon, die woorden opteekende, zag ik links en rechts een zakje naar mjj uitgestoken, waarvan éen spoedig verdween, toen een der collectanten bemerkte, dat éen gelegenheid al genoeg was om rajjne losheid van het geld te toonen. Is 't niet een bittere ironie, om hun, die wie weet! hoevele ontberingen zich moeten getroosten om de schade te vergoeden, welke die regen hun berokkende, nog vasthou dendheid te ontraden? Welzeker, ik begrjjp 'tDie losheid van 't geld kan nuttig wezen voor de zending; want iedere rede, iedere bus en men vindt er zoovele iedere collectant en dit moet tot eer van dat gilde gezegd worden: elk lid ervan deed zjjn best, zelfs tot ergernis van de heeren op de spreek plaatsen, die ook niet met rust werden gelaten, en ook' wel eens moeten herinneren, dat zjj pas hadden gegeven, adres aan ds. Kromsigt, uit Cort- gene, die allen waren sprekende getuigen van de losheid, die de leiders van het zendingsfeest voor het geld bezielt. Zjj verlangen immers niets! Nog éen bon-mot van den slotredenaar, en ik laat den heer Van den Hoorn rusten. Hjj neme echter den raad aan, van nooit meer te impro viseeren en te zwjjgen, als hjj met een mooi- weers-preek in 't hoofd loopt, eu het regent. Dat bon-mot nu was tintelend van vernuft, zooals wjj er slechts weinigen hoorden: Men zegt, dat 't zendingsfeest in 't water is gevallen, omdat er zooveel water in zendingsfeest viel." Neen, be weerde hjj, dat is niet zoo, en hjj herhaalde die geestigheid nog eens met eenige variatie. Trou wens, dat mocht wel. Zoo iets pittigs hoort men gaarne tweemaal!? Maar vergeef me: ik zie geen kans weer te geven, waarom volgens hem hét feest niet mislukte. Ik zou wel een weddingschap willen aangaan, dat geen zjjner hoorders dat kan; zjjn betoog was dan ook niet te volgen. Maar zoolang hjj geen grondiger bewjjzen aanvoert blijf ik volhouden, dat zoowel zjjn slotrede als het gansche feest, tot schade van zoovelen, die daarvoor hun geld hebben gegeven en die ik beklaag, niet aan de verwachting vol deed, en wel de beurzen geleegd maar de harten onbevredigd gelaten heeft. Yan de rede, door ds, Montijn gehouden, sprak

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1