1877. N°. 153.
Zaterdag' 29 December.
64stc Jaargang.
NIEUWJAARS-BEDEELING.
Oudejaarsavond.
NieuwjaarswenscL
MENGELWERK.
Secrelarie op Nieuwjaarsdag.
POSTERIJEN.
goesche
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- cn Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als bniten Goes, 1.75.
Afzonderlijke notnraers 5 et., met bijblad 10 et.
courant.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst,,;!
Qeboo'te- huwelijks- en doodberichten «n de daarop hatrekiung hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, tc Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Teneinde te voldoen aan het dit jaar tot ons
gericht verzoek, zal in het eerste notnmer van
de Goesche Courant voor liet volgend jaar, dat
Dinsdagmorgen 1 Januari zal verschijnen, in
navolging van andere bladen, een ieder gelegen
heid gegeven worden om tegen contante be
taling van ÏO cents onder den zelfden
KIEU W J A A RSWEXSt'M zijn naam te
doen zetten. Die namen zullen alphabetisch wor
den geplaatst, en tevens van elke gemeente op
Noord- en Zuid-Beveland afzonderlijk. In Goes
gelieve men, met betaling van het verschuldigde,
zijn naam aan ons bureau optegevenvan de
bewoners der overige gemeenten verwachten wij
met de uaamsopgave tevens de tien cents aan
postzegels.
Gewone Nieuw.faars-advei'tentiën
worden weer, evenals vorige jaren ,mits niet meer
dan 8 regels beslaande, tegen contante betaling
van 35 cents geplaatst
Uiterlijk tot Maandagmiddag 5 uur
wordt een en auder aangenomen.
DE ADMINISTRATIE
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de Nieuwjaars-Com
missie, daartoe in staat gesteld door de bijdragen der
ingezetenen,
op Dinsdag den 1 Januari 1878.
in de weezen- en armenschool eene uitdeeling zal doen
van eetwaren en brandstoffen aan de armen dezer
gemeente.
Burgemeester en Wethouders noodigen mitsdien de
meergegoeden uit, op den Nieuwjaarsdag geene giften
of aalmoezen aan hunne huizen uit te reiken, daar dit
eene minder goede armverzorging is, en waarschuwen
de armen voor het bedelen op dien dag, dewijl daar
tegen door de politie met de meeste gestrengheid zal
worden gewaakt.
Goes, den 22 December 1877.
Burgemeester eti Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBKEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Zij gaan voorbij als schimmen
van 't verleden.
Ik vind het een plechtige avond, de pleeh-
tigste van een geheel- jaar. Die laatste avond
des jaars gelijkt wel een voorspel van den laat-
sten avond des levens. Dat natellen der klok
slagen en de daarbij gemaakte opmerkingen
nog zooveel of zooveel uren en dan is liet
jaar om, 't heeft iets eigendommelijks om als
dan iets meer van zichzelven te spreken, over
zichzelven na te denken, eene kleine rekening
op te maken van wat men zoo al genoten, wat
men zoo al ondervonden heelt, wat, men zoo
al zag gebeuren, wat er nog voor de deur staat.
Daarin komen de meeste gedachten overeen, dat
die twaalf maanden, die drie honderd vijf-en -
zestig dagen van ons leven, zeer spoedig voorbij
waren. Het staat ons nog levendig voor den
geest, wien wij op den laatsten nieuwjaarsdag-
de hand drukten, wie met ons at, wie met ons
uitging, met wien wij lachten, met wien wij
weenden, wien wij opbeurden en op Hem wezen
die niet veroudert, al tellen wij ons leven bij
dagen en jaren. Er waren er toen, die er nu
niet meer zijri; zij verlieten ons voor een tijd, of,
voor eeuwig. Men weet op zulk een avond zich
zooveel te binnen te brengen, het geheugen is
ons getrouwer dan ooit, en men spreekt van
die heerlijke lentedagen, hier doorgebracht, van
die liefelijke zomerdagen, elders gesleten. Men
herinnert zich de vreugde, aan eigen haard ge
smaakt, of het geluk, met trouwe vrienden ge
deeld, men noemt het een gelukkig jaar, en
men dankt er God voor met een oprecht gemoed.
01 is het anders? Heeft men rampen doorwor-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat de seeretarie der
gemeente op Dinsdag den 1 Januari 1878, uithoofde
van den Nieuwjaarsdag, gesloten zal zijn.
Alleen zal er des voormiddags van 11 tot 12 uur
gelegenheid gegeven worden tot het doen van aangiften
voor den Burgerlijken Stand.
Goes, den 22 December 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
Te rekenen van de maand Januari aanstaande
zu'leu d« pakkethooten, welke den 5den van elke
maand van Bordeaux naar Buenos-Ayres vertrekken,
op de beeurpis tijdelijk Rio de Janeiro niet meer
aandoen.
Voorloopig kan alzoo voor de verzending der cor
respondentie naar Brazilië van de bovenbedoelde pak
kethooten geen gebruik worden gemaakt. (Stails-cf.)
iaacaaa—w—
OFFICIEELS MEOEDEELINCEN.
Kapitein Callenfels van het detachement veldartil
lerie, te Utrecht in garnizoen, is bij het detachement te
Zutfen in garnizoen overgeplaatst. <Vad
De Stants-courant van 25 dezer bevat o. a. de wet
van den 9 dezer, houdende goedkeuring der dading met
de gezamenlijke eigenaren der goederen, afkomstig van
de voormalige ambachtsheerlijkheid Wolfaartsdijk, over
den eigendom van grond en waterin en voor den 9chen-
gepolder (Staatsbl. no. 213).
~G0ES7"28~DECEMBER187T
Maandagavond gaf de rederijkerskamer
,/Ons Genoegenalhier, eene voorstelling voor
geïnviteerden. Ook wij behoorden tot die ge-
nnodigden, maar weten i iet, of het de be
doeling was in hoedanigheid van redacteur dan
wel als particulier. In ieder geval onthouden
wy ons van critiek, ook, omdat de rol van den
hoofdpersoon in het eerste stuk door ziekte-
omstandigheid van den vertolker moest ge
lezen worden. Met genoegen merkten wij op,
hoe het tooneel zeer verbeterd was, en de
decoratiën netjes waren. Minder aangenaam trof
steld, hebben slagen getroffen, was verdriet en
kommer het deel, hebben zilte tranen ons mor
gen- en avondmaal doorweekt, ligt er op de
lippen eene klacht, in plaats van eeD juichtoon
I)e laatste avond des jaars doet die zwart gotee-
kende dagen in ons levensregister voor den geest
komen en de gedachte, dat wij niet bezweken
zijn, dat wij nog hebben wat wij hebben, dat
wij nog zijn wie wij zijn, verdringt die klacht
voor een „heb dank, o Heer, dat Gij mij niet
verlaten hebt!" Ja 'tis zoo, ik weet het, den
een wordt een vreugdekelk, den ander een lij
densbeker op de hand gezet; de een erft een
kroon, de ander een bedelstaf. Wél hem, die
dankbaar onder het genot is, en wél hem, die
onder smart de verzoetende kracht eener heil
zame vrucht proeft.
Een oudejaarsavond is een plechtige avond
Er ligt een verleden achter, eene onzekere toe
komst vdor ons. Ware bet gegund de gordijn
weg te schuiven, om te aanschouwen wat die
toekomst verborgen houdt, velen zouden terug
deinzen en wenschen die niet te beleven Nu
weten wij er niets van, en de tijd, die nim
mer ophoudt, voor niets stil staat, voor niets
terugtreedt, sleept ons met zich mede, met zijn
jagend en eeuwig voorwaarts voorwaarts tot
dat wij een mijlpaal ontdekken, vanwaar het
ons gegund is even om te zien naar wat we ver
lieten, even na te denken wat ons overkwam,
om daarna dezelfde reis weder aan te vangen,
totdat een kuil, een groef in de moederaarde,
rust aanbrengtdie kuil wordt gedempt, die
groeve gesloten en anderen jagen met denzelf
den rusteloozeu spoed over onze graven henen,
totdat de zon voor 't laatst zal ondergaan
en de tijd zijn loop zal hebben volbracht.
De tijd! Weet gij, wie hij is? Men heeft
hem afgebeeld met een zandlooper in de eene
en eene gewette zeie in de andere hand, voor
ons bet herhaald verzoek, teneinde kunst
lievende leden te verwerven. Het schijnt daarmee
dus nog niet voorspoedig te gaan. Eén wenk
houden de leden ons ten goede, denzelfden,
dien wij vroeger reed3 gaven, n. 1. om zich vooral
toe te leggen op het spelen van stukken, welke
meer op het gebied van het dagelij ksch leven
zich bewegen Het omgaan met hertogen, raads-
heeren en tutti quanti moge de verbeelding
streelen, om dergelijke personages weer te
geven worden hoogere eischen gesteld, dan
waaraan vele liefhebbers kunnen voldoen. Er
zijn genoeg lievestukjes,welkegemakkelijker zijn
te vertolker», dan een Julius Pon Sassen, en
die, terwijl zij het publiek aangenaam zullen bezig
houden, den spelers tevens gelegenheid zullen
gevetot ontwikkeling en oefening in de
Nederlandsche taal.
Jl. Woensdagmiddag (2den Kerstdag) te
kwart over 12 uren werd op de Groote Markt
alhier als naar g-woonte eene parade en in
spectie der dd. schutterig gehouden. Bij deze
gelegenheid werd door den majoor-kommaudant
Soutendam aan den tamboer J. C/ir. John, onder
gepaste toespraak en het presenteeren van het
geweer der manschappen, de zilveren medaille
uitgereikt, zijnde het eereteeke.i, dezen onlangs
bij kou. besluit toegekend tot boloouiog voor
eervollen langdurigen werkelijken d:enst bij
genoemde schutterij.
Donderdag is op den Molendijk alhier een
kind van A'. V deerlijk gebrand. De
man was bezig met het lossen van een schip
en de vrouw aan liet erwten-uitzoeken in de
fabriek. Vóór haar vertrek had zij zich bij
een test met vuur gewarmd, die zij daarna in
een stoof plaatste, waarop zij het kind neer
zette. Het wicht, slechis ruim twee jaar oud,
aldus alleen gelaten, schijnt in brand te zijn
geraakt, al» hans het bovenlijf van het onge
lukkige kind is deerlijk gebrand. De heer dr.
Kooman Az. werd dadelijk gehaald, en deze
liet het naar het gasthuis brengen. De toestand
zich uitjagende maanden, dagen en uren. Op
zijn zwaar gewelld voorhoofd zetelen tegelijk de
trekken der jeugd en de rimpels des ouderdoms
op hetzelfde aangezicht leest gij naast mannelijke
kracht en jeugdig vuur een hoogen oud«r,iom.
De tijd Hij is onverbiddelijk en hardvoch
tig voor hem, die Uier op aarde zijn hemel meent
gevonden te hebben, en dagen en uren afbedelt
om in genot en gebras door te brengen maar
hij is ook de geneesheer van de bedroefden, de
verlosser van hem, die daar op zijn houten kruk
voortstrompelt en, zat van dagen, hijgt naar
zijn laatste oogenblik.
Hij is de vijand van jeugd en geluk, omdat
hij zoete en zalige oogenblikken ontrooftmaar
hij is ook de vriend van den gevangene, wiens
boeien hij eerlang slaken, of wiens cel hij
openen zal om uit te gaan.
Hij schonk ons eerst bloemen en vruchten
van lente en zomer, maar nauwelijks verheug -
deu wij ons in haar bezit, of hij kwam in storm
en [dasregens herfst en winter brengen
Het getik van het uurwerk schijnt het ge
luid van zijn tred, en de klokslag, die door het
luchtruim trilt, is zijn waarschuwende stem
„zij gaan voorbij." Zoo iraag als hij was voor
honderden, die op een heil hoopten dat zij ver
beidden, als de vervulling hunner dierste wen
schen, onder het klagelijk gezucht „hoe lange,
hoe lange zoo snel was hij voor duizenden,
die hij wakker schudde uit de draomen van ge
not en genoegen, hem onwillig en ongeloovig
toevoegende „reeds nu?"
En zoo vragen wij ook op dezen avond,
mijne lezers, reeds nu? Is dit nu al de laatste
avond van het jaar? Voorwaar,'t is een droom
Maar wat is er toch veel gebeurd, niet waar?
Byron zegt:
Vert, van Beets.
van het kind is ernstiger bestaat weinig hoop
op herstel.
Met 't oog op dit feit, en de verregaande
zorgeloosheid van sommige moeders, die uit
werken gaan, zou het wel overweging ver
dienen eens de aandacht te schenken aan het
plan van N. N., geopperd in het nommer van
27 October van ons blad, ter oprichting van
bewaarplaatsen voor kleine kinderen.
De crèches, 't is waar, kunnen de ouders
wel eens zorgeloozer maken, maar vo >r de
kleiueD, die maar al te dikwijls de slaohtoff-rs
van die zorgeloosheid worden, kunnen zy niet
anders dan heilzaam werken.
Men schrijft ons het onderstaande:
Donderdag 27 December was het voor velen
weder een dag van van vreugde en genot. DeZuid-
Bevelandsche Doreas hield hare jaarlijksche be
deeling; reden van vreugde dus voor de leden
dier oude en zóó geachte vereenigiug; reden
ook van dank en genot voor hen, die, minder
door moeder natuur begiftigd, op dezen kouden
winterdag met vele goede gaven verrijkt werden.
U e zouden op deze gebeurtenis niet wijzen,
ware het niet, d it we het heugelijke feit wensch-
ten te vermelden, dat d-ze Doreas haar veer-
tigsten geboortedag mocht viere en zich dank zij
hot ijrerige bestuur en de werkende leden, dank
zy de contribuanten en donateurs, nog steeds
in een goeden staat van blosi en gezondheid
mag verheugen.
Veertig jaren deed zij wel, die goede Doreas
ze deed g09d in stilte en zag niet om.
Moge het ha tr vergund zijn een hoogen ou
derdom te bereiken en immer, als in deze ge
lukkige 40 jaren, zóó aan hare bestemming
te voldoen!
's-Hêcr Arendskerke. Alhier was de
vorige week eene oproeping aan belangstellen-
den in de oprichting van een ziekenfonds ge
daan. Ofschoon er aanvankelijk geene ruime
de°lneming bestond, werd toch in beginsel be
sloten tot de oprichting, na nader overleg
een droom
Kan menig jaar omvatten en geheel
Een leeftijd samenpersen in ëen uur.
Welke geschiedenis zal het dan zijn vau wat
menig onzer, neen, wat wij allen ondervonden
en doorleefd hebben in dit jaar, dat daar als
een visioen voorbij ons heenging. Wellicht was
er tusschen zijn en niet zijn, tussehen leven
en dood, maar één span wellicht hebt ge
vader of mo der, man of gade, kind of broe
der, vriend of gebuur weggebracht naar den gods
akker wellicht heb gij geliefd, en zijt nu
verstooten wellicht had ge volop, en nu
maar neen zoo zouden Hiobsklaehten ten he
mel rijzen. Wat zijn er velen, niet waar die
blij en vroolijk dien avond doorbrengen. Hoor,
daar klinken veler stemmen bij wijn en gezang,
me* vroo'ijkheid en gejuich.
Wij willen er mede instemmen, en God dan
ken dat Hij bewaarde en beveiligde, dat Hij gaf
dagelijksch brood, menige verkwikking voor li
chaam en zieldat Hij rondom ons deed staan
trouwe leidslieden, eene lieve gade, geliefde
kinderen, trouwe vrienden. En zijn er nu die
dit zoo van ganscher harte niet kunnen doen,
wij willen elkander moed inspreken voor de
toekomst, al is die zoo grauw en donker als
menige nieuwjaarsdag wel zijn kan. Weluu, ach
ter die donk» re wolken schuilt de zon, en ach
ter de toekomst verbergt zich God; met Hem
vermogen we alles.
Stil! daar dreunen klokslagen,'tis het vaarwel
van een stervende tien elf twaalf
Broeders! heil in het Nieuwejaar!
God, onze God schenke ons Zijn' zegen!
En treedt gij den wordenden jaarkring weêr uit,
God geef het, dat ge allen met de armen omsluit,
Die ge thans aan het hart houdt gesloten!
Uit de portefeuille van Severus