1878. N#. 57. Dinsdag 14 Mei. 65ste Jaargang. Berchta, en Mathilda,!0) Bij deze cout'aiit behoort een Bijvoegsel. HAVEN VAN GOKS Onderzoek' van SchnderpliclUigen. JACHTREC HT. Het RECHT tot de JACHT in deze gemeente over eene uitgestrektheid van 620 Hectaren, ingaande den 1 Juli van het loopende jaar, bij in schrijving, Mengelwerk. een verhaal uit de dagen der eerste Evangelieprediking in Zeeland, D. MOOJEN. Kiezerslijsten. Yerlrek der brievenmail naar Oosl-lndiê. Een onzedelijk drijven, een gevaarlijk spel. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen ale buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct.met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a 1.—, Dienstaanbiedingen, niet meer dan 1 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advc tentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: Q. L. DAUBE Co., te Par ij sr. 8TEINER en HAASENSTEEN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter kennis van belanghebbenden, dat, voor de gewne herstellingen der havenboorden. het water in de Kuven van Zondag 16 tot Zondag 23 Juni 60 cM. (Ned. duimen,) uan Zondag 23 tot Vrijdag 28 Juni 1 Meter en van dien dag tol Zondag 30 Juni e. k. weer 60 cM. beneden het havenpeil zal zijn afgelaten. Goes, den 11 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, 11. P. BLAAUBEEN, De Secretaris II A RT M A N. BUHGEMEKST. R EN WETHOUDERS VAN GOES brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de Com missie, bedoeld in art. 15 der Schutterij wet, hare eer9te zitting zal bonden op Donderdag den 23 Mei aan staande, des namiddags te 12'/» uren, in degroote zaal van liet Raadhuis. liczv eerste zitting is gewijd aan het onderzoek van hen, die in het vo rige jaar voorwaardelijk zijn vrijge steld en van de redenen hunner vrij stelling. Burgemeester en Wethouders roepen met den meesten aandrang de belanghebbenden op, voor die commissie ter genoemde zitting te verschijnen, daar zij, die hierin nalatig blijven, geacht worden geene redenen van vrijstelling te hebben en onmiddellijk worden ingelijfd. Goes, den 11 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BL4AUBEEN. De Secretaris, HARTJI AN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen op Zaterdag den 20 Mei a. s., des namiddag-s te éen uur, in hunne vergaderkamer ten raadhuize op nieuw publiek en aan den meestbiedende, voor vijf jaren, trachten te verhuren: op de voorwaarden, die daarvan ter secretarie dezer gemeente ter lezing zullen liggen van lieden af tot door VII. nMaar Adelard heeft mij vrijgekocht van de sla vernij, aan hem heb ik mijn leven te danken en ook, dat ik thans weder bij u, bij mijn Sigyna en den kleinen Wolfard ben. Hij heeft voor twee jaren Sigyna en haar ouders tegen zijn woeste landge- nooten beschermd en hun huis voor vernieling bewaard," zeide Fulko «Ja, ja Barlof! dat is waar," bevestigde Sigyna. «Maar hij is een prediker van den God aan het kruis," zeide Barlof. «Hij heeft heden ook uw leven gered hernam Sigyna. Barlof zag haar aan met een blik, die een verwijt scheen in te houden, dat zij juist nu hem hieraan herinnerde. Fulko, verrast en verblijd door deze mededeeling, maakte er haastig gebruik van. «Hoe," riep hij, nis dit waar Barlof?" 't Is zoo," antwoordde dezeik moet het erken nen, dat, als de Frank bij den eersten aanval, toen zij allen op mij aandrongen, zijn landslieden niet bevolen had terug te gaan, ik thans niet hier zou ?Rtep dan had ik mijn kleinen Fulko van weleer nimmer wedergezien." «En gij zoudt den redder van uw leven laten slachten, zonder iets ter zijner redding te beproe ven voerde Fulko aan n Barlofgoede Barlof, hoe ver is 't met u gekomen Heeft dan de haat tegen de christenen alle edele aandoeningen in uw gemoed verstikt?" Barlof staarde strak voor zich uit. Er werd een hevige strijd in 't gemoed van den grijsaard ge- den dag der verhuring, terwijl de inschrijvingsbiljetten vóór den dag der veihuiing bij den burgemeester moeten zijn ingeleverd. Goes, den 11 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. De BURGEMEESTER, VOORZITTER van het hoofd - kiesdistrict GOES, brengt bij deze ter kennis van belanghebbenden, dat de KIEZERSLIJSTEN van al de ONDERKIESDISTRICTEN bij hem zijn ingekomen en dat deze ter secretarie zijn gedeponeerd, alwaar zij dagelijks, met uitzondering der Zon- en Feestdagen, van 's morgens 9 tot 's namiddags 2 uren, door iedereen kunnen worden geraadpleegd. Goes, den 11 Mei 1878. De Burgemeester voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. POSTERIJEN. De Directeur van het Postkantoor te Goes brengt ter kennis van het publiek, dat met 15 Mei a. s. de buslichtingen aan zijn kantoor vastgesteld zijn als volgt: Richting Roosendaal des morgens te 6.30. ii u ii 8.45. n middags 1. 3.15. avonds 6.10. Richting Tlissingcn des morgens te 10.10. li middags 1. n ii n 4.15. n avonds 7.45. ii H ii 9 50. Naar Noord-Beveland des morgens 4 45 en 2 uur des middags. Naar 's-Gravënpolder, Hoedekenskerke, Nisse, OvezandDriewegen, Oudelande, Baarland en Ellewoutsdijk des morgens 5 45 en 11 uur. Kloetinge 11 uur 's morgens en 8,15 's avonds. Kattendijke 11 uur des morgens. Wilhelminadorp 11 's morgens en 6.30 'savonds. Voorts deelt hij mede, dat de trein van 10.34 uit Goes aan het station te 's-Heer Arendskerke Diet meer stil houdt, zoodat de correspondentie streden de priester en de mensch kampten om de heerschappij. In weinige oogenblikken moest in de ziel van dezen man beslist worden, wat na duizenden jaren van strijd in de geschiedenis der menschheid nog niet beslist is Wie zal het win nen de priester of de mensch In 't gemoed van den ouden Germaan behaalde de laatste de overwinning. Zijn oogen dwaalden rondzij schenen iets te zoeken, dat van betere dingen dan van wraak en bloed sprak. Eindelijk bleef zijn blik rusten op Ihilko. Het krachtig en toch goedhartig gelaat van den jongen mandien hij innig liefhad die als kind op zijn knieën had gedarteld en die onder zijn oog de eerste schreden op den levensweg had leeren zettenwekte in hem zachtere aandoe ningen op. «Ik wil u helpen," sprak hij; morgen zullen wij samen naar Berchta gaan." «Dank, Barlof zei Fulko, «voor uw belofte/ ik wist haast, dat gij zoudt helpen als gij kondet. Maar morgen zal het te laat zijnBerchta heeft hem tot offer aan Wodan bestemd." «Dan is niets of niemand in staat hem uit haar macht te verlossen." «Maar dit is vreeselijk," zeide Fulko«is er waarlijk geen enkel middel u bekend, om Berchta tot menschelijkheid te bewegen Gij, een der voor naamste priesterszoon eens adelings, gij zoudt machteloos staan tegenover deze vrouw!" Heb ik in mijne jeugd wel niet eens gehoorddat gij Berchta"Zwijgsprak Barlof gebie dend. «Ga naar mijne woning. Neen," viel hij zich zelf in de rede, «ik zal zelf gaanlaat haastig inspannen, want te paardrijden kan ik thans niet. Ik zal de redding beproeven." Op dit oogenblik klonk buiten het geluid van voetstappen en het geloei van een rund. «Wie zijn daar?" vroeg Barlof. Fulko gaf geen antwoord, maar trad haastig naar de deur, doch eer hij tijd had te openen, van deze plaats, alsmede voor Heinkenszand, 's-Heerenhoek, Borssele en Nieuwdorp, verzonden wordt per trein van 1,29 uit Goes. De Directeur voornoemd, Van der FELTZ. Via MARSEILLE, 17 Mei, 1.'s morgens. Via NAPELS, 19 Mei, 5.45 's avonds. Via BRINDISI, 24 Mei, 1.'s morgeus. Via NIEUWEDIEP, 31 Mei, 5.45 's avonds De Fransche pakketbooten doen Riou-.v, Banka en Palembang niet aan. In de zitting der Tweede Kamer van 19 Oc tober 1863 werden door den toeumaligeu Mi nister Thoibecke, naar aauleiding van een dis cussie o>er een ontwerp van wet tot stichting van een paleis voor de Staten-Geueraal eene disens-ie, die o"k bewees h >e men van de onseiiuldigstequaestie eene partij-zaak maken kan o. a. deze woorden gesproken ,tzoo min als ik versta, dat men de iudividueele gedachte van den persoon des Konings in discus-je brenge, zoo min versla ik, dat men het ministerie van den Koning scheide liet is de Koning, die ah hoofd der Regeering spreektDie woorden staan onwe- derlegbaar vast. In een ministeriëel land is het juist een groote zegen, dat niet de willekeur van éen man vrij spel kan hebben, maar de persoon van den Koning vereenzelvigd is met den duidelijk gebleken geest der meerderheid van het volk. De Koning staat boven de partij hij is onschendbaar en zijne ministers alleen zijn de verantwoordelijke personen. Die ministers nu worden door den loop der politieke gebeurte nissen aangewezen het volk zelf wijst de rich ting aan, waaruit het zijne ministers wenscht al stemmen wij toe, dat er nog veel te ver beteren valt, voor de gansche natie luide zich kan doen hooren en waar die ministers spreken, daar doen zij het uit naam van de kroon. Ook in deze dagen heeft de Kouing gesproken werd dit van de buitenzijde gedaan en Volhert trad met zijn muts in de hand binnen. «Hier zijn we met den stier terug heer," zeide hij. «Met den stier terug?" riep Barlofvol ver bazing. «Zijt ge k-ankzinnig, Volhert Ook Sygina zag hem vol verwondering aan, en vroeg: «Wat beteekent dit?" «Ik gaf hem het bevel om terug te keeren," zeide Fulko. «Gij vroegen Barlof en Sigyna ten hoogste verbaasd «Ja, ik!" antwoordde Fulko. nVolkert, ging hij voort, «breng den stier op stal en span terstond twee paarden voor den wagenhaast u VÖlkert ging. «Hal" sprak Barlof, ik doorgrond u Fulko Gij zeidet zoo even, dat ge aan den offermaaltijd niet wildet deelnemen, ik kon mij dit verklaren omdat ge uw vriend Adelard woudt redden en hem niet kondt zien slachten; maar nu gij den stier het dankoffer voor het behoud van uw kind aan de goden onthoudt, zie ik dat het u met die ellen dige wasscherij en kruisaanbidding der Franken ernst is; gij zijt een afvallige, gij heult met de Franken en hun God! En gij wildet mij medeplichtig maken aan uw verraadFulko, moest ik dat aan u beleven 1 Gij, een verrader van de Goden en uw volk!" En de oude man, hoezeer door bloedverlies ver zwakt, rees overeind van zijn leger; een gloed van verontwaardiging verfde hem de bleeke kaken, hij zag den jongen man aan met oogen vol van heiligen toorn, afschuw en droefheid. Fulko stond bij dezen plotselingen aanval in het eerst als verplet, maar weldra herstelde hij zich. nBarlof!" ving hij aan, «hoe kunt ge mij een ver rader schelden? Indien ik dit ware, zou ik thans hier niet zijn, dan bevond ik me bij de aanruk kende Franken; ik zou hen geleid hebben naar Berchta''s torenen wellicht waren dan op dit oogenblik Berchta en gij in hun macht gelijk Adelard thans in de hare en de uwe is. Juist ik wilde u, Berchta en mijn stamgenooten redden; met opzet heb ik gezwegen van de billijke wraak door bij de Tweede Kamer een wijziging der wet op het lager onderwijs voor te stellen. Het staat natuurlijk niet ter onzer beoordeeling in hoever de individueele meening van Z. M. over eenkomt met den geest dier wet; het feit ligt voor de hand, dat de Koning, door haar bij de vertegenwoordiging met de gebruikelijke bood schap in te dienen, zich coustituoneel aansluit bij zijn ministers. Nu hebben wij ten duide lijkste onze meening over die wet blootgelegd en onze teleurstelling erover geopenbaard. Onze grieven zullen wel niet geheel worden opge heven, maar en dat gelooven wij ook stellig nog veel minder die der anti-revolutionaire partij. Doch bij het blootleggen onzer grieven, bij het vragen om herstel daarvan mogen ook wij nooit uit het oog verliezen de woorden, door Thorbecke eenmaal gesproken. De Koning heeft niets te maken met onze veefen en grieven. Katholieken en Calvinislen, Israëlieten, ultra-radi calen, liberalen en vertegenwoordigers van alle mogelijke richtingen of partijen op kerkelijk en staatkundig gebied zijn zijne onderdanen. Als mensch, als particulier persoon moge hij denken eu handelen, zooals hij wil, als vorst mag hij niet meewerken om onze constituoneele instellingen te doen schudden op hare grondvesten. Wie hem daartoe zou willen bewegen, zou onzedelijk handelen en de grootste revolutie teweegbrengen. En ziet, onder de zalvendste bewoordingen, waarbij men zich in allen ootmoed en alle nederigheid niet ontziet zich zei ven het brevet van christelijke deugdzaamheid bij uitnemend heid te geven, is de anti-revolutionaire pers dag aan dag in de weer om de groote trom te roereu vooreen volkspctittonnement, waartoe door de vereeniging voor christelijk nationaal onder wijs besloten werd. Men wil ah het ontwerp eenmaal door de Kamers is aangenomen den Koning smeeken, dat hij het zijne goedkeuring onthoude. Met de schrilste kleuren wordt de toestand geteekend; aandoenlijk klinkt 't, wat het Zui den schrijft „Lezer, zie uw kroost rond uw tafel, zie uwe kleinen om u spelen. Kunt gij eraan denken, der Franken, indien Adelard vermoord werd, om zelts den schijn te vermijden alsof ik u door bedreigingen wilde bang maken. Thans herinner ik er u aan: zoo Adelard gedood wordt, zal de wraak der Franken vreeselijk zijn, bedenk wat gij doet; het land zal vervuld worden met moord en brand «Zijt gij een christen?" vroeg Barlof, die on gevoelig scheen voor alles wat Fulko aanvoerde. Deze gevoelde, dat van het antwoord op die vraag het besluit van Barlof afhing; daarom schroomde hij het te geven. Hij zocht een uitweg en als bij Berchta vroeg hij ook hier: «Weet gij, wie Adelard is?" 'tWas zjjn laatste middel; hij gebruikte het als een drenkeling den stroohalm. «Is het u bekend, dat zijn moeder eene dochter was uit deu stam der Sueven «Hoe weet gij dit; en wie was zijn moeder?" vroeg Barlof, niet zonder belangstelling naar het antwoord. «Wie zij was beeft Adelard mij nooit gezegd wel dat zij voor jaren uit het land der Sueven iu het land der Franken is gekomen." «Zonderling," sprak Barlof in zich zelf. Indien hot zoo ware, het zou wonderlijk zijn! Fulko, wij gaan. Uw antwoord verneem ik later. Ik moet den Frank ondervragen en Berchta spreken." Fulko sprong op van blijdschapde stroohalm bleek sterker te zijn dan hij vermoed had. Maar de oude man, door bloedverlies verzwakt, en door de hevige gemoedsbewegingen der laatste oogenblikken overstelpt en afgemat, zakte plotse ling inéén, een lijkkleur overtoog zijn gelaat. «O, JezusWodan Maria, Hulda 1 hij sterft" riepen Fulko en Sigyna door elkander. «Nu is Adelard verloren

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1