1878. N°. 24
Zaterdag 23 Februari.
65s"' Jaargang.
Bredius Junior
P. BREDIUS Junior,
Yoor de aanstaande verkiezing voor
een lid der Tweede Kamer, op Dins
dag den 36 Februari, bevelen wij bij
de kiezers aan den heer
van Bergen-op-Zoom.
WIE IS DE HEER
GOES, 23 FEBRUARI 1878.
Nadat ons nommer Vr ij dagavond
reeds was afgedrukt ontvingen wij achter
staand ingezonden stuk. Daar de tijd van
de verkiezing nadert meenden wij wel te
doen met nog een extra nommer van ons
biad, uitsluitend voor dat stuk, onder de
oogen der kiezers te brengen.
Het centraal-comité der anti-revolu-
tionaire partij en de Standaard, in zijn
nommer van Zaterdag, beveelt den anti
revolutionairen kiezers in het district Goes
aan, zich bij de verkiezing op Dinsdag a. s.
van stemming te onthouden.
(ïOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst...
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoópers en postdirecteuren.
Wij hadden gewenscht, dat wij als antwoord
op die vraag hadden kunnen volstaan met deze
woorden: de heer BREDIUS is een
veelzijdig ontwikkeld man, een op
financieel gebied ook zeer bekendper
soon, een man van industrie wat
voor sommigen, die meenen, dat het aantal
meesters in de rechten ter Tweede Kamer al
genoeg is vertegenwoordigd, zeker in de eerste
plaats wel tot aanbeveling zal strekken en
bovenal een voorstandereen strijder
voor goed en degelijk onderwijs.
Wij hebben zoo vurig gehoopt, dat bij deze
verkiezing de tegenpartij zich niet op liet- gebied
van het particuliere leven zou begeven zich
slechts zooals ook wij deden zou bepaald
hebben tot het bespreken van den tegenstander
alleen in zijn openbaar politiek leven. Maar
helaasdit mocht niet geschiedenneen niet
alleen, dat dit het geval niet mocht zijn, zelfs
de laster werd ook nu weer te baat genomen,
en, zooals dit meestal gebeurt, verborgen achter
het masker van anonymiteit. Daardoor zien wij
ons genoodzaakt, hoezeer tegen onzen zin, maar
ter bestrijding van betgeen van verschillende
zijden wordt aangevoerd, om ook in 't kort over
den heer Bredius uit te weiden op een gebied,
dat noode door ons betreden wordt.
Wij zullen echter zeer kort wezen. De heer
BREDIUS heeft zijne wetenschappelijke op
leiding genoten op het Gymnasium en de Hooge-
school. Juist toen, na geslaagd tentamen voor
professor Goudsmithet uur voor het candi-
daats—examen in de rechten reeds was vastge
steld, zag hij zich genoodzaakt door invloed buiten
hem zijne studiën te staken. Plannen, van te par
ticulieren aard om hier genoemd te worden,
werkten er toe meê om hem een zeer lucra
tieve betrekking in eene buitenlandsche nijver
heidsonderneming te doen aannemen. Daar
deed hij zich kennen als iemand met een helder
hoofd en vol ijver.
Dat de heer Bredius later bij een andere
onderneming hier te lande betrokken is geweest,
is waar, maar dit geschiedde door hem alleen
om den ondernemer te steunenzoodra deze
aan dien steun geen behoefte had, heeft hij zich
daaruit teruggetrokken. Thans is de heer Bredius
chef van een kassierskantoor onder de firma
Becquer Co. Ziedaar hetgeen wij over zijn
particulier leven moesten meedeelen, om de las
terlijke aantijgingen te weerleggen, die men om
trent hem verspreidt.
Liever slaan wij dan ook nu een blik op zijn
werken als publiele persoon
Van 1865 af, terwijl hij aan de eene zijde
zich ontwikkelde als man van zaken, deed hij
zich ook kennen als iemand, wien de publieke
zaak ten zeerste ter harte gaat. Steeds toonde
hij de gave te bezitten om zich gemakkelijk en
duidelijk uit te drukken, zonder zich schuldig
te maken aan lange redevoeringen. Kort en
krachtig streefde hij naar zijn doel de ont
wikkeling en verheffing van het menschdom.
Als mede-redacteur van de Bergen-op-Zoom-
sche Courant en medewerker van verschillende
liberale dagbladen heeft hij getoond een waar
vriend van den vooruitgang te zijn.
Als schoolopziener heeft hij, door zijn onver
moeid streven naar goed onderwijs en tegen
de overheersehende macht der ultramontanen,
een bewijs geleverd, dat hij geen strijd ontzag,
waar het gold zijn beginsel te handhaven.
Het was dan ook geen gemakkelijke taak om
in Noord-Brabant, waar de macht van de Kalho-
liek-Ultramontaansche geestelijkheid zoo groot is,
het ambt van schoolopziener te vervullen, de
wonden, die het onderwijs aankleven, bloot te
leggen en de middelen hardop te durven noemen,
waardoor het beter kon worden En dat deed
hij met onverdroten ijver, ja ten koste van zich
zei ven. Stormen verhieven zich boven zijn hoofd,
en waar de toenmalige minister Geertsema geene
middelen wilde aanwenden om den toestand te
verbeteren, was 't de heer Bredius, die daaraan
werd opgeofferd.
De voordracht, daarover door hem te Wor-
merveer en Rotterdam gehouden, lokte een
heftige polemiek uit.
De vijanden van onze openbare school vielen
hem van alle zijden aan, en dwongen hem het
gesprokene in het licht te geven.
Die brochure, wij hebben haar in deze dagen
met ingenomenheid gelezen. Uit de voorrede
reeds spreekt mannentaal. Luister: „Dat ik
mij daardoor (door het uitgeven van die brochure)
tal van vijanden maken zal, openlijke en bedekte
strijdersdat mij allerlei onedele bedoelingen met
deze voordracht en haar uilgaaf zullen ten laste
gelegd wordendaaraan durf ik niet twijfelen.
„De aard der bestrijding, welke ik tot heden
van zekere zijde ondervond, geeft mij daartoe
genoegzaam aanleiding
Deze overweging ltan mij echter niet
weerhouden van hetgeen ik mijn plicht
reken."
Dat is de taal van een vrijzinnig en eerlijk
man en zulk een komt eene plaats toe in onze
Kamer
Op het gebied van onderwijs kan dus geen
betere keuze worden gedaan.
Maar er is nog iets, dat hem daartoe vooral
geschikt maakt. Hel Nieuivs- en Advertentie
blad van Bergen-op-Zoom wees er op door te
schrijven
„De heer Bredius staat aan het hoofd eener
zeer uitgebreide onderneming van kunstmatige
Oester-Cultuur en de nieuwe phase, welke deze
is ingetreden door de uitgebreide en belangrijke
verpachtingen op de Schelde, maakt het hoogst
wensulielijk, dat de veelzijdig daarbij betrokken
belangen naar behooren vertegenwoordigd wor
den." De belangen van een groot deel der
bewoners van Zuid— en Noord-Beveland nu zijn
daarbij betrokken. Hunne belangen te doen
bespreken in de Kamer is tot dusver voor hen
niet weggelegd geweestin de Kamer is men
zelfs op dat punt bijna totaal onbekend. Wel
nu, de heer Bredius kan daaromtrent de leden
der Kamer inlichten.
Dat hij van den kant der Ultramontanen veel
tegenstand zal ondervinden, lijdt geen twijfel
Maar daarom verheugen wij ons, dat van die
zijde een geprononceerd man is gesteld, want,
wij zijn 't met het Ultramontaansch blad De
Zoom eens
„Onze tijd, waarin de politieke richtingen
zich scherp tegenover elkander afteekenen, heeft
behoefte aan kordate mannen met scherp afge
bakende beginselen."
Maar wij protesteeren, waar dat blad dr.
Vermeulen een constitutioneel man noemt, even -
zeer als wij tegenspreken, dat Baron Van Lijn
den een man van vaste principes is Geen vrij
zinnig Katholiek, geen enkel Protestant kan
en mag en zal den ultramontaanschen leeraar
te Rolduc stemmen. Hij. die de macht des
Pausen ook op wereldlijk gebied steeds wil laten
heerschen, die den Syllabus boven onze grondwet
stelt, kan geen goed Nederlandsch Volksverte
genwoordiger zijn.
Wij hebben thans onze lezers op de hoogte
gebracht wie en wat de heer Bredius is.
Ieder, die vrijzinnig denkt, die overtuigd is
van de billijkheid om Bergen-op-Zoom een ver
tegenwoordiger te gunnen waar wij er een be
zitten in den heer Saaymans Vader, ieder, die
niet met Rome wil méégaan, hij stemme hem.
En daarom, dringen wij aan op eene trouwe op
komst.
Eensgezind zijn wij thans! Laat ons nu ook
toonen, dat wij voor onze beginselen de ge
ringe moeite overhebben om even ter stembus
te gaan
Dan mochten wij 't onderspit delven
kunnen wij toch altijd zeggen met eere geval
len te zijn.
Maar een lichtstraal komt ons tegemoet. Bij
trouwe opkomst bestaat er gegronde hoop op
een gunstigen uitslag.
Och, mocht de lauwheid der onzen die niet
in rook doen verdwijnen
De openiug der stembriefjes in bet kies
district Goes van de verkiezing, Dinsdag te
houden, zal, ingevolge koninklijk besluit van
den 7 Februari, Donderdag daaraanvolgende
plaats hebben.
Mansweeri. Het bericht betrekkelijk
het lichten der Fortuna was eenigszins onjuist
en moet in zooverre worden gewijzigd, dat
niet de schippers D. De Jong en J. Llaassen
met hunne vaartuigen daarbij werkzaam zijn,
doch dat het verrichten dier taak is aange
nomen door schipper J. Van Gelder te Mid
delburg, dis dau ook met een vijftal schepen
krachtig aau het werk is getogen, zoodat men
hoopt nog deze week het schip boven water
te brengen. Men verwacht dan tevens de lijken
t9 zullen vinden van de schipbreukelingen, die
nog steeds zijn vermist, daar met grond wordt
verondersteld, dat deze bezijden het vaartuig
onder het zand zijn geschuurd.
Ten gerieve der scheepvaart, en opdat
er spoedig hulp bij de haud zoude zijn bij
eventueele ongelukken, wordt er des nachts op
de sluizen van dit kanaal door de sluisbeamb-
ten wacht gedaan, welke wacht eiken nacht
door twee personen wordt betrokken. Zoo kon
men tot heden eiken avond het. schouwspel
genieten twee mannen, met hunne bedden,
dekens en kussens beladen, van hunne respectieve
woningen naar het wachthuis te zien wande
len, welke voorstelling Datuurlijk des morgens,
na afloop der wacht, in omgekeerde orde weder
ten tooneele werd gevoerd. Om zulks te doen
ophouden en vooral ook uit het oogpunt vau
zindelijkheid zijn er nu vanwege den Water
staat voor elk wachthuis (alhier en te Wemel-
dinge) drie matrassen met toebehooren,benevens
kussens en dekens, beschikbaar gesteld ten
behoeve der wachtdosnde beambten.
Donderdag heeft de justitie uit Middel
burg zich begeven naar Rrabbendjjke, teneinde
aldaar onderzoek te doen in de zaak van den
ontslagen gemeente-ontvanger. Het schijnt,
dat er een betrekkelijk vrij groot tekort in
de kas was en dat er ook nog andere feiten
aan het het licht zijn gekomen op bevel van
den rechtercommissaris is hij voorloopig aan
gehouden en in het huis van arrest te Mid
delburg overgebracht.
De heeren Gebrs. Polak deel ui aan de
Vliss. Ct. mede, dat door hen, eeuigen tijd gele
den, van Ylissingen naar Yerseke (station Krui-
ningen) verzonden is per staatsspoor een mand,
inhoudende ijzerwaren. Bij aankomst werden
eenige voorwerpen, tot huiselijk gebruik dienende,
daaruit vermist. De artikelen waren buiten
gewoon stevig iDgepakt.
Z M. de Koning heeft het beschermheer
schap van het 16de Nederl. Taal- en Lett.
Congres in de 2e helft van Augustus a. s. te
Kampen te houden, aanvaard; eveneens dat
over de tentoonstelling, welke te Amsterdam
gehouden wordt van voorwerpen, door den werk
man in vrijen tijd vervaardigd.
Aan de Gerrnania wordt uit Amsterdam
gemeld, dat er van de vorming eeuer cen
trumpartij niets gekomen is, hoewel alles ge
reed was ook een programma en »de
heeren Haffmans, Van der Hoeven en andere
invloedrijke mannen buiten de Kamer zich on
noemelijke moeite hebben gegeven om het zeer
levensvatbare schepsel te redden."
Ingevolge een aanschrijving van het Dep.
van Oorlog mogen miliciens, die aan herha
lingsoefeningen moeten deelnemen, niet langer
dan zes weken onder de wapens worden ge
houden, ook dan niet, wanneer de milicien
nog straf heeft te ondergaan, en zulks over
eenkomstig het bepaalde bij de grondwet.
Naar men verneemt, zal niet worden
toegestaan aan officieren der artillerie om te
worden gedetacheerd bg het leger in Oost-Indie.
't Is de groote meerderheid onzer natie,
zegt de Groninger Courant, maar niet uit het
hoofd te praten, dat wij te een of anderen
tijd door onze oostelijke naburen zullen worden
ingeslikt. Het publiek kent eenvoudig de over
winning toe aan het grootste bataljon en vraagt
niet, of wij ons ook in een positie kunnen
bevinden zoo voordeelig, dat wij het groote
leger kunnen afweren. Bovendien vergeet men,
dat de verbetering der vuurwapenen, de al-
gemeene dienstplicht, de groote hervormingen
op militair gebied eer nadee'iig zijn voor de
groote, veroverende, offensieve en voordeelig
voor de kleine, verdedigende Staten. Uit het
gebeurde met Plewna is moed te trekken.
Of het Duitsche volk, dat langzamerhand mon
dig wordt, een ongemotiveerden offensieven oor
log tegen ons land zal willen, is nog zeer de
vraag. Maar in allen gevalle, indien wij ons
verdedigen willen met de middelen, die ons ten
dienste staan, dan zullen zelfs de „zegerijke"
helden van de laatste oorlogen zich nog wel
eens bedenken, eer zij tot een oorlog met Ne
derland durven adviseeren.
Men schrijft uit Brussel aan het N. v. d. D.
»Naar men weet, bevinden zich de Koning
en de Koningin onzes lands te BejJijn, ten
einde het huwelgk der beide Duitsche prinses
sen bij te wonen, en vertegenwoordigt Prins
Hendrik der Nederlanden nwe koninklijke fa
milie bg die plechtigheid.
„Men deelde mij nu daareven een particulieren
brief van een der leden der koninklijke omge
ving mede, waarin met zeer veel lof van den
broeder van uwen Koning wordt gewaagd, 't Was
namelijk de eerste maal, dat Prins Hendrik met
ons koninklijk gezin in aanraking kwam. Niet
temin waren de wederzijdsche betrekkingen
reeds dadelijk uiterst hartelijk. Koning Leopold
heeft den Nederlandschen Prins uitgenoodigd
het Belgische hof te bezoeken en, naar mgn
correspondent beweert, heeft de Prins vrij stellig
beloofd aan die uitnoodiging, en wel eerlang,
gevolg te geven."
Dat onze Prins Hendrik een allergunstigsten
indruk maakt, zal ons, Nederlanden, zeker
niet verwonderen. Hij toch is een der bemin
nelijkste Prinsen van ons Oranjehuis.