1878. N°. 17.
Donderdag 7 Februari.
65st<' Jaargang.
VERZOEK.
politie"
De geabonneerden op ons blad, die
buiten Goes wonen en hunne abonnements
gelden over het afgeloopen jaar nog niet
voldeden, worden beleefd verzocht,, die
vóór 15 Februari over te maken. Na dien
tijd wordt over het bedrag per post be
schikt.
De Administratie.
Bij den Commissaris van Politie is te
rug te bekomen een gouden ring, mits
men opgave der kenteekenen doe.
Het begin van het einde!
UWItiKGLE MËOËMLIVm.
GOES, 6 FEBRUARI 1878.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.^'
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons laud vervoege men zich voor Rotterdam aan liet Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Niet waarwij allen hopen vurigdat de
in het Oosten gesloten wapenstilstand de voor
hof ziju moge, welke ons voeren zal tot de
tempelen des v redes
Wie zou met dien wensch niet instemmen
Krupp niet voorzeker, de leverancier van al
die vernieling8—werktuigen, de inan, die gevierd
wordt door koningen en generaalsalsof hij
de grootste schatten over den aardbodem ver
spreidde.
Ook niet generaal lgnalieff, Todtlehen, Skobelejf,
grootvorst Nicolaas en hun gausehe aanhang van
militaire beroemdheden voor wie een veldslag-
een treffend tooneel is, en die, bij het ontvangen
van een ridderkruis voor eene overwinning, zich
al zeer weinig bekommeren om henter wier
koste zij gedecoreerd werden.
En toch, ook ons bezielt wel eens de geest
van onverschilligheid, wanneer de oorlog eeni-
gen tijd aanhoudt. Met meer opgewondenheid
lezen wij het vinden van een lijk in ons land,
vereenigd met de vermelding van verschillende
vermoedens omtrent misdaad met veel meer
schrik vernemen wij hoe door onvoorzichtig
heid een of twee mensehenlevens gevaar hebben
geloopen in onze naaste omgevingdan een
telegram, waarin geschreven wordt, dat er aan
beide zijden honderden sneuvelden of werden
gewond! Men raakt er immers zoo successie
velijk aangewend
En zoo is :t ook naar ons gevoelen met hen,
die een werkzaam deel moeten nemen aan zulk
een meusehonteevend dierlijk werk als het oor
logvoeren. Een verhard krijger zooals men
deze of gene noemt - is in onze oogen de ver
persoonlijkte dierlijkheid, die, te midden van
kruitdamp en muziek, zoo opgewonden geraakt,
dat hij alle gevoelens van menschelijkheid van
zich afschudt.
De gansche militaire inrichting heeft beginselen
tot grondslag, waaruit daden voortkomen, die
worden zij door een persoon of en-petit-comité
uitgevoerd moord heetea, en de bedrijvers
kennis doen maken met galg of gevangenis.
Gebeuren zij in 't groot, dan leiden zij in tegen
deel tot verheerlijking en roem van hen, die
zulke daden begaan. Wij spreken hier natuur
lijk niét vau den strijd tot zelfverdediging, maar
toch, ook die moet tegengegaan worden; en al
is de aangevallene gedwongen tot een misdrijf,
de aanvaller zelf kan nooit zijn moordlust ver
dedigen. Maar hoe kan men daaraan een einde
maken? leder zal toestemmen, dat oorlog on-
menschelijk is; een ieder bijna gruwt van de ellen
de en den jammer, die daarvan de gevolgen zijn,-
maar men weet geen middel om ze tegen
te gaan. Algemeen verzet zal men nooit kun
nen krijgen, want zoo menig eigenbelang is in
t spel. En het verzet van een enkele baat zoo
weinig. Een milicien in Frankrijk leverde daar
van dezer dagen nog het bewijs. Uit gods
dienstige overtuiging hij behoorde tot de
AaiaAtfr-gemeente weigerde hij, door zijn vader
van kindsbeen af in dat idee versterktde
wapenen te voeren. Met geweld werd hij naar
zijn regiment gevoerd, waar hij echter nog steeds
volhardde, en niet bezweek voor allerlei dwang
middelen, die op hem toegepast werden. Maar
zoodra hij nu zes maanden onder dienst is ge
weest, kan hij voor een krijgsraad worden ge
bracht, en zal men zeker wel andere middelen
uitvinden om hem van zijn besluit af te brengen.
En toch, die geest wenschten wij dat dui
zenden aan duizenden bezielde evenals zijn
vader moest elk ouder zijneu kinderen de ge
dachten inprenten, dat werken des vredes verre
verheven zijn boven die van het zwaarddat,
waar vroeger onder meer onbeschaafde vormen
de roem alleen op militair gebied te behalen
wasthans nu de beschaving meer en meer
hare rechten doet gelden, een harer eerste eischen
medebrengt het doen leven en het werken ten
nutte van het algemeen. Op de scholen moest
men den kinderen inprenten, dat militairisme een
noodzakelijk kwaad is en dat de wierook, die
den zonen van Mars wordt toegezwaaid, onge
past is, daar zij hunne lauweren slechts kunnen
verdienen op een veld dat doorweekt ia met
bloed en tranen.
En dan, ook in hooger stand moest men be
ginnen met alles tegen te gaan wat het mili
taire systeem bevorderen kan. Zoolang vorsteu
en prinsen dadelijk na hun geboorte reeds een
titel bij het eene of andere regiment ontvan
gen, is er weinig verbetering te verwachten. Men
moest hen liever wijden aan den dienst dei-
godin Diana.
Doch de verwachting omtrent vrede zai nog wel
eeuwen tot de vrome wenschen behooren. Het mili
taire vertoon is nog, helaas! een te geliefkoosd
spel van de grooten. De prachtige uniformen
versieren nog te veel de tailles van baronnen
en jonkheeren, en dit gevaarlijk speelgoed zal
men niet licht uit hunne handen krijgen. En
de legers ziju nog te veel de toevluchtsoorden
voor mislukte fortuinzoekersde wijkplaatsen
voor zonen van ouders die over geringe mid
delen kunnen beschikken voor de opvoeding van
hunne kinderen.
Het militaire schouwspel vindt bij alle vol
keren nog steeds duizenden bewonderaars, en
de keerzijde van dit schitterend tooneel rouw,
jammer en ellende wordt geheel overscha
duwd door de pracht, die men bij dergelijke
gelegenheden ten toon spreidt.
Maar al moge het nog geruimen tijd duren
voorin dien toestand verandering wordt gebracht,
het opkomende geslacht geve men alvast au-
dere ideeën dan tot nutoe werden gehul
digd omtrent de zoogenaamde heldendaden
op een oorlogstooneel bedreven.
Aan ouders en leermeesters voorloopig de
taak om in de toekomst de overwinning te be
halen op het streven van vorsteu en grooten,
die het volk slechts als kanonnenvleesch be
schouwen en een mensehenleveu gering achten
Wanhopen wij daaraan niet, al is die toe
komst nog zoo verre!
Thans verheugen wij ons over het aanvan
kelijk zwijgen der kanonnen in het Oosten.
Hoelang de wapenstilstand zal voortduren en
of hij wezenlijk het begin van het einde zijn
zal, het zal veel afhangen van de houding der
mogendheden Duitsehland, Engeland en Oostenrijk.
Men zal nu onderhandelen gaan over den defi
nitieven vrede, doch vlotten die onderhandelingen
niet, dan kan ieder oogenblik Rusland door een
enkel woord de vijandelijkheden opnieuw doen
aanvangen.
Veel kan er door de Europeesche diplomatie
worden voorkomen, maar veel moet zij ook doen,
wil zij haar vroeger verzuim goedmaken, toen
zij duldde, dat zooals Julius Von Wickede eens
schreef „een gruwelijke woeste krijg uitbarstte,
die herinnerde aan de donkerste dagen der mid-
deleeuwen en die een blaam heeten moet voor
onze eeuwHij noemde hare houding eene
groote schandeen voorspelde dat, als een later
geslacht eenmaal een vonnis zal moeten uitspre
i—i «mbi— iii «tbm—
keu over de diplomatie dier groote staten dit
even streng als rechtvaardig zal zijn Zij make
nu haar verzuim goed. Turkije zal thans meer,
door de droevige ervaringen geleerd, tot inschik
kelijkheid te brengen zijn. Maar wie kent de
drijfveeren van die groote machten De hou
ding van Duitsehlandzoo kalm tegenover de
macht van Ruslandkomt ons nog verdacht
voor, en Oostenrijk heeft reeds genoeg doen blij
ken hoe weinig gezind het is zich door de
eischen van den Noordsehen beer te laten uit
het veld slaan.
En het gansche volk gansch Europa
is machteloos tegenover die diplomaten-kuipe
rijen! Het kan alleen wenschen, dat de wapen
stilstand het begin van het einde moge zijn. Is
't niet ongehoo'd?
Het saldo van 's rijks schatkist bij de Nederland-
sehe bank, op 2 Februari jl., en de som der betaalmiddelen
op dat tijdstip bij de betaalmeesters aanwezig, maakten
te zamen een bedrag uit van f 21,835,579,24'
De officier van gezondh. Ie kl. F. II. L. Roessingh
Van Ilerson, g*detacheerd bij het. hospitaal der marine
te Willemsoord, wordt met 15 dezer op non-activiteit
gesteld.
Dinsdagavond ongeveer 9 uren keerde
een onzer doktoren per rijtuig van Kloetinge
naar Goes terug. Op den bok zat, behalve de
koetsier, nog diens zoontje. Even voorbij den
overgang van den spoorweg struikelde een der
paarden, waardoor het rijtuig zulk eeu schok
kreeg, dat het knaapje van den bok viel. De
koetsier sprong er daarop af; de paarden Iepen
echter door, niettegenstaande een der strengen
brak. Op het geroep van het kind, dat be
weerde zijn been te hebben gebroken, aarzelde
de dokter geen oogenblik om het rijtuig uit
te springen, doch kvvain daardoor in een sloot
terecht, waaruit het hem spoedig gelukte den
vasti-n grond te bereiken. Bij onderzoek bleek
echter, dat het kind zich niet bezeerd had.
Met den dokter wandelde het naar Goes, ter
wijl de koetsier de paarden was achterna ge
loopen, die ia de Gauzepoortstraat tot staan
werden gebracht. Alles is dus gelukkig afge
loopen, en met g noeg n vernemen wij dan ook.
dat geeu van allen eeuig beletsel bekwam, en
onze geachte dokter ook niet de minste na-
deelige gevolgen ondervonden heeft van zijn
even onverwacht als onaangenaam bad. Alleen
het rijtuig bekwam eeuige schade.
Het departement Goes der Maatschappij
tot Nut vau 't Algemeen heeft tot nutoe de
leden op de eerste L-esvergadering laten wach
ten. Dit is echter aau buitengewone omstan
digheden te wijten. Thans is die eerste ver
gadering bepaald op Dinsdag 12 Februari a. s.,
terwijl eeu der gunstigste bekende sprekers uit
ons land, de heer Joh. Gram uit 's-Hage, zal
optreden. Overbodig is 't zeker, tot eene tal
rijke opkomst aan te sporen. Alleen herin
neren wij hierkij aau de navolgende bepalingen:
Tot die lezing hebben toegang de leden
van dit departement met. een onbepaald getal
dames en de leden van andere departementen
op vertoon van hun diploma. Ook jongelie
den van 1520 jaren kunnen, ingevolge art.
23 van het huishoudelijk reglement, tot de lees-
vergaderingen worden toegelaten, tegen betaling
van f 1 's jaars, ten behoeve der departemen
tale kas; zoo ook onderwijzers die niet aan
het hoofd eener school staan alsmede hulpon
derwijzers. Niet-ledau kunnen tegen betaling
van 1 per persoon worden toegelaten.
Woensdag 27 Februari zal het Floren-
tijner quartet te Goes eeu Concert geven. Wij
verheugen ons over deze tijdingde heeren,
die, door garantie te stellen, het optreden van
dit gunstig bekende strijkquartet mogelijk maak
ten, verdienen zeker eeu woord van dauk. Meer
nog echter zal hunne moeite worden beloond,
wanneer een,eivolle zaal hen voor nadeel vrjj-
waart.
De kiezers te Hoedekenskerke herinneren
wij aan den plicht, die morgen (Donderdag)
op hen rust, n. 1. om een lid van den raad
te verkiezen.
Dr. Th. Persant Snoep heeft de benoe
ming tot gemeentearts te Wageningen aange
nomen, en zijn broeder, dr. II. K. Persant Snoep,
van 's-Gravenpolder, zal zich nu te Kapelle
vestigen.
Nu zijn er in onze omgeving 5 gemeenten,
die te zamen 4000 inwoners tellen, welke
aan elkaar grenzen en waar zich gaen ge
neeskundige bevindt. Deze ziju: Oudelande,
's- Gravenpolder, Hoedekenskerke, Baarland eu
Ellewoutsdijk Wij vesligea hierop de aandacht,
teneinde a'gemeene verspreiding van dit be
richt te verzoeken. Voor de bewoners dier
gemeenten is dit ongetwijfeld een groot gemis de
bekendheid daarmede wellicht kon dezen of
genen jongen dokter aanmoedigen zich in een
der gemeenten te vestigen.
Wij zagen heden een nieu wen bronzen cent.
Die nieuwe centen onderscheiden zich door een
net en duidelijk mod-d. Zezijn wat kleineren lich
ter dan de koperen centen. Aau de eene zjjde
ziet men het waardemerk 1 cent" in een
lauwerkrans, aan de andere zijde den staandeu
leeuw met deu piilbundel en het zwaard, te
midden van het randschrift: Koningrijk der
Nederlanden." Een gekartelde rand omgeeft
bet geheele stuk. Het is eeu zeer net eu haudig
geldstukje.
Met genoegen namen wij kennis van het
ons toegezonden openbaar jaarverslag der in
richting voor sprHakgebrekkigen en achterlijke
kindereu te Amsterdam (N Z. Voorburgwal
196), onder directie van den heer F. Ynles
Kingma. Uit dat verslag blijkt duidelijk het
nut der leermethode van den heer Kingma
oefening van de spraak door 't vertoonen van
photogrammen, (klankvoorstellingen, dio zich-
zelven verklaren.) Eenige geneeskundigen be
vestigen de uitmuntende werking van het stel
sel der inrichting. Ouders of voogden kunnen
zich van de goede uitspraak bij al hunne kin
deren of pupilleu verzekeren, door tegen 5 gul
den per jaar van deze vereeniging lid te wor
den In 1876/77 waren er 44 leerlingen 30
van het mannelijk en 14 van het vrouwelijke
geslacht. Daarvan waren 5 boven den 20ja-
rigen leeftijd 9 die door corporatiën en wel
dadige personen werden geplaatst; 3 die pri
vaatonderwijs genoten 3 doofstommen 17
achterlijken 14 stotteraars 3 met g-kloofd
gehemelte, ea 2 die zich de leerwijze eigen
maken. De leerlingen kwamen uit Amsterdam,
van het eiland Tessel, uit Alkmaar, Busseui,
Groningen, Zeist, Zeeland, Limburg, Haunover
en Ned.-Indie.
Door deu Minister vau Oorlog is besloten
tot de opheffing van het garnizoens-hospitaal
te Bergeu-op-Zooin, vermoedelyk ingaande 1
Mei a. s.
De opheffing is volgens het N.- en Adv.-bl.
van B.-op-Z. tevens als de voorbode te beschou
wen van het vertrek der infanterie, in verband
met de plannen van dezen Minister om de
troepen te legeren in garnizoenen, behoorende
binnen het rayon van zijn verdedigingsstelsel.
Men schrijft uit de residentie aan de
Amst. Ct.: De onpartijdigheid gebiedt te
erkennen, dat de werkzaamheid en werkkracht
van den nieuwen Minister van Oorlog allen
lof verdienen. Hij is gewoon uit eigen oogen
te zien en alle zaken onvermoeid tot in de
kleinste bijzonderheden na te gaan. Zijne aan
merkingen op en wijzigingen in de stukken,
welke hem worden voorgelegd, getuigen van
groote zaakkennis, die weinig gevonden wordt
bij titularissen, die voor de eerste maal een
ministeriële portefeuille aanvaarden."