1878. N°. 64. 65sle Jaargang. OFFICIEELS MEDEDEELINGEN. Bq d irecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. POSTERIJEN. PARLEMENTAIRE RESCHOUWIMN. GOES, 29 MEI 1878. BUITENLANDSCH OVERZICHT. (IOESCHË ge uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct.met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende cn contant betaald, 20 ct. Agenten voor liet buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAB, en verdèr bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Staat van brieven, verzonden door het post kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden op de plaats van bestemming onbekend zijn. Over de le helft der maand Mei 1878. 1. A. Merison, Amsterdam. 4. Van Open, Rotterdam. 3. J. De Munck, Amsterdam. 4 Joa chim, Rotterdam. 5 J J. Kisseeuw (niet vermeld). De heeren van de Tweede Kamer zijn naar huis De zes nieuwe leden, die voor het eerst eene parlementaire campagne meemaakten, zon der een spraakzaam deel eraan te nemen, heb ben ruimschoots gelegenheid gehad om een lesje te nemen. Er is heel wat verhandeld en zeer veel ge praat. Het bijblad is rijkelijk vermeerderd; van 11 Maart af zal het ruim een 500 bladzijden dikker zijn geworden. Maar aan afwisseling was ook geen gebrek. Wetten tot onteigening ten behoeve van spoor wegen werden behandeldde verschijning van de geloofsbrieven des heeren Diepen opende een alleraangenaamst somtijds wel wat harts tochtelijk kruisvuur van adviezen over een zeldzaam in ons parlement voorkomend geval. Het treurigst was zeker de gansche geschiedenis voor den man, die, zoo nabij het beloofde land, het toch niet heeft mogen binnen gaan. En wil men een voorbeeld van het aange name, om lid der Kamer te zijn, dan lette men op den heer Wintgens uit 's-Hage, een man die zich daar zoo bijzonder op zijn gemak schijnt te gevoelen, dat hij niet gaarne éen enkele gelegenheid laat voorbijgaan om mee te praten. Hij volgde o. a. den heer De Casembroot in zijne interpellatie over Suriname, en hield eene oratie, waarvan de conclusie wasdat ver iets voor de kolonie moet gedaan worden," een conclusie, waarvoor zeker geen bijzondere scherpzinnigheid noodig is. Over dat iets" werd men't natuur lijk niet eens, en de geheele slotsom van de gehouden interpellatie was, dat de voorzitter den Minister van Koloniën bedankte voor de gedane mededeelingen. De kolonie is in verval, dit hoorde men algemeen, al ontkende de heer Van Bossedat er in 't geheel geen verbetering in den toestand was. Hij haalde voorbeelden aan hoe er van de negers bij goede leiding nog veel te maken is, en hoe er op het ge bied van beschaving dier bevolking nog zeer veel te verbeteren valt. Daarin zou hij een middel vinden tot opbeuring van Suriaamehij oordeelde de particuliere industrie niet onmach tig, maar onwillig. De heer Des Amorie Van der Roeven verschilde met den interpellant, die eene commissie van enquête wenschte te zenden, om den toestand te onderzoeken en middelen tot opbeuring te beramen. Hij zou 't beter vinden een energiek en bekwaam man als gou verneur er heen te zenden, zooals George tStra- hamindertijd door de Engelsche regeering naar Barbados gezonden. En de leden der Kamer wat zij wilden Het bleek bij die gelegenheid niet. Maar als voorbeeld bij de les, hoe weinig prac- tisch resultaat commissien van enquête opleveren, volgde dadelijk daarop de behandeling van het verslag der commissie betreffende de enquête omtrent de besmettelijke longziekte onder het rundvee, en eene daarop voorgestelde conclusie, om den Minister van Binnenlandsche Zaken het verslag te zenden met verzoek de wenken, daarin verspreid, in ernstige overweging te nemen. De heer Rombach behoefde dus niet te erkennen, wat hij eenmaal beloofde te zullen doen, zoo de enquête in strijd met zijne meening een afdoend resul taat opleverde. Integendeel, 48 personen zijn gehoord; de commissie is 18 dagen onafgebro ken bezig geweest, heeft een boekdeel gevuld van 304 folio bladzijden, en ons nog zoo weinig geleerd. Besehuldigingen van veeartsen tegenover burgemeesters, van plaatsvervangende tegenover distriets-veeartsen en omgekeerd, en bewijzen dat de dubbeltjes-quaestie bij de gemoedsbezwaar- de landbouwers een groote rol spelen. Dit hebben wij eruit vernomen, en dat alles om ten slotte alleen aan de regeering te vragen: strenger handhaving van de wet van 1870, een bestaande wet dus, die waarlijk toch niet in de wereld werd geroepen om slecht gehandhaafd te worden. „De berg baart een muis." Alleen de heer De Bieberstein verdient een woord van dank van de Limburgsche boereu voor het on gezocht compliment, hun gegeven. Die menschen houden in tegenstelling van zoovele andere landbouwers meer van hunne vrouwen lian van hun vee. Eu die liefde wordt door de vrouw, die koeien, paarden en varkens, hare natuurlijke mededingers in 's mans liefde, met dubbele zorgen bejegent, dus ruimschoots beloond. Zoo er in onze omgeving ook boeren mochten zijn, die het vee boven hun ega verkiezep, dat zij die gulden les van een der Tweede Kamer leden in gedachten houden en behartigen Hoe liever zij hun vrouw hebben, hoe meer liefde zij haar bewijzen, hoe dikker, vetter en gezon der de beesten worden Welk een schoone moraal voor huwelijksliefde en huwelijkstrouw Bewon derenswaardig Limburg, waar op zulke grond slagen zoo menig huwelijkstempeltje is opge trokken En welk een verheven taak voor h. h.- ambtenaren van den burgerlijken stand en gees telijken, die bij trouwplechtigheden op zulk een verheven aambeeld kunnen slaan Daarna werd een geheel ander punt behan deld, n. 1. een wetsontwerp tot wijziging der wet op het notarisambt, een erfenis, nog door den voorganger van den heer Schmidt nagelaten. Dit gold hoofdzakelijk een partiëele wijziging iu een cardinaal punt, nl. verbetering der examens, die moeielijker zijn geworden. Tal van amende menten werden op het ontwerp voorgedragen, maar velen vonden geen genade in de oogen der leden. Als wij van éen zulk een vonnis betreuren, dan is 't wel dat, gewezen over een amende ment van den heer Van Naamen, om van de adspirant-candidaat-notarissen eene volledige ken nis eerst had hij voorgesteld grondige, doch dit later gewijzigd van de Nederlandsche taal en van de beginselen der Fransche, Engelsche en Hooga'uitache talen te eischen. Verwonderlijk dat, waar men zoo v?»k sprak over algemeene kennis, men daartoe die kéiiuit: niet rekende. 't Ware wellicht zoo'n geschikt middel geweest om door die ontwikkeling van hh. notarissen op taalkundig gebied eenige verandering te brengen in dien drogen ofïiciëelen wetsstijl. En nu moge de Minister beweren, dat bij een mon deling examen de kennis moet blijken van onze taal, en de heeren adspiranten, om op de hoogte te komen van de wetten van Primaire en Plu- vióse, Fransch moeten kennen, och wezenlijk, weelde zou het niet mogen heeten, wanneer men op dat punt wat meereischend was. De notarissen behooren tot den meest beschaafden stand der maatschappijde eer daarvan kan alleen ge handhaafd worden door waar eene academi sche opleiding niet wordt geëischt op het gebied der moderne talen en vooral op dat van onze moedertaal eenige eischen te stellen, Zou een diploma van eene hoogere burgerschool niet een meerderen waarborg daartoe aangeboden kunnen hebben In ieder geval, in die richting heeft de kamer noch de regeering zich willen bewegen, en onze taal heeft geen plaatsje in de notariswet kunnen verwerven. Men kent haar toch, zoo meent men. Helaas, hoeveel teleurstellingen zouden er op dat punt te ondervinden zijn Van 21 April tot 18 Mei 1878 zijn in het Rijk 84 runderen door longziekte aangetast tegen 88 in het vorige tijdperk van vier weken. De Commissie, belast met het ainemen van het tweede natuurkundig examen, vermeld in art. 2 der wet van 8 Juli 1874, zal zitting houden op Maandag 3 Juni e. k. en volgende dagen te Groningen. De Minister van oorlóg heeft bevelen uitgevaar digd om in werkeiijken dienst op te voepen bij het korps pontonniers, van 1 Juli—3 Augustus de milicien, verlofgangers van de lichting van 1876, van 7 Augustus 11 September, de milicien-verlofgangers van de lichting van 1875; bij de compagniën artillerie-transporttrein, (niet bij de compagnie transporttrein, bestemd voor den administratieven dienst) van 2 Juli—9 Augustus, de milicien.verlofgangers van de lichting van 1875. Benoemd tot notaris te Delft dhr. W. L. Verschoor, eandidaat-notaris aldaar. Wij herinneren den kiezers te Hein- kenszand aan de verkiezing voor een lid van den raad, die Vrijdag moet plaats hebben. De stembus is van 9 tot 5 uur geopend. flaiisweert. Het te Hoofdplaat tehuis behoorende damschip vrouw Adriana, komende van België, geraakte Dinsdagmorgen op de molenplaat (hoek van het schaar van Osse- nisse) aan den grond. Het schip zat zeer ge vaarlijk, daar genoemde plaat aan schuring onderhevig is. De schipper W. Koster is met behulp der bemanning van eeu in da nabijheid ten anker liggend vaartuig dadelijk begounen met de lading, bestaande uit brikken, over boord te gooien tot behoud zoo mogelijk van het vaar tuig, dat echter heden nacht vlot geraakt en gelukkig behouden in de val alhier aangekomen is. Of het schip al dan niet schade heeft ge leden is nog niet bekend. Ter juiste aanduiding van den stand des waters, d. i. of het water wassende of vallende is, en om verder precies eiken stond de hoogte boven of beneden A. P. te kunnen weten, is er eenige jaren geleden alhier voor rekening van het rjjk gemaakt e8n zelfregistreerende peilschaal. Dit werktuig nu (een zeer vernuftig en voor het beoogde doel uiterst voldoend mechaniek) was sedert geruimen tijd in wanorde geraakt en daardoor geheel onbruikbaar ga- worden. Dinsdag zijn alsnu van Brouwershaven rjjksduikers gearriveerd om te trachten de oorzaken van het defect op te sporen en te onderzoeken door welke maatregelen een en ander weder in behoorleken en bruikbaren toestand te brengen is. Het is zeer te wenschen, dat men spoedig moge slagen in het voorge stelde doel, vooral daar aan bedoeld werktuig verbonden is een nauwkeurig loopend uurwerk, waarvan het wijzerbord op eene voor het pu bliek zichtbare plaats is aangebracht (aan de Doordzijde n. 1. van het bureau der sluiswaeht) éi. mes rrerigens alhier van een officieel uur werk verstoken is. De sterkte van den eersten ban der cÜeiis!;- doende schutterijen, met inbegrip van de reserven op 1 Januari jl., was 41,387 man, en die van den eersten ban der rustende schutterijen in de onderscheidene provinciën met inbegrip der reserve 75,551 man. De geheele sterkte van de beide categorieën van den eersten ban der dienstdoende en rus tende schutterijen te zamen bedroeg 116,938 man op 1 Januari 1878, tegen 118,123 op 1 Januari 1877. Het U. D. meldt, dat het algemeen depot van disipline te Naarden opgeheven wordt. In het vervolg zullen de soldaten, die zich aan houdend slecht gedragen, eenvoudig met een briefje van ontslag uit de gelederen verwijderd worden. Voor het toelatings-examen aan de Kon. Mil. Academie, te Breda, hebben zich nu reeds 215 adspiranten aangemeld. Onder niet veel openlijke bljjkeu van belangstelling is de dag van Zondag, de300jarige herdenking van den overgang van Amsterdam, voorbijgegaan. In eenige huizen was de va- derlandsche vlag uitgestokenoverigens werd in verschillende Hervormde kerken het feit herdacht. Maandag had te Haarlem de feestelgke inwijding van den tramway plaats. Dinsdag 4 Juni aanst. zal de inrichting voor doofstommen-onderwijs te Rotterdam haar 25jarig bestaan vieren Het Utr. Dagbl. bevat een uitvoerig ver slag van de te Utrecht gehouden vergadering over de gewettigde ontucht. Tot een beslissing kwam zij niet. Over de door den heer Pierson vroeger gestelde conclusiën werd niet gestemd. Te Utrecht zal op de beide pinkster dagen een congve9 van Nederlandsche werk lieden gehouden worden. Volgens bij de maatschappij Nederland ontvangen telegram van kapitein Aukes, i3 het bergen van schip en lading van het op strand gezette stoomschip Voorwaarts uitbesteed voor 37 Va pet. der waarde van hetgeen geborgen zal worden. De gezagvoerder en equipage zijn allen te Penang. Blijkens een bij het departement van koloniën ontvangen telegram van den Gouver neur-Generaal van Nederlandsch Iudië, van 26 dezer, is de expeditie tegen de Battaks van Toba beëindigd en zijn de troepen terugge keerd, met achterlating van eene voorloopige bezetting ia Silindoeng. STATEN-GlilVKRAAL. EERSTE KAMER. De Kamer heeft Maandagavond hare werk zaamheden hervat en de laatstelijk door de Tweede Kamer aangenomen wetsontwerpen naar de afdeelingen verzonden. TWEEDE KAMER. In de zitting van Dinsdag werd aan de orde gesteld het wetsontwerp tot vernieuwing der hypothecaire inschrijvingen. De heeren Lenting, Beaufort, Bredius, Godefroi en Van Nispen erkenden de noodzakelijkheid van dezen maatregel, doch stelden nadrukkelijk voorop, dat hij van tijdelijken aard moet zijn, in afwach ting eener spoedige en dringende herziening van het geheele hypotheekwezen en van het kadaster. De Ministers van justitie en financiën beaamden die opvatting, doch constateerden, dat bedoelde algemeene herziening nog veel tijd zal vorderen. De Kamer verwierp de amendementen, die de strekking hadden om de kosten van de vernieuwing der inschrijvingen geheel ten laste van den staat te brengeu. Het wetsontwerp werd aangenomen met 41 tegen 12 stemmen. Eveneens werden aange nomen de ontwerpen tot aanvulling van art. 1240 Burg. Wetb.; tot onteigening van hui zen in de Pooten te 's-Hage, en de suppletoire begrooting van marine. De EkffigfJa od reces uiteengegaan. KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS. Te Schore c. a. is bercnpm le heer Koudenberg cand., te Hoogeveen. Het Comité, dat een volkspetitionnement ten gunste van den „Bijbel op de school" beoogt, tracht ook de kerkeraden der Hervormde gemeenten te be wegen de zaak op verschillende wijze te steunen, zoowel door opwekking tot teekenen als door beschik baarstelling van kerkgebouw of consistoriekamer, 't Was te voorzien, dat er kerkeraden zouden zijn die zich daartoe niet wilden leenen zoo deed o. a. reeds de Haagsche kerkeraad. Deze zal de gemeente niet op wekken en stelt ook geen kerkgebouw beschikbaar; de kerkeraad zal zelf een adres ter behartiging van de belangen der godsdienstige opvoeding opzenden, niet aan den Koning, zooals het Comité wil, maar aan de Tweede Kamer. Ook de kerkeraad van Zalt-Bommel moet besloten hebben op de circulaire van het Comité o. a. te ant woorden, dat hij evenmin instemt met het beoogde doel als met het voorgestelde middel. OFFICIEEL is de gunstige tijding van het bij eenkomen van het congres nog niet bevestigdwel melden andere Engelsche bladen nog, dat tusschen de Engelsche en Russische regeering overeenstemming is

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1