1877. N°. 114. Donderdag 27 September. 64s,e Jaargang. EENE VERKENNING. BINNENLAND. Zij, die zich met 1 October op de Goesche Courant abonneeren, ontvangen die reeds van dit nommer af. UITVOERIG Ei\ BEREDENEERD VERSLAG -tan j mm* GOESCHE l>e uitgave rlezor Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1.75. Afzonderlijke nommers 5 et., met bijblad 10 ct. COURANT. Gewone ad verten tien worden a 10 ct. per regel geplaatst." Geboorte- huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen van 18 regels a ƒ,1. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels bedragende |en contant betaald, [20 ct. By di recte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Agenten voor het buitenland zijn: G. L. DAUBE Co., te Parijs. A. STEINER en HAASENSTEIN VOGLER, te Hamburg. In ons land vervoege men zich voor Rotterdam aan liet Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle boekverkoopers en postdirecteuren. Er is gesproken. Aan de eene zijde stond de Regeering, die op de gebruikelijke wijze door Z. M. aan de Kamers liet verkondigen, dat wij in ons land leef den als in een Eldorado, waarin bijna niets ineer te wenschen overbleef; aan den anderen kant was de Tweede Kamer, die zich heeft gehaast om aau die misleiding een einde te maken. Trou wens, men zou wel geheel onbekend moeten ge weest zijn met den tegeuwoordigeu. toestand, om zich door de woorden van het ministerie te laten misleiden. Nog gemakkelijker zou het voor de Regeeriug zeker geweest zijn, wanneer zij tot voorbeeld Spiridio's rede uit Vorstenschool bad gekozen, en slechts gezegd had „De toestand is perfekt, het vleesch goedkoop. De burgers zien er flink eu vroolyk uit. De burgeressen idem. Nyverheid Eu handel idem, Landbouw idem Het idem had kunnen worden uitgestrekt tot alle takken van nijverheid of nationaal belang. Wij zijn het is waar in de laatste jaren niet gewend aan vele beloften, maar magerder dan ditmaal de troonrede was, is zij toch zelden geweest. En niet alleen was zij buitengewoon sober, maar ook in het zwijgen over gewichtige aangelegenheden vond zij haar wederga niet. Er waren onder de liberalen, die eene der gelijke waterachtige begroeting goedkeurden en wensehten, dat ook de Kamers dit voorbeeld zouden volgen. «Het gold louter een vorin onze Koning moest niet lastig worden gevallen met quaestiën tusschen politieke partijen. Hij stond daar geheel buiten." Wij gaan met hen op dat punt niet geheel mee. De eenige gelegenheid, waarbij onze Ko ning in aanraking komt met onze Kamers, is deze. De Vertegenwoordiging van zijn volk mag gerust hem kenbaar maken hetgeen zij meent, dat tot het geluk van zijne onderdanen zou kunnen meewerken, en flinke mannen behoeven zich niet te verschuilen achter laffe en niets beduidende vormen. Wij herinneren aan hetgeen in een vorig zittingjaar is voorgevallen. De heer Heemskerk wist ons na elk votum van wantrouwen te zeg gen, hoe het Z M. had behaagd hem een stellig weigerend antwoord te geven op zijn aanvraag om ontslag. Wij eerbiedigden dit koninklijk besluit, want het zal berust hebben op de over tuiging, dat onze premier de onmisbare man was voor ons land. Maar eene volksvertegen woordiging heeft toch ook recht van spreken, en mag van haar gevoelen toch even goed doen blijken om elk misverstand te voorkomen en Z M. voor te Jichten in hoever bij,eene vol gende gelegenheid liet in 's land's belang is, om nogmaals een stellig weigerend antwoord te geven. Eenzijdige inlichting kan niet anders dan schaden en het nemen van een besluit voor een vorst in dergelijke moeielijke omstandigheden nog moeielijker maken. Nu is de eenige gelegenheid voor de Vertegenwoordiging om van haar ge voelens tegenover de Regeeriug te doen blijken die, welke haar bij het aanbieden van een adres van antwoord direct in aanraking brengt met den Koning; en dan te zwijgen over de tekort komingen kan onzen Vorst niet aangenaam wezen. Hij zal voorzeker in de eerste plaats vragen naar oprechtheid en niet verlangen, dat men achter loutere vormen de waarheid voor hem verbergt. Een vorst staat boven de partijen, dit stem men wij toe. Hem lastig te vallen met de eischen van de verschillende vertegenwoordigers zou even onhandig en onkiesch wezen, als van hem te verlangen, dat hij daarin partij kieze. Maar waar in een land bij een groot vraagstuk door het gansche volk dringend herziening wordt verlangd, in welken geest ook, daar zien wij er niets onparlementairs in, wanneer het aan het geëerbiedigd hoofd van den Staat wordt mee gedeeld, zoo de Regeering, aan wie hij meent zijn vertrouwen te kunnen schenken, daarin tekort schiet. Op dat standpunt heeft zich dan ook de Tweede Kamer geplaatst. Hare zuster moge zich slechts bepaald hebben tot een weerklank op de troonrede, zij achtte het noodzakelijk, om getui genis af te leggen van de teleurstellingen, door liet Nederlandsche volk ondervonden, nu het nog steeds blijft wachten op eene goede rege ling van het lager onderwijs. Haar antwoord luidde als volgt: „Sire! 1. De Tweede Kamer der Staten-Generaal is erkentelijk voor den welkomsgroet, door Uwe Majesteit aan de vertegenwoordigers van het Nederlandsche volk, bij de hervatting hunner werkzaamheden, gericht. 2 De algemeene deelneming in den rouw van Uwe Majesteit en van h°t Vorstelijk Huis over den dood van Nederlands geliefde Konin gin bewees opnieuw de verknochtheid der na tie aan het regeerend vorstengeslacht en tevens hoezeer zij Koninklijke deugden weet te waar- deeren. 3. Aangenaam was ons de verzekering, dat de betrekkingen met de vreemde mogendheden niets te wenschen overlaten en dat de oorlog- in het Oosten daarin geen stoornis brengt. 4. Mogen niet alle takken van volksbestaan in dea laatsten tij l even welig bloeien, de toe stand des vaderlands biedt toch menig lichtpunt aan. Ook wij koesteren de hoop, dat de vol tooiing van het in het vorig jaar geopend Noord zeekanaal, de verbetering der haven te Harlin- gen en het krachtig voortzetten der werken aan den Nieuwen Maasmond aan handel en scheep vaart nieuw leven zullen schenken. 5. Wij lieten niet onopgemerkt, dat de toe stand der geldmiddelen door Uwe Majesteit be vredigend wordt genoemd. 6. Terwijl wij van de getuigenis van ge trouwe plichtsbetrachting door Uwe Majesteit aan de zee— en landmacht gegeven, met genoegen kennis namen, volgen wij steeds de verrichtin gen van beiden in het Noorden van Sumatra met de meeste aandacht. Onze strijders aldaar hebben alle aanspraak op lof en dank, en ook wij deelen in de hoop, dat hun inspanning spoe dig tot het gewenschte doel moge leiden. 7. Al hetgeen tot bevordering der volkswel vaart in Nederlandsch-Indië kan strekkeu en dus ook de aanleg van nuttige openbare werken op Java, wekt en verdient onze belang stelling. 8. Evenzoo zou het ons een voldoening zijn maatregelen te kunnen helpen beramen om Su riname uit zijn kwijnenden toestand op te beuren. 9. Op onze bereidwilligheid om nuttige en noo- dige verbeteringen in onze wetgeving te helpen tot stand brengen kan ten allen tijde worden gerekend. Aan zoodanige verbetering echter heeft voor alles de wet op het lager onderwijs be hoefte. Dat een zoo gewichtig volksbelang schade lijdt door het gemis aan overeenstemming tus schen Regeering en Vertegenwoordiging wekt algemeene en diepgevoelde teleurstelling op. 10. Moge in het ingetreden zittingjaar, onder Hoogerea Zegen, onze arbeid strekken tot bevor dering van het welzijn van het dierbaar vaderland!" Uit dit antwoord spreekt meer mannelijkheid dan uit de troonrede zelve, en het was niet anders t verwachten dan dat de negende pa ragraaf den heer Heemskerk niet welgevallig zou wezen. Zijne vrienden zagen daarin een motie van wan trouwen. Doch verdiende hij op dit punt nog vertrou wen, hij, die de behandeling van dit vraagstuk, van de voornaamste quaestie van deu dag, telkens verschoof en geen gehoor gaf aan het verlangen, dat sinds jaren zich zoo krachtig uitte? Eerst was het hooger onderwijs aan de beurt, en dan zou het lager verbeterd worden. Daarop heb ben wij gewacht, en toen er eindelijk een wet werd ingediend, is de behandeling onder aller lei voorwendsels verschoven en leverde het ant woord der Regeering op het voorloopig ver slag geen uitzicht op eene voldoende oplossing van dit groote vraagstuk Integendeel; zooals de heer Rutgers Van Rozenburg nog bij de behandeling van het bewuste adres aanhaalde schreef de heer Heemskerk in het verslag dui delijk: „Men verwachte niet, dat de Regeering wijzigingen van ingrijpenden aard in haar voor stel zal brengen." Zoo ging er eene zitting voorbij, en bij het begin der volgende verwachtte niemand zeker, dat deze quaes'ie totaal genegeerd zou worden Met geeu enkel woord werd er over gesproken; geeu enkel lichtpunt werd er geopend, dat eeni- gen grond gaf om met goede verwachting de toekomst tegemoet te gaan. Het moest thans tot eene opheldering komen, er moest eene ver kenning plaats hebben, en nu die heeft plaats gehad, hopen wij, dat deze eindelijk den weg zal openen tot eene gewenschte oplossing van de onderwijs-quaestie. De Rig sering kan blijven mits zij in de eerste plaats geeft, wat wij reeds lang hebben gewacht. De Tweede Kamer verdient een woord van lof, dat zij thans alle dubbelzinnig heid voor de toekomst heeft onmogelijk gemaakt en duidelijk haar gevoelen heeft gezegd. Ziet echter de Minister Heemskerk geeu kans om aan haar verlangen te voldoen, hij verberge zich niet langer achter schijngronden, maar hij verklare zich ruiterlijk onmachtig om te geven, wat het Nederlandsche volk bij de stembus zoo duidelijk te kennen gaf, te verlangen: Eene goede wet op het lager onderwijs." EES EX ASDER UIT HET vau desa toestand der gemeente 4*oes over 1876. De bevolking bedroeg op 31 December 1875 3000 mannen en 3196 vrouwen, totaal 6196 personen, en op 31 December 1876 2926 man nen en 3137 vrouwen, totaal 6063 personen, zoo dat zij met 133 personen is verminderd. Eén gezin vertrok naar Amerika, een ander Daar Oost-Indië. De bevolking was verdeeld in de volgende godsdienstige gezindten Nerderlandsch Hervormden4351 Evangelisch Lutherschen23 Doopsgezinden4 Christelijk Gereformeerden319 Evangelisch Christelijken71 Roomsch Cathoüeken1222 Nederlandsch Israëlieten51 Tot geen der genoemde gezindten behoorende 22 Het aantal kiezers bedroeg: Voor leden van de Tweede Kamer 239 u h Provinciale Staten. 239 ,i den Gemeenteraad .39 8 In het kiesdistrict voor de Tweede Kamer, waarvan Goes de hoofdplaats is en dat Zuid- Beveland, Noord-Beveland en Tholen omvat, waren volgens de ingeleverde lijsten 1612 kiezers, en in het district voor de Provinciale Staten, waarbij Tholen niet behoort, 1177 kiezers. In dat jaar werd de school voor Middelbaar onderwijs voor meisjes geopend. De gemeenteraad hield 25 openbare en 9 besloten vergaderingen en het dagelij ksch bestuur 61 bijeenkomsten. Aan het rapport van gemeente-geneesheeren ontleeneu wij het volgende ffDe algemeene ziektetoestand van onze ge meente was in het afgeloopen jaar, evenals in de geheele provincie, zeer gunstig en het ka rakter der ziekten zeer goedaardig. In dien algemeenen gunstigen ziektetoestand deelden ook de zeer ongezonde gedeelten, zooals de Bocht van Guinea, Molendijk, Afrit naar de 's-Heer Hendrikskinderens'raat, Stoofstraat met hare verlenging, de Boudewijn De Wittestraat (Cornelis Eversdijkstraat) tot aan den Wal, al len buurten, waarop wij in vorige verslagen vaak uwe aandacht vestigden als zeer noodzakelijk om de riolen aldaar te verbeteren, wat wij nog steeds uit volle overtuiging en zorg blijven aanbevelen." De openbare gezondheidscommissie meldt o. a. het volgende „Bij missive van 23 Maart 1876 A 203 deel den wij aan burgemeester en wethouders het prseadvies onzer scheikundige subcommissie mede, als antwoord op de ons door den gemeenteraad gestelde vraag naar de oorzaken van en de mid delen van verbetering in den voortdurenden ach teruitgang van het drinkwater iu de gemeente; de daarin uitgedrukte meening kwam hierop ne der, dat alleen eeu tijdroovend en zeer kost baar onderzoek, door middel van grondboringen, kans zou kunnen geven om een afdoend ant woord op de gestelde vragen te geven. Het is ons aangenaam hier te kunnen mededeelen, dat in den loop van den zomer bij vernieuwing een onderzoek plaats heeft gehad van het water uit de pomp rij het stadhuis en de goede hoeda nigheid daarvan onverminderd is bevonden. De scheikundige subcommissie heeft ook in het afgeloopen jaar weder verscheidene levens middelen en dergelijke onderzocht. Zoo leverde een onderzoek naar het brood en meel, dat in deze gemeente verkocht wordt, het resultaat op, dat in geen der onderzochte monsters schadelijke bijmengselen werden gevonden; wel werd ont dekt, dat bij een paar bakkers een minder soort brood werd verkochtmaar naar het bleek zon der schadelijke bestanddeelen. Bij gelegenheid der kermis werd suikergoed uit kramen en eenige winkels onderzocht en zuiver bevonden." Wij bevelen vooral de lezing aan van Het ver slag van de commissie voor statistiek van het Comité van Schoolverzuim te Goes." Het is onmogelijk daarvan een uittreksel of enkele belangrijke regels te lezen te geven, daar alles in verband staat met de bijgevoegde sta ten, en een deel te veel aan het gewicht van het geheel zou ontnemen. Alleen constateeren wij, dat de meeste ver zuimen ontstonden uit veldwerk en te huis op jongere kinderen passen. GOES, 27 September 1877. Door de uitgevers van ons blad is beslo ten aan het bewuste Gedenkschrift van het Blaaubeenfeest" een lithograpbisch portret van den geaehten jubilaris toe te voegen. De heer Blaaubeen gaf daartoe bereidwillig zijne toe stemming, en de firma wed. E. Spanier fy Zoon, te 's-Hage, zal voor de uitvoering zorgen. Het gedenkschrift zal daardoor zeker nog meer in waarde winnen, terwjjl de prijs toch op ƒ1, blijft bepaald. Weiueldinge. Dinsdagmorgen kwart voor 8 uur arriveerde Z. E. de Commissaris des Konings in het met vele vlaggen versierde dorp. Z. E. werd door den ganschenj raad opge wacht. Na de gemeentezaken in orde te hebben gevouden, bezocht Z.E. de kerk, de ge meente- en bewaarschool, onderhield zich zeer minzaam met den predikant, de onderwijzers en de onderwijzeres, zelfs met de kinderen, die hem een welkomstlied toegezongen hadden, en vertrok ruim 9 uur naar Yerseke, een zeer gunstigen indruk bjj de ingezetenen achter latende.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1877 | | pagina 1