Louis Adolphe Thiers,
Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen.
NIEUWE UITGAVEN.
lUITCXLVVl».
VAN HET OORLOGSTOONEEL.
De voor den Landbouw nullige en
schadelijke dieren.
De Mieren.
Donderdag 11. is te Goes, door het bestuur
van de Christelijk gereformeerde gemeente, aanbesteed
het plaatsen van een nieuw oksaal ten dienste voor een
in de kerk te plaatsen orgel. Ingeschreven was door
W. De Jonge voor/587, D. Klemkerke voor/548
en J. Snoep voor 500. Aan laatstgenoemde is het
werk gegund.
Uitvoerig programma der feestvieringen, bij gele
genheid van het vijf-en-twintigjarig jubilé
van mr. M. P. Blaaubeen als bur
gemeester van Goes.
Wanneer bescheidenheid ons het niet verbood,
dan zouden wij uitvoeriger willen uitweiden over
de feesten, die ons de volgende week wachteD.
Thans slechts een enkel woord over het pro
gramma, door de uitgevers van ons blad alom,
tegen 25 cents, verkrijgbaar gesteld. De eerste
helft daarvan wordt ingenomen door eene op
somming van hetgeen er in die dagen zal plaats
hebben, met de programma's van de uit te
voeren muziekstukken en der tooneelopvoerin-
gen. Verschillende aanwijzingen komen erin
voor, die voor de feestvierenden en hoevelen
zullen dat wel zijn van groot nut kunnen
wezen.
Het geheele tweede gedeelte wordt ingenomen
door het programma van den Historischen Op
tocht, die volgens het voorwoord „niet alleen
bedoelt, in het algemeeneen blik te geven in de
geschiedenis van het voorgeslacht, deszelfs instel
lingen en gebruiken, maar ook enkele belang
rijke oogenblikken uit de geschiedenis van Goes
aanschouwelijk voor te stellen, en Goesenaren, die
zich jegens de stad of jegens het geheele vaderland
verdienstelijk maaktenin de gedachte te doen
herleven."
Eerst krijgt men de volgorde te lezen met
opgaaf van de verschillende corporatiesdie
achter den stoet zullen volgen en dan heeft de
ontwerper van den historischen stoet gezorgd
voor een zeer uitvoerige toelichting van dat deel
van het gansche feestprogramma. Daarin leest
men dan, wat de personen, die zullen worden
voorgesteld, hebben gedaan voor Goes of voor
or.s land, en welke motieven er waren, om hen
thans nog eens te herdenken.
Voorzeker zal de geringe prijs voor niemand
een beletsel wezen, om zich dien onmisbaren
gids aan te schaffen.
Het boekje, 24 pagina's groot, is netjes uit
gevoerd.
Wij mogen niet nalaten ook thans een woord
van hulde te brengen aan den heer S. J. De
Jonge voor de hoogst verdienstelijke wijze, waarop
de groote biljetten op zijne drukkerij zijn uit
gevoerd. Die biljetten doen hem eer aan, en
kunnen, vooral in de oogen van hen, die be
kend zijn met de technische bezwaren, aan de
uitvoering verbonden, aanspraak maken op groote
verdiensten.
Voor Goes is het ook van veel waarde, dat
een dergelijk stuk, op zulk eene wijze uitge
voerd, gemaakt is in de stad zelve.
Né Marseille le 14 Avril 1797.
Mort a Saint-Germain-en Laye le 3 Septembre
1877.
Patriam dilexit
Veritatem coluit.
Dit was het opschrift op de kist, die het
stoffelijk overschot bevatte van „den selfmade
man, den petit bourgeoisdie, zooals in de
Frangais stond geschreven, nooit getracht heeft
zich boven de bourgeoisie te verheffenvan
den man, wiens dood meer beweging in de
wereld bracht dan het overlijden van den mach-
tigsten monarch, die ooit heeft geleefd. En
Zaterdag werd het stoffelijk overschot van dien
man op Père Lachaise, nabij Parijs, ter aarde
besteld. De gansche plechtigheid was eene indruk
wekkende ernstige demonstratie tegen de regee
ring, die zich echter op gepaste wijze uitte.
Duizenden aan duizenden waren opgekomen,
om het lijk de laatste eer te bewijzen. Van
heinde en ver was men saamgestroomd en de
lijkkist was een groote bloemkorf gelijk. Van
het Oostenrijksche parlement was eene depu
tatie tegenwoordig, die een lauwerkrans op de
kist had gelegd met het opschrift*, „la deputa
tion du Parlement autrichien a M. Thiers
De arbeiders uit Belleville hadden ook een
krans geschonken.
De rouwwagen, dezelfde, die in 1860 voor
de lijkplechtigheid van Jérome Bonaparte is
vervaardigd, werd door zes paarden getrokken.
De slippen van het lijkkleed werden gedra
gen: links door de heeren De Sacy, die de
Fransche academie vertegenwoordigde, en Jules
Simon en admiraal Potliuau, beiden ministers
onder het presidentschap van Thiers rechts door
generaal De Cissey, insgelijks minister onder
het bestuur van ThiersJules Gr ivy, voorzitter der
ontbonden kamer en De Vuitrydie vanwege
de academie van zede- en staatkundige weten
schappen was afgevaardigd.
Onmiddellijk achter den wagen volgden drie
ceremoniemeesters, dragende op kussens de in
rouw gehulde ridderkruisen en andere eere-
teekens van den overledene.
Hierna kwam met gebukten hoofde, en aan
den arm van den Russischen gezant prins Orloff
mevrouw Thiers. Zij had bij 't uitgaan der
kerk, in haar rijtuig stappende, bij zich Mile.
Dosne, hare zuster, en mevrouw Jules Simon.
Dan volgden vreemde gezantende geheele
linkerzijde van den senaat, bijna al de 363 re-
publikeinsche leden der kamer en leden der
Fransche academie; vervolgens deputatiën uit
alledeelen des lands, o a. van Havre, Lyon, Rouaan,
Rijssel, Marseille en Bar-le-Due, en kweekelin-
gen der Parijsche school van genees- en heel
kunde, benevens vele wetenschappelijke genoot
schappen.
Te éen uur had de plechtigheid plaats in de
kleine kerk van Notre Dame de Lorette. Daarna
trok de stoet naar de begraafplaatsomstuwd
door eene menigte, die op honderd vijftigdui
zend wordt geschat. Alle aanwezigen droegen
een teeken van rouw of het portret van Thiers
en ontblootten het hoofd, of knielden neer als
de rouwwagen voorbijtrok. Enkele krptfn
van vive la republiquewerden gehoord, doch
op verzoek van de commissarissen van orde
werd dadelijk het stilzwijgen bewaard. Op de
begraafplaats kon slechts een zeer klein deel wor
den toegelaten. Honderdduizend personen moes
ten voor de poort blijven staan.
Zou die man bemind geweest zijn?
Verschillende sprekers voerden bij het graf
het woord. Jules Simon zeide o a.„Het
eersle gevoel, hetwelk ons gemoed na zulk een
zwaar verlies treft, is dat van moedeloosheid.
Maar Thiers heeft ons door de geschiedenis van
zijn leven geleerd nooit te wanhopen, nooit terug
te wijken. Leest zijne werken, volgt zijn levens
loop, overal ziet gij bij hem de vaderlandsliefde
doorstralen"Thierszeide hij ver
der „heeft wel een Koning gediend, maar
onder voorwaarde, dat die Vorst zelf een ge
trouw dienaar der constitutie zou zijn Daarna
herinnerde de spreker, hoe Thiers zich tegen
den oorlog had verzet; hoe hij zich vervolgens
tot alle Hoven wendde om, al ware het ook
slechts eene moreele, ondersteuning voor Frank
rijk hoe hij, den 24 Mei afgetreden, niet aar
zelde om tot het particulier leven terug te
keeren, en welke demonstratiën daarop waren
gevolgd. De spreker eindigde met een „laatst
vaarwel in naam des lands aan den geschied
schrijver der revolutie, aan den kampioen der
vrijheid, aan den bevrijder van het Fransche
grondgebied, aan den eersten president der Fran
sche republiek."
De heer Jules Grévy gaf een overzicht van
Thiers' parlementaire loopbaan. Hij toonde aan,
hoe de afgestorvene zijne monarchale gezindheid
had ten offer gebracht aan de Republiek, omdat
hij die voor Frankrijk als den eeuig mogelijken
staatsvorm beschouwde. Dat offer had hem
veel gekost, maar voor de stem der vaderlands
liefde had bij hem alles moeten zwijgen.
Nadat vervolgens de admiraal Potliuau eene
toespraak had gehouden, waarin hij Thiers voor
stelde als bevoegd beoordeelaar in aangelegen
heden van militairen aard, namen de heeren
Sacy en Vuitry het woord, meer bepaaldelijk
om hulde te brengen aan de nagedachtenis van
den nationalen geschiedschrijver en weispreken
den redenaar.
Al de toespraken werden met teekenen van
bijval begroet.
Van officiëele Russische zijde wordt het
volgende gemeld. Een telegram van den 6den
uit Gornji-Studeni meldt:
Den 4den beproefden de Turken van Nirke
uit een aanval op Lowtcha Na een gevecht
van vier uren werden zij afgeslagen.
Denzeltden dag vielen de Turken ons in de
nabijheid van Elena aan, waar wij met zwakke
krachten stonden ook daar werden zij af
geslagen.
Den ödën vielen" de Turken het Rustschu-
ker korps langs de geheele linie aan. Hun
hoofdaanval was gericht op Kazelewo (Kech-
levo) en Oblanowa (Oblawa). Hun eerste
aanval op Kazelewo deden zij met 15 ba
taljons, 18 escadrons en 23 stukken geschut,
doch in den loop van het gevecht namen de
Turksche troepen in aantal toe. Onze kolonne
bij Kazelewo, ter sterkte van 5 bataljons, 8
escadrons en eenige artillerie, hield zich moe
dig staande, doch na een hardnekkig gevecht
van 6 uren werd zij met groote verliezen tot
den terugtocht op Ostrizu gedwongen.
Onze kolonne bij Oblanowa werd eveneens
door eene groote troepenmacht aangevallen,
doch sloeg alle aanvallen af en behield hare
posities. Op de beide vleugels onzer Rust-
schuker verdedigingslinie gingen de Turken
bij Kadikoi (noordelijk) en Popkoi (zuidelijk)
tot het offensief over, doch het is nog niet
bekend of dit een wezenlijke aanval of slechts
een demonstratie is.
In den Balkan is alles rustig. Suleiman
Pacha organiseert zijn leger te Kesanlyk.
Onze verliezen bij de inneming van Lowtcha
zijn 1000 man dooden en gewonden. Het ver
lies der Turken was grooialleen aan ge
vangenen verloren zij 100 man.
Per Telegraaf.
LONDEN, 10 September.
Eene particuliere depeche van den 9en uit
Sistova meldt: Dezen ochtend begon een aan
val op Plewna. Deze duurde den ganschen
dag, en des avonds te zes uren was Plewna
in de macht der Russen. De Turken werden
in groote wanorde en met onzaglijke ver
liezen op de vlucht geslagen.
PETERSBURG, 10 Sept (Officiëel.)
Een telegram uit Posadim dd. 9 dezer meldt:
Gisteren bij het aanbreken van den dag nader
den onze batterijen meer en meer Plewna.
Het kanonvuur bleef den ganschen dag leven
dig. Des avonds bezette onze linkervleugel
met een verlies van 500 man de hoogten zuide
lijk van Plewna. Het centrum en de rechter
vleugel naderden op 600 en 700 pas de Turk
sche verschansingen. Het dorp Uschitzd werd
door de Russen bezet. De verliezen in centrum
en rechtervleugel zijn algemeen niet groot.
De kanonnade duurde den ganschen nacht onaf
gebroken voort, en nam heden ochtend in
hevigheid toe.
GEMENG53E BERICHTEN.
Te Baarland is door L. Traas St., in het am
bacht Hoedekenskerkc, een oiter geschoten, lang 12'/j
decimeter en wegende 20 kilogrammen.
Bij het garnizoen te Middelburg bevindt zich
een vrijwilliger, uit Schiedam, die het „in dienst"
niet naar zijn zin schijnt te hebben. Bij wijlen ge
draagt hij zich als een krankzinnige.
Te Amsterdam ontstond twist tusschen twee
vrouwen om het bedrag van 2V2 cent. Een schoon
zoon van een der kijvenden heeft den twist be
slecht door de tegenpartij zijner schoonmoeder met
een droogstok zoodanig op het hoofd te slaan, dat
zij voor dood naar het garnizoen werd gebracht.
Volgens nauwkeurige waarnemingen met den
regenmeter van de Zeevaartkundige School te Ter
schelling is de hoeveelheid van den in dit jaar ge
vallen regen tot September als volgt in millimeters
Januari 112, Februari 75, Maart 47,5, April 46,5,
Mei 27, Juni 18, Juli 46, Augustus 176.
Te Iliilesluis is een 12 jarige knaap, die in
een roeiboot bezig was drijvend bout op te visschen
uit de haren aldaar, erin gevallen en verdronken.
Een makelaar in effecten te Amsterdam is
voortvluchtig met twee partijen effect-n ter waarde
van f 10,01)0, waarvoor hij kas-aan wijzigingen heeft
afgegeven op handelsbanken en vereenigingeu, waar
hij onbekend was.
In het arrondissement Maastricht zijn dezer
dagen zeven personen gearresteerd, allen beschuldigd
van diefstal met inbraak.
Te Hengevéld, onder Wijhe, is een welgestelde
boer gearresteerd, omdat hij schoven haver van het
land van zyn buurman ontvreemdde.
Donderdag is te Helder een jongen van het
torentje op 's rijks werf gevallen en heeft zich zoo
ernstig aan het hoofd bezeerd, dat hij weinige oogen
blikken daarna overleed.
Bij enkele regimenten vesting-artillerie en in
bet artilleriekamp op de Oldebroeksche heide zijn
eenige lantarens van hard glas in beproeving ge
geven, die tot dusver goed voldaan hebben.
De heer J. H. Fan Lennep wil aan de twee
manen van Mars, nu onlangs ontdekt, de namen ge
ven van Turk en Rus, naar aanleiding van het tijd
perk harer ontdekking.
Over de geboorteplaats van P. P. Rubens wordt
nog steeds getwist. Thans is een belangrijk document
ontdekt: nl. de doopakte van den beroemden schilder,
gedagteekeod 's-Hertogenbosch in 1594. Men leest
in dit stuk, dat Petrus Paulus Eubens, toen oud 17
jaren, niet is kunnen gedoopt worden bij zijne geboorte
„omdat hij ter wereld kwam in een land, dat door
de protestanten bezet was." Diensvolgeiiskan Antwerpen
de geboorteplaats niet zijn.
Te Aruhem is 11. Donderdagnacht weder eene
kostbare spiegelruit by een winkelier ingeworpen. Een
persoon, die bezig was met eene andere ruit stuk te
slaan, werd dieuzelfden nacht door de politie gearres
teerd.
Te Kampen heeft men 11. Dinsdag vergeten een
wethouder te benoemen.
Het gerechtelijk onderzoek van het lijk der vrouw
te Amsterdam schijnt geen genoegzamen rechtskun
digen grond voor het vermoeden van moord te heb
ben opgeleverd.
Zaterdagmiddag kwamen te Amersfoort een drie
tal visebboeren uit Bunschoten eu Harderwijk met
hunne visebkarren als naar gewoonte in dolle woeste
vaart door de stad rennen. Plotseling werd een ake
lige gil gehoord. Eene bejaarde dame, die niet zoo
snel kon uitwyken, was door de achterste kar over
reden, Onmiddellijk werd zij in eene nabyzijnde woning
gedragen, waar zij een paar uren later overleed.
In den avond van 3 Sept. is by Ameland gestrand
het Engelscbe schoenerschip Mam Lloyd, geladen met
haver, komende van Groningen, bestemd naar Londen.
De drie schepelingen werden den volgenden ochtend
door de visehschuit, die het schip had voorgezeild,
uit het want gered en te Hollum aan land gezet, van
waar ze daags daarna aan den Engeischen vice-consul
te Harlingen werden opgezonden. Schip en lading
zijn als geheel verloren te beschouwen.
Te Jowa (Ver. Staten) beeft zekere Whitney
een insect gevonden, dat aast op den Colorado-kever.
Het doodt den kever met zijn harden snuit en zuigt
hem daarna uit. Whitney zag zulk een insect twee
kevers in 10 minuten doodenhet meeste werk ver
richt hij tusschen 3 uur des namiddags eu het vallen
van de duiiternis.
Dezer dagen werd de trein van Venlo bij zijne
aankomst te Gladbach door de politie omsingeld. De
koopman M., uit Hagen, die wegens frauduleus ban
kroet zich op de vlucht had begeven, moest aange
houden worden. En dit gelukte ookhy bezat nog
3060 mark aan papieren van waarde. De aangehou
dene was het meest verrast over de wijze, hoe men
hem van Neerlands grondgebied naar Gladbach gelokt
badvan een handelsvriend namelijk outving hij een
telegram om te 3 uren daar te komen, er zou een
goed fbuitenkansje" te verdienen zijn!
„Ga tot de mieren, luiaard I aanschouw hare wegen
en word wijs. Zij heeft geen opperhoofd, toch ambt
man, noch bebeerscher. Nochtans bereidt zij haar
voedsel in den zomer, brengt in den oogst haar
voorraad byetn."
Uit deze woorden, die in de spreuken van Salomo
te vinden zijn, biykt niet alleen, dat in de tijden
van Salomo de mieren bekend waren, maar ook dat
men reeés kennis droeg van bare leefwijze. In boe
verre bet waarheid bevat, dat de mieren in den zomer
voorraad opdoen, natuurlijk om gedurende den winter
niet van honger te sterven, zal nader blijken. Bij
verscheidene andere oude schrijvers vinden we enkele
zaken vermeld, die op de mieren betrekking hebben,
en die dus mede het bewijs kunnen leveren, dat zy
reeds sedert overoude tyden de aandacht der menschen
tot zich hebben getrokken. En zij verdienen die aan
dacht ook ten volle, niet alleen wanneer men haar
beschouwt ten aanzien van hat>r nut of schadelijkheid,
maar ook wanneer we letten op haar leefwijze, die
ons baar doet kennen als waarlijk verstandige wezens,
die het wel waard zijn, dat eenmaal een wijze kouing
haar den mensch tot een voorbeeld stelde van wysbeid.
De familie der mieren telt onderscheidene leden,
die deels in de gematigde, deels in de warme streken
wonen, en die we onder drie afdeelingeu zouden
kunnen brengen lastige, nuttige en zeer schadelijke
mieren. In de hoofdtrekken stemt de leefwijze van
alle mieren overeen. We zullen deze eerst bespreken
en dan aan enkele nog een enkel woord wyden.
Het is van algemeene bekendheid dat de mieren,
evenals de wespen, de bijen en de hommels, in zoo
genaamde gezelschappen of maatschappijen leven. Min
der bekend daarentegen is het, dat zij met de ge
noemde insecten tot dezelfde orde, die der Vlies-
vleugeligen, behooren. De insecten-orden hebben haren
naam ontvangen naar den bouw en het aantal der
vleugels, en daar nu het groote publiek van de mieren
slechts de ongevleugelde vormen kent, merkt het van
eene overeenkomst tusschen mier en by niet veel.
Die ongevleugelde mieren maken een deel, en wel bet
grootste deel, van een mieren-maatscbappy uit, maar
behalve deze, die als arbeidsters of werkmieren bekend
zijn, komen nog mannetjes en wijfjes voor, die de
vleugels bezitten. By een enkel in Europa voorko
mend mierengeslacht onderscheidt men, behalve de reeds
genoemde individuen, nog een vierde soort, die in alles
met de werkmieren overeenstemmen, alleen krachtiger
gebouwd zijn. Men geeft ze den naam van soldaten,
omdat zij hoofdzakelijk met de verdediging der kolo
nie tegen aanvallen van buiten belast zijn. Tetwyl
de mannetjes en wijfjes slechts daarvoor zorgen, dat
het mierengeslacht niet verdelgd worde van het aan
gezicht der aarde, wordt door de werkmieren ai het
werk verricht, en dit is waarlijk niet gering te ach
ten. Zij toch zijn het, die beiast zyn met het bou
wen der nesten of woningen, die veelal onder den
grond worden aangelegd, maar voor andere soorten
ook wel boven den grond voorkomen. Over die nes
ten straks nader. Zij zijn het ook, die voor de op
kweeking en opvoeding der jeugdige mieren zorgen,
en bovengenoemd geval uitgezonderd ook de
kolonie verdedigen tegen de aanvallen der vijanden.
Tot bet laatste doel zijn zy hink gewapendzy zyn
in het bezit van een paar krachtige, getande kaken,
die als knijptangen werken, en van een paar gifklie
ren aan het achterlijf, die een zeer scherp vocht af
scheiden, dat als mierenzuur bekend is, terwijl som
mige soorten nog bovendien een angel bezitten, waar
door het gif in de gemaakte wonde wordt uitgestort.
De oude schrijvers beweren, dat de mieren voorraad
van graankorrels verzamelen, die in bare nesten brengen,
de kiemen er aan ontnemen, en ze in de zon doen dro
gen. Zy zijn tot die bewering vermoedelijk geleid door
de graan- en andere zaadkorrels, die wei eens in de
nesten gevonden worden. Latere schrijvers hebben daü
ook de bewering der eerste tegengesproken. De by ons te
lande voorkomende mieren verzamelen ook Werkelijk
geen voedsel-voorraad voor den winter, want gedu
rende dien tijd houden zy een winterslaap en nemen
geen voedsel op. Het schijnt, dat men tegenwoordig
terugkeert tot de meening der oudere schrijver»; waar
door ook kouing Salomo in het gelijk zou worden ge
steldten minste in het jaar 1873 werden Waarne
mingen bekend gemaakt van een natuuronderzoeker,
die, langen tijd verblijf houdende in plaatsen aan de
Middellandsche zee gelegen, de leefwijze der daar
voorkomende miereu naging en tot de overtuiging
kwam, dat deze mieren inderdaad voorraad verza
melden.
Gedurende den zomertyd worden de larven, de wijfjes
en mannetjes, door de arbeidsters gevoed met allerlei
zoete sappen uit het planten- en dierenrijkwit hel
laatste betreft zyn het vooral de bladluizen, wëlkè die
zoete sappen moeten leveren. We hebben, by eene
vorige gelegenheid, reeds gewag gemaakt van de tWee
buisjes, die aan het achterlijf der bladluizen voorko
men, en die een zoet vocht afscheiden, honigdauw
genoemd. Die honigdauw is voor de mieren eene
byzondere lekkernij, en daarom worden de bladluizen
door haar met de meeste zorg behandeld, van ge
storven takjes en spruitjes naar verscbe, levende bladen
overgebracht en met de voelhorens zoo lang gelief
koosd die liefkozingen bestaan in een voortdurend
stryken der voelhorens over den rug der bladluizen
totdat zij een druppel houigdauw uit de buisjes
laten vloeien. De meeste soorten van mieren bouwen
overdekte wegen, ware kunstwegen, die van ba»