Donderdag 11 October.
64s,e Jaargang.
POSTERIJEN.
Nog eens de antieke kast.
OFFICIEELE MEDEDEELÜVGEN.
1M\I\EJVLA\I>.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
COURANT.
Gewone advertentiën worden n 10 ct. per regel geplaatst.
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen ran 18 regels a ƒ,1.
f Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende en contant betaald, 20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan liet Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren.
Staat van brieven, verzonden door het post
kantoor te Goes, waarvan de geadresseerden
op de plaats Van bestemming onbekend zijn.
Over de maanden Juli, Augustus en September.
Verzonden geweest naar:
Noord-Amekika,
van de hulpkantoren
te Bokssele,
1. P. Hatte, Michigan.
te Hansweert
2. C. Hoeleke Ottoway
te 's-Heerenhoek,
3. Niek de kleermaker, (2 stuks) Grandoille.
Belg ie
van het hulpkantoor
te Hans weekt,
1. J. B. Korske, Antwerpen.
Dijitschland,
van het hulpkantoor
te Hansweert,
1L. De GroofCarlsbad.
Over Engeland,
1. G. Visser, Kaap de Goede Hoop.
De verzending van brieven en verdere stuk-
c5
ken naar Nederlandsch-Indië, langs den weg van
Triëstwordt opgeheven. Uit Nederland naar
Nederlandsch-Indië zal de laatste brievenmail
den lOden dezer maand (dus heden) worden ver
zonden.
In de gemeenteraadszitting van Maandag 11.
werd door den Raad een voorstel van Burg. en
Weth. aangenomen oir. een som van 974,22,
voortspruitende uit den verkoop van goederen
waaronder de bekende antieke kast en rechteu,
met bijvoeging van een klein bedrag uit den post
voor onvoorziene uitgaven, te bestemmen tot
aflossing van e»n termijn van het hypothecair
verband op het huis aan de Vlasinarkt (school
Se klasse.) Naar aanleiding daarvan werd door
den heer Kransen Van de Putte een pleidooi
geleverd tot verdediging van hetgeen de Raad
heeft gedaan met die kast, waarin hij werd
terzij geslaan door den voorzitter en den heer
Van Reutergliem.
Wij achten ons daarom verplicht op diequaes-
tie nog eens terug te komen.
De gebezigde uitdrukkingen „couran'enge-
schrijl" en vooral de bijvoeging, „dat blijkbaar
met eene minder goede bedoe'ing geschiedde", kun
nen wij zeker laten rusten. Wij kunnen ons
ten minste niet voorstellen, dat het laatste met
't oog op ons is gezegd. Wij zouden niet weten
ooit aanleiding tot zulk een vermoeden te heb
ben gegeven, en mocht hij, die deze woorden
bezigde, dit wel bedoeld hebben, dan achten wij
ons boven eene dergelijke beschuldiging te zeer
verheven, om daarop te antwoorden. De vaste
overtuiging, dat wij ook in deze zaak, zonder
aanzien des persoons, streefden naar hetgeen in
onze oogen recht en billijk is, geeft ons recht
zoo te spreken. Wij willen verder aannemen,
ÜAt de sprekers volstrekt geene bedoeling had
den, om dat woord courantengeschrijf in min
achtenden zin te bezigen. Ons dunkt, dat het
ten minste van die zijde nog al inconsequent
wezen zou dit te doendaar de sprekers
zei ven toch ook op hun tijd zeker wel de goede
aijde hebben leeren erkennen van de gelegen
heid, die een courant elkeen aanbiedt om zijne
gevoelens bloot te leggen. Zooveel temeer zal
dus wel eene redactie het recht hebben, om
haar gedachten weêr te geven over eene zaak
van publiek belang. Dat dit gevoelen nu zich
keerde tegen een daad, door hen bedreven, mag
hen toch niet onbillijk doen zijn tegenover ons,
en vooral niet tegenover de couranten in 't al
gemeen. Als mannen der negentiende eeuw moe
ten zij ten minste de vrije gedachte niet aan
banden willen leggen, door de uiting daarvan
met minachting te bejegenen.
Na deze kleine aiwijking keereu wij tot de
qua''Stie zelve terug.
Wij zullen over de vermoedelijke meerdere
som, die men voor het buffet had kunnen krij
gen, niet verder uitweiden. Dit was volstrekt
niet het hoofdbezwaar, dat wij tegen dien ver
koop hadden; het betrof meer het beginsel of
nl. de gemeente een stuk mocht verkoopen van
het archief, wanneer daarvoor geen redenen
bestonden, die, met het oog opliet stuk zelf,
zulk een verkoop wettigden. Wij noemden
deze quaestie wel de meest belangrijke, en be
treurden daarom vooral liet niet hooren van
den archivaris. Dit laatste wordt verdedigd
met de verklaring, dat het hier eene tinanciëele
zaak gold. „AU de gemeenteraad het oorbaar
achtte de kast te verkoopenzou het advies van
den archivaris toch niets gebaat hebben." Wij
vragen nu waarom houdt men er dan een
archief of eene verzameling op na, en heeft
men zelfs een archivaris noodig Wranueer van
de gemeeute een huis moest worden verkocht,
zou men dan niet eerst den geineente-bouwkun-
dige vragen naar zijn gevoelen omtrent de waarde
van het te verkoopen pand, ot anders daartoe
deskundigen benoemen De archivaris moge in
deze geene overwegende stem hebben, eene advi-
seerende stem mocht men hem toch niet ont
zeggen. Aan den Baad dan toch altijd nog de
beslissing om aan zijn advies zich al of niet ge
legen le laten liggen. Bovendien: er werd op
gemerkt, dat niet de reëele maar wel de rela
tieve waarde moet beoordeeld worden, en om
die waarde te kennen is alweer de archivaris
de aangewezen persoon.
Toen de heer Blaaubeen burgemeester werd,
vond hij de kast onder een rommel, en werd
hem door den toemnaligen secretaris en con
cierge verklaard, dat zij gemeente-eigendom was.
Dat men haar toen reeds met zoo weinig waar*
digheid behandelde is geen excuus voor de vol
gende behandeling, haren schenker aangedaan.
Op welke gronden nu de verzekering steunde,
dat zij aan de gemeente behoorde, wordt niet
gezegd. Kan men dit door oude stukken be
wijzen Stel, dat iemand zijne aanspraken op
haar doet gelden, beweert dat zij slechts ter
bewaring is gegeven, en met bewijzen staaft,
dat hij haar kan opeischen, dan kan deze ook
de relatieve waarde bepalen zooals hij wil en
de gemeente op groote kosten jagen Voor der
gelijke onaangenaamheden zou men gevrijwaard
geweest zijn, wanneer men den archivaris om
advies had gevraagd. Hij had dan in oude stuk
ken den oorsprong kunnen nagaan enjmet stuk
ken in de hand kunnen zeggen, of de verzeke
ring, vroeger door den burgemeester ontvangen,
waarheid bevatte. Thans leeft men daarom
trent in t onzekere.
Het tweede en derde argument, door den heer
Fransen fan de Putte aangehaald, kunnen wij
gelijktijdig behandelen. De som, waarvoor men
haar heeft verkocht, doet niets af aan het meer
of minder betamelijke en wettige van de daad
zelve. Dat de gemeente oude schulden van het
voorgeslacht afdoet is volgens hem een bewijs
van deferentie. Ons dunkt, dat bet niets meer
is dan een staaltje van haar plicht Wij be
twijfelen of een gemeente, die besloot de oude
schulden maar te niëeren, een goede reputatie
zou krijgen, en nieuwe leeningen wel volteekend
zou zien. De eer van eene gemeente is daar
mede gemoeid, maar deze is evenzeer betrok
ken bij het in waarde houden van hetgeen haar
ter bewaring is geschonken. Wij stellen b v
dat een onzer eene antiquiteit, wier waarde stijgt
naarmate zij autieker wordt, aan de gemeente
voor het archief afstaat. Dan doet zoo iemand
't natuurlijk in de gedachte, dat zijn geschenk
voor het nageslacht steeds bewaard zal blijven.
Een geslacht na het tegenwoordige vindt dat
bewaren niet noodig, en maakt geld van het
stuk, dat haar kosteloos is geschonken. Niemand
zal toch zulk eene handelwijze kiesch kunnen
noemen. De schenker had dan beter gedaan
het zijn eigen familie te geven, die dan de
opbrengst ook had kunnen gebruiken. Ja maar,
zou men kunnen zeggen, wij betalen de oude
schulden' van het voorgeslacht, en daarom mogen
wij dit stuk verkoopeu. Een zonderlinge rede
neering voorzeker. De schenker heeft niets met
die oude schulden te makenwie weet, of hij
niet de grootste tegenstander was van het aan
gaan dier schulden! In ieder geval was het
geschenk zijn particulier eigendom, en kan hij,
als een zeer nietig deel van dat geheele voor
geslacht moeielijk aansprakelijk voor diens
schulden gesteld worden.
Dat men het geld gebruikte zooals men heeft
gedaan, kan alleen bewijzen, hoe men ten min
ste de deugd betracht om het geld goed te be
steden. Men zal toch niet beweren, dat bij
ontvangst van het aanbod uit Amsterdam de
wijze, waarop men het geld zou besteden, den
doorslag gaf aan het, genoineu besluit? Het was
slechts het betrekkelijk hoo.e bod, waardoor
de leden van den Raad werden geïnfluenceerd.
In ieder geval kan de wijze, waarop men het
geld besteedt, nooit goedmaken dat men het op
minder voegzame wijze verkreeg. De gegeven
inlichtingen hebben ons dus niet aan 't wankelen
kunnen brengen in ons gevoelen, dat de ver
koop vau de antieke kast reden opleverde tot
bezorgdh-tid. Wij blijven dien verkoop betreu
ren, te meer omdat er geen enkel woord over
gesproken is 's Middags even vóór de raads
vergadering kwam het aanbod uit Amsterdam;
toen is er besloten vergadering gehouden, waarin
natuurlijk over dien verkoop niet beraadslaagd
is geworden, want dit zou in strijd geweest zijn
met art. 44 litt g der gemeentewet, en in de
openbare raadszitting zelve heelt niet een lid
liet de moeite geacht er iets van te zeggen, of
eenige inlichting te vragen. Dit blijft voor ons
nog altijd raadselachtig.
Wij herhalen nogmaals, dat wij a'leen om
het beginsel ons leedwezen betuigden en nog
maals betuigen over deze zaak. Sympathie voor
de kast bestaat er bij ons niet, daar wij haar
nooit zagen, en komen wij daartoe nog eens
in de gelegenheid, dan zullen wij 't wellicjit
eens zijn met onzen wethouder en met hem onze
verbazing te keiineu geven over de hooge waarde,
die men aan dat stuk toekende
Wij zien echter voor onzen tijd in dien ver
koop voor het archief een treurig verschijnsel.
Niemand zal nu meer op de gedachte komen om
het met de eene of andere antiquiteit te be
giftigen en dit is het eerste doodelijk teeken
voor zulk eene bewaarplaats, die voor de his
torie van veel waarde zou kuunen zijn.
Benoemd tot gezworen van den Anna-Frisopolder
de heer J. Leendertse Hz. tot lid in het bestuur der
waterkeering van het cal. wat. Waarde de heer F. Kole.
Op dc vervolg-opgave van gewonde en gesneu
velde Europcesche militairen van de expeditionaire
macht te Atchin, sedert den 8 Mei 1877, komt o. a. voor
als gewond: J. C. C. Six Dijkstra, geb. te Ellewouts-
dijk, 2e luit. rechter 12e bat.
De Min van Oorlog heeft overgeplaatstbij het
algemeen depot van discipline de le luit. W. F. L. Ros-
lees, van het 5e reg: bij het le reg. veld-artillerie de
kapt. P. J. Callen/els van het 2e reg. vest. art.; eervol
ontheven: van de betrekking van adjudant der konink
lijke militaire academie, onder dankbetuiging voor de
vele door hem in die betrekking bewezen diensten,
den kapt. J. H. Verschoor van den staf der infan
terie, die voorts is bestemd om werkzaam te zijn bij de
militaire opleiding der cadetten bij gemelde inrichting.
De Minister van Oorlog heeft, na machtiging des
Konings, bepaald dat in de iormatie van het instructie-
bataljon en liet algemeen depót van discipline scherp
schutters (korporaals en soldaten) zullen worden op
genomen.
De bevordering tot kommandeur der Militaire
Willemsorde van den kolonel van het N. 1. leger, K.
Van der Heijden, is, blijkens eene kennisgeving van den
Minister van Oorlog aan het leger, een blijk van 's Ko
nings hooge tevredenheid over de wijze, waarop deze
hoofdofficier de onlangs tegen Samalangan (noordkust
van Atchin) ondernomen expeditie heeft aangevoerd.
GOES, den 10 Oktober 1877.
Met het volgend nommer zullen onze abon-
nés en lezers, zooals gewoonlgk, de opgaaf
ontvangen van den winterdienst op de lijn Roo
zendaalVlissingen, die 15 October in wer
king treedt Belangri)ke wijzigingen hebben niet
plaats. Alleen vervalt de trein, die 's avonds
te half tien uit Middelburg alhier aankomt,
en te kwart voor tien naar Middelburg en
Vlissingen terugkeert.
De redactie der Middelburgsche Courant
schrijft:
»Te Goes, te Arnhem en in het vorstelijk
's-Gravenhage heeft men zich, blijkens de
daar verschijnende dagbladen, eeupariglijk
vroolijk gemaakt over bet woord «concert",
dat in een ingezonden stukje in ons nommer
van Maandag, a propos eener voorstelling van
Mile Agar, bij vergissing gebruikt werd.
Zeer vleiend voor o:is inderdaad. Wanneer
een enkel woordje onzin, in een achterhoek
van ons blad verscholen, zooveel sensatie iu
den lande teweeg brengt, welken indruk moet
dan bet overige niet maken"!
Al te bescheiden. Deindruk van het overige
moet dan wel verpletterend wezeD, en opwek
ken tot stilzwijgende bewondering. Stond er
dikwijls en veel onzin in die courant te lezen,
men zou immers dat enkele woordje over het
hoofd hebben gezien. Thans pleit de attentie,
daaraan bewezen, teveel voor den inhoud, dan
dat de uitroep der redactie Diet gewettigd zou
ziju. In ieder geval: dat enkele woordje onzin
kwam voor in een rubriek, waarvoor de redac
tie niet verantwoordelijk is. Zjj trekke zich
dus de geestigheden, ten koste daarvan gede
biteerd, niet te sterk aan
Men schrijft ons: In uw blad van Zater
dag den 5 dezer las ik een kort bericht over
de kunstmatige oesterteelt van de te Bergen
op Zoom en Tholen gevestigde firma's.
Dit bericht tvas door ons uil een ander blad
overgenomen.)
Die berichten hebben sinds drie jaren,
want het is nu, geloof ik, het derde jaar dat
ik soortgelijk stukje bij den aanvang der oes-
terverzending in uw blad lees, mijne aandacht
bijzonder getrokken, niet zoozeer om het be
langrijke nieuws dat ik er uit vernam, als
wel om de overdrijving, waaraan de bericht
gever zich telkenmale schuldig maakt.
Wanneer ik naga, dat volgens dit bericht de
bedoelde firma's gezamenlijk 100,000 stuks
oesters dagelijks gedurende het seizoen, dus
ongeveer zes maanden, moeten afleveren, dan
zou dit in 't geheel eene hoeveelheid van 18
mil'ioen (zegge achttien millioen) oesters zijn.
Dat dit onmogelijk moet wezen, volgt hieruit:
1°. dat de Yersche oesterbank over baar geheel
genomen die hoeveelheid dit jaar niet oplevert,
en 2°. dat van de jaarlijkscbe opbrengst der Yer
sche oesterbank, door de verschillende te Yerseke
gevestigde firma's zeker het 3U gedeelte wordt
afgeleverd, tegen 1U gedeelte iu Bergen op Zoom.
Misschien heeft de berichtgever reeds op eene
enorme opbrengst der nieuw verpachte oester-
banken onder Bergen op Zoom gerekend; die
zullen echter dit en het volgend seizoen zoo
weinig opleveren, dat het niet noemenswaar
dig is.
Op grond hiervan zou ik hem, die het be
richt inzond, iu overweging geven zich een
beetje beter op de hoogte te stellen, om het
volgend jaar met een minder overdreven bericht
voor den dag te komen. Of zou hij zelf er
soms belang bjj hebben, om dergelijke over
dreven berichten in da wereld te zenden?
Onder Borssele moeten Maandag door het
hooge water 45000suikerpenen zijn weggespoeld.
Na afgelegd vergelijkend examen is door
den Min. van Financiën o. m. benoemd tot