1877. N°. 115.
Zaterdag 29 September.
64stc Jaargang'.
m
BINNENLAND.
Een woord aan het Zceuwsch Dagblad.
UITVOERIG EN BEREDENEERD VERSLAG
GOESCHE
De uitgave deter Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
COURAN
Gewone advertentiën worden a 10 ct. per regel geplaatst."! Sp
Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen van 18 regels a „L.
f Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende ?en contant betaald,Jj[20 ct.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend.
Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAÜBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg.
In ons laud vervoege men zich voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopei's en postdirecteuren.
De redactie van het gematigd liberaal Zeeuwsch
Dagbladvroeger de conservatieve Nieuwe Mid-
delburgsche Courant verkondigde eenigen tijd
geleden, dat zij onder hare medewerkers had
opgenomen den heer P. A. Janssen, die door
eene beschikking van den Minister van Justitie
zijn vrijen tijd kon besteden aan het schrijven.
De medewerker zou echter zijne stukken onder
teekenen.
Of de redactie meende daardoor een groote
aanwinst voor hare lezers te verkrijgen weten
wij niet, maar wij zouden het gaan vermoeden
uit de voorkeur, die zij aan stukken van dien
heer boven alle anderen verleent. Als de heer
Janssen een der medewerkers zich geroepen
acht op poëtische wijze aan zijn overkropt ge
moed lucht te geven, dan wordt zulk eene
ontboezeming geplaatst, niettegenstaande de re
dactie verklaart anders geen plaats voor poëzie
af te staan.
In het nommer van II. Donderdag gaat zij
zelfs zoo ver, dat zij, nu weer als ingezonden,
een alleronwelvoeglijkst schrijven opneemt van
dien medewerker, met de bijvoeging, dat zij
dit slechts plaatst op uitdrukkelijk verlangen van
den schrijver. De reclame, die zij daarin meent
te zien, acht zij niet te behoeven, waarom zij tot
de opname, hoewel het een ingezonden stuk is,
dan ook alleen om die reden is overgegaanZij
schijnt dus zelf verlegen met de zaak, en er
moet dus wel eene bijzondere verstandhouding
tusscheu haar en dien heer Janssen bestaan,
waardoor zij voor hem zulke uitzonderingen toe
laat. Maar wij vragen die redactie, of het uit
drukkelijk verlangen van een inzender een motief
voor haar mag wezen, om alles te plaatsen, wat
ïoo'n inzender gelieft te schrijven Haar onder
schrift getuigt ervan, dat zij in haar hart walgt
van een dergelijk onkiesch geschrijf als die mijn
heer Janssen heeft geleverd; de reclame, die nog
in onkieschheid stijgt, als men bedenkt, dat zij
uitgaat van een medewerkeris de minste, die
wij in tijden hebben gelezen, en zou helaas!
eene rechte plaats innemen in het werk van den
heer De Beer: Dagbladenkritiek en reclame"
en daar de grootste blaam op de dagbladen wer
pen, omdat het hier geldt eene oratio pro domo.
Maar wat hetgansche stuk nog onwelvoegelijker
maakt zijn de personaliteiten, die in onze oogen
te laag zijn om zelfs in een sociëteit ze toe te
laten, laat staan om in een blad te worden
opgenomen. De redactie weet het toch even
goed als wij, dat de heer Janssen getuigen
zijne vorige stukken gaarne wroet in par
ticuliere aangelegenheden, zich 't liefst vermeidt
in het bijzonder leven van personen en dat dit
niet in het belang is van de eer der pers, zal zij
ons toch wel moeten toestemmen.
In het nommer van Vrijdag schrijft zij zelf onder
den titel Beschaving Onderwijs" over de
onwelvoeglijkheid van het Dagblad van Zuid-
Holland, en laat zij zich daarover terecht
zeer kras uit.
Onbegrijpelijker is daarom voor ons hare
handelwijze van den vorigen dag. Of acht zij
't voldoende, wanneer zij zelve slechts de eer
der pers ophoudt, en onnoodig dat medewerkers
en schrijvers van ingezonden stukken zich hou
den binnen de perken der welvoegelijkheid
Ons dunkt, dat eene redactie ook daarvoor moet
waken, vooral wanneer zij een ander hard
valt over „zijne^ onbehoorlijkheid. Geene ver-
schooning fc>or deze of gene, want verschuilt
zij zich achter eene verklaring, dat hij of zij
het gaarne verlangt, dan zet zij de deur open
voor alle mogelijke misbruiken, en is er ten
slotte geen grens meer te bepalen, die daaraan
paal en perk stelt. Voor de eer van de pers in
onze provincie betreuren wij 't, dat de redactie
van het Zeeuwsch Dagblad aan dit en vorige
stukken van den heer Janssen plaats verleende,
en hopen wij, dat zij, zelve overtuigd als zij
is van de verplichtingen die op ons rusten,
in het vervolg strenger zal toezien op inhoud
en vorm van dergelijke producten. Ook in haar
eigen belang gelooven wij, dat dit beter reclame
is, dau zulk eene ongehoorde, onkiesche en kwa
jongensachtige tactiek als nu is gevolgd, die
eer onder kwakzalvers dan onder eerlijke mannen
te huis behoort.
JTOG EEJf BW AUDER UIT HET
van den toestand der gemeente
Goes over 1876.
De keuring van vleesch en spek geschiedde
door twee daartoe aangestelde ambtenaren die
van visch door de agenten van politie, alles over
eenkomstig de verordening op de openbare ge
zondheid. Van het constateeren van overtrediugen
is niets ter kennis van B. en W. gekomen. Een stuk
vee, van elders ter consumptie ingevoerd, werd
afgekeurd en begraven.
De keurmeesters van vleesch enz. genieten
elk eene bezoldiging van ƒ75 sjaars. In het
afgeloopen jaar zijn, volgens hunne opgave, door
hen gekeurd 222 stuks rundvee, 360 kalveren,
170 schapen, 18 geiten, 373 varkeus, 3978 kilo
versch aangevoerd vleesch en spek, 26 West-
faalsche-hammen, 21 kisten Atnerikaansch spek
en 20 vaten reuzel.
Voor destraatverlichting en wat daarbij be
hoort werd aan de gasfabriek betaald f 2990,33.
De werkelijke sterkte der schutterij in de
gemeente bedroeg op 31 December 1876 191
man, waarvan 91 actief en 100 reserve, behalve
21 officieren, onder-officieren, korporaals en tam
boers actief en 6 officieren, onder-officieren en
korporaals reserve.
De sterkte van den eersten ban was 65,
waarvan 56 actief en 9 reserve. Onder de 65
actieve behooren 4 officieren, 3 onder-officieren
en 4 korporaals.
Bij koninklijk besluit van den 1 September
1876 no. 13 is aan het parochiaal armbestuur
van de H. Maria Magdalena machtiging ver
leend tot aanvaarding der navolgende legaten:
lo. Van Cornelia Loos, huisvrouw van Jan
Pros f 500, onder voorwaarde van het celebreeren
eener maandelijksche stille mis gedurende 40 jaren;
2o. van genoemden Jan Pros ƒ500, onder
dezelfde voorwaarde;
3o. nog van denzelfden Jan Pros ƒ100, om
4n den winter na zijn overlijden of op den dag
zijner begrafenis eene bedeeling van tarwebrood
te doen.
Teneinde een overzicht van den landbouw
en zijne uitkomsten te geven, volgt hier eene op
gave van het aantal beteelde hectaren met de
verbouwde gewassen en hunne opbrengst.
GRANEN EN HANDELSGEW.
HOEVEELH.
OPBRENGST.
HECTAREN.
40.5397
1216 Heet
Rogge
6.6702
200
Wintergerst
6.4009
320
Zomergerst
11.4897
345
Haver
6.1667
309
Paardenboonen
16.1646
400
Erwten
18.8651
566
Stam boontjes
1,4388
29
Aardappelen
12.1719
1470
Winterkoolzaad
2.9810
60
Kanariezaad
2.6350
66
Lijnzaad (Vlas).
5.1122
Onbekend
Suikerbiet
6.2844
190000 Kilog.
Meekrap (te velde)
1
Mangelwortels
9.6972
Paardenpeen
4.0797
Groengemaaide Klaver
6.—
Klaverhooi
5.1014
Gebraakt land
15.2034
De gezondheidstoestand van het vee was
gunstig. Op 31 December 1876 waren, volgens
de opneming der politieagenten, aanwêzig2
dekhengsten, 21 veulenmerriën, 31 jonge paar
den beneden 3 jaren en 144 werk- en trek
paarden 6 ezels en muilezels 4 springstieren,
269 melkoeijen en melkvaarzen, 146 kalveren,
19 mestossen, 212 schapen, 109 geiten en bok
ken, 155 varkens,' 1764 hoenders, 5 kalkoenen,
62 eenden, 15 ganzen, 10 zwanen, 5 paauwen,
2 poelepetaten.
De vereeniging tot veredeling van het paar
denras heeft een nieuwen, prachtigen hengst
aangekocht, afkomstig uit Oldenburg.
Omtrent de avondscholen kan vermeld worden,
dat die der school ie klasse gemiddeld door 7
a 8 leerlingen bezocht werd, waarvan er in
September 11. vier tot de H. B. School werden
toegelaten.
Die der school 2e klasse telde op 1 De
cember 11. 22 leerlingen; van dezen zijn er 12,
die de dagschool reeds verlaten hebben en zich
wenschen voor te bereiden voor de Burger
avondschool De ijveren leerlust dier 12jongelui
(die allen reeds op een ambacht zijn) laten niets
te wenschen over. De 10 anderen zijn nog
leerlingen der dagschool. De avondschool aan
de school 3e klasse telde bij den aanvang van
den cursii9 '76/77 vier leerlingen en wel twee
mannelijke, waaronder een van 36 jaar, en
twee vrouwelijke. In het einde van November
werden nog 24 mannelijke leerlingen toegela
ten, wier leeftijd uiteenliep van 1419 jaar.
Slechts een vroegere leerling en wel iemand,
die in '74 de herhalingsschool gedurende een
paar maanden had bezocht, toonde het toen
ontvangen onderwijs op eenigen prijs te stellen
door zich opnieuw aantemelden. De opkomst
was tot het einde van '76 vrij goed te noemen.
Gemiddeld verschenen eiken schooltijd 18 leer
lingen. Volgens verklaring van den hoofdonder
wijzer verschenen, op een paar loffelijke uit
zonderingen na, de meeste der bovengenoemde
24 leerlingen, niet zoozeer uit lust tot leeren
als wel om op die wijze den avond door te
brengen; dikwijls moesten dan ook sommigen
hunner, wegens wangedrag, worden weggezon
den. De beide vrouwelijken, alsmede de twee
oudste der mannelijke leerlingen verlieten al spoe
dig de school, omdat zij door de overigen eiken
avond met gejubel huiswaarts werden geleid. Bij
de weinigen, die uit waarachtigen lust tot leeren
de school bezoeken, zijn vorderingen merkbaar.
De avondschool der Weezen- en Armenschool
wordt enkel door de weeskinderen bezocht en
wel in den afgeloopen zomer door 10 jongens
en 5 meisjes De winteravondsehool dient hoofd
zakelijk tot herhaling van het geleerde en wordt
van October tot April 5 maal 's weeks van 7
tot 9 uren door de oudere weezen bezocht, ter
wijl de zomer-avoudschool 5 maal 's weeks van
5 tot 7 uren bestemd is voor de jongere wees
kinderen.
GOES, den 28 September 1877.
Hen meldt ons per Telegraaf
nit 's-Hage het navolgende, belang
rijke berieht
„Het zekerheid verneemt men,
dat het ministerie gisternamiddag
eolleetief zijn ontslag den Ho
ning heeft aangeboden.*'
Met genoegen vermelden wij, dat, naar
ons van goed ingelichte zijde wordt verzekerd,
meer dan duizend personen gebruik hebben ge
maakt van de welwillende gelegenheid, om de
huldeblijken, onzen burgemeester aangeboden,
te bezichtigen.
De heer J. ZE. Elzevier Stokmansdeur
waarder bij het kantongerecht alhier, is heden
als zoodanig ontslagen.
Als antwoord op hetgeen wij in ons
vorig nommer schreven over de beschouwing
der Middelburgsche Courant ten opzichte der
rede van den heer Dullert antwoordt de redactie
het volgende
,/Op het geschrevene hebben wij echter niet
terug te komen, hoe weinig moeite het onze
eigenliefde kosten zou eene gebleken dwa
ling te belijden. Na den 19 September als
ons gevoelen uitgesproken te hebben, dat voor
het ministerie de tijd gekomen was om zijne
taak als geëindigd te beschouwen en voor de
meerderheid der Tweede Kamer om duidelijk
te zeggen, waar het op stond, hadden wij vijf
dagen later te melden, wat ons eene objec
tieve waarheid scheen en dus geconstateerd
kon worden, onverschillig hoe het door minis-
teriëele of andere bladen zou opgenomen wor
den, dat de voorzitter der Tweede Kamer,
blijkens zijne toespraak, ons gevoelen niet scheen
te deelen. De stemming van eergisteren heeft
bewezen, dat het oordeel van den heer Dullert
over den staatkundigen toestand anders is ge
weest dan wij veronderstelden maar niet, dat
het onze uitlegging zijner woorden aan een
voldoenden grond heeft ontbroken."
Wij verwijzen, naar aanleiding daarvan de
redactie naar hetgeen door ons werd geschre
ven. Daaruit zal zij dan zeker wel opmaken
wat zij nu' nog niet deed dat wij vol
strekt niet haar oordeel ongegrond noemden.
Wij constateerden alleen het feitdat de heer
Dullert, mocht hij de hem toegedachte bedoe
ling gehad hebben, die samenwerking zooals
uit de stemming volkomen bleek Diet ver
langt ten koste van zijne beginselen.
Middelburg. Niettegenstaande de heer
J. De Decker de vorige week, na zijne vrij
spraak, bij zijne terugkomst alhier door rijk
en arm met buitensporig huldebetoon ontvan
gen werd, gaat hij met zijne familie deze ge
meente verlaten en zich metterwoon te Ant
werpen vestigen. Dat vertrek zal zeker door
winkeliers en neringdoenden met leede oogen
gezien worden. Overigens is het verlies voor
Middelburg niet groot te noemen, daar de heer
De D. hoegenaamd geen deel in de zaken
van reederij, dok of werf meer heeft.
Donderdagmiddag had op de begraafplaats
te Middelburg de plechtige onthulling plaats
van het gedenkteeken op het graf van wijlen
mr. B. W. graaf Van Lijnden, in leven Com
missaris des Konings in onze provincie. Aan
hot verslag van die plechtigheid, in de Middel-
burgsche Courant voorkomendeontleenen wij
het volgende:
Bij die plechtigheid waren tegenwoordig de
commissie uit de Provinciale Staten, die zich
met de zorg voor de oprichting heeft belast
de leden van Gedeputeerde Staten het oudste
lid der Prov. Staten, de heer mr. B. C. Can
de gemeenteraad met burgemeester en wethou-
houders, alsmede de waarnemende gemeente
secretaris. Verder merkte men onder de aan
wezigen op onderscheidene burgemeesters van
naburige gemeenten vele ambtenaren en de
boden van het gewestelijk bestuurbenevens
verschillende belangstellenden, waaronder eenige
dames.
Jhr. P. D. Van Citters, ondsie lid van Ged.
Staten en voorzitter der commissie voor de
oprichting van het gedenkteeken, voerde het
eerst het woord, om het doel uiteen te zetten.
De Zeeuwen hadden behoefte gevoeld, een blij
vend gedenkteeken te stichten op het graf van
den man, die Zeeland liefhad
Daarna had de onthulling plaats, en droeg
de heer Van Citters de zorg van het monu
ment aan het tegenwoordige gemeentebestuur
van Middelburg en zijne opvolgers op.
De burgemeester van die gemeente, jhr. mr.
J. W. M. Schorer, verklaarde Damens den raad
het gedenkteeken te aanvaarden, onder verze
kering er voortdurend voor te zullen zorgen,
en herdacht ook de verdiensten van den over
ledene.