1878. N°. 55.
65ste Jaargang,
Berchta en Mathilde,18)
OFFICIEELE MEOEDESIJNGR&
GOES 8 MEI 1878.
Mengelwerk.
een verhaal uit de dagen der eerste
Evangelieprediking in Zeeland,
D. MOOJEN.
Uittocht van de „Willem Barents."
Algemeene vergaderingen van Ingelanden der
versohillende polders in Znid- en Noord-
Beveland.
RECHTZAKEN.
(10ESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- eu Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 et.
By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NTJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Z. M. heeft benoemd tot rijksontvanger te Bath dhr.
P. Allena, thans in dezelfde betrekking te Terschelling.
Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend als
2e luitenant der d.d. schutterij te Goes aan den heer
W. J. Van Dam, en als zoodanig benoemd den heer G.
A. De Thouars, thans serg. majoor.
Voo;ts benoemd tot gezworen van het waterschap
de „Bieede watering bewesten Yerseke" dhn. J. Vereeke,
H. Van Koe'jeringe, A. Nijssen en A. Meijaard.
Met ons nommer van Maandag verzen
den wij de zomerdienstregeling op de lijn Roo
sendaalVlissiDgen.
Billaiid-ISath. Zondagmiddag arriveerde
op de reede alhier het uit België komende
Jachtschip »Girofla", bemand onder meer met
dhr. W. (eigenaar) en dhr. B., uit Brass il.
Toen men 's namiddags zoude vertrekken,
schepte de boot bij ongeluk water, waardoor
zjj kanteldezoodat de twee voornoemde
personen in het water geraakten.
Dhr. W. had het geluk op de boot te kun
nen kruipen en daarna aan boord te worden
genomen. De ander moest zich al zwemmende
boven houden, en niet zoodra werd zulk» van
den wal gezien, of een viertal personen (C. L.
Bos, Job Bronkers, J. De Nooijer en J. Ak
kerman) sprongen in een boot, roeiden met
alle kracht tegen den zwaren vloed op en moch
ten het gelnk smaken den uitgeputten en reeds
zinkenden persoon, die reeds een 20 minuten
in 't water lag, in tyds te pakken en hem
aan boord te trekken, waarna hij in de her
berg van C. Griep gebracht en geneeskundige
hulp ingeroepen werd. Des nachts zijn de
heeren vertrokken.
Voornamelijk is dit feit vermeldenswaard,
daar C. L. Bos reeds voor dergelijke feiten in
1867 door den Koning der Belgen met de
zilveren medaille en een getuigschrift is vereerd
geworden, terwijl hij tevens een zilveren me
daille en getuigschrift van de Holl. redding
maatschappij ontving.
Te Middelburg schijnt de regeling der
schooluren in verband met het godsdienston
derwijs naar wensch te zijn opgelost. In het
verslag der schoolcommissie aldaar wordt mede
gedeeld, dat op twee dagen der week de voor-
middagschool een uur vroeger dan voorheen ein
digt ten behoeve der catechisatiën.
DOOR
VI.
Thans verwijderde zich de opperpriester met nog
éen, die hem in rang scheen op te volgen. Hij be
gaf zich naar den toren en spoedig daarop trad
Berchta te voorschijn in haar witten mantel, die
over den grond sleepte en met den vuurrooden
gordel om de middel gebonden. Een veelkleurige
doek was om haar hoofd geslagen. Zij hield in de
eene band het offermes met gouden hecht en in
de andere een beker, gevuld met een door haar
toebereide vloeistof. De Sueven hadden zich in
lange reien geschaard. Er heersebte diepe stilte.
Statig stapte zij tugschen de reien doorgevolgd
door de beide priesters. Zij liep tot aan het hoofd
altaar, dat rond van vorm was en uit verschei
dene nevens elkander geplaatste steenblokken be
stond, waarop een groote platte steen als deksel
lag. Thans werd op haar wenk door twee priesters
een rijkelijk met bloemen en kransen versierd
paard aangebracht. Dit was het hoofdofferdat
aan Wodan moest worden opgedragen. Up den
grooten offersteen werd nu het paard door de
priesters geslacht. Maar terwijl het edele dier
bloedend en stuiptrekkend nederlag, kwam Berchta,
en scheidde met haar offermes den kop geheel van
het lichaam, die aan den heiligen esch werd genageld.
Te Vlissingen is eene bijeenkomst van
ingezetenen gehouden, om van gedachten te
wisselen over het aanbieden van een huwelijks
geschenk aan Z. K. H. prins Hendrikeene
commissie is benoemd om deze zaak nader
te bespreken en de uitvoering te regelen.
Ook te Amsterdam heeft zich eene com
missie gevormd tot dat doel. De inschrijving
is voor ieder opengesteld en mag niet hoo-
ger zijn dan 10 en niet lager dan 0,10.
Z. M. de Koning is Maandag uit Amster
dam in de residentie teruggekeerd en heeft
2000 ten behoeve der algemeene armen der
hoofdstad geschonken.
In het laatst der vorige maand zijn ten
nadeele van P. v. d. O., wonende te Amster
dam, ontvreemd onderscheiden buitenlandsche
effecten ter gezamenlijke waarde van p. m.
f15000. De officier van justitie te Amster
dam verzoekt opsporiug eu bericht.
Volgens het Vaderland zon het bericht
aangaande de komst te 's-Hage van prins Fre-
derik Karei van Pruisen en zijne dochter prin
ses Maria geheel onjuist zijn.
Ook omtrent het tijdstip, waarop het hu
welijk van Z. K. H. prins Hendrik zal plaats
hebben, moet evenmin nog iets bepaald zijn.
Van goederhand verneemt het U. D.,
dat onze Regeering heeft toegestemd in den
wensch van het Amerikaansche gouvernement
tot deelneming aan een congres tot regeling
der verhouding tusschen goud en zilver bij het
muntwezen, zich alle vrijheid reserveerende.
Ook Frankrijk zou zich hebben bereid ver
klaard, met den wensch echter, dat Parijs als
plaats van bijeenkomst mocht worden aange
wezen.
Omtrent dien uittocht, welke Maandag te twee uren
uit Ymuiden plaats heeft gehad, ontleenen wij aan
het Handelsblad het navolgende
Allerheerlijkst weer begunstigde dien tocht van
heinde en ver waren tal van belangstellenden gekomen,
om er getuige van te zijn.
Om éen uur lag het schip in de sluiste half
twee kwam eeu boot met muziek te Ymuiden aan,
terwijl 2 kolonels en 15 officiereu van Z. M. wacht,
schip aan boord van de Barents gingen, om een laatst
afscheid van de vrienden te nemen; warme toasten
werden geslagen.
Het bloed werd in een groot bekken opgevangen;
hierin liet Berchta den gebeimzinnigen drank vloeien
en keek oplettend naar de witachtige figuren, die
daarop in het bloed zich vertoonden.
Zij beklom nu een verhevenheid waarop een
zetel stond, wenkte met de band en sprak
«Welkom,wakk're zonen van den stam der Sueven,
aan deez'heiige plaatse! Welkom aan den maaltijd,
die ter eer van Wodan, Donar, Preiren Vali, om
hun gunst te winnenhier voor u bereid is op
de wijs der vaadren. Hoort nu van vrouw Berchta,
die in de offerschale 't teeken heeft gelezen, het
bevel van Wodan: ««Eer mijn gouden wagen,
die om 't heilig Noordpunt wentelt, door de stralen
van mijn oog verbleekt is, moet de man van 't
zuiden die den God aan 't kruis eertop mijn
altaar sterven, en de priesterschare moet de ade
lingen en de vrijgeboornen van den stam der Sueven
met zijn bloed besprengen. Dan zal straks 't gebroed
der Franken, dat vast aanrukt om mijn essche te
ontwijden en uw vrijheid te vertrappen, vallen door
het zwaard der Sueven, als de zwakke korenhalmen
voor de sikkel van den maaier."" Berchta zweeg
en een oorverdoovend gejuich, gesehal van hoornen
en trompetten en geklikklak van zwaarden en
schilden vervulden daarop het woud .«Wraak aan
de ellendige Franken die onze altaren vernielen
en onze goden willen verderven 1" klonk het van
alle kanten.
Nu deelden de priesters de drinkschalen rond,
vrouw Berchta gaf het voorbeeld tot drinken, dat
door de Sueven ijverig gevolgd werd. Drinkhoorns
met wijn, en schalen met bier, in welke dranken
bloed van de offerdieren gemengd was, werden in
grooten getale geledigdde bloed mannen zett'en
daarbij ontzaglijke stukken halfgaar paarden- en
Onder hen, die het schip uitgeleide deden, behoorde
ook de familie Fransen Van de tutte, uit 's-Hige,
die volgens denzelfden verslaggever vele bewjjzen
van belangstelling in die onderneming heeft gegeven
en te Ymuiden juist een huiselijk feest vierde. Even
vóór het vertrek van de Barents werd het schip ge
doopt door mejuffrouw Fransen Van de Putte, die
een paar hartelijke woorden sprak, terwijl zy het cham
pagneglas tegen het schip verbrijzelde. De komman-
daut van het Poolschip, de luiteuant ter zee le klasse
A. De Bruijne, beantwoordde de jonge dame, terwjjl
vervolgens een matroos uit Zeeland het woord nam,
die luide toejuichingen verwekte.
Te twee uren werd de Willen. Barents op sleeptouw
genomen, en verliet hij, onder donderende hoerahs en
het lossen van een afscheidsschot, de baven van Ymui
den. De sleepboot bracht hem een kwartmijl bui
tengaats onder hst spelen van het Wilhelmus en het
Wien Neerlandsch Bloed. Het moet een prachtig
gezicht zijn geweest, het schip, waar de kommandant
aan het roer stond, de officieren en dokter zelfs aan
de touwen trokken, en dat uitstekend zeilde, de gol
ven te zien klieveD. De kommandant sprak de man
schappen toe, die blootshoofds een „leve de officiereu"
riepen en de hand schudden.
Te Ymuiden beerschte groote geestdrift.
Ook omtrent den tocht, die Zondag van Amsterdam
naar Ymuiden plaats had, meldt het Handelsblad nog
eenige bijzonderheden, die wel vermeldenswaard zjjn.
Aan boord van de Barents was bet even vroolijk
als daarrond. l)e manschappen beantwoordden de
eerebewijzenhun aangedaan, door het zingen van
zeemansliederen en het roepen van hoerahs.
„Een der matrozen, een jonge loods uit Vlissingen,
zat op de verschansing met een groote lei. Hij no
teerde alles wat hem trof, de namen der salueereode
schepen, enz., enz., om een beschrijving van dezen
heerly ken tocht naar zjjn vader te Vlissingen*) te zenden.
Een auder matroos wees mjj een mooien collier, dien
hij in een houten kokertje bewaarde, en welke hem
door zijn zuster medegegeven was om op het graf van
Barents te leggen, welke opdracht hij op de puinhoopen
van 't „Behouden Huis" te Nova Zembla hoopt te vol
brengen. Van de matrozen vernam ik nog iets anders. Zy
hadden 's morgens voor gezamenlijke rekeningen zonder
er hunne officieren iets vau te zeggen, een telegram
gezonden aan prins Hendrik, om Z. K. ll. in naam
der bemanning van het vertrekkend poolschip geluk
te wenschen met zijn aanstaand huwelijk."
Dit laats'.e is zeker een sprekend blijk van de sym
pathie, die onze prins alom in den lande geniet.
Zooals bekend is, bestaat het plan, om Lerwick
of Bergen aan te doen en van daar tijding naar het
vaderland te zenden.
Wij hebben gegronde reden, om te vermoeden,
dat dit Goes zal moeten zijn.
stiereuvleesch op de tafels. In weinig tijds werd
dit verslonden. «Wij moeten een aanvoerder kiezen
in den strijd 1" riep een adeling van hoogen rang,
kenbaar aan zijn gouden keten en kostbaren mantel.
«Ja, jariepen verscheidene stemmen. Wick-
liard Van Delwoude wees gij zelf onze voorste
tegen de Franken 1" Hier en daar kletterden de
speeren tegen de schilden, een bewijs van instem
ming, op andere plaatsen bleef liet stil. «Verheffen
wij Wickhard ten schilde!" riepen verscheidene
stemmen.
Maar vrouw Berchta scheen het oogenblik voor
de keuze van een aanvoerder nog niet aangebroken
te achten, zij stond op van baar zetel en gaf een
teeken met de hand. Alles werd stil; toen sprak zij:
«Thans is 't oogenblik gekomen, dat naar Wodans
wijs begeeren 't menschenoffer moet geschieden.
Gij, Frodgumo, opperpriester, met uw helpers zult
eerst bidden; dan gaat gij, blosdman Wolfhard!
met een helper en vier krijgers onder uit den steenen
toren den gevangen Frank hier halen, slacht hem
op het steenen altaar, spreidt zijn bloed, naar 't
woord van Wodan, op de edelen en de vrijen der
Suevenhier verzameld. Haast u 1 reeds bleekt
Wodans wagen voor het vuur van Wodansoog."
Berchta zweegde priester begaf zich ^aav het
altaar en boog zich tot het gebed.
VII
De hoeve van Fulko Van den Brink lag op
ongeveer twee uur gaans afstands van het woud
van Gusala. Het huis was gedeeltelijk van steen,
gedeeltelijk van hout gebouwd en stond met eenige
lage hutten de verblijven der eigenhoorigen
op een ruime werf, die met boomen beplant en
door een gracht omringd was.
In den avond, die den nacht voorafging, waarin
1878.
9 Mei 's-Gravenpolder-en Boonenpolder.
10 Adriaan-Anna, Frederiks, WeBt en Oud
Cortgeenpolders.
11 Schengepolder.
15 Verschillende Kraaiertpolders.
17 Oostkraaiertpolder.
17 Oud-Noord-Bevelandp aider.
17 Nieuw Krabbendijke-, Maags-, Maire- en
Oostpolder.
18 Reigerbergschenpolder.
20 's-Heer Arendskerke, Ankerveere, St. Pieter
en Oude Kraaiertpolder.
22 Nieuw-Noord-Bevelandpolder.
22
22
Watering Hoedekenskerke.
Nieuwlaadpolder.
KERKELIJKE ZAKEN ONDERWIJS.
Het Zuider-sendingsfeeat zal dit jaar gehouden
worden bij 's-Heer Arendskerke, by de hoeve van
den heer Vermet, op Woensdag den 19den Juni,
De openingsrede zal gehouden worden door dr.
Cohen Stuart Verder worden als sprekers genoemd
de heeren Coolsma, zendeling van de Utrechtsche Zen-
dings-vereeniging; lheod. A. Eggendein, vau Antwerpen;
E. B. Gunning, van Waspik; Van den Hoorn, van
Tiel; A Littoog, vau Middelburg; R. Van Schelven,
van Alkmaar; Teljer, van Axel. (A'. S. Ct.)
De heer Corn. Van Weele, geboortig van Hein-
keuszand, leerling aan de Rijkskweekschool te 's-Bosch,
heeft akten verworven voor hulponderwijzer, teekenen
en wiskunde.
Arrondissements-rechtbank te Middelburg.
In de zitting van Maandag 6 Mei zijn de na
volgende vonnissen uitgesproken tegen
lo. M. E., dienstbode te Vlissingen, wegens 5
wanbedrijven van oplichting veroordeeld tot 188
dagen cell, gev.straf en geldboeten van 25 ieder,
subs. 3 dagen gev.straf voor elke boete c. e.
2o. Job. Th. V. d. V., 21 j timmermansknecht te
Hulst, wegens hoon veroordeeld tot eene geldboete
Van/3, subs, een dag gev. siraf c. e.
3o. J. S., 31 j arbeider te Philippine, wegens
diefstal van krabben, vrijgesproken.
4o. B. M., 38 j., arbeider te Clinge, wegens mis
handeling veroordeeld tot eene geldboete van 15,
subs. 7 dagen gev.straf c. e.
5o. Cb. L. Van D., 28 j arbeider te Kapelleburg
(Clinge) wegens hoon veroordeeld tot 16 dagen cell,
gev.straf en 2 boeten van 8, subs, een dag gev.
straf voor iedere boete c. e.
het boven verhaalde voorviel en het zoo druk en
woelig was op de offerplaats bij Berchta's toren,
was het hier stil. Vredig en rustig te midden
van de bedauwde velden en beschaduwd door het
dichte olmenloof, waarboven zich het onmetelijke
starrendak welfde, lag daar de hoeve, waarop vrouwe
Sigyna bij afwezigheid van haren echtgenoot mees-
teresse was.
De stilte werd eenigszins verstoord, toen twee
dienstbaren van de hoeve de staldeur openden en
een grooten stier naar buiten brachten.
„Kom Volhert", sprak de een, «laten we ons
nu wat haasten, dan kunnen we nog tijdig op de
offerplaats zjjn om eens te zien, of de andere stie
ren even zwaar zijn als onze witkop."
Zij leidden daarop den stier den dam over en
begaven zich op weg.
«'tls toch jammer van onzen flinken witkop, niet
waar?" zei Bertivoutdie voor den stier liep en
hem aan het hoornzeel hield.
«Ja, maar 't ie ook ter eere van de goden" zei
Volhert, «en de kleine Wolfard is nu toch beter.
Gelukkig dat vrouw Sigyna aan de goede Hulda
om hulp gevraagd en den God aan 't kruis daar
straks heeft verbrand. Als nu Fulko terugkomt
is 't alsof we den Frank nooit in huis gehad
hebben."
«Als morgen de Franken maar niet komen om
haar te straffen en de hoeve verbranden en ons
allen dooden," zei Bertivout. «Ik had wel gewild,
dat ze den Frankischen God maar bewaard had,
dan hadden we van die roovers en brandstichters
niets te vreezen."