1877. N". 149.
Dinsdag' 18 December.
WEEKMARKT.
Aanbesteding van Vrachtrijders werk
Aanbesteding van Grint.
Bergplaats van vodden, bcencn enz.
POSTERIJEN.
Vertrek der brievenmail naar Oosl-lniiië.
Ook onze afgevaardigde
GOESCHE
He uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.76.
Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a 1.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
By di recte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Zij, die ziel» met i Januari op de
Goeachc Courant abonneeren, ont
vangen de nu nog verschijnende
nommers kosteloos.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat zij besloten hebben,
om, dewijl de le Kerstdag van dit jaar en de Nieuw
jaarsdag van 1878 beiden invallen op een Dinsdag, de
gelegenheid tot het bezoeken der wekelijksche graan-
en botermakt opentestellen op 3^4Ca.a-jn.cLa-g" c3.en.
S24 TDecem/ber en ^ia-a.xid.a.g' den 33.
IDecem/toer 1877.
Goes, den 15 December 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat op ZATERDAG DEN
82 DECEMBER 1877, des namiddags te 1 uur, in hunne
vergnderkamer ten raadhuize zal worden aanbesteed:
„het doen van het voor de gemeente
„benoodigde vrachtrijder swerlc gedu
rende 1878, 1879 en 1880."
De voorwaarden liggen ter secretarie voor de belang
hebbenden ter inzage, op eiken werkdag van des
voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren.
Goes, den 15 December 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat op ZATERDAG DEN
22 DECEMBER 1877, des namiddags te 1 uur, in hunne
vergaderkamer ten raadhuize zal worden aanbesteed
„de levering van de over 1878 ten
„behoeve der gemeentewegen benoo-
„digde Grint en het daarvoor ver-
„eischte Grintzand."
De voorwaarden liggen tot den dag der aanbesteding
ter secretarie voor een ieder ter inzage, op eiken werk
dag van des voormiddags 9 tot. des namiddags 2 uren,
alwaar tevens een monster van de grint en het grintzand
voorhanden is.
Goes, den 15 December 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris,
HARTMAN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOES
brengen ter openbare kennis, dat door hun College
vergunning is verleend aan MEYER JOSEPH COHEN,
tot het opkoopen van vodden, beenen enz. aan zijn
woonhuis in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat wijk
D no. 63, mits die dagelijks worden vervoerd naar én
bewaard in bet perceel wijk E no. 123 aan het plein in
de Jacob Valckestraat alhier.
Geschiedende daarvan aankondiging ingevolge art. 8
der wet van 2 Juni 1875 (Stbl. no. 95).
Goe9, den 15 December 1877.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
M. P. BLAAUBEEN.
De Secretaris
HARTMAN.
Staat van brieven, verzonden door het post
kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden
op de plaats van bestemming onbekend zijn.
Over de 2e helft der maand November.
1. A. Steenberg, Amsterdam.
Van de Hulpkantoren Ovezand:
2. H. Van Niemare, Kruiningen.
Via BRINDISI, 21 Dee., 9.20 's morgens.
Via NAPELS, 23 Dec., 5.45 's avonds.
Via MARSEILLE, 28 Dee., 9.20 's morgens
De Fransehe pakketbooten doen Riouw, Ban ka
en Palembang niet aan.
ter Tweede Kamer heeft zijn gevoelen gezegd
over den tegenwoordigen premier, den heer
Kappeyne. In heusche bewoordingen heeft hij,
zonder van zijne beginselen afstand te doen,
met openhartigheid bloot gelegd de verwach
tingen, die hij van den Minister van Binnen-
landsehe Zaken koestert. Voor hendie den
heer Saaymans Vader kozen, kan 't niet anders
dan aangenaam wezen te hooren, hoe hij over
het hoofd van het nieuwe kabinet denkt; en voor
ons, die hem niet steundenkan 't zijn nut
hebben daarop te letten. Niemand onzer zal zeker
verwachten, dat onze afgevaardigde zich geheel
en al ingenomen zou toonen met den tegenwoor-
digen gang van zaken maar juist daarom te
meer moet 't ons aanhangers der liberale partij
genoegen doen, te lezen, hoe de heer Saay
mans Vader eerlijk ook de verdiensten erkent
van zijn tegenstander. Wij lezen in het bijblad
het navolgende, door hem in de zitting der Ka
mer van Donderdag 6 December gesproken
z/Ik kan niet ontkennen, Mijnheer de Voor
zitter, dat ik het als een verlies voor het va
derland heb beschouwd, en als zoodanig met
leedgevoel heb gezien de aftreding van den
vroegeren vertegenwoordiger van het departe
ment van Binnenlaudsche Zaken. Ik heb in
den heer Heemskerk toch steeds vereerd een
man van veel omvattende kennis, gepaard met
een helder inzicht en een zeldzaam geëvenre-
digde werkzaamheid, waardoor hij dan ook ge
durende den tijd van zijn ministerieel beheer veel
heeft, tot stand gebracht en veel ook nog heeft
voorbereid, waarop het vaderland met belang
stelling liet oog gevestigd houdt.
z/Ik zal niet in discussie treden over de wijs,
waarop men dit zoo veelomvattend departement,
na de aftreding van dien Minister, gemeend
heeft te moeten splitsen in twee verschillende
departementen. Mijne bezwaren dienaangaande
heb ik tijdens het sectie-onderzoek medegedeeld
en die dus ter kennis van de Regeering gebracht,
en hoezeer dezelve niet voldoende, volgens mijne
meening, bij Memorie van Antwoord zijn weer -
legd geworden, meen ik toch daarin thans te
moeten berusten.
„Ik mag mij Inmiddels verheugen
aan het hoofd van het departement
te zien optreden een man, welke,
gedurende den tijd dat ik de eer
had in deze Kamer zitting te nemen,
ik steeds als een sieraad der Manier
heb beschouwd, als een man, die
door zijne welspi-ekeude taal ons
menig genotvol oogenblik verschaf
te, en gclegesikeid tevens gaf zajne
grondige kennis en vlugheid van
geest te leei-en bewonderen, terwijl
dit alles gepaard ging met een geest
van welwillendheid, die onwillekeu
rig de harten veroverde.
z/Ik mag vertrouwen, dat de heer Kappeyne,
doordrongen van al het gewicht der taak die
thans op hem rust, met vollen ernst de betee-
kenis zal gevoeld hebben der woorden die hij,
als het hoofd van dit Kabinet, in de zitting
van 4 December jl. sprak, en waarin hij als
een geconcentreerd programma van toekomstig
regeeringsbeleid zeide, dat van hem te wachten
was eene getrouwe naleving van de Grondwet
en een ernstige wil om vechtvaardig te zijn.
Dit woord van rechtvaardigheid, gebezigd door
een man als de heer Kappeyne, die, doordron
gen van de Romeinsche rechtsgeleerdheid, de
volle beteekenis verstaat van 't geen door dien
wetgever aan het woord justitia was toegekend,
als, waarop het geheele gebouw van den Staat
rust, mag mij dan ook doen vertrouwen dat
hij ieder het zijne zal geven, en dus ook de
rechten der minderheden zal weten te eerbie
digen, waar partijzucht die mocht trachten te
onderdrukken. In die verwachting wil ik gaarne
den Minister de verzekering geven mijner on
dersteuning, eti hiermede het bewijs geven dat
het ons niet te doen is om eigen belangzuch
tige bedoelingen te willen verwezenlijken, maar
alleen om datgene te bevorderen, wat wij in
gemoede meenen het waarachtig belang van
den Staat te zijn/'
Een ieder zal moeten toestemmen, dat op
zulk eene wijze de strijd eerlijk worden kan.
Zoo alleen kan men komen tot een strijd om
beginselen, en al staat onze afgevaardigde dan
ook lijnrecht tegenover ons; al is hij nooit door
ons aanbevolen en al zal hij dit ook nooit wor
den gedaan, wij hebben hem nooit nog ontzegd,
dat hij eerlijk voor zijn beginselen uitkomt en die
bij alle gelegenheden handhaaft. Maar het
geen hij heeft gespoken geeft ons ook aanlei
ding hem een nederig verzoek te doen, n. 1.
om zijn invloed te gebruiken, dat ook hier ter
stede in het orgaan van zijne richting, in de
Nieuwe Goessche Courant, die hem steeds aan
beveelt, en op wier redactie hij dus zeker wel
eeuigen invloed kan uitoefenen, bij handhaving
van eigen beginselen eerlijke middelen worden
gebezigd, om den tegenstander te bestrijden.
Het laatste uonimer van dat blad bevatweêr
onder den titel van Opmerkingen"eenige regelen,
waarop men zou kunnen toepassen Zooveel
woorden, zooveel onjuistheden, om het woord
leugens niet te gebruiken.
Over de kiestabel-quaestie kunnen wij zwij
gen wij zeiven leveren daarover thans beschou
wingen, en de vergelijking daarvan met het
geschrevene in de Nieuwe Goessche Courant kan
ieder zelve maken, teneinde zich te overtuigen,
wie waarheid spreekt
Maar nog twee punten worden aangeroerd,
en wel naar aanleiding van de schoolwet. Voor
het optreden van dit kabinet werd aangedron
gen op de indiening ervan, maar una, nu mr.
Kappeyne is opgetreden zoo schrijft zij, nu moet
vooral geen overijling plaats lubben. Nu kan hij
nog in de verte niet bepalen, wanneer die wijzi
ging door hem zal worden ingediend Nu stem
men zijn libet alistische volgelingen om het nede
rigst daarmede in. Nu heeft die wijziging geen
haast, nu die stormram s'eclits zijn dienst
heeft gedaan om de liberalisten op het kussen
te brengen."
Heeft men ooit grover misleiding gehoord?
De indiening van de wijziging der kiestab I ge
schiedde juist door den heer Kappeyne mtt het
oog-, op de behandeling der schoolwet, die dan,
zooals op verschillende wijzen openbaar gemaakt
is, vrij zeker in Februari door eene voltallige
Kamer zou kunnen worden onderzocht. Ons
dunkt, dat men van een Minister, die primo
November optreedt en daarop zijne begrooting
moet doen behandelen, toch niet vergen kan, dat
hij met zulk eene wet als de schoolwet in zijn
zak loopt, en dat men wezenlijk hem wel een
paar maanden geven mag, om die quaestie te
regelen. Ons dunkt, dat wij niet te klagen hebben
over zijn ijver, wanneer in Februari die wet
verschijnt.
l)och nog erger is de onjuistheid, tegenover
den heer Moens gepleegd Over hein lezen wij
Toen mr. Heemskerk Minister was. was het
eene miskenning van de behoefte en het belang
van het onderwijs, dat er niet meer normaalscholen
werden opgericht. Op amendement van den heer
Moens werd tot oprichting van drie kweekscholen
besloten. Toen mr. Heemskerk er nog slechts twee
daarstelde, was dit het toppunt van verwaar-
loozing van onderwijshelang
„Nu mr. Kappeyne Minister is? Nu heeft ook
die verdere oprichting geen haast. Integendeel
diezelfde heer Moens raadt nu aangaat niet
voort met oprichting!!! Wacht daar nog ivat
mede
Wij slaan het bijblad weer open en nemen
daaruit de eigen woorden van den heer Moens,
Vrijdag 7 December gesproken:
/Mijnheer de Voorzitter! Geen woord over
de oude of nieuwe wet op het onderwijs. Mij
zal het nieuwe wetsontwerp niet. te spoedig komen,
maar ik ben ook overtuigd, dat het zoo spoedig
zal ingediend zijn, dat hetgeen ik anders nu
wenschte te behandelen, tot dien tijd kan wachten
of dan misschien overbodig zal zijndoor het
geen in de nieuwe wet voor goed is geregeld.
//Een enkel woord slechts over een onrecht
dat, naar het mij voorkomt, door de vorige
Regeering is gepleegd ten opzichte van de uit'
voering der door mij in der tijd voorgestelde
en door de Kamer aangenomen amendementen.
Wanneer die waren uitgevoerd, zou er eene
derde kweekschool zijn Nu de vorige Regee
ring intusschen de oprichting zoo lang heeft
verschoven, zou ik deu Minister in overweging
willen geven om nu ook maar liever te wach
ten tot na het tot stand komen van de nieuwe
wetopdat dan in eens tengevolge van bepa
lingen wellicht in de wet op te nemen, de geheele
inrichting van dergelijke meisjes kweekscholen
zou kunnen wordeu vastgesteld."
Later sprak hij nog
//Mijnheer de Voorzitter Ik wensch niet
misverstaan te worden. De Minister zal wel
niet meenen, dat ik de kweekscholen voor on
derwijzeressen te ver verschuiven wil; maar
het komt mij voor dat, wil de Regeering voort
gaan met de voorbereidende maatregelen voor
de vestiging van een gebouw, het zeer go jd zou
kunneu gebeuren, dat met de inrichting van
het onderwijs en de organisatie van de huis
houding der nieuwe inrichting zou kunnen wor
den gewacht tot na het totstandkomen der wet
op het lager onderwijs, en de kweekschool dan
toch nog zou kunnen aanvangen met September
1878. Juist wat de Minister in de laatste plaats
zei omtrent de taak der onderwijzeressen, kan
wellicht bij de wetsherziening een punt worden
van overweging en omschrijving in de wet, en
dat juist deed mij in overweging geven om met
de vaststelling van definitive organisatie en
vaststelling van leerplan en wat daartoe behoort
te wachten tot na de weldra te wachten be
handeling der wet op 't lager onderwijs."
Men ziet dus, dat er bij de beer Moens wel
sprake was van verschuiving, maar niet met de
bedoeling, zooals de Nieuwe Goessche Courant
dit doet voorkomen omdat 't niet noodig is
maar omdat hij spoedig eene flinke regeling wacht,
en in ieder geval toch vóór September de in
werkingtreding der scholen niet geschieden kan
door het verschuiven van den heer Heemskerk
der volle uitvoering van zijn amendement.
Hebben wij geen reden voor oris verzoek
aau onzen afgevaardigde? Zulk geschetter be
nadeelt zijne gansche partij en wanneer hij of
een der zijnen later wordt aanbevolen door dat
zelfde blad, daii kan 't niet anders of zulk eene
aanbeveling moet geheel en al hare waarde ver
liezen, wanneer zij wordt geschreven in een
orgaan, dat zich met ontziet onwaarheid te ver
kondigen, en het publiek te misleiden. Voor
hemzelven moet dan zulk eene aanbeveling alles
behalve aangenaam zijn, wijl hij nu toonde
wel voor zijne beginselen te zullen strijden, doch
eerlijk en oprecht zijn tegenstander te behandelen.
Laat vrij het blad, dat hem steeds steunt,
voor anti-revolutionaire of conservatieve begin
selen in de bres springen, en door bewijzen
de eerlijkheid zijner bedoelingen blootleggen,
ieder eerlijk man zal dit moeten eerbiedigen;
maar zulk eene misleidings politiek is afschu
welijk, te meer wanneer zij gehuldigd wordt
door een blad, dat zich zoo gaarne voordoet
als banierdrager van den Christelijken godsdienst.
Van hare onbekende redactie verbetering te
vragen doen wij niet meer. Wij wenden ons
daarom tot deu heer Saaymans Vader, wiens
eer er ook mee ie gemoeid, en die zeker wel
invloed bij haar zal hebben.