1878. N". 54 Dinsdag 7 Mei. Berchta en Mathilde,17) SCHUTTERIJ. Afstand van publieken Grond. D. MOOJEN. Recht van Visscherij. JACHTRECHT. JACHT en VISSCHERIJ. EEN GEWICHTIG FEIT. Mengelwerk een verhaal uit de dagen der eerste Evangelieprediking in Zeeland, GOESCHË he uitgave dezer Courant geschiedt majlhdag-, woemsdao- eu V kijdaoavund, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 ct,, met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen ran 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAÜBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Goes Gezien de wet van den 11 April 1827 (Staatsblad no. 17) betrekkelijk de OPRICHTING van SCHUTTERIJEN en speciaal de artikelen 1, 2, 7, 8 en 9; Roepen bij deze op: alle mannelijke ingezetenen der gemeente, welke op den 1 Januari dezes jaars hun 25ste jaar zijn ingetreden, hoedanigeu zijn, die geboren teerden \n den jare 1853, om zich, van den 15 tot en met den Sl der maand Mei, voor den schutterlijken dienst dezer Semeente, ter secretarie, alwaar daartoe dagelijks zal wor- en gevaceerd, (uitgenomen des Zondags) des morgens van 9 tot des namiddags 2 uren, te doen inschrijven, en zich voorat te voorzien vaneen geboorte-extract, teneinde zich van hunnen juisten ouderdom ter behoorlijke in schrijving te verzekeren en zich door eene verzuimde of onbehoorlijke inschrijving niet bloot te stellen aan de straf, bij artikel 9 der wet van den 11 April 1827 vastgesteld. levens worden opgeroepen, om zich ten bovenge- noemden tijde en plaatse te doen inschrijven, alle mans- personen, geboren in den jare 1845 tot en met 1852, welke in vorige jaren elders ingeschreven zijn, doch sedert dien tijd binnen deze gemeente zijn komen wonen, met over. legging van het bewijs der vroeger gedane inschrijving in eene andere gemeente, alsmede zoodanige ontslagen militairen en vreemdelingeu, als sedert de laatste in. schrijving in de termen aer schutterij gevallen en bin- nsn deze gemeente woonachtig zijn. De personen, welke reeds ingeschreven zijn en deel aan de loting genomen hebben, beboorende tot de tweede klasse, zijnde gehuwden en weduwnaars met een of meer kinderen, welke door sterfgeval of anderszins alsuu in de termen der eerste klasse vallen, worden aangemaand, om daarvan almede ten boven bepaalden tijde en plaatse kennis te geven. De onderscheidene daarvan te houden registers zul len op den 1 Juni eerstkomende -worden gesloten en degenen, welke bevonden zullen worden ten deze na latig te zijn geweest en zich na dien tijd komen aan geven of ontdekt worden, aan het einde der registers ambtshalve worden ingeschreven, onverminderd de daarop gestelde boeten en straffen. Goes, den 4 Hei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAADBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen ter openbare kennis, dat door het bestuur van de vereeaiging „Help UZeiven' een adres is ingediend, om aan die instelling in eripacht aftestaan den grond tegenover de Koebarrière (het zoogenaamde Bekaf) teneinde daarop arbeiderswoningen te bouwen en noodigen diegenen uit, welke tegen den afstand bezwaren mochten hebben, die aan hun College ken» baar te maken vóór of op Zaterdag den 11 Mei 1878, zullende het er anders voor gehouden wordeD, dat geene bedenkingen daartegen bestaan. Goes, den 4 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. door VI. Eerbiedig knielde Mathilde neer; zjj hoorde Ade- lard zingen «God is de steun en toevlucht van de zijnen, Hij geeft zijn strjjd'ren kracht Hij laat in druk zijn kind'ren niet verkwijnen, Maar doet hun 't licht van zijn genfi. verschijnen, In 's onspoeds donk'ren nacht. Slechts hjj voelt rusjj te midden der gevaren, Die hulp zoekt bjj den Heer Vrjj stroomen, als bjj storm de wilde baren, De heid'nen aan met hunne legerscharen Zijn macht gaat hen te keer. Bet heidendom moog' als de stormwind woeden, Die over 't grazig land De golven zweept der opgestuwde vlbeden, Jehova zal zjjn heil'ge stad behoeden, Baar muren houden stand. Een zachte wind, de ademtocht des Heeren, Zal van dat grazig land Eh Sions muur de wateren doen keeren, Als 't heidendom de liefdewet zal leeren Van Christus, zijn gezant. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen op Zaterdag den 11 dezerdes namiddags te een ure, ten raadhuize, in het openbaar trachten te VERPACHTEN: te weten „1°. In de kaai, de haven, de waterleiding en de „watergangen aan de wegen gelegen, alles „voor zoover het ambacht van Goes strekt.''1 „2<>. In de zoute vest bij den zaagmolen." 3In de zoete vest van de 's-Heer Hendrikskin- „deren-barrière tot aan de Koebarrière en „van de Ganzenbarrière tot aan den Dam „bij den Bergweg." „4°. In de brakke vest, van af het huis van arrest „tot in den zoogenaamden Galghoek.'' Welke verpachting zal geschieden voor den tijd van zeven jaren, ingaande den eersten Juli aanstaande; waarvan de voorwaarden, van heden af tot den dag der verpachting, ter inzage van een ieder zullen voor handen zijn op de gemeente.secretarie. Goes, den 4 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M P. BL4AÜBEEN. De Secretaris, H A R T M AN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES zullen op Zaterdag den 11 Mei a. s., des namiddags te éen ure, in huube vergaderkamer, ten raadhuize op nieuw publiek en aan den meestbiedende, voor vijf jaren, trachten te verhuren Het RECHT tot de JACHT in deze gemeenteover eene uitgestrektheid van 670 Hectaren, ingaande den 1 Juli van het loopende jaar op de voorwaarden, die daarvan ter secretarie dezer gemeente ter lezing zullen liggen, van heden af tot den dag der verhuring. Goes, den 4 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen bij deze ter kennis van de belanghebbenden in deze gemeente, dat de blanco verzoek-biljetten, om akten en vergunningen voor de Jacht eu Vis scherij, vermeld in art. 5 der wet van 13 Juni 1857, (Staatsblad no. 87) van heden af ter gemeente secretarie kosteloos verkrijgbaar zullen zijn en dat die verzoekschriften, behoorlijk ingevuld en geteekend, in Dies heft uw hoofd omboog en staakt uw klachten, Gij vrome knechten Gods Ruk' Wodan aan en spil' hij vrij zijn kraehten, Gods aam verstrooit als kaf die legermachten, En 't kruis staat als een rots." Hier eindigde het lied en Mathilda bleef een pooze biddend neergeknield. »Ja, jaherhaalde zjj in zich zelve, nGods aam verstrooit ze als kaf. nHeere Jezus! geef nu moed en kracht, toon nu, dat Gij sterker zijt dan Wodan en alle Asen te zanten." Zjj stond op, en snelde haastig voort. Een kille huivering beving haar, toen zjj onder den statigen esch wasden door Wodan in 't bjjzonder gehei- ligden en uitverkoren boom, en zjj den wind door zjjn bladeren hoorde ruischen. Het was haar, of de machtige Ase haar met onzichtbare hand vast greep. Zjj voelde haar knieën knikken en miste een oogenblik de kracht om verder te gaan, maar de gedachte aan haar kruisbeeld, het geloof, dat Jezus sterker was dan Wodan, en de overtuiging dat Adelards behoud van de volvoering harer daad afhing, bezielde haar met nienwen moed. Bij het wijhuis gekomen, opende zjj onbeschroomd de deur. Op den tast ging zjj voort tot midden in 't gebouw; zjj liep wel hier en daar tegen ver schillende voorwerpen, offerketels, blokken of an dere gereedschappen aan, maar spoedig bevond zij zicb bjj een afgesloten ruimte, tot berging van bjjlen en bekkens bestemd, doch die thans ledig was. Op den bodem van deze ruimte legde zjj het kruisbeeld neder, na het nog éénmaal gekust en aan haar hart gedrukt te hebben. Zjj spreidde er den loop dezer maand moeten worden ingediend bij den burgemeester, ter opzending aan den heer Commissaris des Konings in deze provincie. Goes, den 4 Mei 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEEN. De Secretaris, HARTMAN. „Zij smachten naar het uur, waarop zij henen snellen Het slaatde kust stroomt rol en Tessels oevers zwellen De palen zijn bevolkt, en booten zonder tal Zijn op- en volgepropt, en kruisen langs den wal. 't Vaarwelen 'tafscheid joelt en schatert langs de stranden; De mutsen zwieren rond in de opgestoken handen; De doeken zwaaien groet en handkus, 'tluid hoezee Verzelt hun uittogt langs de duinen en de ree. Heel Neêrland zendt haar wensch ten hemel. Opgetogen Ziet zij haar kindren voor hare eer ten kamp gevlogen, 't Gevaar verachten, 't lot braveren, om, misschien, Een lauwer meerder aan haar lauwerkroon te «ien. 't Vangt aan, het kloek bedrijf, waar 't nakroost van (zal spreken Men windt de kabels, hijscht de zeilen, wacht het (teeken -t Verschijnt: de lont strijkt neêr, het knappend kruid (ontbrandt, En 't losgedonderd schot wenscht heil aan 't vaderland." Tollens. De overwintering der Hollanders op Nova Zembla. Wanneer alles geschiedt, zooals het werd bepaald, dan zal heden te drie uren uit IJmui- den eeu scheepje zee kiezen, wier bemanning met warme sympathie dient nagestaard door alle Nederlanders. Zondag te 2 uren is de Willem Barents van Amsterdam vertrokken onder geleide van een tal van vaartuigen en eene onafzienbare reeks roei- en zeilschepen. De studenten hadden zich op een boot veree- nigd om het scheepje te vergezellen, en onder de liefelijke tonen der muziek en de luide hoe- zee's van duizenden, is het langs Amsterdam's nieuwe zeehaven vertrokken. Onze hoofdstad ie trotsch op dit feithet spreekt zoo zegt het Handelsblad als symbool van den herbo ren ondernemingsgeest. Maar neen, niet aanAm- stel's veste alleen de eer, gansch Nederlaud heeft meegewerkt om te doen geschieden wat thans gebeurt. Eigen Haard heeft er ons verleden week aan herinnerd, dat ieder vaderlander met zeker gevoel van zelfvoldoening het schoenertje mag Dit keurige tijdschrift blijven wij voortdurend bij allen aanbevelen, die goede degelijke lectuur op prijs stellen. een doek overheen en bedekte het voorts met eenige losse aarde. Even stil en haastig als zjj gekomen was, ging ze thans heen en keerde in haar vertrekje terugzonder door iemand oi>gemerkt te worden. Zjj wachtte daar, rustig en vol ver trouwen op de kracht van het kruis, af wat nu verder geschieden zou. Lang voordat de morgen aanbrak, hoorde zij buiten de poort op den hoorn blazen. Vrouw Berchta kwam naar beneden, opende de poort en eenige bloedmannen en priesters traden binnen. Op nieuw begaf zich Berchta naar haar vertrek en niet lang daarna werd daar buiten andermaal het sein gegeven, dat men wenschte binnen gelaten te worden. Thans opende een der priesters vrouw Berchta bleef boven in den toren, en de poort werd niet meer gesloten, want onophoudelijk kwamen er ade lingen met hunne manschappen en vrjjen in grooten getale binnen. Het was een zonderling tooneel van bedrjjvigheid en gewoel, dat thans de anders zoo stille offerplaats den toeschouwer aanbood. Gebriesch en getrappel van paarden, geloei en gestamp van kolossale stieren, geklikklak van schilden, zwaarden en speren, ge knetter van groote vuren, luidruchtig gesprek van adelingen en vrjjen, bevelen van offerpriesters, ge rammel van ketels, bekkens, bjjlen en messen, geloop van dienaren met kransen voor de offerdierenen drinkschalen voor de deelnemers aan den maaltjjd. Daarbij die honderden van krachtige mannen met ruige, door kalkwater ros gemaakte baarden, met lange haren, bjj de eenen golvend tot op de schou ders, bjj de anderen op de kruin van het hoofd bekijken. En de lieve afbeelding, die zij ons ervau te aanschouwen gaf, inoge ons, leeken, doen huiveren, wijl het vaartuig zoo klein is, maar het wekt toch oaze bewondering op en volgens het schrijven van een ooggetuige, tevens een, die een werkzaam aandeel aan den tocht zal nemen is het keurig en doelmatig tot in de kleinste kleinigheden ingericht. Vaart dan heen, wakkere mannen 1 die aan zoo'n kleine hulk u zei ven toevertrouwt, vast overtuigd van het edele uwer taak, vast vertrouwende op uwe kracht en kennis. Vaart heengansch Nederland blijft u in gedachten volgen, en iedere tijding van u zal het welkom zijg! Waar de tocht henen gaat en met welk doel Men leze Ieder kent al is 't ook slechts uit Tollen's schoone verzen, waarvan hierboven eene aanha ling is geplaatst, zoo toepasselijk met eene kleine wijziging van Tessel's in Amstel's de tochten van Barents en Heemskerk naar de Noordpool, om langs dien weg een nieuwe vaart naar Indië te openen. Stout was de tochtgevaren en ontbering waren ruimschoots hun deel, ja Barents en meer dan éen kameraad moest zijn leven offeren voor de goede zaak't doel werd niet bereikt maar y Jong' en oud Schalt hun volharding uit en 't wonderbaar behoud, 't Erkentlijk vaderland, door liefde en vreugd ge lér even. Neemt weer zijn kindren op die uit den dood {herleven Vergeldt hen, juicht hen toe, strooit lauwren voor {hen heen. En rekent d' uitslag niet, maar telt het doel alleen." Maar in de laatste 100 jaren heeft Nederland op het gebied van wal visch vaart zich weinig of in 't geheel niet meer doen geldennoord- sehe tochten kwamen haast niet meer voorde Nederlandsche vlag was een ongewoon verschijnsel daar waar zij vroeger alléén werd gezien Ne derland werd verdrongen. Ja zelfs ,/de graf plaatsen onzer vroegere ijsvaarders werden slechts door vreemden bezocht en de oud-vaderlandsche vlag, die gedurende de eerste overwintering van Europeanen in de Poolstreken boven de hut van Barents gewapperd had, werd ons eerst na drie eeuwen door een vreemdeling teruggebracht. Dit was te erg; hiermede was onze ware nationale eer beleedigd, en, dank zij het initia tief, door eenige wakkre mannen genomen, dank samengebonden en zoo naar achter af hangende allen gewapend, en dit gansehe tooneel nu eens verlicht door den rossen gloed der vuren en fakkels dan eens half voor 't oog verborgen door de neder- slaande rookwolken, die ook schaduwen wierpen op de blinkende strjjdhoeden en schilden der Sueven. Velen van hen droegen op de breeöe borst een keten van kostbaar metaal, die in den oorlog was buit gemaaktallen haddeu over bun wapenrok, die bij sommigen van ijzer was, een mantel van triesch laken om de schouders. Bijde aanzien- ljjtsten waren die mantels met grillige figuren beschilderd en van bonten randen voorzien. Ook Bachinhard was onder de aanwezigen. In- tusschen waren de Bloedmannen bezig met de ge- wjjde en van kransen voorziene stieren te slachten op den offersteen. Het bloed der dieren werd in bekkens opgevangen, de tafels werden er mee be streken. De koppen werden nog druipend van bloed aan verschillende boomen opgehangen. Thans noo- digde de opperpriester tot het gebed. Hjj knielde neder op een daar aangebraebten grooten steen. Met gedekten hoofde, het gelaat naar het Noorden gewend, en opgeheven handen bad hjj. Allen baden met hem. Toen het gebed geëindigd was gaf de opperpriester een teeken met de band, waarop de aanwezigen plaats namen aan de lange, met bloed bestreken tafels. Nu werden de aanzittenden door de offerpriesters, die met bekkens in de hand rond gingen, met bloed besprengd. Middelerwijl werd het vleescb boven de offervuren gebraden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1