1878. N°. 5.
Donderdag 10 Januari.
65
VAN NADERBIJ BEZIEN.
ste
POSTERIJEN,
GOES, 9 JANUARI 1878.
GOESfISE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als bniten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 et.
Gewone ad verten tiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- eu doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten vóór het buitenland zijn: G. L. DACJBE Co., te Parijs. A. STE IN ER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGII VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Staat van brieven, verzonden door het post
kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden
op de plaats van bestemming onbekend zijn.
Over de maanden October, November en
December 1877.
Verzonden geweest naar:
N oord -Am rrika
Van de Hulpkantoren
cortgene,
1. C. Hoogreide, Saugatuck.
Ellewoutsdijk,
2. J. Bode, Rochester.
Belgie,
1. J. De Waard, Antwerpen 2. L. Parrie, Gend.
3. A. De Muijnk, Zelzaete.
i.
Door het centraal comité der anti-revolutionaire
fractie is een programma ontworpen, dat door de
candidaten, door haar te stellen, als geloofsbelij
denis zal moeten worden gehuldigd, willen zij
als zoodanig steun vinden bij dsanti-revolutionairen.
Verschillende anti—revolutionaire kiesvereeni—
gingen namen dit programma aan, en enkele
achtbare mannen der richting vereenigden er
zich mede. Uit den Standaard nemen wij het
geheele programma over. In onze omgeving
speelt bij de verkiezingen de anti-revolutionaire
partij een hoofdrol, getuige de telkenmale plaats
hebbende herkiezing van den beer Saaymans Vader.
Wij dus hebben belang erbij te weten, welke
eischen van die zijde aan de te stellen candidaten
worden gedaan, teneinde later te vernemen, op
welke grondslagen de politiek van onzen vertegen
woordiger steunt. En met 't oog op de aanstaande
verkiezing vooreen tweeden afgevaardigde, waar
bij zeker ook van anti-revolutionaire zijde een can-
didaat gesteld zal worden, is de kennis ervan voor
aanhangers van alle richtingen nuttig en noodig.
Er zijn onder de belijders der andere be
ginselen dan de anti-revolutionaire velen wellicht,
die van dit programma op andere wijze geen
kennis kunnen nemen. Wij bieden hun daarom
de gelegenheid nu aan. Het beslaat wel veel
plaats in ons blad, maar niemand mag ons ten
kwade duiden, dat wij die daaraan afstaan, wijl
het weten het eerste middel is om tot een juist
oordeel te komen over het doel, dat beoogd
wordt door eene richting, die bij ons de ver
kiezingen zoo zeer beheerscht
Maar daar tegenover staat, dat wij ons ook
het recht toekennen, oin dat programma van
naderbij te beschouwen, en het te toetsen aan
de eischen, die door ons steeds gesteld worden
aan de vertegenwoordigers der liberale partij.
Dat dit programma zelfs in de oogen van
aanhangers niet voldoet, blijkt uit de verklaring
van den Standaarddat hij zich het recht van
vrije uitlegging voorbehoudt. Dus maar
daarover later. Eerst laten wij de artikelen
hier volgen, ten dringendste de leziug ervan
aanbevelende aan voor- en tegenstanders.
1. De Anti-revolutionaire of Christelijk-his-
torische richting vertegenwoordigt, voor zooveel
ons land aangaat, den grondtoon van ons volks
karakter, gelijk dit, door Oranje geleid, onder
invloed der hervorming, omstreeks 15 72, zijn
stempel ontving; en wenscht dit, overeenkom
stig den gewijzigden volkstoestand, in een vorm,
die aan de behoeften van onzen tijd voldoet,
te ontwikkelen.
2. Noch in den volkswil, noch in de wet,
maar alleen in God vindt zij de bron van het
souvereine gezag, èn verwerpt mitsdien eener-
zijds het beginsel van Volkssouvereiniteitter
wijl zij anderzijds de souvereiniteit van Oranje
eert, als onder de leiding Gods in onze geschie
denis geworteld; door de mannen van 1813
in den Nederlandschen Staat tot ontwikkeling
gebrachten door de Grondwet als zoodanig
bevestigd.
3. Ook op staatkundig terrein belijdt zij de
eeuwige beginselen van Gods Woord zoo even
wel, dat het staatsgezag noch rechtstreeks, noch
door de uitspraak van eenige kerk, maar alleen
in de consciëntie der overheidspersonen aan de
ordonnantiën Gods gebonden zij.
4. De overheid, zoo leert ze, is als dienaresse
Gods, in een Christelijke en dus niet-godsdienst-
looze natie, gehouden tot verheerlijking van Gods
naam, en behoort diensvolgens: a. uit bestuur
en wetgeving alles te verwijderen, wat den vrijen
invloed van het Evangelie op ons volksleven
belemmert; b. zichzelve, als daartoe in vol—
strekten zin onbevoegd, te onthouden van elke
rechtstreeksche bemoeiing met de geestelijke
ontwikkeling der natiec alle kerkgenootschap
pen of godsdienstige vereenigingeu, en voorts
alle burgers, onverschillig weike hunne denk
wijze aangaande de eeuwige dingen zijn, te be
handelen op voet van gelijkheid; en d. in de
consciëntie, voor zoover die het vermoeden van
achtbaarheid niet mist, een grens te erkennen
voor haar macht
5. Zij belijdt, dat de overheid regeert bij
de gratie Go Is, en, hieraan hare regeeringsmaeht
ontleenende, het recht heeft, dun eed te vragen
en, ter vrijlating van den dag des Heeren, en
alzoo mede in 's volks belang, na wijziging dei-
bestaande Zondagswet, zoowel zelve zooveel
doenlijk in al haar vertakkingen op dien dag be
hoort te rusten, als in haar concessiën aan maat
schappijen van vervoer geheelen of gedeeltelij
ken stilstand van zaken voor dien dag heeft
te bedingen
6. Op zich zelf geen enkelen Staatsvorm
den eenig bruikbaren keurende, erkent zij het
aan de Grondwet gebonden Koningschap, gelijk
zich dit ten onzent geleidelijk uit de Republiek
der vorige eeuw heeft ontwikkeld, als den voor
Nederland meest gesehikten regeeringsvorm.
7. De Grondwet, gelijk die in 1 848 gewij
zigd is, aanvaardt zij als uitgangspunt om langs
wettigen weg tot een hervorming van onze
staatsinstellingen naar eisch der Christelijk his
torische beginselen te geraken.
8. Zij verlangt daartoe bevestiging van den
rechtmatigen volksinvloed, die, krachtens den
zedelijken band tusschen kiezers en gekozenen,
door de Staten-Generaal, naar eisch van onze
historie, op het staatsgezag wordt uitgeoefend.
9. Het verwerpen van begrootingen, om rede
nen buiten die begrootingen gelegen, keurt ze,
tenzij in zeer buitengewone omstandigheden,
als machtsoverschrijding at.
10. Zij wil, dat de gewestelijke autonomie,
voor zoover deze niet strijdt met de eischen
der Slaatseenheid en de rechten van de enkele
personen niet onbeschermd laat, door decentra
lisatie worde hersteld.
11. Opdat de Staten-Generaal in de natie
wortelen het volk niet slechts in naam ver
tegenwoordigen; .en in hun saamstelling niet
langer een krenking van het recht der min
derheden opleveren eischt zij de invoering van
een ander kiesstelsel, en ter voorbereiding daar
toe, verlaging van den census.-
12. Zij wil, dat de Staat (voorzoover ont
stentenis van veerkracht bij de burgerij hiertoe
niet noodzaakt) het beginsel late varen, alsof
de overheid geroepen zou zijn om van harent
wege onderwijs te doen geven voorkome dat
de overheidsscholenvoorzoover noodigtot
propaganda van godsdienstige of tegen den gods
dienst gekeerde begrippen misbruikt worden
en alzoo ook in zake onderwijs aan alle burgers,
onverschillig welke hunne godsdienstige of pae-
dagogi8ehe zienswijze zij, gelijke rechten gunne.
13. Zij wenseht, dat bij het finaneiëel be
heer van den Staat de verhouding tusschen Over
heid en burgers niet die van verdrag, maar een
zedelijk organische zij, en dat het evenwicht
tusschen ontvangsten en uitgaven geregeld worde,
niet door drukkende vermeerdering van de las
ten der natie, noch door bezuiniging op het
noodige, maar door beperking van Staatsbemoeiing;
en dat voorts ons belastingstelsel hervormd
worde in dien zin, dat de ontwikkeling van
het volksleven minder schade lijdede hooge
opbrengst der middelen niet eenige maatstaf
de druk miuder ongelijkmatig zij en de kosten
van inning afnemen.
14 Kracht tot handhaving van onze nati
onale zelfstandigheid zoekt zij in de versterking
van het rechtsbesef; in de bevordering van ken
nis onzer historie; in de bevestiging van onze
volksvrijbedenin eene ervarene diplomatieen
voorts in eene wettelijke organisatie van de
doode en levende strijdkrachten te land en te
water, die, na verbetering van het scheeps- en
kazerneleven, met prijsgeving der plaatsvervan
ging, bovenal kracht zoeke in het moreel van
den soldaat.
15. Voor zooveel het koloniale vraagstuk
aanbelangtbelijdt zij dat de baatzuchtige
neiging van onze staatkunde, om de koloniën
voor de kas van den Staat of van den parti
culier te exploiteereu, dient plaats te inaken
voor een staatkunde van zedelijke verplichting;
en diensvolgens in de lijn, herhaaldelijk door
antirevolutionaire staatslieden, wier inzicht op
bestudeering der quaestie gegrond was, aange
geven, alle belemmering voor de vrije prediking
vau het Evangelie dient opgehevenbij het la
ger onderwijs het bijzonder initiatief van het
Euiopeesch bestanddeel aanvankelijk dient ge
steund tegenover het Mohamedauisme het Chris
telijk karakter der natie niet verloochend en
zoo de politieke als sociale en oeconomische
verhouding in overeenstemming gebracht worde
met den eisch der Christe'ijk-historische begin
selen.
16. Zij erkent de noodzakelijkheid om ook
door middel van onze wetgeving, beter dan
thans, er toe mede te werken, dat de verhou
ding tusschen de verschillende maatschappelijke
standen zooveel doenlijk beantwoorde aan de
eischen van Gods Woord.
17. Zij verklaart, dat noch voor bet rijk in
Europa, noch voor de Indien, door de over
heid eeuer staatskerk, van wat vorm of naam
ook, mag worden in stand gehouden of ingevoerd
dat het den Staat niet toekomt, zich met de
inwendige aangelegenheden der kerkgenootschap
pen in te latenen dat, ter bevordering van
een meer dan dusgenaamde scheiding tusschen
Staat en Kerk, de verplichting, uit art. 168
der Groudwet voor de overheid voortvloeiende,
na uitbetaling aan de rechthebbenden van het
rechtens verschuldigde, dient te worden opge
heven.
En 18: dat zij, om deze beginselen ingang
te doen vinden, de zelfstandigheid van hare
partij handhaaft zich bij geen andere partij
laat indeelen eu slechts dan samenwerking
met andere partijen aanvaardt, indien die door
een vooraf wel omschreven program, met on
gekrenkt behoud van hare onafhankelijkheid,
kan worden verkregen. Reden waarotn zij bij
eerste stemming gewoonlijk met een eigen can-
didatuur aan de staatkundige verkiezingen deel
neemt, en, bij herstemming, zich voorbehoudt
te handelen naar omstandigheden.
Z M. heeft benoemd tot voorzitter van liet bestuur
der waterkeering van den calam. Willem Annapoider,
dhr. A. Meijaardtot voorz. van het bestuur der waterkee
ring van den calam. Vlietpolder, dhr. A. Van Leeuwen.
Met ingang van 16 dezer wordt de luit. ter zee
2e kl. A. H. Hoekwater, dienende aan booid van het
wachtschip te Hellevoet.sluis, met dien datum overge
plaatst aan boord van Zr. Ms. schroetstoomschip Zilveren
Kruis en vervangen door den luit. ter zee 2e kl. L. G.
Kakebeeke.
In de maanden September, October en November
1877 zijn drie gevallen van dolheid of vermoedelijke
dolheid bij honden voorgekomen, van welke 1 te Te-
teringen in Noord—Brabant, 1 te Cadzand in Zeeland,
en J te Schaesbeig in Limburg.
Van 2 tot 29 Dec. 11. weiden in het Rijk door
longziekte aangetast 34 runderen, tegen 37 in het vorige
tijdperk van vier weken.
O. Indie. Bevorderd tot kapt.-kwartierm. de le luit.
kwartierro. H. K. J. Van den Busscke.
Per telegraaf. De Eerste Kamer der
Staten-Generaal is thans bijeengeroepen tegen
Maandag 21 Januari, des avonds te acht uren.
Onze berichtgever van den brand te Bie-
zelinge heeft zich schuldig gemaakt aau verre
gaande overdrijving en zelfs onjuistheden begaan.
De bewuste brand heeft veel minder omvang
gehad, dan hij ons deed melden. Het geheele
ongeluk bepaalde zich tot een gat in het dak,
terwijl het gevaar met weinig moeite is voor
komen. Daarbij heeft dit nietige geval niet
plaats gehad ten huize van A. Meijaardmaar
bij M. Kor«tanje, te Biezelinge. Wij haasten
ons die onjuistheid te herstellen, welke een al
te verkeerd ingelicht berichtgever heeft begaan.
Hetzelfde hadden wij echter ook gaarne gezien
van een, die een bericht in de wereld zond, dat
door verschillende bladen de ronde doet. Dit
betreft het doorslikken van een rijksdaalder op
Nieuwjaarsdag in een der herbergen alhier. Ver
schillende verhalen zijn daarvan in omloop, o.
a. van een weddenschap, die de oorzaak van
dat voorval geweest zou zijn. Wij meldden slechts
in 't kort dit gebeurdemaar met 't oog op
de onjuistheden die geschreven en iu 't
belang der bladendie onschuldig de dupes
vau zulke nieuwtjes worden, willen wij op dit
feit even terugkomen.
Ten huize van den barbier, teveusslpter, C., kwa
men op den lsten Januari twee getrouwde inanneD,
van wiedeeen meergebruikthad.dan dienstig was.
Hij vroeg echter nog meer: eerst jenever, toen bier
enz. en ten slotte wijn, wat C. hem weigerde,
daar deze het niet dienstig voor den vrager
vond. Ook den anderadie volstrekt niet te
veel had gebruikt, wilde hij niet tappen, om
alle onaangenaamheid met zijn kameraad, uit
jiloezie kunnende voorkomen, te vermijden.
De minder nuelrere kwam toen op het lumi-
neuse idee om het geld, dat zij, omgezet iu spiri
tualiën, niet mochten verteren, ia zijn oorspronke
lijke gedaante te gebruikeD, een voediugsmiddel,
dat hij zelf toch slim genoeg wasom niet
al te best te vertrouwen. Gul met zijn geld,
gaf hij zijn kameraad een rijksdaalder, nam
zelf er ook een, dien hij echter nog met de
meeste omzichtigheid behaudelde, beter dan zijn
vriend, die da goochelkunst wilds beoefenen,
eu a la Besco allerlei grimasseu met zijn hand
over h°t gezicht maakte, totdat hij daarin werd
gestoord door eea benauwend gevoel in de
keel, waar de rijksdaalder middelerwijl een uit
weg zocht. Dit zijn de feiten, zooals zij door
een persoon, die bij het geval tegenwoordig
was, ons zijn meegedeeld.
Heinkenszuiul. Zondagavond omstreeks
negen uren geraakten een tweetal ingezetenen,
vader en zoon, even na het verlaten van de
tapperij van de wed. F., aan het einde der
gemeentekom door de duisternis misleid, in
een waterput.
Op het hooren der beweging en hst roepen
om hulp snelden een paar bewoners der in
de nabijheid staande huisjes onmiddellijk toe,
aan wie het betrekkelijk spoedig gelakte de
drenkelingen te redden. De toestand van den
vader was evenwel van dien aard, dat genees
kundige hulp moest worden ingeroepen en hjj
eerst in den loop van den volgenden dag zijn
bewustzijn terugkreeg.
Men merke hierbij op, dat de weg, waarlangs
de put gelegen is, vooral in dezen tijd veel
bezocht wordt, omdit een binnenpad, dat anders
druk beloopen wordt, thaus onbigaanbaar is.
Ware het derhalve niet, dat verbetering van
het voetpad zwaarder weegt, men zou geneigd
zyn te vragen.: of verlichting ook in deze ge
meente niet gewenscht zou zjjn?
Rillaml-Batli. Dinsdag 22 Januari, van
9 tot 4 ureD, zal hier eene verkiezing plaats
hebben voor 7 leden van den gemeenteraad.