1878. N°. 56.
Zaterdag 11 Mei.
65ste Jaargang.
AANBESTEDINGEN.
Berchta, en Mathilda, 's'
Bij deze courant behoort een Bijvoegsel.
WiNTSTERlËVANWATERSTAAT, HANDEL
EN NIJVERHEID.
RIJKS-WATERSTAAT.
GOES10 MEI 1878.
Mengelwerk.
een verhaal uit de dagen der eerste
Evangelieprediking in Zeeland,
D. MOOJEN.
Algemeene vergaderingen van Ingelanden der
verschillende polders in Zuid- en Noord-
Beveland.
GOESCHE
Ge uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 et.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 1S regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
By di recte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan bet Algemeen Advertentiebureau van NTJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
PROVINCIE ZEELAND.
Op Vrijdag, 17 Mei 1878,
des voormiddags te 10 uren, zal, onder nadere goed
keuring, door den Commissaris des Konings in de
Srovincie Zeeland, of, bij zijne afwezigheid, door een
er leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn
van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het
11de district, aan het gebouw van liet Provinciaal Bestuur
te Middelburg, worden aanbesteed
lo. Het ver hoog m van het zeeëinde van den
westhavmdam te Ilansweert en het ver-
breeden der tteenglooiing op de westzijde
van den dam, behoorende tot de werken
van het kanaal door Zuid-Beveland.
2 o. Het maken van steenglooiing op de haven-
dammen van Ter Neuzenbehoorende tot
de werken van liet kanaal van Ter Neuzen.
Deze aanbestedingen zullen geschieden bij enkele in
schrijving, volgens 441 der Algemeene Voorschriften.
De bestekken liggen ter lezing aan het gebouw van het
Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid aan
dat van het Provinciaal Bestuur van Zeeland, te Middel
burg, en is voorts, op franco aanvrage, tegen betaling der
kosten, te bekomen bij den boekhandelaar M. Nijhoff,
Nobelstraat no. IS te s.Gravenhage, en door zijne tus-
schenkomst in de voornaamste gemeenten des Rijks.
Op 11 en 13 Mei 1878 worden de noodigeaanwijzingen
op de plaatsen gedaan voorts zijn nadere inlichtingen
te bekomen bij den Hoofdingenieur van den Waterstaat
te Middelburg en bij de Ingenieurs van den Waterstaat
te VVilhelminadorp en te Ter Neuzen.
's-Gbavenhage, 15 April 1878.
Voor den Minister,
De Secretaris-Generaal,
BOOGAARD.
De heer W. A Visser alhier, buitenge
woon opzichter van de Breede Watering be
westen Yerseke, is benoemd tot opzichter bij
de gemeentewerken te Arnhem.
door
VIL
„Bloode haas," hernam Volhert, «als de Franken
nu komen, zullen ze door onze adelingen en vrijen
doodgeslagen worden tot den laatsten man want
Wodan en Donav zullen ons nu weer helpen."
„Ja," hernam Bertwout, dat geloof ik graag,
maar de Franken slaan ondertusschen ook niet
misdat hebben we daar straks nog geziener
lagen toch elf dooden van ons en de oude Barlof
ligt nu misschien te sterven."
„Nuik zie ze ook liever gaan dan komen,"
zei Volhert, maar dat bidden met dat kruisbeeld
is verschrikkelijk als ik ze onze goede goden hoor
uitmaken voor booze geesten kan ik zoo woedend
worden, dat ik mijn bloed voel koken."
nik ook," zei de ander. „Maar, bij alle goede
Asen 1 wat komt daar aan riep hij op eens. nDat
zijn Frankenen den stier loslatende, liep bij
»ls de wind het nabijzijnd kreupelhout in.
Het beest, verschrikt door zijn plotseling weg-
loopen en zich vrij voelende, zette het op een loopen,
regelrecht een langs den weg aankomenden ruiter
te gemoet.
nHoud tegen, houd tegen Help help 1" riep
Volhert. De ruiter hield zijn paard in en plaatste
het dwars over den weg. De stier, in zijn vaart
gestuit, bleef onbewegelijk staan. Volhert, inmiddels
naderbij gekomen, greep het hoornzeel vast.
nik dank u heer, voor uw hulp" zeide hij, zijn
muts afnemende, want bij bet sterrenlicht kón hij
duidelijk zien, dat hij een man van hoogeren stand
voor zich had.
„Bij alle heiligen 1" zeide de ruiter, zijt gij 't Volhert?
Middelburg. Bij de Dinsdag gehouden
herstemming voor een lid van de Provinciale
Staten is gekozen de heer F. D. SPRENGER,
met 399 stemmen. De heer mr. W. A. Van
Hoek verkreeg er 284.
Behoudens de vereischte machtiging heb
ben Gedeputeerde Staten van Zeeland bepaald,
dat de buitengewone vergadering der Provin
ciale Staten zal aanvangen den 28 dezer, des
avonds te half acht uur.
De mosselvisschers op de Westerschelde
klagen er over, dat dit jaar de kweekmosselen
zoo uiterst schaarsch zjjn. Men moet ze zelfs
te Hejjst eu te Blankenberg inkoopen, terwijl
men ze vroeger in overgroot aantal in de ri
vier voud.
De Arnhemsche Ct. schrijftHet ware
wel te wenschen, dat ons volk even mild met
zijn geld was als met zijn verzen. Natuurljjk
vorderen wij niet, dat zij, die nu den uittocht
van de Willem Barents bezingen, zooveel
guldens hadden bijgedragen als zij er nu letters
aan wijden, maar met die hooggestemde zan
gen, waarmede de expeditie naar de poolstre
ken vergezeld gaat, maakt het een droevig
figuur, dat aan zulk een poover scheepje de
taak wordt opgedragen Neer land's glorievol
verleden" te doen herleven en zijn aalouden
roem als zeevarende mogendheid" te handhaven.
Wat minder verzen, wat minder hoezee's en
toosten, en wat meer bijdragen voor het doel
had ons land niet tot oneer gestrekt en ware
hater bewijs geweest voor de vereering der
«nagedachtenis van onze kloeke voorvaderen"
en wat men verder in de laatste maanden heeft
verkondigd.
Na ingewonnen informatiën zal, naar
aanleiding van de aannenrng van de nieuwe
wet op 't notaris-ambt, het in verschillende
provinciën aangekondigd examen voor caudi-
daat-notaris, dat o. a. te 's-Bosch was bepaald
op 31 Mei e. k., niet worden gehouden, wijl
bedoelde examens bij die wet zijn komen te
«Alle goden daar is onze heer terugriep
Volhert, die terstond de stem van Fulho herkende.
„Ja heer, ik ben uw VolhertBertwout, Bertwout!"
riep bij luidkeels, „kom, bange haas, er zijn geen
Franken, onze heer is hier
„Zoo, is Bertwout ook hier vroeg Fulho.
„Ja, heer, hij dacht dat er Franken aankwamen
en ging toen aan den haal. Ge ziet, dat hij nog
altijd even dapper is als vroeger."
„Hoe komt gij hier, en waarheen gaat ge met
dit beest?"
„Wij moeten onzen witkop naar de offerplaats
brengenwant morgen vroeg moet hij geofferd
worden, omdat de goede Hulda dezen avond uw
kleinen Wolfard genezen heeft," antwoorde Volhert.
Intusschen was ook Bertwout, die zich in de
struiken verscholen had, genaderd en groette zijn heer.
„En wie heeft ulieden dit bevolen vroeg
Fulho eenigszins gejaagd.
„Onze vrouwe Sigyna," zeiden heiden tegelijk.
„Zij heeft het daar straks bij den gewijden eik aan
Barlof beloofd, die door de Franken gewond is en
nu in uw huis wordt opgepast," voegde Volhert erbij.
nBarlof gekwetst en in mijn huis zei Fulho.
„Ik gebied u thans om terstond met den stier
terug te keeren en hem weder op stal te zetten.
Straks zie ik u op de hoeve weer, ik ga vooruit."
„Wij zullen doen wat gij zegt, heer
Fulho zette zijn paard aan en rende spoorslags
naar zijn woning.
„Dus is mijne Sigyna tot het heidendom terug
gekeerd," dacht Fulho. „Thans, nu ik 't niet zou
willen, is geschied, wat ik vóór twee jaren zoo
vurig heb gewenscht. O, ware ik slechts één dag
vroeger gekomen En Barlof daar Juist hij
Barlof lag op het oogenblik, dat het doffe geluid
van een hoefslag op den Brink gehoord werd, op
een leger; hij was tot zijn bewustzijn teruggekeerd.
Vrouw Sigyna zat voor zijn bed. „Wie kan daar
zijn vroeg Sigyna aan haar oude dienstmaagd.
Maar eer men tijd tot verder vragen of gissen had,
werd de deur geopend en trad Fulho Eetvertrek
binnen.
vervalleD, terwjjl daarentegen, blijkens eene
mededeeling van den Minister van Justitie aan
de Eerste Kamer, het verzwaard examen voor
candidaat-notarissen dadelijk in werking zal
treden om in Juli door een algemeene staats
commissie te worden afgenomen.
Te Besoijen (hoofdkiesdistrict Zevenber
gen) heeft bij de herstemming voor de Tweede
Kamer van de 42 kiezers slechts éen (en wel
uithoofde van zaken) niet gestemd.
Te Meeuwen kwamen 63 van de 66 kiezers
op. De bus van daar schijnt ditmaal in orde
te zijn geweest!
STATEIV-G KIV K H i AI-,.
TWEEDE KAMER.
In de Donderdag gehouden zitting zijn de beraad
slagingen aangevangenoverhet ontwerp tot verhoo.
ging der Indische begrooting (aanleg van spoor
wegen op Java, voorbereiding tot invoering eener
personeele en patentbelasting aldaar, verhoo
ging der kosten van bezetting te Atjeh). De
heer Wintgens beschouwde dit ontwerp in ver
band met het leeningsontwerp op de successie
belasting en tot aanleg van scheepvaartkanalen,
om te betoogen dat, ook met het oog op den
buitenlandschen toestand, niet lichtvaardig mag
overgegaan worden tot kostbare financiëele maat
regelen. De drie onderdeelen van dit ontwerp
achtte hij prematuur en geëigend om te nood
zaken tot eene geldleening. Zoolang omtrent
eene overeenkomst met de Indische spoorwegen
niet beslist was, mocht de Kamer geen spoor
wegen voteeren en was een voorstel tot invoe
ring van belastingen ongrondwettig, daar ze bij
algemeene verordening moesten worden vastge
steld. De heer Corver Hooft deelde vele van
die bezwaren, ook dat de Indische bijdragen nu
geheel werden prijsgegeven. De heer Gratama
was voor het ontwerp De lieer Heijdenrijck
wensehte, dat spoorwegaanleg niet geschiedde
dan met invoering van belastingen.
De heer Lenting vroeg inlichtingen omtrent
berichten van aankoop van gronden op Borneo
Sigyna was bij 't zien van haar echtgenoot meer
verrast dan verblijdmaar toch rees zij haastig
overeind en snelde Fulho te gemoet. Zij heette
hem ongeveinsd en hartelijk welkom. Barlof hief
het hoofd op; een blos van vreugde gleed over
zijn bleek gelaat, toen hij Fulho zag.
„Ha, Fulho, gij komt ter rechtertijd," riep hij.
„Waarom, vriend Barlof vroeg Fulho.
„Gij zijt niet verwonderd," zeide Barlof, „dat
ik in dezen toestand in uw huis op dit leger lig?"
„Ik wist dat reeds," antwoorde Fulho.
Wist gij dat reeds vroegen Sigyna en Barlof
tegel ijk. „Van welke zijde komt gij dan?"
„Ik kom van Berchta's toren." „Dan zult gij
ook reeds weten, wat er hedennamiddag geschied
is," zei Barlof, „en dat wij denzelfden Frank
hebben gevangen, die vóór twee jaren hier
„Ik weet. ook dit," viel Fulho hem haastig in
de rede; hij zag Sigyna blozen en verbleeken.
„Welnu dan, dan weet gij ook waarom gij juist ter
rechter tijd komt," hernam Barlof „morgen vóór
het aanbreken van den dag zal er een offermaal
gehouden worden. De Franken zijn in aantocht;
wij zullen hen nu verslaan. Op den vijand van
uw huis, op Adelard, die uw vrouw van de onster
felijke goden had afkeerig gemaaktzult ge u
thans kunnen wreken,"
Sigyna huiverde, zij zag haren echtgenoot aan
met een ernstigen blik.
„Ik zal niet mededoen aan den offermaaltijd
en mij niet op Adelard wrekenantwoordde
Fulho.
Sigyna kon een zachten kreet van verrassing en
blijdschap niet onderdrukken, maar Barlof richtte
zich, op zijn ongekwetsten arm steunende, overeind,
zag vol verbazing Fulho aan en vroeg: „Versta
ik wel? Gij, Fulho Van den Brink, wien ik vóór
twee jaar zoo dikwerf voorzichtigheid aanried als
hij door ijverzucht en haat tegen den Frank en
zijn godsdienst onberaden te werk wilde gaan, dien
ik steeds aanmaande tot geduld, gij zegt
„Dat ik Adelard zal sparen! Ja ik zeg meer:
ik wil den Frank redden uit de hand van vrouw
1878.
11
Mei
15
17
e
17
ii
17
18
20
1
II
22
II
22
H
22
i
door Baron Van Overbeeke, waarbij aan cessie
van souvereÏDiteitsrechten valt te denken. De
heer Bredius verklaarde zich niet voor het ont
werp, omdat eerst over de contracten met de
Indische spoorwegmaatschappij beslist moest zijn
en speciaal, omdat hij voor staatsexploitatie van
spoorwegen is. De heer Patijn was voor het
ontwerp, wegens de dringende behoefte aan
spoorwegen, die op Java bestaat en de onver
mijdelijkheid tot invoering van nieuwe belas
tingen. De heer Van Nispen bestreed ook de
voordracht, voornamelijk om financiëele rede
nen van gelijken aard als door de vorige spre
kers reeds was ontwikkeld. De heer Saaymans
Vader sloot zich daarbij aan.
Verschillende Kraaiertpolders.
Oostkraaiertpolder.
Oud-Noord-Bevelandpolder.
Nieuw Krabbeudijke-, Maags-, Maire- en
Oostpolder.
Reigerbergschenpolder.
's-Heer Arendskerke, Ankerveere, St. Pieter
en Oude Kraaiertpolder.
Nieuw-Noord-Bevelandpolder.
Watering Hoedeicenskerke.
Nieuwlaadpolder.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Uit het vroeger vermelde drietal is door het
kiescollege der Hervormde gemeente te Goes met 25
van de 32 stemmen tot predikant beroepeu de heer
Ris Lamberts, te Barneveld.
Waarde. Tot predikant bij de hervormde gemeente
alhier is beroepen de heer Pijnakker Gordijh, candidaat
te Utrecht.
Nisse. Aanstaanden Zondag hoopt Ds. ff. Van
Selms, van Kattendijke, alhier zijn intreerede te hou
den, na des voormiddags door den consulent, ds.
B. A. Overmanvan Heiokenszand, te zyn bevestigd.
Wemeldinge. Ook ds. A. ff. De Klerck, pred.
Berchta en daartoe, Barlof, zoudt gij mjj moe
ten helpen."
Barlofs verbazing steeg ten top, hij wreef zich
over het voorhoofd en zag nu Fulho, dan Sigyna
aan; hij scheen zich te willen overtuigen, dat hij
wakker was.
„Bij Wodan en alle goede Asen! zei hij einde
lijk, voert Lohi heerschappij in u, zooals heden en
gisteren in uw kind?"
„In mijn kind?" vroeg Fulho, op eenmaal aan zijn
zoon herrinnerd, dien hij, vervuld met de gedachte
aan Adelards redding, een oogenblik vergeten had
Sigyna, waar is mijn kleine Wolfard
Sigyna nam den kleine van zjjn strooleger en
leidde hem Fulho in de armen. De kleine jongen
werd door de liefkozingen van zgn vader wakker
en zag hem met zijn heldere kijkers verwonderd
aan. „En wie zegt," vroeg Fulho, dat de booze Lohi
in mijn kind gevaren is?" „Ik," antwoorde Barlof,
„en ook uw vrouw, maar thans is de kleine door
Huida's goedheid weder verlost. Zij heeft hem
door den gewijden eik laten glijden en Hulda heeft
zich krachtiger getoond dan Jezus, niet waar Sigyna?"
Sigyna knikte toestemmend.
Fulho zweeg een oogenblik. Hij wilde Barlof
niet verbitteren en verzweeg daarom wijselijk, dat
hij bevel gegeven had om met den offerstier terug
te keeren.
„Welnu," sprak hij, als de zwakke Hulda reeds
sterker is dan Christus, is dit een reden te meer
om den Frank niet te vreezen, noch te dooden,
maar hem de vrijheid te schenken. Help mij Barlof."
„Verdienen de Franken niet gedood te worden?"
vroeg Barlof hevig, „verwoesten zij niet onze hei
lige plaatsen, onze tempels, heelden en heilige
boomen Vertrappen zij niet onzen oogstver
branden zij niet onze woningen, dooden zij niet onze
mannenschoffeeren zij niet onze vrouwen en
maagden, voeren zij niet honderden als slaven weg,
noemen zjj onze ontsterfelijke goden en godinnen
geen booze geesten?"