1878. N". 49. Donderdag 25 April. Berchta enMathilde, 18) Personeele belasting en Palenlrecbt. Mengelwerk. een verhaal uit de dagen der eerste Evangelieprediking in Zeeland, D. MOOJEN. Verleek dei' brievenmail naar Oosl-Iudië. GOES, 24- APRIL 1878. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nummers 5 et., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst. Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebben dankbetuigingen van 18 regels a 1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct. Bü di recte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUEE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES brengen, naar aanleiding der circulaire van den heer Commissaris des Konings in Zeeland, dd. 12 Maart 1878 A no, 1031/1, le aid. (Prov. blad no. 34) ter openbare kennis - dat de aanvang van het beschrijvingswerk voor de Personeele belasting en van het Patentrecht dienstjaar 1878—1879 bepaald is op Maandag den 6 Mei 1878; dat de inschrijvingsbiljetten voor de personeele be lasting zullen worden opgehaald den achtsten dag na de uitgifte, doch in geen geval voor den 15 Mei; dat wegens elk opgehaald beschrijvingsbiljet een bewijs van ontvang zal worden afgegeven; dat door niemand dergenen, die de biljetten uitreiken en ophalen, voor de invulling der verklaringen van de belastingschuldigen ecnige betaling gevorderd zal mogen worden. dat bij art. 5 der wet van 9 April 1869 (St. bl. no 59) van de personeele belasting is vrijgesteld„de eenige vrouwelijke bediende, overigens naar de eerste, derde en vierde klasse belastbaar, in dienst van den belasting plichtige, welke geen andere bedienden houdt, en vier of meer eigen óf aangehuwde kinderen, kindskinderen en pupillen bij zich heeft inwonen, die op den 1 Mei des jaars, waarover de belasting loopt, jonger dan een en twintig jaren zijn." dat bij art. 7 der wet de twee eerste paragrafen der wet van 29 Maart 1833 (St. bl. no. 4) zoodanig zijn ge wijzigd, dat hij. die na den 15 Mei een perceel in gebruik neemt, voor dit perceel de belasting naar de vier eerste grondslagen verschuldigd is, voor den tijd van het dienstjaar, die dan nog overblijft, terwijl aan hem, die een perceel geheel verlaat, ontheffing wordt verleend; dat, om als tegenschatter van de zijde der belasting schuldigen te dienen, ingeval van herziening van het aangegeven bedrag van de huurwaarde of het aantal deuren en vensters of haardsteden, door Burgemeester en Wethouders zijn benoemd de volgende personen WILLEM DE BESTE, ADR1AAN DE BKUIJ- NE, WILLEM FREDERIK VAN RIET en WILLEM DEN BOER Bz. dat de aangifte of verklaringen ter verkrijging van patent zullen worden uitgegeven van den 7den tot en met den llden Mei en behooren ingezameld te zijn den 31sten dier maand dat bij de beschrijving valt op te merken: 1°. Ten aanzien der patentplichtigen, in de eerste 25 tabellen der wet van 13 Mei 1829 (Staatsblad no. 34)om- schreven .- dat, met uitzondering van de patentplichtigeslijters, tappers, kroeghouders en koffiehuishouders, die niet in de gewone beschrijving zullen worden begrepen, maar aan welker huizen, zooara mogelijk na den ingang van het dienstjaar, en zonder de gewone beschrijving af te wach ten. een declaratoir zal bezorgd worden, hetwelk na ver loop van drie dagen zal worden afgehaald, en welke ver plicht zijn dadelijk dehelft van hunnen aanslag te voldoen, waarna het patent op vertoon der quitantie, alsmede van het bewijs, dat hun deBwegens verschuldigde over het voorgaande jaar ten volle aangezuiverd is, ter secretarie onmiddellijk verkrijgbaar zal zijn 2°. Ten aanzien der eigenaars, vaste huurders, of andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, dat zal moeten worden gehandeld overeenkomstig de resolutie van den minister van financiën van 20 April 1852 no. 162 (prov. blad no, 57 van dat jaar.) En wordt voor dezen de gele genheid tot het doen der aangifte opengesteld van 6 Mei IS77 bij het gemeentebestuur der plaats, alwaar de be* door IV. Wat staat gij daar lafaardsriep zij den Sueven toeen laat uwen bloedman vermoorden. De donderkeilen van Donar zullen u straks verplet teren zoo gij niet strijdt." En de Sueven, nog meer bevreesd voor den toorn der Wichelaresse dan voor den strjjdbijl der Franken, drongen, ofschoon mee- rendeels ongewapend, op de Franken in. Twee der gewapende en moedigste Sueven vielen aan, twee ongewapende maakten zich meester van de strijd bijlen der verslagenen, en begonnen er op los te slaan, doch hun vermetelheid bekwam hun slecht, daar zij onmiddellijk door de zich omkeerende Franken neergehouden werden. «Wraak, wraak, voor Wodan!" schreeuwde vrouw Berchtha. Deze kreet en het zien van hun vallende makkers wekten den strijdlust der Sueven op. Het gevecht werd algemeen. Maar de grijze Barlof kreeg op dit oogenblik een slag, die hem bloedend deed ter aarde storten. Een tweede zou hem den schedel gekloofd hebben, indien niet Sigyna zich plotseling tussehen beide geworpen had. lasting verschuldigd is, onder overlegging van een aan» giftbiljet, daartoe bij die besturen verkrijgbaar. 3". Ten aanzien van de kramers; dat zij zullen gehouden zijn om bij het doen hunner aanvrage om patent op te geven de onderscheidene goe deren, welke zij voornemens zijn te koop aan te bieden. Zoomede de wijze, op welke zij hun beroep uitoefenen, naar aanleiding der onderscheidingen bij 1 der 7de tabel, gevoegd bij de wet van den 16 Juni 1832 (Staats blad no. 30), alsmede de gezamenlijke inkoopswaarde der door hen te koop aangeboden wordende goederen; zullende dien onverminderd door de patentplichtigen, die hunne goederen in de herbergen of bergplaatsen, huizen en andere gebouwen van derden uitstallen, op. gave moeten geschieden van den tijd der during van hun verblijf in de gemeente, en door hen, die hunne waren in openbare veilingen, buiten hunne winkels, bij koopen van doorgaans beneden de 25,ieder, doen verkoopen, van dien der te houden verkoopingter wijl, zoo zij de wijze van dien verkoop veranderen, de waarde hunner waren vermeerderen of den duur des verblijfs of der te houdene verkooping verlengen, zij daarvan op den voet van art. 13 der wet van den 21 Mei 1819 en op de boete, bij art. 37 bepaald, aangilte zullen uoen in de gemeente, alwaar zij zich bevinden, en zoodanig aanvullingsrecht voldoen, als van hen bij werkelijk toegenomen belastbaarheid zoude kunnen worden gevorderd. 4". En eindelijk, dat de bedoelde kramers, benevens de debitanten van loterij-briefjes, krachtens het lion, besluit van den 17 October 1820 (Staatsblad no. 22) op de boete van 1 en 2, van art. 32 der wet van den 21 Mei 1819 bepaald, verplicht zijn steeds hun patent met zich te voeren. dat de sluiting van de registers der patentplichtigen zal geschieden den loden Juni aanstaande; dat het werk der zetters behoort te zijn afgeloopen voor den 25sten Juni daaraanvolgende; en eindelijk, dat de ingezetenen, die zich met hunnen aanslag iu de personeele belasting of het patentrecht bezwaard achten, verplicht zijn bij hunne bezwaarschrii- ten over te leggen een duplicaat van hun aanslagbiljet, tegen betaling van 5 cents bij den rijks-ontvanger ver krijgbaar gesteld. Goes, den 20 April 1878. Burgemeester en Wethouders voornoemd, M. P. BLAAUBEËN. De Secretaris, H A R T M A N. Via BRIND1SI, 26 April, 1.— 's morgens. Via NAPELS, 28 April, 5.45 's avonds. Via MARSEILLE, 3 Mei, 1.'s morgeus. Via N1EUWEDIEP, 10 Mei, 5.45 's avouds De Fransehe pakketbooten doen Riouw, Bauka en Palembang niet aan. Staatsblad no. 23 behelst het kon. besluit van den llen April 1878 tot vernietiging van het besluit van Burg. eu Weth. der gemeente Erabbendijke, van 6 Febr. 1878, betrekkelijk de benoeming van J. JSierstrasz, pre dikant bij de Hederd.-hervormde gemeente aldaar, tot tijdelijken secretaris en tijdelijken ontvanger van eerst» gemelde gemeente. Dit besluit rust op de volgende overweging: dat, volgens de artt. 98 en 107 jetis, artt. 62 en 235 «Spaar hem, bid ik u," riep zjj op smeekenden toon. «De heiligschenner moet stervenbrulde de woedende Frank en op nieuw hief hij zijn akst op om den bloedman te treffen. Maar Sigyna wierp zich op den grijsaard en middelerwijl werd de Frank in den rug aangevallen door een der voor waarts dringende Sueven. Heviger werd nu de strijddaar de vechtenden onophoudelijk door Berchta werden aangevuurd maar was daardoor te spoediger geëindigd, want de Franken begonnen te zien, dat zij het onderspit moesten delven, en zij begonnen al vechtende te wijken. Nog menige Germaan werd gedood maar ein delijk kozen de enkele nog ongekwetste Franken hun heil in de vlucht. Alleen Adelard bleef rustig staan, met zijn ztvart houten kruis in de eene en de stukken van het cvusifix in de andere hand. «Grijpt den ellendigen verraderlijken Frank krijschte vrouw Berchtabindt hem de armen op den rug." Dit bevel werd volvoerd; Adelard liet zich binden als een lam. «Heere Jezus! leer mij lijdzaamheid," bad hij. Vrouw Berchta begaf zich inmiddels naar den gekwetsten Barlof. Hij had een diepe wonde in den schouder. Sigyna haalde in een napje, dat Berchta bij zich had, een weinig water uit de nabij zijnde beekdaarmede wiesch Berchta de wonde, legde er eenige kruiden op en wond er een doek om heen. Ook de andere gekwetsten verhond zjj. Toen gaf zij bevel den christen naar haar toren der gemeentewet, de betrekkingen van secretaris en van ontvanger onvereenigbaar zijn met die van geestelijke of bedienaar van den godsdienst; dat hij, aan wien de betrekking van secretaris of ont vanger tijdelijk wordt opgedragen, zoolang de waar neming duurt, alsjgemeente-ambtenaar is te beschouwen en dat derhalve ook op tijdelijke opdracht dier betrek kingen de bovenbedoelde uitsluiting van kracht blijft; dat we! is waar, bij de artt. 105 en 119 der gemeentewet, de regeling der wijze van tijdelijke vervanging van den seeretaris en van den ontvanger aan den Gemeen teraad is overgelaten, maar dat hieruit niet volgt, dat bij tijdelijke benoeming de voor eene definitieve benoe ming gestelde vereischten moeten geacht worden niet geschreven te zijn, omdat de wetgever zoodanige onder scheiding tussehen tijdelijke en doorloopende benoeming niet heeft gemaakt; dat derhalve het besluit van Burg. en Weth. van Krabbendijke. van 6 Febr. jl., in strijd is met de wet. Z. M. heeft aan mr.P. C. baron Nahuyjs, met ingang van 1 Mei 1878, op verzoek, eervol ontslag verleend als commissaris des Konings in de provincie Overijsel, met dankbetuiging voor de veie door hem den lande be wezen diensten. Bij Kon. besl. is bepaald dat die leden der colleges van zetiers voor 's Rijks directe belastingen, die voor de schatting, bedoeld in art. 11 der wet van 26 Mei tStbl no. 82), gebouwde of ongebouwde eigendommen met den daartoe aangewezen Rijksambtenaar opnemen, boven hun aandeel in het presentiegeldde volgende vergoeding wordt toegelegd: voor gebouwde eigen dommen: twintig cents voor elk gebouwd eigendom doch niet minder dan èen gulden, voor de ongebouwde eigendommen: voor vijf hectaren of kleiner uitgestrekt heid een gulden per hectare, voor elke hectare boven vijf, doch niet boven tien hectaren, vijftig cents, voor elke hectare boven tien hectaren twaall cents gedeelten van een hectare worden voor een geheel gerekend. De vergoeding wordt berekend afzonderlijk voor elke kadastrale gemeente naar het aantal der gebouwde of de uitgestrektheid der ongebouwde eigendommen, in den loop van een jaar aldaar opgenomen en geschat, onverschillig of het werk door een of meer leden van het college van zetters is verricht. Onverminderd deze vergoeding wordt bij de schatting van ongebouwde eigendommen, te zaraen grooter dan 100 hectaren en gelegen in een polder of in eene droogma kerij, acht gulden toegekend voor eiken dag, waarop het lid van het college van zetters met den Rijksambtenaar voorbereidende werkzaamheden voor die schatting heeft verricht of kosten van onderhoud heeft berekend. Tot commies der posterijen vierde klasse is benoemd de heer J. C. De Vulder van Noorden, thans surnumerair te Goes. Genoem den heer is als standplaats 's-Hertogenbosch aangewezen, waarheen hjj 1 Mei zal vertrekken. Het Volksblad meldt, dat alhier, naar men zegt, het voornemen bestaat, om een Christe lijke bewaarschool op te richten, waaraan ver bonden zal worden eene brei- en naaischool, alsmede eene avondschool voor nutt-ge hand werken. Het initiatief daartoe is genomen door de Christelijke Gereformeerde gemeente. Het kapi- te brengen. Zij zelf ging vooruit en vier Sueven met Adelard in hun midden volgden haar. Sigyna beval Folkert en zijn makker den ge kwetsten Barlof naar haar woning te dragen. Zij nam haar kind, dat ze tijdens het gevecht aan een nabijstaande eigenhoorige vrouw gegeven had, we der op den arm en vergezelde den bewusteloozen bloedman. De zon was inmiddels ondergegaan, en de breede schaduwen der reusachtige boomen bedekten de lijken der gesneuvelden op den heiligen heuvel waar voor ditmaal het oude in zijne worsteling tegen het nieuwe de overwinning had behaald. V. Op denzelfden schoonen herfstdag heerschte er op het plein bij den toren van Berchta eu bij het wijhuis buitengewone drukte. Eigenhoorigen, vrijen, bloedmannen, zelfs adelingen liepen af en aan. Hier zag men lijfeigenen, kenbaar aan den ijzeren hals ring waarop de naam des eigenaars gegrifd was, in 't zweet huns aanschijns, vrachten brandhout aanbrengen, daar jonge meisjes, dochters van vrijen, bloemen en groen dragen, elders werden onder toe zicht en hulp van eenige bloedmannen, lange tafels met zitbanken gereed gezet, en reusachtige ketels, bekkenshamers en bijlen voor den dag gehaald. Links en rechts werden er door het hoofd der bloedmannen bevelen uitgedeeld, paarden en stieren werden aangebracht; in 't kort: alles was in de weer. En ieder, die geen volslagen vreemdeling was, kon zien, dat men toebereidselen maakte voor een buitengewoon groot offerfeest. taal voor den bouw der school enz. is voor het grootste gedeelte reeds verstrekt. De com missie, daarmede belast, hoopt nog dit jaar de school in werking te brengen. Bljjkena het verslag omtrent den toestand van het kroondomein over 1877 zgn in dat jaar in de provincie Zeeland weder de tienden afgekochtin het rentambt Middelburg 9 blok ken, tot een bedrag van 42,904 85in het rentambt Tholen 5 blokken, voor f 3978.32; in het rentambt GoeB 20 blokken, voor ƒ28,967.30; en in het rentambt Zierikzee 20 blokken, voor 38,012.17 V Voorts leest men in dat verslag nog het volgende Tengevolge van het allengs afnemen van den vooroever verkeerde de zeedijk van den Thoornpolder, gemeente Wissekerke, rentambt Goes, sedert eenigen tijd in een zeer gevaar- lijkeu toestand. De met vele kosten door het polderbestuur aangelegde verdedigingswerken werden in den nacht van 25 op 26 November 1877 door een kolossalen dijkval, zich uit strekkende over eene lengte van 395 meters, vernietigd. De polder werd daardoor in groot gevaar gebracht van overstroomd te worden. Dank zij de maatregelen, door het polderbestuur genomen, met raad en daad door den ingenieur van den waterstaat 11. E De Bruyn onder steund, is de dijk niet geheel bezweken en thans in een toestand gebracht, die bjj voort durend toezicht voor het oogenblik in de be hoefte voorziet. De groote kosten, die deze werken reeds veroorzaakt hebben, en de nog grootere kosten der werken, die voor de ver- dedigiug van den polder moeten gemaakt worden, hebben het polderbestuur doen besluiten, na ingelanden gehoord te hebben, calamiteusver- klaring aan te vragen." De kamer van koophandel te Vlissingen heeft besloten een adres van gelukwenschen tot Z. K. H. prins Hendrik te richten, bij gelegenheid van zgne verloving. (Af. Ct) Met 1 Mei a. s. zal aan het besluit van den Minister van Oorlog tot het vestigen van een brigade maréchaussee te Ter Neuzen uit voering worden gegeven; tot kommandant dier brigade is aangewezen de brigadier A. II. A. Vermeulenthans te Axel. De Nederlandsche bank heeft den ver koopprijs van sovereigns en Dnitsche marken gebracht op 1662 gulden het kilo fijn. Het Bestuur van het Nationaal leder- Onder al dit gewoel en deze drukte merkte men echter Mathilde niet op. Wel woonde zij nog altijd bij Berchta in den toren maar bijna geheel van de buitenwereld afgescheiden. Aan de plechtig heden van den Wodansdienst nam zij nimmer deel. In den morgen van dezen dagterwijl zij met Berclita bezig was aan het koken van kruiden voor geneesmiddelen, had op eens buiten de poort de schelle toon van een hoorn geklonken Nadat Berchta geopend had was er een ruiter, met stof en zweet overdektbinnengekomen en na eenige oogenblikken met haar gesproken te hebben, spoor slags weder weggereden. Naar het scheen, had hij een gewichtige tijding gebracht. Althans de Wichelaresse was aan hevige gemoedsbewegingen ten prooi. Driftig trad zij in het kookvertrek, baai- gelaat was met een donkerrooden gloed overtrokken, haar oogen glinsterden. «Houd op Mathilde sprak zij gebiedend met het koken van deze kruiderijen, wij zullen heden ander en beter werk te verrichten hebben." Mathilde gehoorzaamde haar onmiddellijk, nam de pot van het vuur, en zag haar vragend aan. nHa!" ging zij voort, het uur der wraak is nabij, de Franken zijn in aantochtwjj zullen zorgen, dat we gereed zijnIk dank u, onsterfelijke Goden! dat gij mij vergunt dezen dag nog te belevèn riep zij met verheffing van stem. «Ja, wij zullen u wreken Mathilde waagde het niet haar afschuw van dit wraakzuchtig gevoel te kennen te geven. Zij zafi Berchta aan met verbazing en vrees.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1878 | | pagina 1